26 februari 2011

Concert 26 februari 2011


Zaterdag 26 februari 2011, Concertgebouw Amsterdam
Berliner Philharmoniker o.l.v. Sir Simon Rattle
Stefan Dohr, hoorn

Haydn: Symfonie nr. 99
Hosokawa: Hoornconcert 'Moment of blossoming'
Schubert: Symfonie nr. 9


In dit overwegend klassieke programma kwamen de Berliner in de zaterdagmatinee beter uit de verf dan tijdens Mahlers Derde de avond ervoor. Haydn en Schubert zaten uitstekend in de vingers. Desondanks geen onvergetelijke uitvoeringen. Er zaten naar mijn smaak nog steeds zo'n dertig procent teveel strijkers op het podium; het had allemaal veel transparanter kunnen klinken. Nu speelde er in Schubert een orkest ter grootte van wat je bij een gemiddelde Bruckner-symfonie gewend bent. Wel liet Rattle soms de helft van de violisten hun partij spelen, omdat de klank anders helemaal zou zijn dichtgelopen. Maar dat geeft al te denken natuurlijk. Verder fraai secuur orkestspel, interessante dynamische effecten, en een onbegrijpelijke hantering van de herhalingstekens (soms wel, soms niet). Zo'n eersteklas orkest in deze twee favioriete symfonieën blijft niet te versmaden natuurlijk, maar ik ben nu eenmaal te zeer vervend met het KCO. Het opdrachtwerk van Hosokawa was een wat eenvormig geheel van ijle klanken, met een solohoorn als centraal middelpunt, en rondom op de balkons, voor zover ik heb kunnen zien, andere koperblazers.

Concert 25 februari 2011


Vrijdag 25 februari 2011, Concertgebouw Amsterdam
Berliner Philharmoniker o.l.v. Sir Simon Rattle
Dames Groot Omroepkoor, Nationaal Kinderkoor
Anke Hermann, sopraan
Nathalie Stutzmann, alt

Wolf: Elfenlied
Brahms: Es tönt ein voller Harfenklang
Mahler: Symfonie nr. 3


De Berliner Philharmoniker, Simon Rattle en Mahler: wat mij betreft geen gelukkige combinatie. Enkele jaren geleden, nog voor ik deze weblog startte, speelden de Berlijners en Rattle een uiterst gemaniëreerde Vierde van Mahler, en hoewel deze Derde minder overtrokken werd gespeeld, vond ik het resultaat weinig bevredigend. De Berliner Philharmoniker is een massief spelend orkest waarin de strijkers, en dan vooral de celli en contrabassen, alle subtiliteit in de kiem smoren en vooral brede golven van overweldigend geluid produceren. Dat klinkt soms fantastisch, zoals in het slotdeel, maar dikwijls eenvormig en niet echt muzikaal. De houtblazers heb ik nauwelijks gehoord. Het klankbeeld dat Von Karajan bij dit orkest realiseerde (ik las in de NRC: hij dacht vanuit de contrabassen) hebben ze ruim 20 jaar na zijn dood nog steeds niet van zich afgeworpen. Rattle had verder een wat vlakke interpretatie van dit grootse werk; eigenlijk vond ik de uitvoering vooral saai. Alleen het slotdeel werd fraai opgebouwd, maar in de delen ervoor miste ik een krachtige visie. Rattle speelde vooral de dynamische verschillen flink tegen eklkaar uit, maar dat is niet genoeg als er verder een coherente interpretatie lijkt te ontbreken. Aan de symfonie gingen twee korte koorwerkjes vooraf, fraai gezongen en gespeeld, maar de samenhang met de symfonie ontging me een beetje.

