03 december 2008

Herontdekkingen in mijn cd kast 2 - Karajan 2




In mei j.l. deed ik twee beloftes: de titel boven deze log geeft aan welke. Door een hernieuwde kennismaking met een verrukkelijke cd uit mijn verzameling kan ik in één aan beide beloftes gevolg geven. Ik kocht de cd met ouvertures van Offenbach uitgevoerd door de Berliner Philharmoniker o.l.v. Von Karajan al in 1995, maar hij bleef soms jaren onbespeeld. Maar onlangs kwam hij weer uit de kast en zette ik hem op mijn iPod, zodat ik de muziek ook tijdens treinreizen en fitness-oefeningen kan beluisteren.

En op de trainingsapparaten werd ik weer helemaal blij van deze collectie ouvertures van de steevast met binocle getooide Duits-Franse componist. Ik heb de fraaiste foto's die ik op internet van hem vond in deze log geplaatst - het is gewoon een geweldige kop om naar te kijken. (Merk het verschil op tussen de foto's en de cartoon helemaal onderin...!)


En de glimlach die als vanzelf onstaat bij het zien van die foto's, komt ook tevoorschijn als je naar deze cd met ouvertures luistert.


Ik leerde de ouverture Orphée aux Enfers als puber kennen bij de fanfare in Zuid-Limburg waar ik een jaartje of zeven speelde - de dirigent leek dat wel een aardig stuk. Ik zou 'onze' uitvoering niet meer willen terughoren, maar wat Von Karajan ervan maakt is ronduit prachtig. Het hoempapa-thema aan het slot van de ouverture is wereldberoemd, maar het hoogtepunt van de ouverture (en de uitvoering) is de passage met de solo-viool. Lekker schmieren, maar wat een melodie!


Een andere onweerstaanbare ouverture is La Grande-Duchesse de Gerolstein: alleen al de bekkens die aan het begin een slag eerder inzetten! Even verderop buitelen de melodieën over elkaar heen, de ene nog heerlijker dan de andere.


De ouverture La Belle Hélène is gewoon een erg goed opgebouwd stuk. Von Karajan speelt zijn hoogste troeven uit in Vert-Vert/Kakadu een ouverture waarin de meest fijnzinnige passages worden afgewisseld met de bontste kermismuziek. De opname stamt uit de late-Von Karajan-periode (1980). Dat wil zeggen: weinig subtiel, lekker vet en massaal, en zeker niet overal even goed afgewerkt. Ik heb de indruk dat ze er maximaal twee repetities aan hebben besteed, en daarna hup op de band. Maar de kwaliteit van orkest en dirigent levert geweldige uitbundige uitvoeringen op waarin toch ook hun grootsheid doorstraalt. Een feest-cd van een feest-componist!