12 maart 2016

Opera 27 februari 2016

Zaterdag 27 februari 2016, Muziektheater Amsterdam
De Nationale Opera

Moessorgski: Chovansjtsjina

Ivan Chovanski - Dmitry Ivashchenko
Andrej Chovanski - Maxim Aksenov
Vasili Golitsyn - Kurt Streit
Sjaklovity - Gábor Bretz
Dosifej - Orlin Anastassov
Marfa - Anita Rachvelishvili
Suzanna - Olga Savova
Emma - Svetlana Aksenova
Klerk - Andrey Popov
Koor van De Nationale Opera
Nederlands Philharmonisch Orkest o.l.v. Ingo Metzmacher

Première van deze nieuwe productie; de eerste keer dat deze opera in het Muziektheater werd uitgevoerd. Ik heb er al tijden de Gergiev-opname op cd van, maar de eerste cd daarvan bleek vaak een onneembare hobbel om de rest te beluisteren. In de zaal heb ik echter bijna vier uur ademloos geluisterd naar deze bijzondere muziek. Het deed me denken aan de eerste keer dat ik Boris Godoenov hoorde, eveneens live in het Muziektheater, in 1988. Ik werd toen volledig gegrepen door de bijzondere en diep-melancholische harmonieën en ook in deze onvoltooide opera is het muzikale idioom van Moessorgski bijzonder aangrijpend. Hoe onvoltooid ook, en hoe duister de thematiek van het verhaal: de opera klinkt als een afgerond en gerijpt geheel. Het verhaal is eigenlijk geen verhaal. de vijf bedrijven schetsen veeleer evenveel verschillende gezichtspunten op de belangentegenstellingen vlak voor en vlak na het begin van de heerschappij van tsaar Peter de Grote. Het programmaboekje doet niet eens een poging het verhaal te beschrijven, maar tekent de hoofdpersonen als representanten van de groep waarvoor zij staan: de streletsen (lijfwachten van de tsaar), de hervormingsgezinde adel, de oudgelovigen, de bojaren (de conservatieve adel) en wat losse figuren. De regisseur opteerde voor een relatief eenvoudig decor waarin de sfeer van de vijf bedrijven treffend gevangen werd, met het schilderij van Soerikov (De executie van de streletsen) als bewegend baken. Belangrijkste pijler onder het grote succes van deze première waren de zangers en het orkest. Er werd werkelijk imposant gezongen door alle hoofdrolspelers. De confrontatie van Ivan Chovanski, de hervormingsgezinde Golitsyn en de priester Dosifej in het tweede bedrijf is huiveringwekkend, alsook het aandeel van Rachvelishvili als de waarzegster Marfa. Zij kreeg terecht het meeste applaus, maar zwakke schakels waren er geenszins in deze uitvoering. De bojaar Sjaklovity kreeg in de derde akte opeens een geweldige aria toebedeeld - eigenlijk de enige echte aria van de hele opera. Gábor Bretz zong overrompelend. Alles bij elkaar een geweldige opera-ervaring die het prachtige Haitink-concert eerder op de dag even helemaal deed vergeten. Ik heb meteen een kaartje voor een tweede voorstelling gekocht.

11 maart 2016

Concert 27 februari 2016

Zaterdag 27 februari 2016, Concertgebouw Amsterdam
Radio Philharmonisch Orkest o.l.v. Bernard Haitink
Groot Omroepkoor
Vlaams Radio Koor
Sally Matthews, sopraan
Karen Cargill, mezoosopraan
Mark Padmore, tenor
Gerd Grochowski, bas

Bruckner: Te Deum
Bruckner: Symfonie nr. 9

Een dag vol schoonheid, te beginnen met dit heuglijke concert van het Radio Philharmonisch en Bernard Haitink. Bruckners Te Deum ken ik al sinds mijn studententijd van de DG-opname van Eugen Jochum, maar ik hoorde het nog nooit live. Een belevenis, dit grootse koorwerk van nog geen half uur. Een groot koor, een groot orkest, orgel, en vier solisten: Bruckner schreef er een imposant stuk voor. Haitink nam de tempi bedaagd (of: die van Jochum zijn relatief hoog...) en het klonk allemaal grandioos. Van de solisten heeft de tenor het belangrijkste aandeel, en ondanks een kleine hapering zong Padmore zijn moeilijke rol erg mooi. Na de pauze een uiterst transparante verklanking van Bruckners zwanenzang. Vooral het Adagio hoorde ik niet eerder zo breekbaar en analytisch. Haitink weet nog steeds te verrassen. Ik hoorde hem dit stuk al meerdere keren dirigeren, maar steeds zijn die uitvoeringen verschillend: soms massief, soms ragfijn, soms energiek, soms ingehouden. De vraag naar de beste uitvoering is irrelevant. Die bestaat trouwens niet, gelukkig; want stel je voor dat je die al hebt gehoord... Deze uitvoering was gewoonweg indrukwekkend. De foto hierboven werd tijdens de repetities gemaakt.