13 februari 2011

Concert 8 februari 2011


Dinsdag 8 februari 2011, Concertgebouw Amsterdam
Orkest van het Mariinski Theater o.l.v. Valery Gergiev
Denis Matsuev, piano

Sjostakovitsj: Symfonie nr. 15
Stravinsky: Capriccio voor piano en orkest
Tsjaikovsky: Francesca da Rimini


Een wat raar, niet geheel bevredigend concert. Voor de pauze Sjostakovitsj' laatste symfonie. Een klein jaar geleden speelde Haitink deze symfonie met het KCO, en toen schreef ik in mijn weblog (zie hier) dat deze componist bij o.a. Gergiev schrijnender klinkt. Nu vond ik dat bij deze 15e niet het geval. Het Mariinksi orkest speelde prima, maar de details kwamen niet geheel overtuigend uit de verf, en daar moet dit stuk vol Rossini- en Wagner-citaten het wel van hebben. Die rikketik-passages in het slagwerk in het laatste deel bijvoorbeeld klonken bij het KCO veel overtuigender en dramatischer; nu waren het gewoon fraaie riedeltjes. Na de pauze een stormachtig optreden van de jonge Russische pianist Denis Matsuev in het nog veel stormachtiger Capriccio van Strawinski, een thematisch overladen bravourewerk zonder al te veel diepgang. Gewoon in de hoogste versnelling en als de noten er allemaal zijn, krijg je de handen vanzelf wel op elkaar. De symfonische fantasie Francesca da Rimini van Tsjaikovsky kende ik niet, en bevat naast enkele fraaie lyrische passages ook zwakkere delen. Het stuk was helaas niet van die kwaliteit dat het concert alsnog die inhoudelijke kracht kreeg waar je normaliter wel op wordt getrakteerd. De toegift uit de Notenkraker was eigenlijk het hoogtepunt van het concert.

Concert 2 februari 2011


Woensdag 2 februari 2011, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Mariss Jansons
Leif Ove Andsnes, piano

Rossini: Ouverture L'Italiana in Algeri
Mozart: Pianoconcert nr. 24
Beethoven: Symfonie nr. 7


Als je in Google Andsnes intikt dan krijg je allelei gevarieerde foto's van de pianist te zien; deze hierboven is wel de minst conventionele. Zo gevarieerd als zijn afbeeldingen op internet, zo gewoontjes was zijn uitvoering van Mozarts grote pianoconcert in c-klein. Het hoofdthema van het openingsdeel schijnt Mozart afgeleid te hebben van dat van Haydns 78ste symfonie, eveneens in c-klein. Andsnes en Jansons speelden fraai in harmonie, maar er gebeurde eigenlijk helemaal niets. De noten waren er allemaal, en fraai gespeeld, maar zonder bezieling of emotie. Ik heb me eigenlijk een beetje ztten vervelen tijdens deze uitvoering. Dat gebeurde niet tijdens de Rossini-ouverture. Ik hoorde dit verrukkelijke stuk nooit eerder zo fijnzinnig en subliem. Beethovens Zevende ging op herhaling - zie mijn weblog van de kerstmatinee; oorspronkelijk zou Jansons Bruckers Zevende brengen, maar zijn ziekte in september gooide roet in het eten. Toen nam Haitink de concerten over, en Jansons zag er nu vanaf alsnog zijn eigen interpretatie met het orkest in te studeren. Nu wel een herhaling van de expositie in het eerste deel, maar de andere in het derde en vierde deel werden genegeerd.

Gehoord

Question Sir, can you please tell me the way to Carnegie Hall?
Answer Practice, practice, practice!

Concert 20 januari 2011


Donderdag 20 januari 2011, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Pierre Boulez

Webern: Sechs Stücke für Orchester
Mahler: Symfonie nr. 7


Wat mij sinds de aankondiging van de KVO-Mahlerserie bijna twee jaar geleden het hoogtepunt van de hele serie leek, werd een beetje een teleurstelling. Natuurlijk, Boulez heeft een enorm charisma; dat kleine mannetje van 85 leidde dat enorme orkest vol professionals met strakke hand en ze deden precies wat hij wilde, en het orkest speelde de sterren van de hemel. Maar ik miste spanning en sensatie, ik miste de uitputting die je aan het einde van het eerste deel moet bevangen en die je je doet afvragen hoe je de nog resterende vier delen aankunt (maar Mahler helpt je daarbij meteen in het tweede deel). En ik miste bovenal: vervoering. Eigenlijk was het precies een Boulez-uitvoering zoals we die van zijn Mahler-opnames kennen: perfect gespeeld, volledig uitgebalanceerd en transparant, maar zonder pathos. Nu kun je een discussie voeren of dat er bij Mahler wel in moet, maar ik vind van wel. En ja, dan mis je dus wat bij Boulez. Dit was natuurlijk een bijzonder concert, want Boulez zullen we niet vaak of misschien wel nooit meer zien in Amsterdam. Het concert werd geopend met de zes stukken voor orkest opus 6 van Webern, een fraaie collectie miniaturen voor groot orkest: dreigend, ongemakkelijk, boeiend. Een kolfje naar Boulez' hand.
PS Door tijdgebrek even geen vergelijking van opnames van de Zevende. Gaat zeker nog komen.

