20 oktober 2007

Concert 18 oktober 2007


Donderdag 18 oktober 2007, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Mariss Jansons

R. Strauss: Don Juan
Mahler: Symfonie nr. 5

Een prachtprogramma, en een groots vervolg van Jansons' Mahler-cyclus. Ik hoorde de Vijfde Mahler pas drie keer eerder live; een keer o.l.v. wijlen Klaus Tennstedt en twee keer met Chailly. De uitvoeringen van Chailly waren evenzeer hoogtepunten uit zijn dirigentschap bij het KCO; bij hem klonk vooral het Scherzo meer dan perfect. Bij Jansons waren daarentegen de eerste twee delen en het slotdeel fenomenaal. Voor het eerst geen Peter Masseurs als trompettist, maar zijn collega Frits Damrow. Groots! De larmoyant-weense sfeer van de treurmuziek in het eerste deel zette de toon voor de hele uitvoering. Deze uitvoering van de Vijfde Mahler typeerde Jansons' dirigentschap bij het KCO: tot op de details ingestudeerd en afgestemd en van daaruit vrijuit muziek maken, zodat de uitvoering bovenal natuurlijk klinkt. Hoe uitzonderlijk! Dit alles lukte niet helemaal bij Don Juan; daar was hoorbaar minder op gerepeteerd. De slagwerker die de bekkens bediende ging twee keer flink in de fout, en ook de rest van het orkest leek wat angstig. Bij volgende uitvoeringen zal het vast beter gaan.
Fraaie foto van de componist; als je erop klikt komt-i wat groter op je scherm.

19 oktober 2007

Concert 12 oktober 2007


Vrijdag 12 oktober 2007, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Vladimir Jurowksi
Nikolai Znaider, viool

Eötvös: zeroPoints
Nielsen: Vioolconcert
Rachmaninov: Symfonische dansen

Een jaar na zijn succesvolle debuut (zie hier) wederom een geslaagd optreden van Jurowski. Wat me vooraf reeds, en na afloop van dit concert helemaal bevreemdde: het was slechts een eenmalig optreden met dit programma. Zowel het programma als de kwaliteit van de uitvoeringen verdienden herhalingen. Znaider werd de ster van de avond. Ik hoorde hem al eens eerder (in Rotterdam met Gergiev in het Tsjaikovsky-concert). Een ook nu bleek wat voor sterviolist hij is. Het concert van Nielsen is een uitbundig, haast rapsodisch stuk in twee delen; het eerste deel is zowat een concert op zich. Het publiek barstte na dit deel in een uitbundig applaus los. Dat kwam vooral ook door Znaider, die verrukkelijk vrijuit speelde in nauwe harmonie met dirigent en orkest. En zijn 'Kreisler' Guarneri del Gesù uit 1741 klonk zo prachtig...! De Symfonische dansen van Rachmaninov vormen heerlijk muziek, vooral als ze zo fraai uitbundig en scherp werden gespeeld door dit orkest. Jurowski verdient meer optredens bij het KCO!

11 oktober 2007

Op reis!


Half december ga ik een weekendje op en neer naar Londen. Wat ik in juni j.l. hier schreef wordt verder bewaarheid. Gisteren opende de losse-kaartverkoop en zonder moeite gelukt: ik zit op de derde rij in de zaal, vlak achter Haitink die dan in Covent Garden de Parsifal van Wagner dirigeert! John Tomlinson als Gurnemanz, Petra Lang als Kundry... Maar vooral: voor het eerst Haitink live in de orkestbak van een operatheater... Geen mist op de vliegvelden, geen verkoudheidje bij de dirigent svp, of andere lullige blokkades! Wow!

