16 april 2007

Concert 13 april 2007












Vrijdag 13 april 2007, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Herbert Blomstedt
Yefim Bronfman, piano

Beethoven: Pianoconcert nr. 1
Brahms: Symfonie nr. 4

Een meer dan verrukkelijk concert! Het klassieke programma werd met meesterschap en stijl gespeeld. Yefim Bronfman behoort met Kristian Zimerman en Martha Argerich tot mijn pianisten top-3, en vanavond bleek wederom waarom. Bronfman speelt zonder enig effectbejag, maar vol virtuositeit, fijnzinnigheid en balans. Alles klopt bij deze gigant. Hoogtepunt van zijn optreden (en van het gehele concert trouwens) was de lange cadens in het eerste deel, en dan met name de afsluiting daarvan. De voorslag van de pianist waarop het orkest inzet, speelde Bronfman adembenemend mooi en verrassend. Subliem! In dat deel viel ook de fraaie wisselwerking met de klarinettist op - wat heeft het KCO met Arno Piters toch een fantastische soloklarinettist in huis gehaald. Blomstedt zorgde trouwens voor een prima balans met de piano - geen eenvoudige opgave in de Grote Zaal. Na de pauze een heerlijke Vierde Brahms. Het stuk is verreweg Brahms' grootste compositie; het slotdeel sowieso een hoogtepunt in de symfonische kunst. Blomstedt liet het KCO in zijn volle schoonheid naar voren treden. Hij bracht geen verrassende visie op de symfonie, maar een gewoon goede interpretatie. Maar bij zulk een fraai orkestspel als deze avond is dat meer dan voldoende. Genieten van begin tot eind. Een dirigent die het orkest zo mooi en warm kan laten spelen moet jaarlijks terugkeren.

09 april 2007

Concert 7 april 2007


Zaterdag 7 april 2007, Concertgebouw Amsterdam
Capella Amsterdam, Radio Philharmonisch Orkest o.l.v. Hans Graf
Katarzyna Dondalska, sopraan (vuur, nachtegaal, prinses)
Marina Zyatkova, sopraan (bergère, vleermuis, herderin)
Victoria Simmonds, mezzosopraan (kind)
Marjolein Niels, mezzosopraan (mama, kopje, libel)
Anne-Theresa Albrecht, mezzosopraan (poes, eekhoorn)
Peter Gijsbertsen, tenor (grijsaard)
Jean-Léon Klostermann, tenor (kikker)
Brenden Gunell, tenor (theepot)
Alexander Vassilev, bas (fauteuil, boom)
Wiard Withold, bariton (klok, kat)

Ligeti: Clocks and Clouds
Debussy: Nocturnes
Ravel: L'enfant et les sortilèges

Ik had een los kaartje besteld van deze ZaterdagMatinee om L'enfant et les sortilèges eens live te horen. Het is een fantastisch stuk, en hondsmoeilijk om goed uit te voeren. Dat bleek ook tijdens dit concert. Met uitzondering van Victoria Simmonds die uitstekend haar rol van het kind zong, bleken de overige zangers slechts redelijk tot behoorlijk, en dan verliest het werk zijn glans. Ook het orkest had niet zijn dag; teveel slippertjes ontsierden de feeërieke aard van dit meesterwerk. De kracht van het concert lag voor de pauze, met een schitterend gezongen Clocks and Clouds van Ligeti. Dat is een iel klinkend stuk met allerlei klanklagen, waardoor allerlei boven- en neventonen ontstaan zodat je niet meer weet wat nu wel of niet gezongen en gespeeld wordt. Ook de drie Nocturnes van Debussy werden prima gespeeld. De dirigent Hans Graf (een paar maanden geleden nog bij het KCO) bleek wederom een vakman. Hij hield de zaak fraai in balans en opteerde voor een mooie subtiele intimiteit. Door de uitvoering van L'enfant et les sortilèges, waar ik immers voor gekomen was, werd dit helaas een niet helemaal overtuigend concert.

