29 april 2011

Concert 27 april 2011


Woensdag 27 april 2011, Concertgebouw Amsterdam
Boedapest Festival Orkest o.l.v. Iván Fischer
József Lendvaï, viool

Dvorák: Praagse walsen
Paganini: Vioolconcert nr. 1
Schumann: Symfonie nr. 3


Wederom een grandioos concert door het Boedapest Festival Orkest o.l.v. chefdirigent Fischer. Het is eigenlijk ongelooflijk onder welk streng regime dit orkest opereert. Ze spelen soms avond aan avond, nagenoeg iedere maand ook in het buitenland, en dit laatste zonder veel reistijdverlies: vliegen, installeren, spelen en meteen verder vliegen. Ik heb dit orkest al meerdere keren gehoord, en steeds viel het enthousiasme en de natuurlijkheid van hun muzikaliteit op; nergens een spoortje van routine of slapte in de aandacht. Zo ook tijdens dit concert; het was allemaal weer uiterst verzorgd en muzikaal. Ster van de avond was de Hongaarse violist Jozsef Lendvaï, uiterlijk een kruising van Michiel Romeyn als Oboema en André Rieu. Lendvaï speelde het hondsmoeilijke eerste concert van Paganini; nog nooit hoorde ik een van zijn vioolconcerten live. Je moet het maar durven spelen, en Lendvaï speelde het prachtig: technisch zo goed als maar mogelijk is, en tegelijkertijd muzikaal en subtiel. Ik moest aanvankelijk erg lachen om de verschijning van Lendvaï: zo'n woeste kop die eventjes Paganini komt doen. 'Hij lijkt er voor uitgezocht', zei mijn concertgenoot nog voordat er een noot geklonken had. Uiteindelijk logenstrafte de uitvoering die opmerking, maar het paste wel allemaal bij elkaar. Een Cappriccio van Paganini als toegift maakte zijn optreden compleet. Na de pauze serieus werk met de Rheinische van Schumann, een meesterwerk en meesterlijk gespeeld: warmbloedig, vol kracht en schwung. Misschien had het hier en daar wat doorzichtiger gekund, maar Fischer liet blijken ook met Schumann overweg te kunnen. Later deze maand komt hij weer naar het KCO voor een bont programma met van alles en nog wat; de man is onnavolgbaar divers.