25 juni 2012

Opera 15 juni 2012



Vrijdag 15 juni 2012, Het Muziektheater Amsterdam
De Nederlandse Opera

Wagner: Parsifal

Gurnemanz - Falk Struckmann
Kundry - Petra Lang
Parsifal - Christopher Ventris
Amfortas - Alejandro Marco-Buhrmeister
Titurel - Mikhail Petrenko
Klingsor - Mikhail Petrenko
Koor van De Nederlandse Opera
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v Iván Fischer

En meteen de volgende voorstelling weer; muzikaal even imponerend. Dan over de enscenering. Die vind ik wisselend. Niet slecht, bepaald niet, maar niet overal even overtuigend. De tweede akte is onaards prachtig en perfect, en ook de derde akte is prima uitgebeeld. Ik had alleen moeite met de tweede helft van de eerste akte, toch het meest theatrale deel van de opera. De graalridders staan daar op wankele houten stellages die ogenschijnlijk vlak daarvoor provisorisch in elkaar getimmerd zijn. Bepaald geen plek waar de engelen van God het heiligste van het heiligste in bewaring zouden geven, dunkt mij. De onthulling van de Graal is wel weer boeiend gerealiseerd, maar die hele bijeenkomst heeft een armoedige uitstraling. Maar goed, daarna volgt een weergaloos fraaie tweede akte; die grote schaal is een regelrechte vondst. Vanwege de eveneens krachtige uitvoering door Petrenko, Lang en Ventris is dit middenbedrijf opeens het hoogtepunt van de voorstelling, wat mij betreft. De derde akte heeft niet dezelfde magie, maar voldoet prima - tot aan de Verwandlungsmuziek mag het wel een beetje leeg en ruimtelijk zijn. En later deze maand nog maar eens...

Opera 12 juni 2012


Dinsdag 12 juni 2012, Het Muziektheater Amsterdam
De Nederlandse Opera

Wagner: Parsifal

Gurnemanz - Falk Struckmann
Kundry - Petra Lang
Parsifal - Christopher Ventris
Amfortas - Alejandro Marco-Buhrmeister
Titurel - Mikhail Petrenko
Klingsor - Mikhail Petrenko
Koor van De Nederlandse Opera
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v Iván Fischer

Met een eigenzinnige productie van Parsifal sluit DNO een bijzonder boeiend seizoen af dat vooral in de tweede helft louter hoogtepunten kende; de laatste vier producties bezocht ik steeds twee of drie keer. Parsifal vind ik een meesterwerk, vooral vanwege de schijnbaar oneindige muzikale lijnen. Al na een minuut muziek weet je: dit gaat lang duren. Maar het wordt nergens saai of langdradig, in mijn beleving althans. De grootste verrassing komt uit de orkestbak. Het KCO speelde al vele opera’s in het Muziektheater, maar nog nooit een Wagner-opera. Wat in juni 1987 de openingsproductie van Het Muziektheater had moeten worden (Die Meistersinger von Nürnberg, met het – toen nog niet koninklijke - Concertgebouworkest gedirigeerd door Edo de Waart), vond plaats in Carré omdat het nieuwe operahuis nog net niet gereed was. Dat was toen mijn eerste live opera-ervaring. Nu dan het KCO op topniveau spelend met Parsifal in het Muziektheater, opvallend vloeiend en relatief licht gedirigeerd door Iván Fischer. Maar wat een weelderige klanken! De cast is uitermate coherent: alle hoofdrollen zijn goed tot uitstekend bezet. Petra Lang blijkt nog steeds een ideale Kundry - haar poging in de tweede akte om Parsifal te verleiden is adembenemend -, en Christopher Ventris een sonore titelheld. Falck Struckmann zingt normaliter Amfortas (deze drie hoorde ik ook in de Parsifal onder Haitink in Londen (zie hier de weblog daarvan), maar als Gurnemanz is hij minstens zo overtuigend. De Amfortas van Alejandro Marco-Buhrmeister voldoet prima, maar ik miste in zijn voordracht wel de getergdheid en het ultieme lijden die deze rol in principe tot de meest interessante van de hele oppera maakt. Ik ken de opname van Knappertsbusch uit 1962 erg goed, en daarop zingt George London zo ongelooflijk geweldig die Amfortas-rol. Mikhail Petrenko, vorige maand nog een krachtige Filips II in Don Carlo, imponeert nu als Klingsor, hoe klein die rol in feite ook is; als Titurel verschijnt hij niet eens op toneel. Muzikaal een prachtproductie! Hierna nog twee keer… Bij een volgende bespreking over de regie van Piere Audi.


