28 januari 2007

Concert 19 januari 2007


Vrijdag 19 januari 2007, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Markus Stenz
Alexander Kerr, viool

Schreker: Voorspel tot Die Gezeichneten
Korngold: Vioolconcert
Matthews: Turning Point
Stravinsky: Scherzo fantastique
Stravinsky: Circus Polka

Ook Markus Stenz maakte een paar jaar geleden in de A-serie een succesvol debuut, en keert nu regelmatig terug bij het KCO. Het is een degelijke dirigent die steeds met interessante programma's optreedt. Ook dit concert in de A-serie mocht er zijn. Ik kende het werk van Schreker nog niet; heerlijk die klankstapelingen uit dat enorme orkest dat hij voorschrijft. Dat belooft wat later dit voorjaar, wanneer het KCO deze opera in het Muziektheater begeleidt! Voormalig concertmeester Alexander Kerr speelde het vioolconcert van Korngold wat te braaf. De wereldpremiere van Matthews' Turning Point viel me erg mee; het omvangrijke werk viel in twee totaal verschillende delen uiteen wat sfeer betreft. De twee stukken van Stravinsky waren lekkere uitsmijters.

Concert 14 januari 2007


Zondag 14 januari 2007, Concertgebouw Amsterdam
Staatskapelle Dresden o.l.v. Daniel Harding

Mahler: Symfonie nr. 9

In de serie Wereldberoemde Symfonieorkesten dit keer de Staatskapelle Dresden, een van de beste orkesten van Europa dat al vaker in het Concertgebopuw te gast was (o.a. met Haitink). Nu dirigeerde de jonge Britse dirigent Daniel Harding de Negende symfonie van Mahler. Tja, een dilemma. Een dirigent van begin dertig kan natuurlijk nooit volledig alle diepten van dit werk peilen. Maar jong geleerd, oud gedaan; ook Haitink begon vroeg met zulke stukken. Harding bracht allerlei eigenzinnige accenten aan, maar wist me in de eerste drie delen desondanks niet echt te boeien. Op het laatste deel had hij duidelijk zijn kaarten gezet; met name de verstilde slotminuten werden prachtig gespeeld. Dat Harding daarvoor het licht in de zaal liet dempen, beschouw ik maar als een jeugdzonde.

26 januari 2007

Bruckner 5

De laatste tijd beluister ik meer dan regelmatig de Vijfde symfonie van Anton Bruckner. Ik had al een stuk of vijf uitvoeringen van deze symfonie in de kast staan, waaronder de befaamde opname van Klemperer, en verder o.a. Celibidache en twee opnames door Eugen Jochum: de opname uit de DG-verzamelbox en een live-uitvoering op Philips met het Concertgebouworkest uit het begin van de jaren zestig, opgenomen in het zuidduitse klooster van Ottobeuren. Maar deze hernieuwde belangstelling is te danken aan de werkelijke fenomenale opname van Nikolaus Harnoncourt en de Wiener Philharmoniker. Ik kocht deze opname vorige maand, en het is met afstand de beste uitvoering die van dit werk te koop is; ook de EMI-opname van Klemperer valt hierbij in het niet.
In zijn interview begin jaren tachtig met Jan Brokken bestempelde Bernard Haitink de Wiener Philharmoniker als het ideale orkest voor juist deze Vijfde symfonie van Bruckner. Met name de Finale en dan vooral het grandioze slot daarvan vereist een perfecte balans tussen (lage) strijkers en koperblazers, en dan vormen de Weners toch echt het beste orkest daarvoor. Ik mocht een paar jaar terug het genoegen smaken Haitink met de Wiener Philharmoniker met dit werk te horen (in het Concertgebouw) - de inzet van de eerste fuga in het slotdeel zal ik nooit vergeten. Haitink had eerder al een opname van dit werk met de Wiener gemaakt; ik ken die opname (nog) niet. Maar wat Harnoncourt met dit orkest bereikt is werkelijk superieur. Harnoncourt brengt zijn inzicht van de barok- en classicistische muziek mee; de Weners hun fabuleuze orkestcultuur. Die geniale dubbelfuga in de Finale moest dus wel een ideale uitvoering krijgen. In deze even merkwaardige als meesterlijke contrapuntische symfonie komen deze beide werelden samen in een uitvoering die op alle fronten klopt. Het tweede deel lijkt te snel gespeeld, maar ook hier sta je versteld van de schoonheid van de muziek en de uitvoering. De Finale is natuurlijk het absolute hoogtepunt - compositorisch wellicht het beste wat de Oostenrijkse meester schreef. Onbegrijpelijk dat Brahms niks van Bruckner wilde weten; als je het slotdeel van diens Vierde symfonie naast de Finale van Bruckners Vijfde legt, dan zouden beide heren elkaar toch hebben moeten omarmen?
Bruckners Vijfde is het hoogtepunt van de klassieke symfonie; alles wat Haydn, Mozart, Beethoven en Schubert in deze muziekvorm ontdekten en uitbouwden heeft Bruckner in zijn Vijfde tot de (theoretische) essentie gesublimeerd. Het is geen dramatisch-emotioneel werk, maar het ontroert door zijn zuiverheid van vorm. Nikolaus Harnoncourt en de Wiener Philharmoniker zorgden voor de perfecte opname van dit meesterwerk. Ik heb de tweede cd met repetitiefragmenten nog niet beluisterd - ik heb daar eigenlijk weinig behoefte aan.
Ondanks alle perfectie door Harnoncourt en de Wiener ga ik nog twee uitvoeringen aan mijn collectie toevoegen. Allereerst de Haitink-opname met de Weners; daarnaast is er een cd uitgebracht van het allerlaatste concert dat Eugen Jochum in het najaar van 1986 met het Concertgebouworkest gaf. Hij was toen ver in de tachtig, en zou een paar maanden later overlijden. Deze Vijfde van Bruckner stond toen op de lessenaars, en ik zat als 21-jarig ventje in de zaal.



