13 oktober 2019

Concert 2 oktober 2019

Woensdag 2 oktober 2019, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Valery Gergiev
Victor Julien-Laferrière, cello

Dutilleux: Tout un monde lointain
Sjostakovitsj: Symfonie nr. 4

Ik ben geen liefhebber van Dutilleux - het KCO speelde toen hij nog leefde regelmatig zijn werken en de oude Fransman werd erna steevast luid toegejuicht als de Debussy van deze tijd. Nu dan zijn celloconcert, dat opvallend goed en geconcentreerd werd gespeeld door de jonge Julien-Laferrière; dirigent, orkest en solist namen elkaar om en om op sleeptouw. Ik luisterde aandachtiger dan vooraf gedacht. Na de pauze het werk waarvoor ik een kaartje had gekocht: de grandioze Vierde van Sjostakovitsj. Het wordt alom weggezet als een mastodontische symfonie, maar dat is het geenszins. Van zijn vijftien symfonieën is deze verreweg zijn baanbrekendste - beluister het vanuit de wetenschap dat hij alleen nog maar de eerste, tweede en derde symfonie had geschreven, en niet al die latere veelgespeelde... Die eerste drie symfonieën duren ieder niet langer dan een half uur, en dan opeens deze grandioze, rijke en spannende symfonie van ruim een uur! Gezien de ontwikkeling van de componist alsook de gruwelijke jaren in de Sovjet-Unie waarin hij deze symfonie durfde te schrijven (1935-1936), bleek het au fond een revolutionair, uiterst gedurfd én levensgevaarlijk werk. Eigenlijk kent de geschiedenis van de klassieke muziek geen ander stuk dat zo gewaagd is als deze Vierde. Gergiev is een dirigent die het KCO boven zichzelf laat uitstijgen. Nu Haitink is gestopt, en Jansons vaker afzegt dan verschijnt, is Gergiev samen met Fischer de grootste dirigent die het KCO regelmatig op de bok krijgt. Sjostakovitsj klinkt niet mooi bij Gergiev, maar vooral rauw en puur. De symfonie begint marciaal (hoe we de latere Sjostakovits kennen), maar gaandeweg wordt het stuk steeds verstilder en subtiel. Het eindigt in een geweldige lange dramatische en uitstervende klank; Gergiev hield na het uitsterven ervan het B-serie-publiek nog ruim 30 seconden muisstil. Grandioze uitvoering.

09 oktober 2019

Opera 5 & 21 september 2019

Donderdag 5 en zaterdag 21 september 2019, Muziektheater Amsterdam
De Nationale Opera

Leoncavallo: Pagliacci
Mascagni: Cavalleria Rusticana

Pagliacci
Prologo/Tonio: Roman Burdenko
Nedda: Ailyn Pérez
Canio: Brandon Jovanovich
Peppe: Marco Ciaponi
Silvio: Mattia Olivieri

Cavalleria Rusticana
Santuzza: Anita Rachvelishvili
Lola: Rihab Chaieb
Turridu: Brian Jagde
Alfio: Roman Burdenko

Koor van De Nationale Opera
Nederlands Philharmonisch Orkest o.l.v. Lorenzo Viotti

Ooit eerder in het Muziektheater (ik kan me er nauwelijks iets van herinneren), en een kleine vier jaar geleden op één dag op en neer naar Londen om deze double bill in Covent Garden te horen (zie hier de weblog). En nu een weergaloze productie bij DNO, in omgekeerde volgorde van de gebruikelijke, en met de debuterende nieuwe chef Lorenzo Viotti, ooit eerder gehoord als invaller bij het KCO (hier). Chailly voerde ooit tijdens de Kerstmatinee Pagliacci uit - ik bezocht toen de 'generale' een dag of twee ervoor - de opname is nog steeds geweldig. Pas sinds Covent Garden ben ik de Cavalleria vaker gaan beluisteren en eigenlijk vind ik die opera een veel groter meesterwerk dan de Pagliacci. Het is vooral die grandioze, zo enorm Italiaanse eerste 25 minuten waarin Mascagni eindeloos herhaalt maar subtiel varieert en opbouwt, culminerend in het kerkelijke Regina Coeli - Verdi deed het beter in de Forza, maar hij moet jaloers op de melodie zijn geweest. Het is een mij dierbaar stuk - en met de ongelooflijk zingende Rachvelishvili en het koor van DNO een onvergetelijk muzikaal hoogtepunt. Beide opera's werden zo grandioos gebracht - teveel om zelfs de hoogtepunten hier te beschrijven. Maar wel dit: als twee heftige korte stukken gecomponeerd, volledig los van elkaar, maar als gelegenheidskoppel perfect passend en de luisteraar/toeschouwer twee keer vijf kwartier in zijn stoel drukkend. Ik schrijf deze weblog een drietal weken na de laatste uitvoering, en ik heb er al heimwee naar - wanneer ooit weer deze sublieme stukken? Als ze in de Scala gaan, ga ik erheen!