Concert 23 augustus 2018
Donderdag 23 augustus 2018, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Manfred Honeck
Anett Fritsch, sopraan
Webern: Fünf Sätze, op. 5
Berg: Altenberg-Lieder
Bruckner: Symfonie nr. 3
Het Gatti-vervangingscircus is begonnen; ik zal er af en toe nog wel naar verwijzen, maar veel zin heeft het ook niet echt. Gatti is weg en keert niet weerom. Manfred Honeck dirigeerde ruim twee jaar geleden een mooi concert met Beethoven en Mahler (zie hier) en nu een uitdagend programma met Bruckners Derde als hoogtepunt. Ik houd niet van Webern en Berg; het gaat bij mij het ene oor in en het andere nog sneller uit. Die vijf miniaturen van Webern zou ik desondanks eens nader moeten bestuderen, er gebeurt veel in heel weinig tijd. De liederen van Berg werden zeer trefzeker door Anett Fritsch gezongen, of soms vooral gedeclameerd. Maar mooi vind ik deze muziek gewoonweg niet. Na de pauze dan die geweldige Derde van Bruckner; de laatste keer dat ik het live hoorde was precies 10 jaar geleden o.l.v. Mariss Jansons (zie hier). Honeck dirigeerde een vloeiende en zeer transparante uitvoering (van de derde versie uit 1889), waarmee hij benadrukte dat deze symfonie een typisch overgangswerk is: van de nog weifelende en niet altijd evenwichtige Eerste en Tweede naar de wel volledig coherente Vierde. Het laatste deel van deze Derde vind ik wat rommelig en moeizaam, ofschoon het derde echo-thema uiterst origineel is. Maar goed, wat een geweldige symfonie verder, en wat ultiem heerlijk: Bruckner door het KCO!
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Manfred Honeck
Anett Fritsch, sopraan
Webern: Fünf Sätze, op. 5
Berg: Altenberg-Lieder
Bruckner: Symfonie nr. 3
Het Gatti-vervangingscircus is begonnen; ik zal er af en toe nog wel naar verwijzen, maar veel zin heeft het ook niet echt. Gatti is weg en keert niet weerom. Manfred Honeck dirigeerde ruim twee jaar geleden een mooi concert met Beethoven en Mahler (zie hier) en nu een uitdagend programma met Bruckners Derde als hoogtepunt. Ik houd niet van Webern en Berg; het gaat bij mij het ene oor in en het andere nog sneller uit. Die vijf miniaturen van Webern zou ik desondanks eens nader moeten bestuderen, er gebeurt veel in heel weinig tijd. De liederen van Berg werden zeer trefzeker door Anett Fritsch gezongen, of soms vooral gedeclameerd. Maar mooi vind ik deze muziek gewoonweg niet. Na de pauze dan die geweldige Derde van Bruckner; de laatste keer dat ik het live hoorde was precies 10 jaar geleden o.l.v. Mariss Jansons (zie hier). Honeck dirigeerde een vloeiende en zeer transparante uitvoering (van de derde versie uit 1889), waarmee hij benadrukte dat deze symfonie een typisch overgangswerk is: van de nog weifelende en niet altijd evenwichtige Eerste en Tweede naar de wel volledig coherente Vierde. Het laatste deel van deze Derde vind ik wat rommelig en moeizaam, ofschoon het derde echo-thema uiterst origineel is. Maar goed, wat een geweldige symfonie verder, en wat ultiem heerlijk: Bruckner door het KCO!