23 september 2007

Concert 21 september 2007


Vrijdag 21 september 2007, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Mariss Jansons
Gil Shaham, viool

Bruch: Vioolconcert nr 1
R. Strauss: Eine Alpensinfonie

Het is nog te vroeg om dit concert tot hét hoogtepunt van dit seizoen te bestempelen, maar de toon is gezet! Op papier natuurlijk al een topper: één van de beste violisten in dat heerlijke Bruch-concert (nee, niks daartegen!). En Strauss-specialist Jansons voor zijn eigen Strauss-orkest in mijn favoriete Strauss-orkestwerk... (nee, niks daartegen!). Het was een subliem concert. Voor de pauze zag en hoorde je drie muzikale grootheden in perfecte eenheid: Shaham, Jansons en het KCO musiceerden op hun best. Shaham beloonde het applaus met een gave uitvoering van gave muziek: Bachs Gavotte en Rondeau uit de partita nr. 3. Na de pauze dan toch dat prachtstuk: Eine Alpensinfonie. Boeiende naamgeving trouwens, vanwege dat 'Eine'. Alsof Strauss zegt: er zijn meerdere mogelijkheden om een Alpensinfonie te schrijven, dit is mijn versie. Ik ken de cd-opname van Haitink op mijn duimpje; bij vergelijking valt die van Von Karajan af. Nu hoorde ik veel meer details, door de langzamere tempi van Jansons, alsook door de fraaie solistische bijdragen van zowat alle aanvoerders van alle orkestgroepen. De 'Gewitter und Sturm' klonk uiterst doorzichtig zonder dat er afbreuk werd gedaan aan het overweldigende karakter. Wat een fenomenale orkestratie van dit hele werk trouwens. Er gebeurt in al die 22 deeltjes zoveel, teveel om op te noemen. En toch een vloeiende eenheid: meesterlijk! In oktober volgt het korte Don Juan; tezamen een fraaie Strauss-cd...?

22 september 2007

Concert 14 september 2007


Vrijdag 14 september 2007, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Markus Stenz
Jörgen van Rijen, trombone

Glanert: Theatrum bestiarum
Verbeij: LIED voor trombone en orkest
Weill: Symfonie nr. 2

Een verrukkelijk concert in de A-serie! Het tromboneconcert van Verbeij (vooruit maar) werd fraai gespeeld (ook visueel) door KCO-solotrombonist Jörgen van Rijen en de Tweede symfonie van Kurt Weill (in 1934 door dit orkest o.l.v. Bruno Walter in première gebracht!) bleek een lekker spitsvondig en uitbundig orkestwerk, dat 20 minuten eerder ophield dan het programmaboekje voorspelde, dus ook zodoende verraste. Sowieso een werk om vaker te horen; het bruist van energie en geeft een goed orkest alle gelegenheid om te excelleren. Hoogtepunt van de avond vond ik echter het openingswerk: Theatrum bestiarum uit 2004/2006 van Detlev Glanert. Ondertitel: liederen en dansen voor groot orkest ter nagedachtenis aan Dmitri Sjostakovitsj. In feite een 21ste-eeuwse carnaval der dieren, inclusief breed ingezet orgel. Rijk georkestreerd, gevarieerd, boeiend. Ik werd zelden zo verrast door een onbekend orkestwerk. Graag binnenkort op herhaling. Daarom Glanert boven deze log; Kurt Weill hierna.

21 september 2007

Concert 11 september 2007


Dinsdag 11 september 2007, Concertgebouw Amsterdam
Philharmonia Orchestra o.l.v. Charles Dutoit
Jean-Philippe Collard, piano

Debussy: Jeux
Ravel: Pianoconcert in G
Debussy: Images
Ravel: La valse

Natuurlijk eerst de teleurstelling: Martha Argerich kwam niet en werd vervangen door Collard. Ik had gehoopt dat het spelen met haar ex Dutoit de kans op afzeggen door Argerich zou minimaliseren, maar helaas. Bij Argerich is het steeds fifty-fifty; ik hoorde haar drie keer live en steeds onvergetelijk. Echter: ik kocht het losse kaartje toch ook voor Dutoit en het programma. En ja: het werd een prachtig concert. Dutoit dirigeerde eind jaren tachtig en begin jaren negentig een aantal malen bij het KCO, en ik vond hem toen steeds een intrigerende dirigent. Waarom hij sindsdien niet meer terugkeert...? Na deze avond een nog belangrijker vraag, want naast Haitink is hij de beste Debussy-dirigent, en sowieso de beste Ravel-dirigent. De sfeer in Jeux en de Images: fantastisch intiem en subtiel. De begeleiding van het concert in G van Ravel: spits en virtuoos. De gekte en onstuimigheid van La valse: haarscherp getroffen en krachtig gespeeld. Naast dit alles: Dutoit is een leuke dirigent om naar te kijken. Hij zwaait en accentueert dat het een aard heeft; orkestleden hoeven niet te oefenen, ze kunnen blindvaren op wat Dutoit aangeeft. Zijn grandioze Ravel- en Debussy-cd's zijn tijdloos; in de zaal biedt hij dezelfde kwaliteit. Het Philharmonia is veel beter dan het Israëlische orkest van de vorige avond. Dit ensemble had in tegenstelling tot gisteren meer recht op een plek in de serie Wereldberoemde symfonieorkesten!

