09 juli 2011

Concert 25 mei 2011


Woensdag 25 mei 2011, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Iván Fischer
Oszkar Ökrös, cimbalon

W.Fr. Bach: Andagio und Fuge
Mozart: Symfonie nr. 38
Brahms: Haydn-variaties
Dvorák: Legendes nr. 6 & 10
Liszt: Hongaarse rapsodie nr. 1/14


In april j.l. zorgde Fischer voor een hilarisch concert door de Hongaarse violist Jószef Lindvaï mee te nemen voor Paganini's eerste vioolconcert. Nu zorgde hij voor zomogelijk nog meer verrassing door de kolossale Oszkar Ökrös uit te nodigen voor de cimablon-partij in Liszt eerste Hongaarse rapsodie. Ökrös is bijna even breed als lang, en kwam in een spierwit pak het podium op; de hele zaal ging meteen plat. En dan die lekker uitbundige muziek waar deze meneer af en toe helemaal los ging met die lepeltjes op de snaren. Een onvergetelijk gezicht en gehoor. Daarvoor al had Fischer wederom aangetoond van alle markten thuis te zijn. Hoogtepunt en de reden waarom ik een los kaartje voor dit concert kocht was de Praagse van Mozart. Het is een ultiem meesterwerk; die langzame inleiding van het eerste deel is eindeloos boeiend en grandioos gecomponeerd en bevat bijkans het drama van een hele opera. En ja, Fischer en het KCO gaven een prachtige uitvoering van deze Adagio-inleiding, als ook van de resterende delen. En graag gememoreerd: Fischer respecteerde de herhalingen van de exposities! Scherp gespeeld, briljant in klank en finesse. Een prachtige uitvoering, waarschijnlijk sinds Josef Krips niet meer zo mooi gespeeld. Daarvoor al een fraaie Sinfonia van Wilhelm Friedemann Bach, en na de pauze en warmbloedige uitvoering van de onvolprezen Haydn-variaties van Brahms. de twee legendes van Dvorák waren een intermezzo, totdat Ökrös het podium betrad... Klik voor het idee even op de foto hierboven en beluister/bekijk daarna dit filmpje dat ik op YouTube vond: daar spelen Ökrös en Fischer hetzelfde stuk met de Berliner Philharmoniker; je hoort de laatste 3 minuten ervan.