29 oktober 2008

Concert 23 oktober 2008


Donderdag 23 oktober 2008, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Mariss Jansons

Brahms: Symfonie nr. 3
Dvorák: Symfonie nr. 8


Een concert met twee gezichten. De uitvoering van de Derde van Brahms was in mijn oren nog niet voldoende speelrijp. Zeker in dat lastig te dirigeren eerste deel ging er nog teveel mis, wat nog eens extra helder werd omdat Jansons voor een doorzichige, relatief ingehouden benadering koos. En als dan de details dan nog haperen... Ik ben ook altijd even uit mijn hum wanneer de herhalingstekens van de expositie niet worden gerespecteerd. De kruistocht van Harnoncourt blijkt nog steeds niet helemaal gewonnen. De lyrische tweede en derde delen klinken bij dit orkest standaard mooi, maar ook de kracht van het vierde deel kwam niet voldoende uit de verf. Het was de eerste concertuitvoering van deze symfonie door Jansons en het orkest, en de kans is groot dat tijdens de komende tournee de kwaliteit stijgt. Tijdens deze laatste week voor de tournee spelen ze tijdens vier concerten maar liefst 10 verschillende werken, waarvan slechts twee eerder tijdens concerten zijn uitgevoerd. Tja, dan moet er in korte tijd veel gerepeteerd worden, en zo'n duivels moeilijke Derde Brahms laat niet met zich sollen.
Na de pauze precies het tegenovergestelde beeld: de wel al eerder gespeelde Achtste van Dvorák knalde de zaal in, werd perfect gespeeld en met zichtbaar meer enthousiasme door Jansons gedirigeerd. Die recapitulatie van het Allegretto grazioso: onaards mooi. Ik hoorde deze symfonie van dit orkest al drie keer eerder: onder leiding van De Waart, Giulini en Harnoncourt. Alledrie prachtige uitvoeringen, en deze van Jansons deed daar niet voor onder. Integendeel!

18 oktober 2008

Concert 15 oktober 2008


Woensdag 15 oktober 2008, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Herbert Blomstedt

Nielsen: Symfonie nr. 3
Mendelssohn: Symfonie nr. 3


'Een dirigent die het orkest zo mooi en warm kan laten klinken moet jaarlijks terugkeren', schreef ik hier over Blomstedts laatste concert bij het KCO in april 2007. En inderdaad, Blomstedt een rasechte muzikant die het orkest tot fraai en energiek spel verleidt. Hij is bovendien (met Haitink) het bewijs dat oude dirigenten steeds jeugdiger lijken te worden. De man is al 81 maar loopt de trap af en staat te dirigeren alsof hij in de kracht van zijn leven is. De 'Sinfonia espansiva' van Carl Nielsen is geen meesterwerk, maar bruist wel van de muzikale ideeën en het langzame deel spreekt het meest aan. Daarin heeft Nielsen twee zangstemmen geïntegreerd (hier gezongen door Marieke Steenhoek en Mattijs van de Woerd) wat het geheel opeens aan Vaughan Williams doet denken. Ik heb de Blomstedt-opnames van de Nielsen-symfonieën in de cd-kast staan (maar nog nooit geheel beluisterd) - ik zal de Derde eens nader bestuderen. Dat hoef ik niet met de 'Schotse' van Mendelssohn, want dat is een lievelingssymfonie. Hoewel Blomstedt een contrastrijke interpretatie dirigeerde, vond ik zijn aanpak soms wat te voortvarend. Het hoogtepunt van het stuk vind ik de recapitulatie van het hoofdthema in het eerste deel, met die klagende tegenstem van de celli; die liet Blomstedt onderbelicht, helaas. Maar er waren ook sublieme momenten, zoals de presentatie van dat mooie mineur-hoofdthema in de expositie, waar de strijkers zo intiem speelden dat de soloklarinettist die de melodie óók speelt prachtig mengde met de strijkers. En dat was op rij 25 allemaal prachtig te horen. Tja, dan is alles weer even helemaal perfect.

Concert 14 oktober 2008


Dinsdag 14 oktober 2008, Concertgebouw Amsterdam
Le Concert Spirituel o.l.v. Hervé Niquet

Dandrieu: Les caractères de la guerre
Händel: Water Music
Händel: delen uit Concerto grosso op. 3 nr. 4 & 5
Händel: Music for the Royal Fireworks


De hele Water Music staat zelden op de concertprogramma's en dat terwijl het verrukkelijke muziek is. De cd-opnames van Trevor Pinnock en van Jordi Savall zijn minstens zo verrukkelijk, en ik luister deze muziek regelmatig: vooral op de iPod onderweg kunnen weinig stukken tegen de Water Music op. Enfin, deze live-uitvoering was daarentegen geen succes. Niquet wilde zo authentiek mogelijk doen en stelde de ruimte van de grotze zaal van het Concertgebouw voor als de blote hemel boven de Theems: ik telde in zijn orkest op een gegeven moment (naast alle strijkers) 14 hobo's, 9 hoorns en 9 trompetten. En daarvan toeterden er altijd wel een vier- of vijftal vals. De uitvoering was vooral hard, ruw en snel; sommige delen waren alweer voorbij voor je er erg in had. Hetzelfde verging het de Vuurwerkmuziek, helaas.

