31 augustus 2014

Concert 25 augustus 2014

Concert 25 augustus 2014, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Mariss Jansons
Leonidas Kavakos, viool

Brahms: Vioolconcert
R. Strauss: Tod und Verklärung
R. Strauss: Till Eulenspiegels lustige Streiche

Kavakos is komend jaar Artist in Residence en hij opende dat met een grandioze uitvoering van Brahms' vioolconcert. Dat is een hondsmoeilijk en machtig stuk, en Leonidas bewees hier zijn reputatie als een van de meest technisch briljante violisten van deze tijd. Puntgaaf gespeeld, fraai opgebouwd. De begeleiding door het orkest was vooral dienstbaar, relatief ingehouden. Dat kan ook grootser en rauwer, maar zo innig begeleid heeft ook wel wat. Het Adagio is Brahms op zijn allermooist en allerbest (en dat terwijl Brahms eigenlijk alleen maar goede muziek heeft nagelaten; Brahms is altijd goed!). Na de pauze twee karakterstukken van Richard Strauss; wat een fenomenaal orkestrator. Het Largo waarmee Tod und Verklärung opent, vind ik zo'n geweldig stuk. Jansons en het KCO brachten Tod und Verklärung enkele jaren geleden al, maar voor zover ik weet speelden ze Till Eulenspiegel nu voor het eerst. Het guitige zootje ongeregeld van dit stuk knalde de zaal in. 'Gewoon' weer een KCO-concert waarna je gelukzalig naar huis gaat.
De foto hierboven heb ik van de facebook-pagina van het orkest gehaald; hij werd volgens het bijschrift tijdens de repetities op de vrijdag voor het concert gemaakt. Ik weet alleen niet waar ze toen repeteerden, want dit is duidelijk niet het Concertgebouw.

30 augustus 2014

Bach

Voor de bespreking van dit boek zie mijn boekenweblog.

26 augustus 2014

Concert 20 augustus 2014

Woensdag 20 augustus 2014, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Mariss Jansons
Jean-Yves Thibaudet, piano

Sjostakovitsj: Symfonie nr. 1
Ravel: Pianoconcert in G
Ravel: 2e Suite uit Daphnis et Chloé

Jansons begint aan zijn laatste seizoen als chefdirigent van het KCO, maar niets duidt erop dat dirigent en orkest elkaar niet meer mogen. Integendeel. Ondanks dat dit hun eerste concert na de zomervakantie was, speelde het orkest uiterst secuur, ragfijn en precies zoals Jansons het kennelijk eiste. Sjostakovitsj' Eerste is een jeugdwerk, maar behoort wel tot zijn meest geslaagde symfonieën. Ik hoorde het ooit eens gedirigeerd door Georg Solti, maar nu klonk het stellig met meer precisie. De zaal luisterde muisstil. Na de pauze Thibaudet in het pianoconcert in G van Ravel; ik weet niet hoe vaak ik het hem heb horen spelen; dit was zeker niet de tweede keer. Het werk zit hem van nature in de vingers; als toegift speelde hij de Pavane pour un infante défunte. Tenslotte het voltallige KCO in de tweede suite uit Daphnis et Chloé. Tja, ik schreef het hier al eens: deze suite begint met het fraaiste stuk uit het hele werk, maar die zonsopkomst heeft eigenlijk een inleiding nodig. Zo koud begonnen is het effect minder krachtig. Enfin, het blijft een hoogtepunt in de orkestliteratuur: niet alleen die climax van de zonsopkomst, maar juist ook dat lijzige wakker worden erna. De fluitsolo en de apotheose: het werd allemaal grandioos gespeeld. De foto hierboven werd tijdens het concert gemaakt, en plukte ik van de facebookpagina van het orkest.

Concert 19 augustus 2014

Dinsdag 19 augustus 2014, Concertgebouw Amsterdam
Rotterdams Philharmonisch Orkest o.l.v. Yannick Nézet-Séguin

Mahler: Symfonie nr. 6

Zo, het nieuwe concertseizoen is van start gegaan. In een week tijd drie concerten met stevige orkestwerken: het RphO en het KCO gaan in Europa de festivals af, en dat doe je dan niet met een Haydn-symfonie of een Rossini-ouverture, want het hele orkest moet mee. Het Rotterdams Philharmonisch opende de reeks en ging vol aan de bak met de Zesde van Mahler, zijn ongemakkelijkste symfonie. Het stuk eindigt uiterst wrang, en ook in de anderhalf uur daarvoor zit je eigenlijk nauwelijks lekker in je stoel. En toch is het een stuk dat voortdurend intrigeert. Ik hoorde Nézet-Séguin nog nooit eerder tijdens een concert, alleen als operadirigent bij DNO (zie de dirigentenlijst hiernaast). Dat beviel steeds uitstekend. Ook op het concertpodium is zijn gedrevenheid enorm, en dat maakte dit een typisch Rotterdamse uitvoering: gedreven, zonder kapsones, ongepolijst, met opgestroopte mouwen. Soms prachtig, soms ook wat kort door de bocht. Het nieuwe concertseizoen kon daarentegen slechter beginnen.