26 januari 2020

Concert 17 december 2019

Dinsdag 17 december 2019, Conceretgebouw Amsterdam
Münchner Philharmoniker o.l.v. Valéry Gergiev
Daniel Lozakovitsj, viool

Beethoven: Vioolconcert
Bruckner: Symfonie nr. 7

Een welluidend en lang laatste concert van het jaar. Voor de pauze speelde de tiener Lozakovitsj het grandioze Beethoven-vioolconcert; het blijft immer ontroeren en verbazen. Het joch is nog geen twintig, maar speelde het volwassen, gerijpt en technisch feilloos. De pauze eindigde rond half tien, en toen nog die Zevende Bruckner. Gergiev liet de Münchner spelen ter nagedachtenis van hun illustere chef Celibidache, die niks liever dirigeerde dan Bruckner, en met juist dit orkest de meest grandioze Bruckners realiseerde. Deze uitvoering was vol, gedragen, zwaar en robuust - pas rond elf uur klonk de slotnoot. Er leiden meerdere wegen naar Rome, alsook dat deze symfonie ook lichtvoetiger en zangeriger gespeeld kan worden. Maar deze lekkere zware zuidduitse verklanking mocht er zijn! En de trillende handjes van Gergiev worden steeds intrigerender.

22 januari 2020

Concert 11 december 2019

Woensdag 11 december 2019, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Iván Fischer
Isabelle Faust, viool
Tabea Zimmermann, altviool

Rossini: Ouverture L'Italiana in Algeri
Mozart: Sinfonia Concertante KV364
Rossini: Ouverture La gazza ladra
Haydn: Symfonie nr. 102

Ieder stuk van dit concert was al een reden om erheen te gaan. En het werd een feest, door Fischer, door de dames Faust en Zimmermann en door Rossini, Mozart en Haydn. En niet te vergeten door het KCO. De ouverture tot de Italiaanse in Algerije begint zacht en dwingt de luisteraar tot stilzijn. En wanneer de luisteraar stil is trakteert Rossini hem/haar op een uitbrander. Geniaal begin. Dario Fo ensceneerde deze opera eens bij DNO en juist dat begin van die ouverture kan ik me ervan goed herinneren. Na de ouverture een indringende uitvoering van Mozarts Sinfonia Concertante voor viool, altviool en orkest. Ik ken het stuk van haver tot gort, maar hoorde het nog nooit eerder live. Het is een meesterwerk, door de onnavolgbare en tegelijkertijd o zo natuurlijk klinkende wisselwerking tussen de twee solisten. Alleen al hoe Mozart de solisten in het eerste deel introduceert. Hij laat ze loskomen uit de orkestinleiding: zo briljant! En in het middendeel is geen thema gelijk, en alles is tegelijkertijd zo aangrijpend. Faust en Zimmermann speelden als een twee-eenheid, elkaar uitdagend en naar elkaar luisterend. Eindelijk dit dierbare stuk live gehoord, en bijkans ideaal uitgevoerd. Na de pauze Rossini's meest sublieme ouverture. Trommels links en rechts, en je hoort de ekster diefachtig zijn. En de beste uitbeelding van zomer in muziek. Tenslotte Haydns symfonie nr. 102, van de Londense een van de minst bekende, maar een verrukkelijk stuk. Door Fischer iets te larmoyant uitgevoerd, maar alleen al dat tweede deel, met die om de melodie zwevende solo-cello maakt alles goed - bedenk het maar! Ik schreef het al eerder: wat een grootheid, die Haydn. Een gelukmakend concert met louter briljante stukken.
De foto boven deze weblog is gemaakt door Renske Vrolijk tijdens de repetities voor dit concert.

19 januari 2020

Opera 6 december 2019

Vrijdag 6 december 2019, Muziektheater Amsterdam
De Nationale Opera

Rossini: La Cenerentola

Don Ramiro - Lawrence Brownlee
Angelina - Isabel Leonard
Alidoro - Roberto Tagliavini
Don Magnifico - Nicola Alaimo
Dandini - Alessio Arduini
Clorinda - Julietta Aleksanyan
Tisbe - Polly Leech
Koor van de Nationale Opera
Nederlands Kamerorkest o.l.v. Daniele Rustioni

Eerste productie van La Cenerentola in Het Muziektheater sinds het in 1987 zijn deuren opende. Het is een meesterwerk; Rossini tovert de ene muzikale vondst na de andere tevoorschijn - het verhaal is bovendien zoveel serieuzer dan dat van de Barbiere en andere opera's. Met Brownlee, Leonard en Alaimo aan kop stond er een geweldige cast op het podium, en Rustioni leidde het NKO in een gedreven gespeelde begeleiding. Brownlee bleek een nagenoeg ideale Ramiro - zijn bravoure aria in het tweede bedrijf zong hij grandioos. Vlak daarvoor opende Alaimo dat tweede bedrijf al even verrukkelijk - zijn aria (Sia qualunque delle figlie) is de evenknie van die van Bartolo (A un dottor della mia sorte) uit de Barbiere; Rossini had duidelijk iets met de zelfgenoegzame oude mannen in deze opera's. Isabel Leonard zong de titelrol vol lieflijkheid en souplesse - haar oogopslag maakte haar een uiterst beminnelijke Assepoester - en de slotaria Non piu mesta zong ze prachtig. Hoe apart toch: Rossini laat een opera eindigen met een aria! Na de turbulent-chaotische Rossini-ensceneringen van Dario Fo en Lotte de Beer nu een visueel-statische en kleurrijke uitbeelding door Laurent Pelly - het paste prima bij dit meer individualische verhaal. In de laaste seconde staat Angelina opeens weer met emmer en mop in de lege ruimte - alles was kennelijk een droom.