Zaterdag 27 februari 2016, Muziektheater Amsterdam
De Nationale Opera
Moessorgski: Chovansjtsjina
Ivan Chovanski - Dmitry Ivashchenko
Andrej Chovanski - Maxim Aksenov
Vasili Golitsyn - Kurt Streit
Sjaklovity - Gábor Bretz
Dosifej - Orlin Anastassov
Marfa - Anita Rachvelishvili
Suzanna - Olga Savova
Emma - Svetlana Aksenova
Klerk - Andrey Popov
Koor van De Nationale Opera
Nederlands Philharmonisch Orkest o.l.v. Ingo Metzmacher
Première van deze nieuwe productie; de eerste keer dat deze opera in het Muziektheater werd uitgevoerd. Ik heb er al tijden de Gergiev-opname op cd van, maar de eerste cd daarvan bleek vaak een onneembare hobbel om de rest te beluisteren. In de zaal heb ik echter bijna vier uur ademloos geluisterd naar deze bijzondere muziek. Het deed me denken aan de eerste keer dat ik Boris Godoenov hoorde, eveneens live in het Muziektheater, in 1988. Ik werd toen volledig gegrepen door de bijzondere en diep-melancholische harmonieën en ook in deze onvoltooide opera is het muzikale idioom van Moessorgski bijzonder aangrijpend. Hoe onvoltooid ook, en hoe duister de thematiek van het verhaal: de opera klinkt als een afgerond en gerijpt geheel. Het verhaal is eigenlijk geen verhaal. de vijf bedrijven schetsen veeleer evenveel verschillende gezichtspunten op de belangentegenstellingen vlak voor en vlak na het begin van de heerschappij van tsaar Peter de Grote. Het programmaboekje doet niet eens een poging het verhaal te beschrijven, maar tekent de hoofdpersonen als representanten van de groep waarvoor zij staan: de streletsen (lijfwachten van de tsaar), de hervormingsgezinde adel, de oudgelovigen, de bojaren (de conservatieve adel) en wat losse figuren. De regisseur opteerde voor een relatief eenvoudig decor waarin de sfeer van de vijf bedrijven treffend gevangen werd, met het schilderij van Soerikov (De executie van de streletsen) als bewegend baken. Belangrijkste pijler onder het grote succes van deze première waren de zangers en het orkest. Er werd werkelijk imposant gezongen door alle hoofdrolspelers. De confrontatie van Ivan Chovanski, de hervormingsgezinde Golitsyn en de priester Dosifej in het tweede bedrijf is huiveringwekkend, alsook het aandeel van Rachvelishvili als de waarzegster Marfa. Zij kreeg terecht het meeste applaus, maar zwakke schakels waren er geenszins in deze uitvoering. De bojaar Sjaklovity kreeg in de derde akte opeens een geweldige aria toebedeeld - eigenlijk de enige echte aria van de hele opera. Gábor Bretz zong overrompelend. Alles bij elkaar een geweldige opera-ervaring die het prachtige Haitink-concert eerder op de dag even helemaal deed vergeten. Ik heb meteen een kaartje voor een tweede voorstelling gekocht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten