Donderdag 25 augustus 2016, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Daniele Gatti
Sol Gabetta, cello
Von Weber: Ouverture Oberon
Schumann: Celloconcert
Bruckner: Symfonie nr. 4
Sinds drie maanden weer eens naar het Concertgebouw, en meteen een lekker begin van het nieuwe concertseizoen. Gatti wordt overigens pas over twee weken officieel ingehuldigd als chefdirigent - wat een onzinnig evenement: je bent chef vanaf het begin van het seizoen en niet nadat je eerst de nodige toespraken met applaus hebt moeten verdragen; kunstenaars moet je zulke dure black tie-feestjes niet aandoen. Voor de pauze een krachtige maar verfijnde uitvoering van Von Webers Oberon-ouverture. Gatti liet het orkest in de langzame inleiding zachter dan zacht spelen. Het celloconcert van Schumann is geen meesterwerk, en het wordt zelden of nooit gespeeld, maar voor mij wel de tweede keer binnen een jaar. Haitink zette het afgelopen november ook op de lessenaars, toen met Renaud Capucon (zie hier), maar deze uitvoering met Sol Gabetta vond ik fraaier. Gabetta heeft een prachtig klinkende cello en ze speelde de zangerige thema's vol warmte. Het middendeel is eigenlijk een heel erg mooi deel. Na de pauze de hoofdschotel, en de eerste keer dat Gatti zich bij het KCO aan Bruckner waagde. Ik vond het een geweldige uitvoering van de Vierde. Vol, breed, donker en met grote dynamische contrasten. Geen slanke lyrische Bruckner, maar een volvette verklanking in bedachtzame tempi. Tien contrabassen, en de koperblazers breed voor het orgel; de trombonisten zaten prinsheerlijk te blazen. Erik Voermans vond er blijkens zijn recensie in Het Parool niets aan, maar hij was waarschijnlijk de enige: de zaal juichte orkest en dirigent na afloop uitbundig toe. En terecht. Laat de Bruckners van Gatti maar komen!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten