31 augustus 2019

Concert 13 augustus 2019

Dinsdag 13 augustus 2019, Concertgebouw Amsterdam
National Youth Orchestra of the United States of America o.l.v. Antonio Pappano
Joyce DiDonato, sopraan

Beckman: Occidentalis
Berlioz: Les nuits d'été
Prokofiev: Symfonie nr. 5

Op het allerlaatst een kaartje gekocht voor dit concert, en bepaald geen spijt. Ik zat helemaal achterin in de hoek van het balkon op de bovenste rij, maar het klonk er geweldig. Zeker wanneer zo'n Amerikaans jeugdorkest (in rode broek en op sneakers, zie foto) even wil laten horen wat het kan. Het obligate home made orkestwerk van Benjamin Beckman was vooral hard en veel - het duurde een minuut of vier, dus vooruit. Ook in Prokofievs Vijfde ging het orkest voluit, maar Pappano hield de boel strak in het gareel, en het stuk kan het hebben. Hoogtepunt van het concert waren de onwaarschijnlijk fraai gezongen zes liederen Les nuits d'été van Berlioz. Sowieso één van mijn favoriete muziekstukken, en DiDonato zong ze hemels. Ik hoorde ze eens gezongen door o.a. Anne Sofie Von Otter en door Cecila Bartoli, maar DiDonato maakte enorme indruk door haar muzikaliteit en intimiteit. De liederen klinken zo eenvoudig, maar zijn zo moeilijk te spelen en te zingen. Pappano en DiDonato bleken perfect op elkaar ingespeeld.

Concert 28 juli 2019

Zaterdag 28 juli 2019, Concertgebouw Amsterdam
Leo van Doeselaar, Maarschalkerweerdorgel

J.S. Bach: Passacaglia in c, BWV582
Poglietti: Canzon und Capriccio über das Henner und Hannergeschreÿ
Vierne: uit Orgelsymfonie nr. 1: Prélude en Allegro vivace
Franck: Koraal nr. 2 in b
Debussy (arr. Robin): Prélude à l'apres midi d'un faune
Brahms (arr. Smits): uit Symfonie nr. 4: Allegro energico e passionato

Voor het derde jaar op rij (en daarvoor in 2015) een ruim uurtje orgel in de Grote Zaal. Ik ga de genoegens ervan niet opnieuw beschrijven, zie de eerdere weblogs (de laatste vorig jaar hier). Tijdens dit recital stond de passacaglia centraal, te beginnen met die onverwoestbare van Bach (er is ook eentje met het BWV-nummer 564 maar ik heb nog geen verschil met BWV582 kunnen ontdekken). Heerlijk om dan ook het slotdeel uit Brahms' Vierde te horen - het orkest-origineel wint het uiteraard van de orgelbewerking, maar desondanks... Dat gold ook voor de bewerking van de Prélude à l'apres midi d'un faune van Debussy; de orkestversie is zoveel rijker in klank en stemming. Grote openbaring van dit concert was de werkelijk fantastische Prélude uit de Eerste orgelsymfonie van Louis Vierne. Een donker wrang klinkend stuk waarin de chromatiek uit Wagners Tristan en Parsifal in doorklonk. Na het concert naar huis en met concertgenoot naar de boot om door de grachten te varen. Het leven kan slechter.