29 oktober 2013

Concert 25 oktober 2013

Vrijdag 25 oktober 2013, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Nikolaus Harnoncourt

Bruckner: Symfonie nr. 5

In april 2012 dacht ik dat de uitvoeringen van Beethovens Missa solemnis met Harnoncourt zijn laatste hier in Amsterdam zouden zijn; dat had hij toen in een interview in de krant verklaard. Zie hier en hier de weblogs van de twee concerten die ik toen bijwoonde. Groot mijn vreugde toen dit concert opeens in de abonnementenbrochure stond en het openingsconcert van mijn eigen D-serie vormde. De Vijfde van Bruckner is een apart stuk en Harnoncourt heeft daarvan stellig de mooiste cd-opname gemaakt, die ik ooit eens in een weblog besprak (zie hier). Deze uitvoering leek daar totaal niet op; het was een bijzondere, interessante en compleet verrassende interpretatie die volledig verschilde van alle andere uitvoeringen die ik ooit hoorde. Twee citaten uit de recensies uit de NRC en het Parool karakteriseren de uitvoering goed. Eerst Bas van Bommel in de NRC: Het is dan ook de vraag wat van Harnoncourtts Bruckner bij zal blijven. Haar lichtheid en transparantie? Of haar afstandelijkheid en gebrek aan emotioneel engagement? Dan Roeland Hazendonk in het Parool: Harnoncourt maakt van Bruckner niet de grote romanticus die aan Mahler voorafging, noch de ziekelijke, naar Wagner opkijkende Oostenrijkse provinciaal voor wie hij vaak wordt versleten. Ook de katholieke kathedralenbouwer bleef fijn achterwege. Met het Concertgebouworkest in topvorm werd Bruckner een componist met een moderne vormopvatting, die prachtige, grote lijnen trok, maar nooit traag of breedsprakig werd, en die verre bleef van het katholieke sentiment en de burgerlijke biedermeiertrekken die hij bij leven wel degelijk had. Tja, de NRC besteedt tegenwoordig meer aandacht aan het bespreken van flessen wijn dan aan goede culturele inzichten. Ach, hoe dan ook: het was een onvergetelijk concert, met een doodstille zaal die na afloop ontplofte en Harnoncourt grandioos toejuichte.

Concert 27 september 2013

Vrijdag 27 september 2013, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Mariss Jansons
Aga Mikolaj, sopraan
Olesya Petrova, mezzosopraan
Dimitri Pittas, tenor
Yuri Vorobiev, bas
Groot Omroepkoor
Vlaams Radio Koor

Verdi: Messa da Requiem

Het Requiem van Verdi is een meesterwerk, en alle kanttekeningen over dat het een halve opera zou zijn vind ik flauwekul. Alsof er een muzikale wet is dat voorschrijft dat een bepaald genre niet op een ander genre mag lijken! Iedereen heeft het recht een werk niet mooi of aantrekkelijk, of ronduit lelijk te vinden, maar dat is moeilijk bij dit Requiem: het is gewoon van begin tot einde mooi, mooier, mooist! De eerste en laatste keer dat ik dit werk live hoorde was in in mei 2001 o.l.v. Chailly, en ik kan me die uitvoering nog goed herinneren, juist vanwege de indruk die dit Requiem maakt. Zo ook deze avond. De koren zongen prachtig, de solisten (met name de dames) waren perfect bij stem en Jansons en het KCO pakten lekker uit. En dan die overgang van het Dies Irae naar het Tuba mirum: het koper is hier angstaanjagend - wie blijft hierbij nu onbewogen?

