18 februari 2015

Concert 13 februari 2015

Vrijdag 13 februari 2015, Concertgebouw Amsterdam
Orchestre des Champs-Elysées o.l.v. Philippe Herreweghe
Collegium Vocale, Gent
Ilse Ehrens, sopraan
Renata Pokupic, mezzosopraan
Magnus Staveland, tenor
Florian Busch, bas

Dvorák: Stabat mater

Ergens begin jaren negentig recenseerde ik een poosje cd's voor het heropgerichte tijdschrift Disk, en toen kreeg ik een dubbel-cd met het Stabat mater van Dvorák voorgelegd, in een uitvoering van Jirí Belohlávek. Ik was erg onder de indruk van de kwaliteit van het stuk, en ik heb het altijd veel mooier gevonden dan zijn Requiem. Met die Chandos-opname van Belohlávek is eigenlijk niets mis, ofschoon het wel wat voloptueus is allemaal. Vorig jaar was daar opeens een subtiel-slanke uitvoering op cd, gedirigeerd door Philippe Herreweghe, en kort daarna de aankondiging van een uitvoering in Amsterdam. Tja, vandaar. De zaal zat goed vol, ofschoon niet uitverkocht, en ik heb de formaties van Herreweghe niet eerder zo uitgebreid gezien: 50 koorzangers en een flink orkest. Maar nog steeds veel minder dan de troepen die Belohlávek getuige de foto's uit het cd-boekje op het strijdtoneel liet aanrukken. Ook de vier solisten zongen tijdens dit concert minder opera-achtig dan bij Belohlávek. Het was gewoon een heel fraaie en betrokken uitvoering; de zaal luisterde aandachtig naar dit onderschatte, onderbelichte en voor velen wellicht onbekende werk. Het is geen meesterwerk: sommige van de tien delen zijn iets te zoet. Maar het schurkt wel tegen die kwalificatie aan, want andere delen zijn weer onnavolgbaar mooi. Pure weelde om Herreweghe en zijn koor en orkest dit mooie Stabat mater hier 300 meter verderop te mogen beluisteren!

Concert 11 februari 2015

Woensdag 15 februari 2015, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Mariss Jansons
Dorothea Röschmann, sopraan

R. Strauss: Der Bürger als Edelmann
Mahler: Symfonie nr. 4

Net als Rossini vond Strauss het zonde om muziek weg te gooien. Een zes uur durende combinatie van toneel, toneelmuziek en opera die hij samen met Von Hoffmansthal had geschreven bleek nauwelijks uitvoerbaar. Strauss gebruikte de meeste muziek vervolgens voor een nieuwe coherente opera (Ariadne auf Naxos) en van het resterende materiaal stelde hij een toegankelijke suite samen met veel referenties naar eerdere stijlen uit de muziekgeschiedenis. Ik hoorde Der Bürger als Edelmann één keer eerder, door het KCO o.l.v. Lorin Maazel in 2000. Het is een wat mutserig stuk, dat echter uiterst subtiel en zwierig werd gespeeld door het flink uitgedunde orkest. Jansons beloonde het orkest met een noviteit: bij het applaus liet hij alle orkestleden apart opstaan, ook de violisten op de derde rij. Het gebaar zorgde voor extra luim en een aanzwellend applaus. Na de pauze serieuzer werk met de Vierde van Mahler. Het was een heuglijke uitvoering. Ik hoorde al vele grote dirigenten deze symfonie uitvoeren (waaronder Bernstein, Haitink, Chailly, Rattle, Fischer), maar geen van die best grootse uitvoeringen was zo vloeiend, transparant en subtiel als deze avond met Jansons. Relatief hoge tempi, en toch klonk alles heel beheerst en homogeen. In het eerste en tweede deel werkte dat prachtig; wat een verschil met de markante en expressieve vertolking van het tweede deel indertijd door Chailly. Het Ruhevoll vond ik daarentegen iets te vloeiend, hoe sonoor alles ook werd gespeeld; ik miste de dramatiek die toch ook in dit deel zit. Dorothea Röschmann verving de zieke Genia Kühmeier en dat zorgde voor een heel andere invulling van het slotdeel. Kühmeier is een slanke sopraan die engelachtig kan zingen; Röschmann is zowat het tegenovergestelde: haar timbre is donker, tegen het rauwe aan, en zij zong haar tekst uiterst expressief. Op zich best fraai gedaan, maar ik betwijfel of Jansons dit aanvankelijk in gedachten had.

