21 oktober 2006

Concert 20 oktober 2006


Vrijdag 20 oktober 2006, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Iván Fischer
Leonidas Kavakos, viool

Dvorák: Nocturne in B
Bartók: Vioolconcert nr. 2
Rimsky-Korsakov: Sheherazade

Een grandioos concert! Na het opwarmertje met Dvorák verscheen meesterviolist Leonidas Kavakos, die ik eigenlijk alleen ken van zijn sublieme opname van het Vioolconcert van Sibelius. Wat op die opname opvalt trof mij ook tijdens dit concert: de meer dan warmbloedige klank van zijn viool (een Stradivarius) en Kavakos' beheersing en muzikaliteit. Het Tweede vioolconcert van Bartók ken ik niet goed, en is vooralsnog geen favoriet, maar de uitvoering door Kavakos, ondersteund door een prachtig spelend KCO was desalniettemin groots. De hele zaal was trouwens na afloop euforisch, waarna Kavakos nog een prachtige Bach-toegift speelde. Ik zat naast een meneer die bij iedere ademstoot uit zijn neus floot, dus ik nam na de pauze een stoel op het balkon in dat ik voor de pauze vanuit de zaal leeg had gezien. In Sheherazade liet het KCO horen inderdaad één van de beste orkesten van Europa te zijn (wat mij betreft ook van de wereld trouwens). Strijkers en blazers waren in topvorm en met een als altijd opstuwende Fischer als dirigent leverde dat een puike uitvoering op. Precies drie jaar geleden speelde het orkest dit stuk onder David Zinman; toen was het gewoon een goede uitvoering maar niet meer dan dat. Nu zat ik op het puntje van mijn stoel.

Concert 15 oktober 2006


Zondag 15 oktober 2006, Concertgebouw Amsterdam
London Philharmonic Orchestra o.l.v. Kurt Masur

Schumann: Symfonie nr. 4
Sjostakovitsj: Symfonie nr. 5

Een programmatische misser, dit concert van het London Philharmonic en zijn scheidend chef-dirigent Kurt Masur in de serie Wereldberoemde symfonieorkesten. Want bij hun vorige bezoek in januari 2004 speelden orkest en dirigent na de pauze ook al de Vijfde van Sjostakovitsj! Tja, dat was toen erg goed, en ook vanavond was de uitvoering van bijzonder hoog niveau, maar het getuigt van weinig eerbied voor het publiek om in zo'n korte tijd in herhaling te vallen. Het moet gezegd: Masur weet wel raad met dit stuk; zijn tempo in de finale is anders dan ik gewend ben en het effect is groots. Het London Philharmonic is niet zo goed als de London Symphony (die komen volgende maand op bezoek), maar het blijft een klasse orkest. De Vierde van Schumann viel tegen. Te snel, te slordig en te massief.

14 oktober 2006

Concert 13 oktober 2006












Vrijdag 13 oktober 2006, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Hans Graf
Christian Tetzlaff, viool

Wagenaar: Voorspel 'de Cid'
Lalo: Symphonie espagnole
Mendelssohn: Symfonie nr. 3 'Schotse'

Voor het orkest was dit waarschijnlijk een tussendoor-concert, want het programma werd alleen deze avond gespeeld. Dirigent Hans Graf maakte zijn debuut, en hij verdiende het dat het programma nog eens herhaald kon worden. In ieder geval mag hij terugkeren van mij, want hij bleek een echte vakman en Kapellmeister in de beste zin des woords. De Schotse van Mendelssohn is één van mijn lievelingssymfonieën (Mendelssohn in mineur is altijd prachtig!) en Graf leidde het orkest in een puntgave uitvoering waarin het samenspel van de verschillende orkestgroepen prachtig naar voren kwam. Bij de houtblazers van het KCO vond de afgelopen tijd een wisseling van de wacht plaats, en hoe prachtig de vorige generatie ook speelde, de nieuwe lichting maakt het orkest nog glanzender. Vooral de nieuwe soloklarinettist Arno Piters was gisteren (en ook de laatste concerten) goed op dreef. Zo'n Mendelssohn na de pauze zet de zaal weliswaar niet op stelten, maar eigenlijk is zo'n relatief lichte symfonie heerlijk verfrissend. Het concert begon met een obligate ouverture van Johan Wagenaar waarna violist Christian Tetzlaff de show stal met een vurig en technisch feilloos gespeelde Symphonie espagnole van Lalo. Ik kocht rond mijn twintigste van dit vijfdelige vioolconcert een plaat met de uitvoering van Kyung Wha Chung en het orkest van Montréal onder Dutoit. Nadat een paar jaar daarna de platenspeler definitief het huis verliet en ik alleen nog cd's draaide, was deze uitvoering op cd niet meer te krijgen. Ik hoorde eens een andere uitvoering, en die was zo onbevredigend dat ik alleen nog maar die ene uitvoering van Chung en Dutoit wilde hebben. Blijkbaar heeft die uitvoering zich in mijn geheugen gezet en is alles wat anders is teleurstellend. Een paar weken geleden grasduinde ik eens door de bakken van de tweedehands-afdeling van Concerto in de Utrechtsestraat en ziedaar: de cd van Chung en Dutoit. Goede uitvoering inderdaad, maar mijn God wat een slechte muziek! Eeuwige herhaling van motieven. Het ergst is het slotdeel: daar opent het orkest met een motiefje dat misschien wel 30 keer wordt herhaald! Natuurlijk: het klinkt allemaal erg toegankelijk, maar in feite is het een draak van een werk. Voor de violist valt er wel de nodige eer te behalen en dat deed Tetzlaff dan ook.