23 oktober 2013

Norma



Het is al vele jaren geleden dat ik hier een cd besprak. En ofschoon ik nog nauwelijks cd's koop, vind ik de laatste aanschaf toch echt het vermelden waard. Er zijn al veel tegengestelde meningen op internet over te vinden: de opname van Norma van Bellini, met Cecilia Bartoli in de titelrol. Als een opname überhaupt zoveel tongen losmaakt dan is-i sowieso al koopwaardig. Ik gooide er een kleine 30 euro tegenaan en kocht het fraai vormgegeven cd-boekje met in de kaften de twee cd's. Ik hoorde La Bartoli ooit eens twee keer live (de laatste keer hier), en zij doet de eeuwige Norma's van Callas en Sutherland niet vergeten. De wendbaarheid van haar stem is ongeëvenaard, maar een lang aangehouden toon lukt haar niet of nauwelijks. Dat gebibber en het somtijds overarticuleren doen je terugverlangen naar Sutherland. Maar goed, toch imponeert La Bartoli, en Casta Diva is absoluut interessant. De duetten met Sumi Jo zijn grandioos. Maar dan: in haar gang naar de brandstapel verslaat ze Callas en Sutherland in intensiteit en verschroeiende ellende. Ze huilt hier zingend!
Deze opname is echter werkelijk onmisbaar door het fantastische aandeel van het Orchestra la Scintilla o.l.v. Giovanni Antonini. Nu snap ik waarom deze dirigent al twee keer bij het KCO te gast was! Hij brengt een detaillering aan die je oren gespitst houden. De aanloop naar Casta Diva, het begin van de tweede akte, het geweldig gezongen en begeleide Guerrieri Galli en dat brandstapel-slot: mooier werd dit niet eerder gespeeld. Hoe in dit slot de fluit mengt met de stemmen: het behoort al tot de mooiste samenklanken die ik ooit hoorde en bij de eerste beluistering sprongen de tranen me spontaan in de ogen. Door Bartoli en Jo een interessante uitgave, door Antonini een must-have!

13 oktober 2013

Concert 25 september 2013


Woensdsag 25 september 2013, Concertgebouw Amsterdam
Orchestra Mozart o.l.v. Bernard Haitink
Maria Joao Pires, piano

Beethoven; Ouverture Leonore nr. 2
Beethoven: Pianoconcert nr. 2
Beethoven: Symfonie nr. 4
Beethoven: Ouverture Egmont

Het was het concert van de wijzigingen en afzeggingen. Volgens de seizoensfolder en Preludium zou het Orchestra Mozart gedirigeerd worden door zijn oprichter Claudio Abbado die achtereenvolgens Haydns Londense symfonie nr. 104, Mozarts pianoconcert nr. 9 en Beethovens 4e symfonie zou dirigeren, met Martha Argerich als soliste. Een evenement natuurlijk, want Abbado had sinds eind jaren negentig niet meer in het Concertgebouw gedirigeerd en ook de optredens van Argerich worden schaarser en schaarser. Een maand voor het concert kreeg ik een brief thuis waarin een programmawijziging werd aangekondigd. Haydn en Mozart vervielen; het zou nu een volledig Beethoven-programma worden met voor de pauze de Leonore-ouverture nr. 2 en het Eerste pianoconcert. De Vierde bleef staan. Enkele dagen voor het concert weer een brief: Abbado moest wegens ziekte verstek laten gaan, en Argerich besloot daarom ook maar niet te komen. Haitink en Pires zouden het concert overnemen; de ouverture en de symfonie bleven op het programma, het Eerste pianoconcert werd vervangen door het Tweede. En zo geschiedde. Het werd een geweldig Beethoven-programma waarin Haitink zijn krachtige en dwingende kijk op Beethoven voortzette zoals die ook tijdens zijn cyclus met het Chamber Orchestra of Europe in 2011 en 2012 zo verraste, en waarbij de samenwerking met de soepel spelende Pires ideaal was. Hoogtepunt van de avond was de Vierde; het slotdeel klonk wervelender dan ooit. En Haitink had er zin in; als toegift klonk de briljant gespeelde Egmont-ouverure. Abbado en Argerich waren volledig vergeten.