Concert 11 januari 2007













Donderdag 11 januari 2007, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Alan Gilbert
Piotr Anderszewski, piano

Moesorgski: Voorspel tot Chovanstsjina
Mozart: Pianoconcert nr. 23
Tsjaikovski: Symfonie nr. 4

De Amerikaanse dirigent Alan Gilbert debuteerde in 2003 succesvol in de A-serie bij het KCO en ook zijn volgende optreden in 2005 was uitstekend. Deze derde gastdirectie was evenzeer van grote klasse. De heerlijke Vierde van Tsjaikovski kreeg een puike uitvoering, vol kracht en met aandacht voor de details. De Pool Piotr Anderszewski had voor de pauze al geimponeerd met een eigenzinnige uitvoering van Mozarts Pianoconcert in A. Anderszewski speelde beheerst en subtiel, en legde interessante accenten op plaatsen waar ik ze niet kende. Met een fraaie Ochtendgloren over de Moskou-rivier waarmee Moesorgski's opera Chovanstsjina opent was dit een model-abonnementsconcert.

21 januari 2007

Opera 3 januari 2007


Dinsdag 3 januari 2007, Muziektheater Amsterdam
De Nederlandse Opera

Mozart: Don Giovanni

Don Giovanni - Pietro Spagnoli
Il Commendatore - Mario Luperi
Myrto Papatanasiu - Donna Anna
Marcel Reijans - Don Ottavio
Charlotte Margiono - Donna Elvira
Jose Fardilha - Leporello
Roberto Accurso - Masetto
Cora Burggraaf - Zerlina
Koor van de Nederlandse Opera
Nederlands Kamerorkest o.l.v. Ingo Metzmacher

Waren de ensceneringen van Cosi fan tutte en Le nozze di Figaro goed tot zeer goed, met Don Giovanni sloegen de regisseurs Wieler en Morabito volledig de plank mis. Zozeer zelfs, dat ik tijdens het eerste bedrijf eventjes overwoog om in de pauze naar huis te gaan. Maar de muziek van Mozart is zo onweerstaanbaar dat ik dat niet over mijn hart kon verkrijgen. Don Giovanni is onbetwist de beste opera uit het hele repertoire en met Margiono als Donna Elvira voldoende reden om toch te blijven. Maar wat een dramatische enscenering! In tegenstelling tot de Cosi en Le Nozze gebeuren er op het toneel nu dingen die niets met het verhaal van doen hebben. Tja, dan haak ik af. Nergens een leuke vondst bovendien. De uitvoering was redelijk goed, met Margiono en de Portugese Papatanasiu als Donna Anna als positieve uitschieters. Nu bekend is geworden dat Metzmacher het binnenkort alweer gezien houdt bij de Nederlandse Opera toch ook een kritisch puntje ten aanzien van zijn directie in deze Da Ponte-opara's. Tijdens iedere voorstelling zat er wel eens een zanger een seconde of wat naast. Zoiets hoor ik zelden bij de opera - wat was er aan de hand met Metzmacher? Het schijnt dat ze deze voorstellingen in de toekomst nog eens gaan herhalen. Voor de Cosi en zeker Le nozze maak ik graag nog eens de gang naar het Muziektheater. Maar deze Don Giovanni wil ik nooit meer zien.