18 december 2008

Concert 17 december 2008


Woensdag 17 december 2008, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Iván Fischer

Bartók: Muziek voor snaarinstrumenten, slagwerk en celesta
Tsjaikovsky: Symfonie nr. 4


Iván Fischer is een groot dirigent. De laatste jaren zijn zijn concerten bij het KCO steevast van uitmuntende kwaliteit, en zijn optreden vorig jaar met zijn eigen Budapest Festival Orkest (met een prachtige Bruckner 7) zal ik niet snel vergeten. Trouwens, wanneer je een orkest opricht en dat (volgens de laatste peiling van Gramophone onder muziekjournalisten) in ruim 25 jaar in de top tien van de beste orkesten ter wereld weet te krijgen, dan ben je sowieso een kanjer. Deze avond stond hij weer voor wat volgens de journalisten het allerbeste orkest van de wereld is, en dat leverde een geweldig concert op. Ik hoorde de Muziek voor snaarinstrumenten, slagwerk en celesta al vele malen: in de A-serie kwam het stuk regelmatig langs, maar ook Solti en Levine heb ik het horen dirigeren. Zo subtiel, rijk en spits als deze avond hoorde ik het echter nog niet eerder. Na een enkel kuchje aan het begin was het hoogbejaarde publiek van de B-serie muisstil; hier gebeurde wat bijzonders. Fischer dirigeert ogenschijnlijk een beetje lomp en nonchalant, maar ieder gebaar is effectief en toepasselijk om zijn bedoeling kenbaar te maken. Dat geweldige tweede deel, waarin vooral de snaren en het slagwerk schitterende combinaties aangaan, kwam er subliem uit. Na de pauze die heerlijke Vierde van Tsjaikovsky; het was allemaal precies zoals het moest zijn: perfect opgebouwd, subliem gespeeld, en nergens over de top. Een klasse-dirigent voor een klasse-orkest. Tja, het is dat het KCO met Jansons de best denkbare chefdirigent heeft, maar voor Fischer misschien toch maar een status aparte creëren (alvast...)?

09 december 2008

Concert 7 december 2008


Zondag 7 december 2008, Doelen Rotterdam
Rotterdams Philharmonisch Orkest o.l.v. James Conlon

Mahler: Symfonie nr. 10 (uitvoeringsversie Cooke)

De Tiende van Mahler hoor je zelden of nooit. Heel lang geleden hoorde ik de Cooke-uitvoeringsversie bij het KCO o.l.v. Simon Rattle (tijdens zijn mislukte gastdirigentschap waarna hij nooit meer voor het orkest terugkeerde). Enkele jaren later dirigeerde Chailly een fenomenale uitvoering bij hetzelfde orkest; van beide dirigenten bezit ik ook een opname die ik echter nooit beluister. Nu het werk op de lessenaars van het Rotterdams Philharmonisch bleek te liggen, en ik dit weekend toch langs mijn ouders die redelijk in de buurt wonen zou gaan... Enfin, de zaal van de Doelen was deze zondagmiddag net voor de helft gevuld. Het wil in Rotterdam maar niet lukken om bij reguliere abonnementsconcerten die een populair karakter overstijgen de zaal goed gevuld te krijgen. Alleen bij bijzondere evenementen (Gergiev op bezoek, iets met kinderen of bij een aparte festiviteit) komen er voldoende mensen (uit Amsterdam ook?) naar de Doelen. Maar de basis - de vaste concertgangers die niet terugdeinzen voor onbekend repertoire - lijkt smal. Wanneer een oud-chefdirigent een groots en bijzonder Mahler-werk komt dirigeren hoort de zaal redelijk gevuld te zijn, en niet zoals afgelopen zondag te leeg... De uitvoering was niet bijzonder. Goed, maar rechtlijnig en weinig uitgesproken. Voldoende goed om het werk weer eens nader te leren kennen, maar een groot Mahler-dirigent is Conlon zeker niet. Zeker het laatste deel, met de klappen op de grote trom, hoort door merg en been te gaan. En dat gebeurde niet. Desondanks een zeer welkome hernieuwde kennismaking met dit aparte muziekstuk!

03 december 2008

Herontdekkingen in mijn cd kast 2 - Karajan 2




In mei j.l. deed ik twee beloftes: de titel boven deze log geeft aan welke. Door een hernieuwde kennismaking met een verrukkelijke cd uit mijn verzameling kan ik in één aan beide beloftes gevolg geven. Ik kocht de cd met ouvertures van Offenbach uitgevoerd door de Berliner Philharmoniker o.l.v. Von Karajan al in 1995, maar hij bleef soms jaren onbespeeld. Maar onlangs kwam hij weer uit de kast en zette ik hem op mijn iPod, zodat ik de muziek ook tijdens treinreizen en fitness-oefeningen kan beluisteren.

En op de trainingsapparaten werd ik weer helemaal blij van deze collectie ouvertures van de steevast met binocle getooide Duits-Franse componist. Ik heb de fraaiste foto's die ik op internet van hem vond in deze log geplaatst - het is gewoon een geweldige kop om naar te kijken. (Merk het verschil op tussen de foto's en de cartoon helemaal onderin...!)


En de glimlach die als vanzelf onstaat bij het zien van die foto's, komt ook tevoorschijn als je naar deze cd met ouvertures luistert.


Ik leerde de ouverture Orphée aux Enfers als puber kennen bij de fanfare in Zuid-Limburg waar ik een jaartje of zeven speelde - de dirigent leek dat wel een aardig stuk. Ik zou 'onze' uitvoering niet meer willen terughoren, maar wat Von Karajan ervan maakt is ronduit prachtig. Het hoempapa-thema aan het slot van de ouverture is wereldberoemd, maar het hoogtepunt van de ouverture (en de uitvoering) is de passage met de solo-viool. Lekker schmieren, maar wat een melodie!


Een andere onweerstaanbare ouverture is La Grande-Duchesse de Gerolstein: alleen al de bekkens die aan het begin een slag eerder inzetten! Even verderop buitelen de melodieën over elkaar heen, de ene nog heerlijker dan de andere.


De ouverture La Belle Hélène is gewoon een erg goed opgebouwd stuk. Von Karajan speelt zijn hoogste troeven uit in Vert-Vert/Kakadu een ouverture waarin de meest fijnzinnige passages worden afgewisseld met de bontste kermismuziek. De opname stamt uit de late-Von Karajan-periode (1980). Dat wil zeggen: weinig subtiel, lekker vet en massaal, en zeker niet overal even goed afgewerkt. Ik heb de indruk dat ze er maximaal twee repetities aan hebben besteed, en daarna hup op de band. Maar de kwaliteit van orkest en dirigent levert geweldige uitbundige uitvoeringen op waarin toch ook hun grootsheid doorstraalt. Een feest-cd van een feest-componist!