Concert 15 januari 2011


Zaterdag 15 januari 2011, Concertgebouw Amsterdam
Chamber Orchestra of Europe o.l.v. Bernard Haitink

Beethoven: Symfonie nr. 2
Beethoven: Symfonie nr. 3


In dit vervolgconcert van de cyclus dezelfde aanpak als tijdens het concert van woensdagavond. De hoorns waren niet overal even trefzeker, maar de compacte en tegelijkertijd transparante klank van dit orkest passen perfect bij Beethoven. Met de haast 'authentieke' aanpak van Haitink wederom een prachtig beethovenconcert. En bij hem gewoon alle herhalingen, zoals het hoort.

Concert 12 januari 2011


Woensdag 12 januari 2011, Concertgebouw Amsterdam
Chamber Orchestra of Europe o.l.v. Bernard Haitink

Beethoven: Ouverture Fidelio
beethoven: Symfonie nr. 8
Beethoven: Symfonie nr. 5


Met het Chamber Orchestra of Europe begint Haitink aan een Beethovencyclus die over twee seizoenen is verdeeld. In het interview met de dirigent in jet januarinummer van Preludium was al te lezen dat Haitink een voor hem afwijkende interpretatie voorstond. En inderdaad, dit waren krachtige, robuuste en vooral puntige vertolkingen. Het europese kamerorkest maakte met Harnoncourt aan het begin van de jaren negentig de voor mij meest bevredigende opnames van de symfonieën, en hun specifieke geluid hoorde ik ook tijdens dit concert. Het leek me ook dat Haitink voor die minder conventionele uitvoeringen juist dit orkest wilde hebben. De Achtste en Vijfde klonken verrukkelijk stoer, puntig en transparant. Haitinks linkervuist ging regelmatig de lucht in. De dirigent is bijna 82, loopt moeizamer en moet zich soms vasthouden aan de lessenaar om zijn evenwicht te behouden, maar dirigeert nog met de energie van vroeger; het orkest volgde hem zonder aarzelen.

01 februari 2011

Concert 8 januari 2011


Zaterdag 8 januari 2011, Concertgebouw Amsterdam
Dorothee Mields, sopraan
Johanette Zomer, sopraan
James Laing, countertenor
Charles Daniels, tenor
Peter Harvey, bariton
De Nederlandse Bachvereniging o.l.v. Jos van Veldhoven

Bach: Mis in b 'Hohe Messe'

Ik kende over de kleinschalige aanpak van Jos van Veldhoven alleen goede verhalen; deze matinee bood een mooie gelegenheid om die eens live te horen. Het was een grandioos concert. Tien koorzangers, vijf solisten en een klein orkest: ze verzorgden een uitvoering van Bachs meesterwerk vol transparantie en klankschoonheid. Of het allemaal volledig 'authentiek' is zal me een zorg zijn. Het gaat erom of je erdoor geraakt wordt, en dat gebeurde hier volledig. Alleen al het openingskoor: het eerste deel eruit werd gezongen door de solisten, halverwege viel het koor in. Of Bach het zo in zijn hoofd had is niet na te gaan; wel dat ik het gevoel had dat Bach het zo bedoeld zou kunnen hebben. En mooi was het in ieder geval. Dat gold ook voor het vervolg. Op de laatste cd-opname van Herreweghe klinkt het Crucifixus wel erg suggestief en daar bleef Van Veldhoven wat op de vlakte, maar zo'n loepzuivere en doorzichtige uitvoering doet je slechts terugkeren in jezelf en laat je louter verrukt luisteren naar deze meesterlijke klanken. Dan ben je een uurtje of twee even helemaal gelukkig.