08 oktober 2007

Concert 5 oktober 2007


Vrijdag 5 oktober 2007, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Daniel Harding
Lars Vogt, piano

Mozart: Pianoconcert nr. 27 KV 595
Bartók: Divertimento voor strijkorkest
Dvorák: Het gouden spinnewiel

Hoe raar kan het zijn: de uitvoering van Mozarts 27ste Pianoconcert door Vogt en Harding werd door Kaspar Jansen in de NRC bijzonder negatief beoordeeld. En ik vond die uitvoering nu juist uitzonderlijk goed. Ik schreef al eens eerder dat de wijze waarop het orkestaandeel wordt gespeeld het merendeel van het welslagen van een Mozart-pianoconcert bepaalt. Dat was deze avond eveneens het geval, ook al was hier de samenwerking tussen pianist en dirigent opvallend harmonieus. Harding ontpopte zich tot een groot Mozart-dirigent. Hij bracht allerlei fraaie fraseringen aan die in de verte iets weghadden van de stijl van Harnoncourt, maar die evenzeer opvallend natuurlijk klonken. En de pianopartij paste hier helemaal in; Vogt en Harding hadden hoorbaar gelijke opvattingen over dit stuk. Mozart schreef met zijn 27ste een meesterwerk, en dat werd hier meesterlijk uitgevoerd. Meer Mozartconcerten van deze combinatie, en Harding ook eens met een Mozartsymfonie!
Na de pauze twee aparte werken van Bartók en Dvorák. Het Divertimento voor strijkorkest is geen vrolijk stuk, wel erg indringend. Het symfonische gedicht van Dvorák hoorde ik een paar jaar geleden al eens door Harnoncourt, en ook nu bleek het geen sterk werk. Met het gouden spinnnwiel wilde Dvorák een te lang en complex verhaal vertellen, met een te wisselvallig en ongestructureerd klinkend resultaat. Door Mozart toch een memorabel concert.

05 oktober 2007

Bijzondere concerten 3


18 december 1985, Concertgebouw Amsterdam
Concertgebouworkest o.l.v. Bernard Haitink
Viktor Liberman, viool

Sjostakovitsj: Vioolconcert nr. 1
Bruckner: Symfonie nr. 3

En nog maar eentje. Het volgende CO-concert en nu mijn eerste keer Haitink. Het spannendst was wat mij voor het concert overkwam. Ik was al de hele dag zenuwachtig (nu eindelijk dan toch Haitink, en Bruckner!). Ik nam uit Leiden een vroege trein, ik geloof al rond zes uur. Enfin, de trein hield tussen Haarlem en Amsterdam een paar keer lang halt, anderhalfuur vertraging! Om vijf voor acht dan toch eindelijk op CS. Ik had nauwelijk geld op zak, maar sprong in een taxi en riep tegen de chauffeur dat hij mij voor dat tientje wat ik ongeveer had zo dicht mogelijk naar het Concertgebouw moest rijden, en vooral: snel! Enfin, ik mocht aldus meemaken waarom de weg tussen het Rijksmuseum en het Concertgebouw de bijnaam 'de kortste snelweg van Nederland' had. Ik rende om 20.14 het gebouw in. Sindsdien houd ik altijd ruime marges aan wanneer ik naar een concert ga. Waar ik ook vandaan kom, ik neem altijd minstens één trein of tram eerder dan nodig en eet liever niet dan dat ik het op vijf minuten moet laten aankomen.
Het concert zelf: ik herinner me de houding van Haitink tijdens die lange cadens in het Vioolconcert van Sjostakovitsj: linkerarm in de zij en meelezend in zijn partituur. De uitvoering van de Brucknersymfonie viel me eerlijk gezegd wat tegen. Niet dat de uitvoering slecht was, maar omdat ik die vooraf anders had voorgesteld. Minder gelijk aan de plaatopname die ik ervan had. Ik moest toen nog leren dat er groot verschil bestaat tussen wat je thuis uit je luidsprekers krijgt en wat je in de zaal hoort. Overigens kende ik beide werken wel al redelijk goed. Ik had ze op plaat. Van de Derde Bruckner de oude CO-opname van Haitink en toen ook al de DG-doos van Jochum. Van het Eerste vioolconcert van Sjostakovitsj bezat ik de legendarische uitvoering van Oistrach en Mrawinski. Die heb ik nu op cd, en is samen met de moderne opname van Vengerov/Rostropovitsj nog steeds de beste keus voor dit geweldige stuk. Tijdens het concert soleerde wijlen Viktor Liberman, de kort daarvoor aangestelde concertmeester van het Concertgebouworkest. Van deze in 1999 overleden violist een fotootje boven deze log.
Tenslotte: zowel het CO-concert van Harnoncourt als dit concert kostte mij (waarschijnlijk met CJP-korting) 27,50. Guldens, dus. Omgerekend zijn de kaartjes ongeveer acht keer duurder geworden. Nu ik meer dan acht keer zoveel verdien dan toen ben ik eigenlijk goedkoper uit...

Bijzondere concerten 2


9 november 1985, Concertgebouw Amsterdam
Concertgebouworkest o.l.v. Nikolaus Harnoncourt
George Pieterson, klarinet

Haydn: Symfonie nr. 100
Mozart: Klarinetconcert
Schubert: Symfonie nr. 8 'Onvoltooide'

Meteen maar even verder met de serie met mijn eerste concert van het (toen nog niet koninklijke) Concertgebouworkest; bovendien mijn eerste bezoek aan het Concertgebouw. Meteen ook een afzegging: volgens het oorspronkelijke programma zou Dietrich Fischer-Dieskau Mozart-aria's zingen. Hij bleek ziek, zodat George Pieterson die in een volgend programma met Harnoncourt het klarinetconcert van Mozart zou spelen een weekje eerder kwam opdraven. Ook hier vooral beelden in mijn herinnering: de bouwkeet aan de zijkant van het Gebouw als hoofdingang en garderobe, de zijstoel van waaruit ik de zaal bekeek. Ik verbaasde me toen dat ik de zaal zo klein vond; ik kende de ruimte natuurlijk alleen van foto's en dat is lastig inschatten. In de jaren hierna zou ik nog vele malen naar concerten van Harnoncourt gaan, die tot mijn favoriete dirigenten behoort. Van de uitvoeringen van juist dit eerste concert kan ik me te weinig herinneren om er iets zinnigs over te zeggen.

Bijzondere concerten 1


11 december 1981, Stadsschouwburg Heerlen
Limburgs Symfonie Orkest o.l.v. Wolfgang Trommer
Moura Lympany, piano

Bach: Brandenburgs Concert nr. 3
Mozart: Symfonie nr. 41
Brahms: Pianoconcert nr. 2


Dit wordt het begin van een nieuwe 'serie' op mijn muziekweblog. Ik ga putten uit de oude doos. Toevalligerwijs meldde ik in de vorige log dat ik sinds 1989 in een schrift bijhoud welke concerten en operavoorstellingen ik heb bezocht. Daarvoor ging ik natuurlijk ook al naar concerten, en al die tijd heb ik veel moois meegemaakt. Daarop hier af en toe een terugblik. Die oude doos is trouwens niet louter overdrachtelijk. Ik heb in mijn kelderbox wel degelijk archiefdozen met daarin programmatoelichtingen, vele jaargangen preludium (van het KCO) enzovoort. Zoals uit dat schrift en deze weblog al blijkt: ik ben ook in het archiveren van programmatoelichtingen enigszins neurotisch...
Ik kan deze serie niet anders dan beginnen met wat in mijn geheugen en mijn oude doos is opgeslagen als mijn eerste officiële concert. Ik was toen 16, woonde nog in Zuid-Limburg en bezocht met mijn moeder een concert van het Limburgs Symfonieorkest in de Stadsschouwburg van Heerlen. Ik kan me er niet veel meer van herinneren, alleen wat beelden. Van de uitvoeringen helemaal niks. Moura Lympany heeft nooit een sterrenstatus bereikt, maar ze staat op wikipedia; ze blijkt twee jaar geleden overleden te zijn. Aardig detail: op het programmablad van dit concert (een simpel A4-tje) staan de namen van de orkestleden van het LSO afgedrukt. En wie was plaatsvervangend aanvoerder van de tweede violen: André Rieu jr. Zijn vader was kort daarvoor na 31 jaar gestopt (of overleden?) als chefdirigent van dit orkest. Ik weet niet of André Rieu die avond meespeelde. Gezien de noodzakelijke bezetting van het tweede pianoconcert van Brahms waarschijnlijk wel. Mijn eerste (en tot nu toe ook laatste) concert met André Rieu!

Opera 1 oktober 2007


Maandag 1 oktober 2007 Muziektheater Amsterdam
De Nederlandse Opera

Monteverdi: Il ritorno d'Ulisse in patria

Ulisse - Paul Nilion
Penelope - Patricia Bardon
Minerva - Wilke te Brummelstroete
Telemaco - Ed Lyon
Iro - Nigel Robson
Melanto - Tania Kross
Eumete - Paul Agnew

Deze weblog is een voortzetting van een schriftje waarin ik vanaf september 1989 alle bezochte concerten en operavoorstellingen opteken. Ik kan dus nagaan wanneer ik bij de eerdere voorstellingenreeksen deze productie bezocht. Aldus: 10 november 1990, 15 november 1990, 12 juni 1991, 1 maart 1993, 13 oktober 1998. Dit was dus de zesde keer!
Van de herhaling van de drie Monteverdi-producties van Pierre Audi bezocht ik alleen deze Il ritorno. In de jaren negentig heb ik ook Orfeo en Poppea gezien, maar deze Il rotorno was mijn favoriet van de drie. De regie is subliem, het verhaal sterk en boeiend, de zangers uitstekend. En helaas: de voorstelling maakte niet de indruk die ik in mijn herinnering al die eerdere keren wel had. De reden: de hoofdrolzangers Paul Nilion en Patricia Bardon gaven niet de spanning die Anthony Rolfe Johnson en Graciela Araya (in al die vroegere voorstellingen de vaste zangers) wel boden. Ze zongen hooguit verdienstelijk. Maar de dramatiek van Penelopes verzuchtingen aan het begin van de opera en het slotduet waren niet de hoogtepunten die ze wel moesten zijn. En dan moet je het dus verder hebben van de aardige rol van Iro (dit keer wel beter bezet met good old Nigel Robson) en het moment waarop Ulisse zijn boog spant en in anderhalve minuut scenisch meer gebeurt dan in de rest van de drie uur opera bij elkaar. En dat is te mager. Goed zongen ook Wilke te Brummeltroete en vooral Tania Kross. De regie is op zich prachtig. Veel elementen die we ook in Audi's Ring-producties tegenkwamen: de loopbrug dwars over het toneel, de schuin staande staaf, de stalen plaat boven het toneel, het halfronde houten paneel. Ik ben blij deze productie nog eens gezien te hebben, maar bij een herhaling met dezelfde hoofdrolzangers zal ik niet nog eens gaan.

04 oktober 2007

Concert 29 september 2007


Zaterdag 29 september 2007, Concertgebouw Amsterdam
Ensemble Modern orchestra o.l.v. Pierre Boulez

Andre: "...auf..." II
Varèse: Amériques
Poppe: Obst
Pintscher: towards Osiris
Boulez: Notations I, VII, IV, III, II

Ik had een los kaartje voor dit concert in de ZaterdagMatinee gekocht vanwege Boulez én vooral Amériques van Varèse. Dat laatste stuk is weergaloos; ik hoorde het al twee keer eerder bij het KCO en dat was meer dan indrukwekkend. Nu de Varèse-pionier Boulez zelf dit stuk kwam dirigeren, wilde ik er per se bij zijn. Het was groots. Een enorm, erg goed orkest van vooral jongere musici, en daarvoor een 82-jarige Boulez die in zijn bewegingen geen enkel spoortje van ouderdom vertoonde. Amériques is al vrij snel vanaf het begin een heftig stuk, maar wordt gaandeweg steeds krachtiger en drammeriger. De laatste tien minuten is een kakofonie van ritmisch gedreun, sirenes en felle accenten over en weer. De Sacre du printemps is er een barokke sinfonia bij – hoe fanastisch moeten die twee stukken op één avond combineren! Toen ik het stuk voor het eerst hoorde, o.l.v. Chailly in de A-serie, ging het publiek na afloop uit zijn dak. Ook nu weer, en terecht! Hetzelfde effect hadden de vijf Notations van Boulez zelf, die aan het einde van het concert geprogrammeerd stonden. De afsluitende Notation II werd gebisseerd; Boulez meldde de zaal dat het eigenlijk ook te kort geduurd had… Daarvoor drie stukken van jonge Duitse componisten waarmee Boulez een hechte band heeft. Geen muziek voor op de iPod, maar de moeite van het beluisteren waard. En zeker ook bij zulke uitvoeringen. Het orkest klonk transparant en speelde haarscherp gelijk. Boulez kan prachtig minimalistisch dirigeren.