11 oktober 2006

Nieuwe cd's

Vandaag ontving ik per post een aantal cd's die ik bij het Duitse JPC had besteld. Geen avontuurlijk repertoire, intgendeel, maar vier uitgaven waar het mij om de uitvoering te doen is.

Van Beethoven bezat ik nog geen box met de complete pianosonates. Ik heb wel de bijna-complete box van Gilels en een aantal losse cd's (Pollini, Kempff) maar de 'basisbox' ontbrak nog. Over de uitvoering van Richard Goode lees je uitsluitend positieve verhalen, dus vandaar.

De opname van Brahms' Eerste symfonie door de Wiener Philharmoniker o.l.v. Carlo Maria Giulini wordt de zesde uitvoering van dit stuk in mijn cd-kast. Ik probeer zo langzamerhand de opnames van Giulini te verzamelen, want hoe eigenaardig zijn opnames soms ook zijn (dikwijls traag, soms zelfs log), ze zijn altijd interessant. Zijn opname van de Vierde van Brahms met eveneens de Weners vind ik erg fraai, ook al blijft Kleiber nummer 1 natuurlijk. Van de gebruikelijke aanvullingen op deze cd de haydn-variaties.

Van de Piano Trio's van Schubert kende ik de tweede opname (jaren tachtig) van het Beaux Arts Trio nog niet. Het Trio in Es is een meesterwerk, en ik ben benieuwd wat dit illustere gezelschap (in de oorspronkelijke bezetting) ervan maakt. Ik ben pas sins kort 'aan het pianotrio' en word steeds getroffen door de fantastische uitvoeringen door het Beaux Arts. Dan mogen hun Schubert-uitvoeringen natuurlijk niet ontbreken. In de Philips Duo-serie is ook hun eerste opname uit (ik dacht) de jaren zestig verkrijgbaar, maar dit is de digitale opname van twintig jaar later, overigens evenzeer midprice.

Soms laat ik me verleiden door 'meningen uit de pers'. De uitvoeringen van La Traviata tijdens de Salzburger Festspiele 2005 schijnen het muzikale hoogtepunt van dat jaar te zijn geweest. Anna Netrebko en Rolando Villazón vormden een droompaar, aangevuld met Thomas Hampson als Germont. De Wiener Philharmoniker o.l.v. Carlo Ricci in de bak maakten het feest compleet, zo gaat de mare. Een muisklikje op de bestelknop en je haalt het vocale feest in huis, dacht ik vorige week... Ik ben benieuwd.

09 oktober 2006

Concert 6 oktober 2006












Vrijdag 6 oktober 2006, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Vladimir Jurowski
Nikolai Lugansky, piano

Turnage: Evening Songs
Prokofiev: Pianoconcert nr. 3
Stravinsky: Delen uit Le baiser de la fée

Het zijn dit soort concerten die de A-serie van het KCO zo aantrekkelijk maken. Het programma was natuurlijk niet al te avontuurlijk, maar een vakkundige jonge hond als dirigent en een even begeesterde pianist zorgden voor een prima concert. Het stuk van Turnage ging eerlijk gezegd wat langs me heen. Geen dwingende muziek, maar een luchtige klankenmousse waar ik niet echt mijn aandacht bij vast kon houden. Hierna gebeurde wat grappigs. Toen het podium verbouwd moest worden voor de vanuit de kelder omhoog te hijsen piano, begonnen de blazers en slagwerkers (die immers konden blijven zitten) opeens een stuk te spelen, gedirigeerd door Jurowksi. Het duurde precies de tijd die nodig was om de zaak voor het pianoconcert op orde te krijgen. Opvallend is om te 'horen' hoe sloom het kwebbelende publiek erachter komt dat op het podium iets aparts gebeurt... Bij de pauze werd bij de uitgang van de zaal een papiertje uitgedeeld met de gegevens van deze entr'acte: No reason to panic van de jonge Nedelandse componiste Mayke Nas. Leuk gedaan, en een goed idee voor herhaling. Het Derde pianoconcert van Prokofiev kreeg een erg stormachtige en soms wat te massieve uitvoering. De balans tussen piano en orkest was niet ideaal; nu heeft de piano het altijd moeilijk in de Grote zaal, maar sommige dirigenten weten daar raad mee. Jurowksi nog niet. Technisch was alles trouwens perfect. Maar ik hoorde het stuk eens door Martha Argerich en Chailly; tja, dat vergeet je nooit meer natuurlijk. De zes delen uit Le baiser de la fée bleken lichte kost. Ik kende het ballet nog niet, en vond de muziek aanvankelijk een wat flauwe Tsjaikovsky-namaak. In de latere delen herstelde het stuk zich, en kreeg het orkest alle gelegenheid zich van zijn beste kant te laten zien. Jurowksi bleek hier een prima dirigent. Met typische arm- en lichaamsbewegingen kreeg hij uit het orkest wat hij wilde; na afloop bekroonde een aantal orkestleden zijn debuut met applaus. Dat hij vanaf volgend jaar chefdirigent van de London Philharmonic wordt, zegt ook al veel over zijn kwaliteiten. Een mooie avond!

