Donderdag 9 februari 2017, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Alan Gilbert
Augustin Hadelich, viool
Roukens: Boundless
Bernstein: Serenade
Sibelius: Symfonie nr. 4
Ik kan me niet herinneren of, en zo ja wanneer ik de Vierde symfonie van Sibelius eerder life gehoord heb. Ik
ken het stuk al sinds mijn jonge jaren. De opname van Von Karajan op DG behoorde tot de eerste cd’s die ik kocht, dus toen draaide ik het stuk vaak. Tegenwoordig nauwelijks meer. Het is bepaald geen feestmuziek. Maar een grandioze symfonie is het alleszins: het is nog donkerder en depressiever dan Mahlers Zesde. Het KCO speelt zelden een symfonie van Sibelius, en met de Vierde op het programma een uitgelezen kans om het life te horen. Alan Gilbert sprak voor de uitvoering de zaal toe en dat zorgde ervoor dat het conservatieve publiek van de B-serie daarna vol aandacht luisterde. Gilbert heeft duidelijk affiniteit met Sibelius: de Vierde klonk geconcentreerd, voldragen en sonoor. Voor de pauze stond de muziek van Leonard Bernstein centraal. Eerst een opdrachtwerk van Joey Roukens, waarvoor hij zich door de grote Amerikaanse dirigent en componist had laten inspireren. Een levendig en aantrekkelijk orkestwerk dat vaker gehoord mag worden. Daarna de Serenade van Bernstein zelf, een half uur durend vioolconcert dat ik lang geleden eens eerder hoorde en dat eveneens vaker gespeeld mag worden. Het is een mooi, gevarieerd concert, typisch Bernstein: klassiek en jazz combinerend. Augustin Hadelich verving als solist de aanvankelijk aangekondigde KCO-concertmeester Liviu Prunaru, en deze jonge Duitser speelde meer dan voortreffelijk. Met een Paganini-capriccio als toegift kreeg hij de zaal helemaal plat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten