28 april 2013

Concert 17 april 2013


Woensdag 17 april 2013, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Riccardo Chailly
Genia Kuuhmeier, sopraan
Bernarda Fink, alt
Michael Schade, tenor
Groot Omroepkoor

Henze: Elogium Musicum
Mendelssohn: Symfonie nr. 2 'Lobgesang'

Riccardo Chailly is terug bij het KCO! In 2004 hoorde ik hem voor het laatst bij zijn voormalige orkest met een prachtige Mahler 9 (en vlak daarvoor in het Muziektheater met Don Carlo), en pas na negen jaar weer terug bij het orkest dat hij 16 jaar leidde. Ik hoorde hem tijdens zijn chefdirigentschap in vele concerten, maar kon pas een keer eerder hier een concert van hem beschrijven (zie hier). Hopelijk in de toekomst veel vaker, want Chailly is een groot dirigent met een unieke energie. Tijdens deze rentrée overtuigde hij als vanouds. Het oude publiek van de B-serie presenteerde hij eerst op een krachtig stuk voor koor en orkest van Henze, een 'soort van' in memoriam uit 2008 voor zijn overleden partner. Uitdagend voor het koor, sterk gezongen door het Groot Omroepkoor. Na de pauze de 'Symphonie-Kantate nach Worten der Heiligen Schrift' van Mendelssohn die als zijn Tweede symfonie te boek staat. Ik had er een cd van, maar hoorde die tot dit concert nooit. Sindsdien al meerdere keren; het is een fraai stuk. Vooral die inleidende Sinfonia van ruim 20 minuten is oorstrelend en de klankpracht die Chailly het KCO wist te ontlokken was ongeëvenaard; Mendelssohn kan soms wat zoetig zijn, maar wie het tweede en derde deel van deze Sinfonia versmaadt kan beter uien gaan snijden. Hierna volgt een half uur 'Lobe den Herrn'; soms wat al te protestant-potsierlijk, maar sommige solistische stukken zijn te mooi om waar te zijn. En Chailly, die deze symfonie voor het eerst sinds 1898 weer bij dit orkest op de lessenaars liet zetten, dirigeerde vol overtuiging. Ieder jaar terug, vanzelfsprekend!

Concert 12 april 2013


Vrijdag 12 april 2013, Concertgebouw Amsterdam
Koninkljijk Concertgebouworkest o.l.v. Mariss Jansons
Eva-Maria Westbroek, sopraan
Burkhard Fritz, tenor

Wagner: Ouverture Die Meistersinger von Nürnberg
Wagner: Uit Die Meistersinger: Walthers Preislied
Wagner: Uit Tannhäuser: Dich, teure Halle
Wagner: Uit Rienzi: Allmächt'ge Vater, blick herab!
Wagner: Vorspiel Lohengrin
Wagner: Uit Die Walküre: slotscène 1e akte
Wagner: Uit Die Walküre: Der Ritt der Walküren
Wagner: Uit Götterdämmerung: Brünnhildes Schlussgesang

Op papier een concert om van te likkebaarden: Wagners grootste fragmenten in één programma verzameld, met Jansons, het KCO en 'onze' Eva-Maria als stersolist. En eigenlijk werd het voor een groot deel inderdaad dat grandioze concert waar ik al een jaar naar uitkeek. De ouverture Meisersinger werd werkelijk fantastisch gespeeld; zo fraai hoorde ik dit instrumentele meesterwerk in het echt nog niet eerder. De opname die Haitink in de jaren zeventig met het Concertgebouworkest maakte is de allerbeste verklanking van dit stuk die je je kunt voorstellen, maar in de zaal hoorde ik zo'n superieure uitvoering nog niet. Jansons kwam aardig in de buurt, en dat zegt al veel. De bijdragen van tenor Burkhard Fritz vielen wel wat tegen; hij liet vooral horen hoe moeilijk de tenor-partijen van Wagner eigenlijk zijn. Maar ook: wat een verschil Eva-Maria Westbroek maakt. Haar opkomst, haar zingen, haar présence: het is de buitencategorie in muzikale verbeelding. In de slotscène van de eerste akte uit Die Walküre (vanaf de Winterstürme) zet ze Frits op grote achterstand, terwijl hij bepaald geen middelmatige Wagnerzanger is. Ze ís wat ze zingt en stijgt uit boven de partituur. Een strak gespeelde Walkürenritt en een groots Schlussgesang en orkestrale 'Auslaut' van de Götterdämmerung: dan zit je lekker te zwelgen op rij 16 middenin. En dan dat Vorspiel Lohengrin: werd er met de ouverture Meistersinger door Wagner ooit betere instrumentale muziek gecomponeerd...?
Bovenstaande foto komt van de facebookpagina van het KCO, genomen tijdens de repetities voor dit eenmalige concert.

Concert 5 april 2013


Vrijdag 5 april 2013, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Bernard Haitink

Bruckner: Symfonie nr. 8

De aprilmaand loopt op zijn einde, en heb vier concerten en een opera te beschrijven. Het was een muzikale supermaand, met een Walküre en de huidige en de twee laatste chefdirigenten van het KCO voor hun (voormalige) orkest. Haitink beet de spits af met een subliem-sonore en emotionele Achtste van Bruckner. Ik heb hem deze symfonie al vele keren horen dirigeren, bij het KCO, met een Europees jeugdorkest en met de Wiener Philharmoniker, maar zijn waarschijnlijk laatste uitvoering bij het KCO van de Nowak-versie was er eentje om in te lijsten. Het orkest hing aan het stokje van de maestro en speelde uiterst geconcentreerd. Zo luisterde ook het publiek; het was muisstil. De ingrediënten van Haitinks uitvoering waren de bekende: geen extremen in fraseringen, maar een vloeiende opbouw die je uiteindelijk volledig bij de keel greep. Die Achtste van Bruckner: het is alles afwegend mijn favoriete Bruckner-symfonie en een ultiem meesterwerk an sich. En dan een geïnspireerde 84-jarige Haitink voor het KCO: dan staat de tijd stil.