05 oktober 2006

Gouden kaartjes!


Vandaag in de Volkskrant een weinig diepgravend interview met Bernard Haitink, waarin we weinig te weten komen over het gedoe rond het begin november te verschijnen boek over de Amsterdamse periode van Haitink. Eveneens vandaag bij de post de felbegeerde envelop van het Concertgebouw met mijn kaartjes voor het feestconcert op 7 november! Ik ga in een clubje van vier, en we zitten op de slechtste plaatsen van de zaal (zijstoelen in de uiterste hoek). Maar niks getreurd: ik ben erbij! Haitink stond op die datum precies 50 jaar geleden voor het eerst voor het Concertgebouworkest. En dat wordt nu gevierd met een droomprogramma (Mahlers Das Lied von der Erde en Vierde symfonie).

Prokofiev

Ik schreef hier al eerder dat ik geen fan ben van de muziek van Prokofiev. Slecht zijn zijn bekendste stukken allerminst, maar ik kan er niet echt van genieten. Misschien komt het ooit nog goed, maar tot op heden ben ik niet verheugd wanneer op een concertprogramma een stuk van Prokofiev staat. En ja, iedere regel zijn uitzondering, want er zijn twee stukken die ik weergaloos vind: het Tweede en Derde pianoconcert. Ofschoon het Derde bekender is en vaker wordt gespeeld (deze week overigens bij het KCO), staat het Tweede bij mij bovenaan. Opmerkelijk is de ontstaansgeschiedenis. Prokofiev componeerde het in 1913 en in dat jaar werd het ook uitgevoerd. De partituur ging echter bij een brand verloren, waarna hij het in 1923 nog eens componeerde! Bewijs dat Prokofiev zelf ook tevreden moet zijn geweest over het concert. Het is een lekker fel stuk, dat van de pianist een enorme (fysieke) inspanning vraagt. Hoogtepunt van het werk is de werkelijk fenomenale solocadens in het eerste deel die trouwens bijna de helft van de lengte van dat hele eerste deel in beslag neemt; hier moet de pianist helemaal voluit. Na afloop moet de pianist eigenlijk meteen aan de beademing, maar Prokofiev gooit er meteen een razend moeilijk tweede deel overheen. Wie dit concert niet kent: kopen! Neem de goedkope dubbel-cd met alle pianoconcerten op Decca, gespeeld door Vladimir Ashkenazy. Zijn toucher is perfect voor dit stuk, en hij speelt die cadens superieur.
Ik moest dit toch even kwijt.

01 oktober 2006

Concert 30 september 2006

Zaterdag 30 september 2006, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Daniele Gatti







Wagner: Voorspel Die Meistersinger von Nürnberg
Berg: Drei Orchesterstücke, op. 6
Tsjaikovksy: Symfonie nr. 6 'Pathétique'

Zeer geslaagd openingsconcert van de serie Wereldberoemde symfonieorkesten; het was de laatste keer van een serie van vier dat orkest en dirigent dit programma speelden. Daniele Gatti heeft zich in een paar jaar weten op te werken tot een graag geziene gast bij het KCO en ook bij dit concert werd duidelijk dat dirigent en orkest elkaar bijzonder graag mogen. De ouvertüre Meistersinger is onbetwist het beste orkeststuk dat ooit is geconponeerd! En ik hoorde het live nog niet eerder zo overtuigend gespeeld. De cd-opname van Haitink met het KCO (ergens opgenomen in de jaren zeventig) blijft overigens superieur. Maar Gatti weet eveneens hoe je dit stuk moet fileren, braden en opdienen. De climax had iets overweldigender gekund, maar ik heb zitten genieten. Wat een fenomenale (!!!) compositie. Met Berg heb ik niet zoveel, ook al klonk het voltallige KCO erf fraai en dwingend. In Tsjaikovksy's Zesde liet Gatti zich van zijn beste kant zien. Erg scherp dirigerend en het orkest volledig in zijn greep nemend. Jansons dirigeerde het anderhalf jaar geleden dramatischer, maar zo fraai en technisch uitmuntend als deze avond zal het zelden gespeeld zijn.