27 september 2009

Concert 26 september 2009


Zaterdag 26 september 2009, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Neeme Järvi
Alban Gerhardt, cello

Tüür: Aditus
Prokofiev: Sinfonia concertante
Von Weber: Ouverture en mars uit 'Turandot'
Hindemith: Symfonische metamorfosen


De D-serie van het nieuwe seizoen begon met dit wat bonte repertoire, waarin de Sinfonia concertante van Prokofiev en de Symfonische metamorfosen van Hindemtih de hoofdschotel vormden. Als aperitief een stevig klankvol stuk van de Estse componist Erkki-Sven Tüür, waarschijnlijk een goede bekende van landgenoot Järvi. De Sinfonia concertante van Prokofiev had ik nog nooit eerder gehoord, en bleek een prachtig virtuoos en hondsmoeilijk stuk, dat door de mij even onbekende als geweldig spelende cellist Alban Gerhardt technisch nagegoeg perfect werd gespeeld. Bovendien was het samenspel met het orkest bijzonder fraai: ook in de luidere passages bleef je de cello horen; goed gedirigeerd door Järvi derhalve. De Turandot-ouverture van Von Weber was een programmatische opmaat voor de Symfonische metamorfosen van Hindemith: in het tweede deel daarvan heeft Hindemith zich op het Von Weber-stuk gebaseerd. Die hele Symfonische metamorfosen vormen een lekker stuk: beetje modern, beetje jazz, beetje boersigheid, beetje mooispelerij - alles bij elkaar een goed orkestwerk. Het KCO speelde het meer op routine dan op het scherpst van de snede, maar dan nog voldoende goed om ervan te kunnen genieten. Om het publiek na afloop toch nog tot de gebruikelijke staande ovatie uit te nodigen werd de mars uit het Von Weber-stuk herhaald: Jarvi dirigeerde met in zijn linkerhand de bos bloemen en in de rechter zijn dirigeerstok. Thuis moest ik andere muziek opzetten om dat steeds herhaalde thema uit mijn hoofd te krijgen.

09 september 2009

Opera 8 september 2009


Dinsdag 8 september 2009, Muziektheater Amsterdam
De Nederlandse Opera

Halévy: La Juive

Rachel - Angeles Blacas Gulín
Eléazar - Dennis O'Neill
Léopold - John Osborn
Eudoxie - Annick Massis
Cardinal de Brogni - Alastair Miles
Koor van De Nederlandse Opera
Nederlands Philharmonisch Orkest o.l.v. Carlo Rizzi

La Juive is een specimen van de grand opéra, maar opvallend zijn de vele intieme en breekbare scenes en passages. Bij de term grand opéra denk je aan golven geluid, maar dat blijkt een misvatting. Een muzikaal meesterwerk is dit werk uit 1835 zeker niet; met name in de eerste en tweede akte komt de muzikale handeling maar niet uit zijn cocon - ik zat tijdens deze twee bedrijven enkele keren stevig te verlangen naar een opzwellende melodie of interessante muzikale gedachte. Dat wil niet zeggen dat die eerste twee aktes slecht zijn; het openingsensemble aan het begin van het tweede bedrijf is bijzonder sfeervol. In de derde akte bloeit de muziek opeens op - het leek wel alsof Halévy een bijzondere voorkeur voor de rol van prinses Eudoxie had, want de scenes waarin zij optreedt zijn muzikaal erg fraai gecomponeerd. Maar goed, tot zover de kanttekeningen. Want ik heb een uitermate interessante opera gehoord, waarin vijf prima tot uitstekende zangers de centrale handeling vertolken, het orkest onder leiding van Rizzi uiterst verzorgd en subtiel begeleidde, en die - ik kan niet anders zeggen - subliem geënsceneerd is. Het toneelbeeld behoort tot de fraaiste die ik ooit zag. Evenals bij Carmen worden de bedrijven die op verschillende plaatsen afspelen door hetzelfde materiaal uitgebeeld. En laat de tandem Audi-Tsypin maar zijn gang gaan! Wat was het mooi en effectief. Hoogtepunt: de ononderbroken overgang van het vierde naar het vijfde bedrijf.
Interessante overweging: zonder Halévy een muzikale grootheid te willen noemen, heeft hij met deze opera toch zeker een stap in de operageschiedenis gezet. Het stuk dateert uit 1835; welke grootse romantische voorgangers in dit genre waren er toen al eigenlijk? Met Guillaume Tell van Rossini en de opera's van Von Weber heb je het dan wel eigenlijk gehad (ik laat de andere opera's van Halévy en Meyerbeer even buiten beschouwing - want je kunt jezelf niet als lichtend voorbeeld gebruiken. Of was Meyerbeer dan de baanbreker?). Daar heeft de muziek in La Juive soms wel het midden van: een beetje Rossini- en Von Weber-achtige riedeltjes. Maar La Juive is zeker niet in Rossini- of Von Weberstijl geschreven. Enfin, om verder over te piekeren. Dat ga ik zeker doen in de aanloop naar en tijdens mijn tweede bezoek aan deze opera, aan het einde van de voorstellingenreeks. En een componist die een aria orkestraal inleidt door een solo door twee cors anglais was zeker geen gemakzuchtige luiaard.