02 september 2008

Concert 28 augustus 2008


Donderdag 28 augustus 2008, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Mariss Jansons
Leo van Doeselaar, orgel

Messiaen: Hymne au Saint-Sacrement
Poulenc: Orgelconcert
Bruckner: Symfonie nr. 3


Aan het begin van het nieuwe concertseizoen geen opwarmertjes. Meteen in de hoogste versnelling: binnen anderhalve week grote symfonieën van Bruckner, Berlioz, Mahler en Sjostakovitsj en ook Strauss' fenomenale opera Die Frau ohne Schatten! En dat gedirigeerd door grote dirigenten als Jansons, C. Davis en Haitink. Mariss Jansons beet de spits af met een bijzonder geslaagd zomerconcert in paapsche sferen. Het vroege werk van Olivier Messiaen was licht verteerbaar, maar nu vind ik het wel genoeg in zijn herdenkingsjaar. Het orgelconcert van Poulenc kreeg een gedreven en na afloop luid toegejuichte uitvoering, maar ik vind het hooguit een aardig stuk, dat vooral de kans bood om het Maarschalkerweerdorgel eens in volle glorie te beluisteren. De muziek van Poulenc ligt me eigenlijk niet zo. Dat is met Bruckner wel anders. De Derde was één van zijn eerste symfonieën die ik grondig leerde kennen, en ofschoon ik de Finale niet erg geslaagd vind blijf ik een zwak voor deze symfonie hebben. Het openingsdeel en het Andante zijn waarlijk grootse delen. Jansons speelde de derde Nowak-versie uit 1889, die helaas niet die stormachtige later ontdekte coda uit de tweede versie uit 1877 bevat, maar juist wel een bijzonder fraaie uitwerking van het derde thema aan het slot van het openingsdeel. Anderhalf jaar geleden legde Jansons deze symfonie al eerder op de lessenaar (zie hier de log), en de positieve indruk van toen kan ik nu alleen maar versterken: het orkest was prachtig op dreef en speelde fantastisch sonoor en glanzend. Bij Jansons minder geladen dramatiek (zoals bij Haitink), maar wat een balans. Van mij mag het zo, en als Jansons volgende maand met de Vierde wederom zo'n indruk achterlaat is bewezen dat ook deze componist bij hem in vertrouwde handen is. Tenslotte naast alle hulde voor dirigent en orkest: wat is Bruckner toch een geweldige componist. Het is gevaarlijk om in overtreffende trappen te spreken, maar... Bruckner! Bovenaan zíjn orgel, en onder wat zich twee etages daaronder bevindt: zijn rustplaats. Het was niet voor niets mijn eerste componisten-pelgrimage.