05 maart 2016

Concert 25 februari 2016

Donderdag 25 februari 2016, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Lorenzo Viotti
Markus Werba, bariton

Schubert: Symfonie nr. 2
Mahler: Lieder eines fahrenden Gesellen
Joh. Strauss jr.: Leichtes Blut
Joh. Strauss jr.: Kuss-Walzer
Jos. Strauss: Die Libelle
Jos. Strauss: Friedenspsalmen
Joh. Strauss jr.: Czárdás uit 'Ritter Pásmán'

Een concert van afzeggingen. Dirigent Welser-Möst moest afzeggen vanwege een schouderblessure en werd vervangen door de piepjonge Zwitser Lorenzo Viotti, die al assistent was van Haitink en Jansons. Hij nam het bonte programma nagenoeg ongewijzigd over; alleen de aangekondigde Derde van Schubert liet hij veranderen in de Tweede. De uitvoering daarvan overtuigde volledig. Het is een verrukkelijk werk, dat het orkest - zeker wanneer alle herhalingstekens worden gerespecteerd - flink aan het werk zet. Viotti spaarde het orkest hierbij; er stond nog het nodige op het programma. Maar hij dirigeerde een puntige, transparante uitvoering die klonk als een klok. De geboekte mezzo Alice Coote zegde haar optreden ook af, en werd vervangen door de bariton Markus Werba, die vooral als operazanger optreedt. En dat was te horen. Hij zong de Mahler-Liederen misschien iets te theatraal, maar fraai klonken zijn stem en de orkestbegeleiding alleszins. Na de pauze een bonte verzameling Strauss-muziek; ik waande me even tijdens het nieuwjaarsconcert. Geen simpele muziek om te spelen, maar Viotti leidde het KCO met vaste hand. Moge het orkest hem terugvragen met een eigen programma. Een knappere dirigent stond nog nooit eerder voor het KCO.

04 maart 2016

Concert 17 februari 2016

Woensdag 17 februari 2016, Concertgebouw Amsterdam
Koinklijk Concertgebouworkest o.l.v. Andries Nelsons
Jean-Yves Thibaudet, piano

Sjostakovitsj: Symfonie nr. 6
Sjostakovitsj: delen uit Suite voor variétéorkest
Gershwin: Pianoconcert

Het orkest was bijna klaar met stemmen toen werd aangekondigd dat de volgorde van de werken voor de pauze zou worden omgedraaid; eerst de Zesde symfonie en daarna de Suite van Sjostakovitsj, in plaats van andersom zoals afgedrukt in het programmablad. Er zal wel een reden voor zijn geweest, maar ik vond het zeer ongepast. Deze twee stukken verschillen in stemming als dag en nacht, en dat even op het allerlaatste moment omgedraaid is een onderschatting van de luisteraar die zich op een concert voorbereid heeft. In plaats van die Mars uit de Suite voor variétéorkest meteen dus dat lange Largo uit de Zesde. Nelsons is bezig aan een indrukwekkende Sjostakovitsj-cyclus en deze Zesde klonk geweldig. Het Allegro en Presto duren samen even lang als dat eerste deel en dat maakt deze symfonie een vreemde eend in de bijt, en dus extra boeiend. De Suite knalde de zaal in, maar het was als openingswerk beter op zijn plaats geweest. Na de pauze een gedreven uitvoering van het Pianoconcert van Gershwin, een kleine drie jaar geleden ook al op de lessenaars met Chailly (zie hier). Geen meesterwerk, wel een lekker stuk muziek, en Thibaudet leek de ideale vertolker.

01 maart 2016

Concert 12 februari 2016

Vrijdag 12 februari 2016, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Manfred Honeck
Matthias Goerne, bariton

Beethoven: Symfonie nr. 7
Mahler: Des Knaben Wunderhorn

Een apart programma; doorgaans sluit een concert af met de Zevende van Beethoven, en de Wunderhorn-cyclus werd deze eeuw nog niet door het KCO uitgevoerd, en daarvoor (Chailly, Bernstein en Haitink) steeds door twee zangers om en om en niet zoals nu door één. De Zevende Beethoven staat dezer jaren het vaakst van alle beethovensymfonieën op de KCO-lessenaars. Fischer dirigeerde het in 2014 hier in Amsterdam en vorig seizoen op tournee, dit seizoen dus Honeck, en volgend seizoen neemt Blomstedt het stuk ter hand. Deze uitvoering van Honeck mocht er zijn: puntig en energiek. Honeck had een duidelijke visie en het orkest ging er met graagte in mee. Om de krachten voor Mahler te sparen werden de meeste herhalingen achterwege gelaten. Vooruit maar. Na de pauze een ruim uur Mahler-liederen, uit het hoofd gezongen door Matthias Goerne. Zijn stem is op zijn hoogtepunt, zo leek het. Goerne kan ermee wat hij wil; je hoort zelden een zanger zo moeiteloos en vrijuit zingen. Honeck en Goerne concerteren vaker samen, ook met deze liederen, en dat was te horen. Mooi concert. Fijn om voor de foto's boven deze weblogs regelmatig terug te kunnen grijpen op de facebookpagina van het KCO.