01 december 2014

Concert 27 november 2014

Donderdag 27 november 2014, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Daniele Gatti

Mahler: Symfonie nr. 6

Dit was het eerste concert onder leiding van Gatti sinds bekend werd dat hij met ingang van het seizoen 2015-2016 de volgende chef-dirigent van het KCO wordt, toevalligerwijs onderdeel van mijn KCO-abonnement. Een volle zaal derhalve en het journaille op scherp. Ik ben slechts een blogger, een amateurverslaggever die roept wat hem voor de geest komt. Maar het is interessant te lezen wat de betaalde, professionele scribenten van de landelijke dagbladpers te berde brachten in hun pogingen dit ene concert van Gatti als zijn ultieme toelatingsexamen te beoordelen. Eerst maar Erik Voermans in Het Parool (zie hier zijn hele recensie); hij begaat de nodige uitglijders. Hij schrijft: 'Wat wel enige zorgen baarde, was dat Gatti niets toevoegde aan de bestaande canon van Zesdes...'. De kop boven het artikel (in de papieren krant): 'Beetje te eigenwijs, die Gatti.' Verder bekritiseert hij Gatti om zijn keuze om het Scherzo als tweede deel te spelen en het Andante als derde deel. 'Haitink en Jansons gaan hierin niet met Gatti mee,' schrijft Voermans, en ook dat je daar 'fundamentele kritiek op kunt hebben om die delen om te draaien.' Nou, Haitink hield bij zijn opname in 1966 dezelfde volgorde aan als Gatti nu. Zoals ook Von Karajan, Inbal, Bernstein, Chailly (met het KCO) en Boulez op hun opnames. Voermans weet het echter beter. Het is pas sinds een jaar of tien dat de volgorde Andante-Scherzo in zwang is. Dus Gatti draaide de volgorde niet om; hij koos voor de traditionele volgorde die pas sinds kort ter discussie staat. Om die keuze dan als fundamenteel verkeerd weg te zetten... Hoe zeker is Voermans trouwens dat de volgorde Andante-Scherzo de juiste is? De scribente van de Volkskrant heeft zich helemaal ingedekt tegen iedere vorm van positiviteit (hier) en spreekt over groepen mensen die de zaal verlaten (terwijl er gewoon één meneer onwel werd en door omstanders werd weggeloodst), en ook zij rept van het Andante als gebruikelijke tweede deel. En je moet maar durven om als stukjesschrijver een aanvoerder van een orkestgroep die verklaart nog nooit zo goed te hebben gerepeteerd te overrulen door te schrijven dat het orkest zichzelf niet meer is. Biëlla Luttmer vindt zichzelf kennelijk de Eduard Hanslick van de 21ste eeuw! Ja, ik kan mij volledig vinden in wat Peter van der Lint in Trouw schrijft (hier). In mijn eigen woorden: het was een prachtige, spannende en enorm bij de lurven grijpende uitvoering. Ik vind die Zesde een enorm ongemakkelijk werk, en daarom is het misschien wel Mahlers beste. Ik verheug me eigenlijk nooit op een uitvoering ervan, het stuk brengt je volledig uit je 'comfort zone'. Maar Gatti wist dat helemaal te bewerkstelligen. En ja, ik ben ook maar een scribent die roept wat-i vindt. Als Voermans en Luttmer met hun stukjes moesten worden beoordeeld zoals zij Gatti bij dit concert beoordelen (als toelatingsexamen), dan zakten zij wat mij betreft met dubbele cijfers. Niet omdat zij een andere mening zijn toegedaan over de kwaliteit (over smaak valt niet te twisten), maar omdat zij feitelijke lulkoek verkopen en die hanteren als dragende argumenten.