06 april 2007

Concert 4 april 2007













Woensdag 4 april 2007, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Mikhail Pletnev
Arcadi Volodos, piano

Rachmaninov: Pianoconcert nr. 3
Glazoenov: Symfonie nr. 6

Uitstekend debuut van Pletnev als dirigent bij het KCO! Ik hoorde hem een paar jaar geleden voor het eerst met zijn eigen Russisch Nationaal Orkest en dat vond ik geen geslaagd concert. Hij kwam toen op me over als een arrogante hark die zijn stijve bewegingen leek te veinzen, maar gisteren keek ik vanaf het podium het hele concert recht in zijn gezicht en daarmee leek hij het orkest eerder in zijn greep te houden dan met zijn handen. Pletnev is zo'n typische Rus die in zijn tred en gezichtsuitdrukking een reactievermogen van een bejaarde schildpad lijkt te hebben, maar voor het orkest transformeert hij tot een bijzonder zachtaardige en bewogen dirigent die geen beweging teveel maakt maar wel precies die bewegingen die nodig zijn om zijn interpretatie kracht bij te zetten. Het orkest reageerde bijzonder alert op zijn kalme aanwijzingen en met een fraaie begeleiding van Rachmanonovs spectaculaire derde pianoconcert en een prachtige uitvoering van de mij onbekende zesde symfonie van Glazoenov leverde dat een prachtig concert op. Arcadi Volodos barst lichamelijk zowat uit zijn voegen, maar pianospelen kan hij als geen ander. Vanaf het podium is de piano nooit goed in balans met het orkest - de lage tonen komen via de achterwand dubbel zo sterk op je af, maar hoe sonoor peelde Volodos juist die kant van het klavier! Die cadens van het eerste deel blijft het hoogtepunt van het hele stuk. Ofschoon de symfonie van Glazoenov geen meesterwerk bleek, toch een verrukkelijk concert. Pletnev moet maar snel weer terugkomen bij het orkest.

Concert 1 april 2007


Zondag 1 april 2007, Concertgebouw Amsterdam
Groot Omroeploor, Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Sir Roger Norrington
James Gilchrist, tenor (evangelist)
Florian Boesch, bas (christus)
Lydia Teuscher, sopraan
Marie-Claude Chappius, alt
Werner Güra, tenor
Geert Smits, bas

Bach: Matthäus Passion

Sinds ik in 1985 voor het eerst naar het Concertgebouw ging, heb ik meerdere keren de traditionele palmzondaguitvoering van de Matthäus Passion door het Koninklijk Concertgebouworkest bijgewoond (slechts één keer op de voorafgaande vrijdagavonduitvoering de Johannes). Drie keer onder leiding van Harnoncourt (met de eeuwig stralende Arleer Auger in de Aus Liebe-aria - ik kan die aria niet horen zonder dat zij in mijn herinnering komt), een keer door Koopman, en ook een paar keren door Herreweghe. De Chailly-uitvoering heb ik gemist. Nu dan Roger Norrington, die ik een paar jaar geleden een schitterend debuut bij het KCO hoorde maken met de Pastorale symfonieën van Beethoven en Vaughan-Williams. Deze Matthäus Passion maakte op mij enorme indruk, de (f)lauwe recensies ten spijt. Norrington zat een beetje naar links en rechts te zwaaien, maar het orkest speelde scherp en volbloedig. Tegen een door de concertmeester van het KCO begeleide Erbarme dich-aria kan toch geen authentiek orkest op? Norrington koos voor overwegend bedaagde tempi en liet het koor breder klinken dan ik van Herreweghe en Harnoncourt gewend was. Bovendien liet hij de koralen meezingen door het kinderkoor (jongens en meisjes) en dat klonk prachtig. Sommige koralen (zoals het tweede deel van O Haupt voll Blut und Wunden en Wenn ich einmal soll scheiden) liet hij a capella zingen. Authentiek? Misschien niet. Prachtig: absoluut! Naast dit alles ook nog een werkelijk superieur en emotioneel beladen zingende en vertellende James Gilchrist als evangelist. Toen Norrington hem na afloop een hand gaf, verdubbelde de kracht van het applaus, en terecht! De overige zangers blonken niet uit, maar zongen prima. Ik zat trouwens met aanhang en ouders op de eerste rij van het zijbalkon, vlak naast het orkest - ereplaatsen! En zo'n daglicht beschenen Grote Zaal heeft altijd iets extra's. Een heuglijke middag. Dali schilderde een fraaie Christus aan het kruis: