10 april 2010

Concert 9 april 2010


Vrijdag 9 april 2010, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Markus Stenz
Christianne Stotijn, mezzo-sopraan

Bruckner: Symphonisches Präludium
Mahler: Blumine
Glanert: Fluss ohne Ufer
Diepenbrock: Hymne an die Nacht
Janacek: Sinfonietta


Een wat caleidoscopisch programma van stuk voor stuk boeiende stukken; een concert waarbij de dirigent vijf keer de trap afkomt is misschien wat teveel verbrokkeld, maar de afzonderlijke onderdelen waren uit zichzelf aantrekkelijk genoeg om toch een fraai concert te laten ontstaan. Dat begon al meteen met het Symfonisch Präludium van Bruckner, een onbekend stuk van een kleine tien minuten dat hier zijn Nederlandse premiére beleefde. De herkomst is wat duister, althans volgens de toelichting in Preludium, maar ik hoorde er voldoende Bruckner in. Fraai slot trouwens. Dat gold ook voor de Blumine van Mahler, hier voor het eerst gespeeld door het KCO. Een sierlijk lieftallig stuk. Tja, daar zit je dan als wereldberoemd Bruckner- en Mahlerorkest binnen twintig minuten van beide componisten iets nieuws te spelen. Van Glanert hoorde ik ooit eens een geweldig stuk in de A-serie (Theatrum bestiarum), zie hier de weblog daarvan. Fluss ohne Ufer was eveneens klankrijk en uitbundig, maar miste net die impact van Theatrum bestiarum. Desondanks is Glanert een boeiende componst! Na de pauze vloeiden de stem van Christianne Stotijn en het orkest onder leiding van de soepel dirigerende Stenz prachtig samen in de weelderige Hymne an die Nacht van Diepenbrock, dat eigenlijk een centraler positie in het orkestrepertoire zou mogen hebben. De Sinfonietta van Janacek was een lekkere uitsmijter, fraai gespeeld. Maar een topwerk vind ik het nog steeds niet. Ik vond het ook wat detoneren in dit rondom-Mahlerprogramma. Wie een abonnement heeft op de Mahler-serie kon voor een prikie naar dit concert uit de A-serie. Vandaar dat de zaal helemaal vol zat.