09 februari 2020

Concert 24 januari 2020

Vrijdag 24 januari 2020, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Francois-Xavier Roth
En de sopraan?

Lully: Suite uit Alceste
Handel: uit Alceste: Gentle Morheus
Handel: uit Alceste: Come Fancy
Rameau: uit Hippolyte et Aricie: Ouverture en Chaconne
Von Gluck: uit Alceste: Ouverture en aria Ah! Malgré moi
Mozart: uit Idomeneo: Chaconne, aria Quando avran' fine omai en Ouverture

Een hoop gedoe dit concert. De oorspronkelijk gecontracteerde Anna Lucia Richter zegde ruim voor de serie van drie concerten af, en werd vervangen door Anna Prohaska. Maar op de ochtend van dit derde concert moest ook zij wegens ziekte verstek laten gaan en werd een onbekende sopraan uit Duitsland bereid gevonden het merendeel van de geprogrammeerde aria's over te nemen. Haar naam werd vooraf aangekondigd, maar ik heb die niet onthouden. Ook niet echt reden toe, eerlijk gezegd. Ze zong verdienstelijk, maar ze oversteeg nauwelijks het orkest en niet bepaald een provinciaal niveau. Vooruit, het kan haar ook niet kwalijk genomen worden, maar het concert moest het verder vooral hebben van de orkestrale delen. Met Lully werd een naam uit de namengalerij van de grote zaal afgestreept, ook al had Rameau in zijn plaats mogen prijken. Wat een grandioze muziek componeerde hij toch! Roth draaide de volgorde van Ouverture en Chaconne uit Mozarts Idomeneo om - ook bracht hij van de Chaconne ongeveer de helft van wat ik van dit geweldige stuk ken. Het had er nog bij gemogen want het concert was een half uur eerder afgelopen dan het programma aangaf. Clavecinist Menno van Delft speelde van Rameau nog een solowerk - dat was voor mij een unicum in de grote zaal.
In de Opéra Garnier in Parijs staan een rij beelden van grote Franse componisten. Van Lully, en ook Rameau. Het beeld van deze laatste maar eens getoond.

02 februari 2020

Concert 19 januari 2020

Zondag 19 januari 2020, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Andris Nelsons
Hakan Hardenberger, trompet
Pierre-Laurent Aimard, piano
Groot Omroepkoor

Beethoven: delen uit Die Geschöpfe des Prometheus
Dean: Dramatis Personae voor trompet en orkest
Skrjabin: Prometheus - Le poème du feu

Het jaar is alweer een maand oud, en muzikaal begon het pas met dit concert op de 19e januari, maar in de kleine twee weken erna al veel bezocht en gehoord, dus hoog tijd om te schrijven. Dit concert was bijzonder om meerdere redenen. Allereerst: de terugkeer van Andris Nelsons die sinds de aanstelling van Gatti als chefdirigent opeens verstek liet gaan - terwijl hij daarvoor zo vaak te gast was. Voorts het bijzondere programma rondom het Prometheus-thema. Ik kocht in mijn studententijd een cd met de complete balletmuziek Die Geschöpfe des Prometheus van Beethoven en beluisterde die cd heel vaak, dus de enkele delen die Nelsons en het KCO speelden klonken me bekend in de oren; ze werden wel veel beter gespeeld dan ik van die cd herinnerde. Strak, vloeiend en kleurrijk. Het trompetconcert van Dean was een soort potpourri waarin Hardenberger als een playboy-virtuoos de aandacht opeiste, maar echt boeiend was het stuk niet. Tot het einde, toen het opeens transformeerde tot een neo-klassieke pastiche. Maar dat leek me ook wat goedkoop om uiteindelijk de handen op elkaar te krijgen. Na de pauze het symfonisch gedicht Prometheus van Skrjabin, dat sinds 1912 niet eerder door het KCO werd gespeeld (toen o.l.v. Mengelberg met Skrjabin aan de piano). Nu met lichtorgel, zoals Skjabin het bedacht had, althans: een interpretatie ervan. Een lichtgevende klok gemonteerd aan het orgel en stroboscopische effecten in de zaal. Mooi, maar het had voor mij niet gehoeven; die lichteffecten leidden slechts af van de muziek. Hoe dan ook een bijzonder concert. Nelsons moet de nieuwe chef worden, vind ik.