13 februari 2015

Concert 5 & 7 februari 2015

Donderdag 5 en zaterdag 7 februari 2015, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Semyon Bychkov
Katia en Maria Labèque (piano's) (5 febr)
Simon Höfele, trompet (7 febr)

Mozart: Concert voor twee piano's en orkest
Haydn: Trompetconcert
R. Strauss: Eine Alpensinfonie

Tussen de subtiele, sprankelende Rossini-uitvoeringen door twee keer de Alpensinfonie; dat is gevarieerd en welluidend luisteren. Bychkov mag na zijn geslaagde rentrée in 2011 (zie hier) weer regelmatig terugkeren bij het KCO, ofschoon hij geen uitzonderlijk verrassende uitvoeringen presenteert. De Alpensinfonie klonk twee keer prima, vloeiend en goed afgewerkt, maar overrompelend werd het niet. Het orkest speelde prachtig sonoor, en dan valt er een hoop te genieten met dit stuk, maar de extra verfijning ontbrak. Tijdens het abonnementsconcert op donderdag klonk voor de pauze het Dubbelconcert van Mozart door de zusjes Labèque; het is een speels en soepel concert, maar heeft wel wat extra power nodig om volledig te kunnen boeien. Ik heb er een cd-opname van met Nikolaus Harnoncourt, Chick Chorea en Friedrich Gulda, ook met het KCO, en die uitvoering is spannend en uitdagend. Bychkov en de Labéques speelden het concert te gewoontjes en dan blijft het concert te eendimensionaal. Op zaterdag speelde de 20-jarige trompettist Simon Höfele tijdens het Essentials-concert het eveneens wat eendimensionale concert van Haydn. Thomas Vanderveken gaf weer aanstekelijke inleidingen. Het blijkt een succesvolle formule: de zaal zowat uitverkocht, vol jongeren, en de inleidingen van Vanderveken met powerpoints op grote schermen zetten je voorafgaand aan de uitvoeringen op het juiste spoor. Die inleidingen mogen best apart gepubliceerd worden; ze zijn het bekijken meer dan waard.

09 februari 2015

Opera 29 januari, 3 & 8 februari 2015

Donderdag 29 januari, dinsdag 3 februari, zondag 8 februari 2015, Muziektheather Amsterdam
De Nationale Opera

Rossini: Il viaggio a Reims

Corinna - Eleonora Buratto
La Marchesa Melibea - Anna Goryachova
La Contessa di Folleville - Nino Machaidze
Madama Cortese - Carmen Gionnattasio
Il Cavaliere Belfiore - Juan Francisco Gatell
Il Conte di Libenskof - Michael Spyres
Lord Sidney - Roberto Tagliavini
Don Profondo - Nicola Ulivieri
Il Barone di Trombonok - Bruno De Simone
Don Alvaro - Mario Cassi
Don Prudenzo - Biagio Pizzuti
Koor van de Nationale Opera
Nederlands Kamerorkest o.l.v. Stefano Montanari

Ieder mens heeft zo zijn eigenaardigheden, en het geen weerstand kunnen bieden aan grandioze operaproducties is één van de mijne. Enfin, ik schreef in mijn weblog over de premièrevoorstelling van Il viaggio a Reims (zie hieronder) dat ik nog twee keer zou gaan; het werden er drie - ik beschrijf ze hier gemakshalve in één log. Ik deed het vaker: drie keer naar eenzelfde opera uit een serie voorstellingen, maar vier keer kwam nog niet eerder voor. En hoe overdadig het ook overkomt: ik heb alle keren met volle teugen genoten, zag en hoorde al die drie volgende keren alsof ze de eerste en enige keer waren. Op detailpunten was dat overigens ook zo, want Montanari varieerde er in zijn begeleidingen lustig op los. Bij de laatste voorstelling zat ik op de tweede rij, en zag de orkestleden regelmatig glimlachen om weer andere accentueringen - die zij overigens vol overtuiging en accuratesse opvolgden. Orkest, zangers en dirigent hadden er zichtbaar plezier in; ik hoorde van iemand die in deze productie een mimerol speelde, dat iedereen er ook enorm veel lol in had. Logisch eigenlijk: de muziek van Rossini is zomers aanstekelijk, en de enscenering uitermate intelligent, speels en coherent. Enige kritiek die je op het geheel zou kunnen hebben is dat de uitbeelding dikwijls niet strookt met wat er gezongen wordt. Wie de boventiteling meesleest en op die manier de handeling probeert te volgen, raakt al snel in complete verwarring door wat er op het toneel te zien is. Maar ja: eigenlijk is er geen handeling in deze opera, sluiten een aantal taferelen inhoudelijk niet op elkaar aan, of beter: staan volledig los van elkaar, en biedt de enscenering van deze productie meer lijn en ontwikkeling dan het verhaal van de opera zelf. Van de zangers sprongen Eleonora Buratto, Nino Machaidze, Carmen Gionnattasio en Michael Spyres eruit. De aria's van Corinna en het duet van Madama Cortese en Il Conte di Libenskof direct na de pauze vormen de vocale hoogtepunten van de voorstelling, ook al worden eigenlijk alle taferelen prachtig vertolkt. Ik kan nog lang doorgaan, maar het moge duidelijk zijn dat ik vier avonden in de zevende hemel heb vertoefd. Daarom bovenin gewoon maar een van de bekendste foto's van de grote Rossini op latere leeftijd. Ik kan er lang naar kijken. Uit die kop kwam toch al die fabelachtige muziek. (Als je erop klikt komt de foto fraai vergroot en scherp op je scherm.)