Zondag 19 januari 2020, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Andris Nelsons
Hakan Hardenberger, trompet
Pierre-Laurent Aimard, piano
Groot Omroepkoor
Beethoven: delen uit Die Geschöpfe des Prometheus
Dean: Dramatis Personae voor trompet en orkest
Skrjabin: Prometheus - Le poème du feu
Het jaar is alweer een maand oud, en muzikaal begon het pas met dit concert op de 19e januari, maar in de kleine twee weken erna al veel bezocht en gehoord, dus hoog tijd om te schrijven. Dit concert was bijzonder om meerdere redenen. Allereerst: de terugkeer van Andris Nelsons die sinds de aanstelling van Gatti als chefdirigent opeens verstek liet gaan - terwijl hij daarvoor zo vaak te gast was. Voorts het bijzondere programma rondom het Prometheus-thema. Ik kocht in mijn studententijd een cd met de complete balletmuziek Die Geschöpfe des Prometheus van Beethoven en beluisterde die cd heel vaak, dus de enkele delen die Nelsons en het KCO speelden klonken me bekend in de oren; ze werden wel veel beter gespeeld dan ik van die cd herinnerde. Strak, vloeiend en kleurrijk. Het trompetconcert van Dean was een soort potpourri waarin Hardenberger als een playboy-virtuoos de aandacht opeiste, maar echt boeiend was het stuk niet. Tot het einde, toen het opeens transformeerde tot een neo-klassieke pastiche. Maar dat leek me ook wat goedkoop om uiteindelijk de handen op elkaar te krijgen. Na de pauze het symfonisch gedicht Prometheus van Skrjabin, dat sinds 1912 niet eerder door het KCO werd gespeeld (toen o.l.v. Mengelberg met Skrjabin aan de piano). Nu met lichtorgel, zoals Skjabin het bedacht had, althans: een interpretatie ervan. Een lichtgevende klok gemonteerd aan het orgel en stroboscopische effecten in de zaal. Mooi, maar het had voor mij niet gehoeven; die lichteffecten leidden slechts af van de muziek. Hoe dan ook een bijzonder concert. Nelsons moet de nieuwe chef worden, vind ik.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten