25 februari 2019

Opera 30 januari 2019

Woensdag 30 januari 2019, Koninklijk Theater Carré Amsterdam
De Nederlandse Reisopera

Korngold: Die tote Stadt

Paul - Daniel Frank
Marietta - Iordanka Derilova
Frank - Marian Pop
Brigitta - Rita Kapfhammer
Fritz, Pierrot - Modestes Sedlevicius
Consensus Vocalis
Noord Nederlands Orkest o.l.v. Antony Hermus

Nog voor ik in 2006 deze weblog startte bracht DNO deze Korngold-opera in het Muziektheater. In april 2005 om precies te zijn, met Thorsten Kerl in de hoofdrol, en met het Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Ingo Metzmacher in de orkestbak. Enkele maanden ervoor kocht ik de eerste en stellig tot in de eeuwigheid meest geweldige opname van deze opera o.l.v. Erich Leinsdorf met René Kollo en Carol Neblett in de hoofdrollen (en Herman Prey in de rol van Fritz/Pierrot als onweerstaanbare bonus). Sinds die twee keer dat ik die DNO-voorstelling zag/hoorde en de vele malen dat ik die cd-opname van Leinsdorf beluisterde, behoort Die tote Stadt tot mijn favoriete opera's. Ongelooflijk: Erich Wolfgang Korngold, door zijn ouders met zijn voornaam meteen bij geboorte deels vernoemd naar wonderkind Mozart, componeerde dit complexe stuk toen hij pas 22/23 was! Ik beluister de opera minstens drie keer per jaar in de auto. En tja, 'Glück, das mir verblieb' (luister hier) en Pierrots Lied 'Mein Sehnen, mein Wähnen' (luister hier): ik ben er nog steeds niet uit welke mooier is (en hoe goed dirigeert Leinsdorf!). Korngold ook niet, want hij hergebruikt beide melodieën meerdere keren, gewoon omdat ze terecht te mooi zijn om slechts één keer te laten horen. Maar goed, wat gedacht van Brigitta's verzuchting 'Was das Leben ist' aan het begin van de opera, de kathedrale orkestinleiding van de tweede akte en het begin van de derde akte met het kinderkoor en de processie... Die tote Stadt is een grandioze opera, en zowaar opeens door de Nederlandse Reisopera in Carré. Ik zag er in juni 1987 voor het eerst überhaupt een opera (Wagners Meisersinger door het Concertgebouworkest), en wist niet wat ik hoorde en zag, en nu opeens weer, en kon mijn emoties bij al die genoemde hoogtepunten niet bedwingen. Het orkest was te klein en klonk in deze zaal te droog, maar er werd o.l.v. Antony Hermus vol vuur gespeeld en door Daniel Frank en Iordanka Derilova geweldig goed gezongen. Ik ontmoette in de pauze onverwacht goede vrienden, die deze opera ook in hun hart dragen en erbij wilden zijn. Zo ook ik. Tja, Glück, das mir verblieb...

19 februari 2019

Concert 24 januari 2019

Donderdag 24 januari 2019, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Bernard Haitink

Mozart: Symfonie nr. 40
Brahms: Symfonie nr. 4

Hoe vanzelfsprekend om hierboven de naam van dit orkest en deze dirigent te typen - eigenlijk decennialang en voor mij sinds altijd een logische combinatie. Maar misschien was dit wel de laatste keer dat ik het KCO en Haitink samen zag musiceren; na dit seizoen neemt Haitink (op zijn 90ste) een sabbatical... tja, dat voorspelt niets goeds. Maar goed, wat een cadeau dat Haitink dit geweldige programma van de weggestuurde Gatti overnam. Die sublieme 'Grote' g-klein symfonie van Mozart klonk puur, doorzichtig en uiterst natuurlijk. Haitink interpreteerde eigenlijk niet, liet het orkest zo fris en transparant mogelijk spelen. Dan hoor je veel details, en tegelijk ook de grote lijn. Eigenlijk hetzelfde als in Brahms' Vierde. Ik begreep lange tijd niks van deze symfonie, totdat Giulini het eens bij het KCO dirigeerde - ik begaf mij toen perplex huiswaarts. En Haitink liet het orkest ditkeer louter spelen wat er in de partituur stond, maar dan wel op zijn allerfraaist. Het vierde deel van Brahms Vierde is zijn allerbeste compositie, en dat terwijl alles van Brahms goed is...
In juni Haitink opnieuw op de bok, nu met het Radio Philharmonisch met Bruckner Vier. D.V.!