18 juni 2012

Recital 3 juni 2012


Zondag 3 juni 2012, Concertgebouw Amsterdam
Radu Lupu, piano

Schubert: 4 impromptus op. post. 142, D935
Franck: Prélude, Choral et Fugue
Schubert: Sonate in A, D959
Schubert: uit Sonate D958: Adagio (encore)

Lupu is een grillige grootmeester, maar in dit repertoire kan het nauwelijks misgaan, en dat ging het ook niet. Al bij die eerste Impromptu van de tweede reeks ging ik al bijna voor de bijl, zo verstild en raak speelde hij deze sublieme muziek. Het gehele verdere concert draaide daarom: verstilling en intimiteit. Lupu kwam op, ging zitten en speelde zoals hij dacht dat het goed was; af en toe een misslag, maar steeds precies zoals deze muziek op zijn mooist klinkt. De sonate D959 is een favoriet, vanwege dat onnavolgbaar mooie Andantino. Niks 'wiegend' en lieflijk melancholiek' dat openingsthema, zoals de schrijfster in het programmaboekje schreef, maar bij de keel grijpend intens en tragisch. Schubert componeerde het op zijn 31ste, enkele weken voor zijn dood. Ach, was hem nog maar tien extra jaren gegund...

Opera 30 mei 2012



Woensdag 30 mei 2012, Muziektheater Amsterdam
De Nederlandse Opera

Verdi: Don Carlo

Don Carlo - Massimo Giordano
Rodrigo - Christopher Maltman
Filippo II - Mikhail Petrenko
Elisabetta - Camilla Nylund
Eboli - Ekaterina Gubanova
Il grande inquisitore - Sir John Tomlinson
Koor van De Nederlandse Opera
Rotterdams Philharmonisch Orkest o.l.v. Yannick Nézet-Séguin

Het is net als de laatste fles wijn van een kist: die laatste smaakt altijd het beste en stemt je vol ultieme zaligheid én weemoed.

16 juni 2012

Opera 25 mei 2012



Vrijdag 25 mei 2012, Muziektheater Amsterdam
De Nederlandse Opera

Verdi: Don Carlo

Don Carlo - Massimo Giordano
Rodrigo - Christopher Maltman
Filippo II - Mikhail Petrenko
Elisabetta - Camilla Nylund
Eboli - Ekaterina Gubanova
Il grande inquisitore - Sir John Tomlinson
Koor van De Nederlandse Opera
Rotterdams Philharmonisch Orkest o.l.v. Yannick Nézet-Séguin

De tweede keer naar deze prachtvoorsteling. Tomlinson was wat beter bij stem vond ik, verder zong en speelde iedereen even geweldig als bij de première. En tja, wat een opera is dit toch. Alle scenes in deze opera zijn geweldig; miniatuuroperaatjes op zich. Het slot is wat abrupt: in deze regie pleegt Don Carlo zelfmoord, in het origineel wordt hij door (een schim van) Karel V het klooster ingesleurd en ontkomt hij zo aan de inquisitie. Maar goed: dat kan ook een metafoor zijn voor zelfmoord... 

Concert 16 mei 2012


Woensdag 16 mei 2012, Concertgebouw Amsterdam
Koinklijk Concertgebouworkest o.l.v. Bernard Haitink

Bruckner: Symfonie nr. 5

Bij Haitink dikwijls repertoire dat ik al eerder door hem gedirigeerd hoorde, maar van herhaling is bij hem eigenlijk nooit sprake. Haitink bestudeert partituren alsof hij ze voor het eerst leert kennen, zo zou je haast denken. De Beethoven-symfonieën die hij de afgelopen twee jaar met het Chamber Orchestra of Europe bracht, klonken totaal anders dan wat ik eerder van hem hoorde. Zo ook deze Vijfde Bruckner, die hij een jaartje of tien geleden hier in Amsterdam speelde met de Wiener Philharmoniker. Dat was toen een krachtige, majestueuze uitvoering. Nu klonk dit contrapuntisch meesterwerk licht en vloeiend, en uiterst transparant. Het gaat er uiteindelijk niet meer om welke stijl 'de beste' is. Zulke meesterwerken blijven bij uiteenlopende interpretaties groots en boeiend. Als de interpretatie maar consistent is en overtuigend wordt gespeeld. Haitink en het prachtig spelende KCO deden precies waar zij goed in zijn.