15 september 2007

Concert 10 september 2007

Maandag 10 september 2007, Concertgebouw Amsterdam
Israël Philharmonisch Orkest o.l.v. Zubin Mehta
Saleem Abboud-Ashkar, piano

Beethoven: Ouverture Leonore nr. 3
Beethoven: Pianoconcert nr. 3
Schubert: Symfonie nr. 9

Een matig, onbevredigend concert. Zubin Mehta dirigeerde vlak en ouderwets, het Filharmonisch orkest van Israël bleek geen goed orkest en de solist in het Derde pianoconcert van Beethoven speelde niet meer dan verdienstelijk. Mehta hoorde ik eind 2005 voor het eerst met de Achtste Bruckner bij het KCO, en dat concert viel zeer mee. Vanavond maakte hij zijn reputatie als matige dirigent helemaal waar. Met de rechterhand sloeg hij de maat, en met de linker zwaaide hij wat heen en weer, zonder enig puntige beweging. Dat inspireert niet bepaald, en zo klonk het dan ook. Het orkest is op een lange Europese tour, maar het Derde pianoconcert van Beethoven speelden ze tijdens deze reis voor het eerst. Dat was te merken; zowel het orkest als de pianist speelden op safe en zorgden voor een oersaaie, matte uitvoering. Regelmatig dacht ik na een frase: dit had veel spannender en beter gekund. Schubert 9 is een meesterwerk, maar Mehta liet het orkest vooral erg hard spelen. De symfonie kent een ongeëvenaarde wisselwerking tussen de strijkers en houtblazers; Mehta was dat nog niet opgevallen en besteedde al zijn aandacht aan de strijkers. Het sublieme Trio uit het derde deel werd als een karikatuur gebracht. Twee toegiften: de ouverture tot de Nozze di Figaro van Mozart en een Strauss-wals/polka. Alleen dat laaste stuk werd goed gespeeld.

09 september 2007

Opera 7 september 2007


Vrijdag 7 september 2007, De Doelen Rotterdam
Opera Concertant

Wagner: Tristan und Isolde

Tristan - John Charles Pierce
Isolde - Iréne Theorin
König Marke - Mikhail Petrenko
Kurwenal - Jukka Rasilainen
Brangäne - Ekaterina Gubanova
Melot - Yuri Alexeyev
Hirte/Junger Seemann - Robert Murray
Steuermann - Patrick Pranger
Mannen Nederlands Concertkoor
Rotterdams Philharmonisch Orkest o.l.v. Valery Gergiev

Een indrukwekkende concertante uitvoering van de Tristan und Isolde! Ik hoorde de opera pas vier keer eerder (de eerste keer in de legenadarisch-bekritiseerde enscenering van Jurgen Gösch eind jaren tachtig, en een paar jaar geleden drie keer in een maand tijd van de DNO-productie met ook toen het Rotterdams Philharmonisch o.l.v. Simon Rattle). Nu echter voor het eerst concertant, en Wagners opera's varen daar wel bij. Van de Tristan und Isolde ken ik vooral de tweede akte door en door - het is een zinderend bedrijf met een aaneenschakeling van geniale scenes en geniale muziek. Maar ook het eerste en derde bedrijf bleken nu minstens zo geniaal. De onnavolgbaar dirigerende Gergiev leidde een prachtig spelend orkest, en zorgde voor een prima balans tussen orkest, zangers en koor. Daardoor moest hij het orkest soms flink laten inhouden om de zangers niet te overstemmen (bijvoorbeeld bij de climax in de dialoog tussen Isolde en Brangäne aan het begin van het tweede bedrijf), maar dat tekent zijn vakmanschap. De zangers waren goed tot uitstekend: Iréne Theorin en John Charles Pierce zijn misschien niet de meest elektrificerende Isolde en Tristan, maar ze zongen zuiver, krachtig genoeg en ogenschijnlijk moeiteloos hun hondsmoeilijke rollen. Petrenko, Rasilainen en Gubanova bleken een ideale aanvulling als Marke, Kurwenal en Brangäne. Wat mij aan deze uitvoering vooral beviel: de geniale scenes van deze opera klonken als geniaal gecomponeerd! Hoe fraai het wegstervende hoorngeschal van de jachtscene aan het begin van de tweede akte, overgaand in die lijzige kalmte van een zich te slapen leggend bos, het prachtig kamermuzikaal begeleide O sink hernieder, het volledig transparante orkest bij de eerste waarschuwing van Brangäne (Wagner overstijgt zichzelf hier in genialiteit), de ultieme leegte die de eindeloze solo van de engelse hoorn aan het begin van de derde akte suggereert - wat een muziek! En dat werd deze avond allemaal prachtig verklankt. Het was alles bij elkaar zeker geen ultiem perfecte uitvoering, maar ik was na afloop (en ben het twee dagen later nog steeds) teveel onder de indruk dat ik de minpunten graag onbenoemd laat. Tot die minpunten horen zeker niet de videobeelden van Bill Viola. Ik raakte er niet van in vervoering, maar de beelden en beweging waren alleszins fraai.