
Op 7 november j.l. was het precies 50 jaar geleden dat Bernard Haitink voor het eerst een concert gaf met met Concertgebouworkest. Dat gouden jubileum werd begin deze maand gevierd met een prachtig concert waarbij Haitink een droomprogramma dirigeerde: Mahlers
Das Lied von der Erde en
Vierde symfonie. Het concert was vele keren uitverkocht, maar ik was erbij. In september ontstond er een relletje. Bij dit jubileum zou aan Haitink het eerste exemplaar van een boek overhandigd worden waarin zijn relatie met het Concertgebouworkest beschreven werd. Haitink had een stukje uit het manuscript mogen lezen, en wees de inhoud af. Communicatief eigenaardig als Haitink altijd al is geweest verklaarde hij dat het boek niet bij het jubileum overhandigd mocht worden, anders zou hij niet komen dirigeren. Enfin, de directie van het Koninklijk Concertgebouworkest trok zijn handen van het boek af, en voldeed aldus aan Haitinks eis. Het concert ging gewoon door, en het boek verscheen een week later in alle stilte. Het is geschreven door
Jan Bank en
Emile Wennekes, getiteld
De klank als handschrift. Bernard Haitink en het Concertgebouworkest.
Afgelopen week las ik dit boek, en ik kan niet anders zeggen dan dat ik zelden zo’n dramatisch slecht boek gelezen heb. Het barst werkelijk van de fouten en slordigheden, is erbarmelijk geschreven, getuigt van haastwerk en lapt alle basisregels van het schrijven van een biografie aan zijn laars. Ik heb alles wat mij opviel in het boek aangetekend, en in een worddocument gezet. Dat telt meer dan tien pagina’s! Liefhebbers moeten maar even als ‘comment’ hun mailadres achterlaten, dan stuur ik het document toe. Het gaat aan het begin al helemaal mis. Op het omslag staat als ondertitel
Haitink en het Concertgebouworkest. Op de titelpagina:
Bernard Haitink en het Concertgebouworkest. Inhoudelijk misschien een peulenschil, maar boekenmakers gruwen van zo’n misser. Hoe moet het boek voortaan geannoteerd worden? Voorts: ook de eerste regels van het voorwoord zijn een overtreding van de normen en waarden van het (biografisch) boekenschrijven.
Je grabbelt wat akkoorden bij elkaar op een piano, maar pas wanneer je voor een orkest staat, begint pas het echte werken. [voetnoot 1]. Zo ongeveer beschreef Bernard Haitink eens het repetitieproces. Het citaat van Haitink is te vinden in het boek
Met musici van Jan Brokken, en werd oorspronkelijk in de Haagse Post gepubliceerd. De woorden van Haitink zijn per letter in twee (!) bronnen na te gaan als ook dat de publicatiedata van deze bronnen nauwkeurig zijn te herleiden. En wat zeggen de auteurs, beiden hoogleraar dus kenners van wetenschappelijk onderzoek:
zo ongeveer beschreef Bernard Haitink eens… Op dezelfde pagina, bij de derde keer dat de naam van het onderwerp wordt genoemd:
Hatink. De auteurs grossieren in tautologieën en pleonasmen. Wat te denken van constructies als:
geleidelijk steeds meer, of:
de discussie golfde heen en weer, of:
internationale broederschap van musici over de nationale grenzen heen. En hoogleraren die
het aantal toehoorders zeer te wensen overhield schrijven dienen subiet ontslagen en terugverwezen te worden naar de brugklas vmbo. Wie de zin
De blazerssectie vormt doorgaans een toch elastisch en wendbaar accurate slagwerkgroep die als specie tussen de orkestgroepen aaneensmeedt. begrijpt en weet uit te leggen mag het zeggen en krijgt van mij een boekenbon.
Ik wil mezelf geen kenner van de carrière van Haitink noemen, maar heb wel sinds begin jaren tachtig veel over hem gelezen, en veel concerten van Haitink bijgewoond. Als amateur-liefhebber kan ik ettelijke fouten in dit boek aanwijzen. De twee auteurs zijn hoogleraar; Wennekes zelfs hoogleraar Muziekwetenschap. Ze dienen zich diep te schamen!