15 oktober 2008

Opera 11 oktober 2008


Zaterdag 11 oktober 2008, Opernhaus Zürich
Oper Zürich

Beethoven: Fidelio

Leonore - Melanie Diener
Florestan - Roberto Saccà
Rocco - Alfred Muff
Don Pizarro - Lucio Gallo
Marzelline - Sandra Trattnigg
Jaquino - Christoph Strehl
Don Fernando - Fresimir Strazanac
Chor der Oper Zürich
Orchester der Oper Zürich o.l.v. Bernard Haitink

Zürich is een bijzonder plezierige stad, zeker bij zulk prachtig rustig najaarsweer als dit weekend. Het is een uurtje vliegen, en dan kom je in die overzichtelijke, schone en goed georganiseerde wereld die Zwitserland heet. Het Kunsthaus van Zürich is een prachtig museum, en je kunt er verder lekker eten en plezierig verpozen. Aanleiding om te gaan was deze operavoorstelling. Het operagebouw van Zürich is een klein theater, zeker vergeleken bij die enorme ruimte van het Muziektheater. Maar dat Muziektheater is eigenlijk de uitzondering vergeleken bij al die suikertaart-operahuizen in Europa. De opera van Zürich staat als vernieuwend en 'klein maar fijn' bekend, maar dat bleek niet uit deze oubollig en eendimensionaal geënsceneerde Fidelio. Ook enkele zangers waren niet helemaal van het niveau dat we bij de Nederlandse Opera gewend zijn. Melanie Diener kon haar rol van Leonore eigenlijk net niet aan, en de stemmen van Sandra Trattnigg en Christoph Strehl waren te klein om over het orkest heen te komen. Alfred Muff is een oudgediende die wel voldeed als gevangenisbewaarder en Roberto Saccà zong een prima Florestan; een naam om te onthouden. De credits gaan naar het orkest en Haitink, die weliswaar geen aparte, maar wel een goed afgewerkte en gulle verklanking van Beethovens partituur verzorgden. In het tweede bedrijf speelde het orkest tussen het duet van Leonore en Florestan en de Finale bij een gesloten doek de Tweede Leonore-ouverture, en die werd door het verder zo kalme en stille Zwitserse publiek luid toegejuicht. Geen ultiem-perfecte operavoorstelling (vooruit, ook Beethoven is hier niet op zijn best), maar evenals in Londen vorig jaar een mooi moment om Haitink op het podium van een operatheater te zien verschijnen. Het zal er waarschijnlijk niet meer van komen, maar hoe graag zou ik hem eens in de bak en op dat podium van het Muziektheater willen zien. Als je op de foto boven klikt, verschijnt-i groter op je scherm. Ik nam 'm zelf, een uurtje voor aanvang. De borstbeelden links en rechts zijn Goethe en Schiller, en in het midden van links naar rechts Weber, Mozart en Wagner. Het gebouw werd in een jaar tijd gebouwd, en werd in 1891 opgeleverd. (En wij doen 10 jaar over de renovatie van een gebouw...)

05 oktober 2008

Concert 2 oktober 2008


Donderdag 2 oktober 2008, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Daniele Gatti

Beethoven: Symfonie nr 6 'Pastorale'
Bartók: Concert voor orkest


Daniele Gatti is een sierlijk dirigent, en onder zijn leiding speelt het KCO altijd bevlogen. Interpretatief is Gatti (nog) niet zo goed als bijvoorbeeld Haitink en Jansons, maar zijn concerten heb ik tot op heden altijd overtuigend gevonden. Zo ook vanavond. Na de pauze het immer boeiende Concert voor orkest van Bartók. Het boeit door de bonte verzameling invallen die toch ook weer zo fraai geheel vormen. Het werk is eerder interessant dan aangrijpend, en het kreeg vanavond een flitsende uitvoering. Het hoogtepunt van het concert was echter de Pastorale voor de pauze, die heerlijk vloeiend en evenwichtig werd uitgevoerd. Norrington leidde een paar jaar geleden bij het KCO een nog subtielere uitvoering, maar ook Gatti verstond de kunst dit werk in al zijn pracht te laten horen. Want ondanks alle lof voor de uitvoerenden: wat een ultiem meesterwerk is die Pastorale toch. Het is permanent mooi-mooier-mooist wat je hoort.