31 december 2011

Concert 25 december 2011


Zondag 25 december 2011, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Bernard Haitink
Anja Harteros, sopraan

R. Strauss: Vier letzte Lieder
R. Strauss: Eine Alpensinfonie


Onvoorstelbaar hoe een interpretatie zich in enkele dagen kan verdiepen! Vergeleken met de uitvoering van de 21ste (zie hieronder) klonk de Alpensinfonie tijdens de kerstmatinee veel langzamer, voller en machtiger. De trompetten hadden hun dag niet en ook de hoorns zaten er een keertje naast, maar het maakte voor de totaalbeleving weinig uit: dit was een grootse en meeslepende Alpensinfonie! Daarvoor een fenomenale uitvoering van de Vier letzte Lieder. Ik had nog nooit van Anja Harteros gehoord, maar ze zong bijzonder ontroerend en uitdrukkingsvol, in ideale balans met het orkest. Wat een prachtige muziek bieden deze liederen toch. Een geweldige muzikale afsluiting van 2011!

23 december 2011

Concert 21 december 2011


Woensdag 21 december 2011, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Bernard Haitink
Mitsuko Uchida, piano

Mozart: Pianoconert nr.20, KV466
R. Strauss: Eine Alpensinfonie


De opname van Eine Alpensinfonie door het Concertgebouworkest o.l.v. Bernard Haitink uit het begin van de jaren tachtig is al jarenlang een favoriet in mijn collectie, en moet het wat betreft dit geniale stuk in mijn aandacht delen met de live-opname door het KCO met Jansons uit 2007 (zie hier de weblog van dat concert). Een diepe en langgekoesterde wens om Haitink dit werk nu live te horen dirigeren ging nu in vervulling. Het was een grootse uitvoering. Vergeleken met Jansons is Haitink minder dramatisch maar vloeiender en transparanter, soms zelfs kamermuzikaal. In 'Auf dem Gipfel' is Jansons meeslepend, Haitink rechtlijniger. In beide uitvoeringen glorieus en overweldigend. Haitink speelt zijn troefkaarten uit in het 'Gewitter und Sturm'; dat klinkt nu ongekend krachtig en ultra-Wagneriaans. Ik verheug me nu alweer mateloos op Eerste Kerstdag, dan weer!
Voor de pauze een uitstekende uitvoering van Mozarts 20e pianoconcert, met nummer 24 een indringend mineur-concert en vergeleken bij dat latere concert in c-klein is dit in d-klein nog dramatischer. Mitsuko Uchida speelde uiterst intiem, met groots effect.

11 december 2011

Oh dennenboom!


Dat zodra Sinterklaas zijn hielen heeft gelicht De Bijenkorf en Intertoys meteen in kerstsferen worden getooid om het shoppend publiek nog meer geld uit de zak te kloppen, daar kan ik nog wel begrip voor opbrengen. Maar dat nu ook Het Concertgebouw aan deze commerciële onzin mee gaat doen: ik vind het verschrikkelijk. In het kader van de actie 'Ontdek het Concertgebouw in december' (Gottegot! Ofschoon wel een iedere maand aan te passen reclametekst.) staan er in de gangen van Het Concertgebouw nu opeens allemaal kunstkerstbomen, zodanig op machinaal-chinese wijze versierd dat iedere slinger, kerstbal en lampje volledig synchroon met andere versierselen een plek in de boom heeft gevonden. Deze lelijke vormeloze nepbomen vormen een schril contrast met waar Het Concertgebouw voor staat. Het woord kunst heeft twee betekenissen! In de grote zaal hangen aan de balustrade links en rechts van het podium reepjes kunsttakken, 'versierd' met lampjes van de Blokker.
Ik vind het gruwelijk lelijk!

Concert 9 december 2011


Vrijdag 9 december 2011, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. James Judd
Capella Amsterdam

Schönberg: Verklärte Nacht
Holst: The Planets


Altijd eeuwig zonde, wanneer Jansons moet afzeggen. Eigenlijk is er geen vervanger die tegen hem op kan. Maar goed, we hebben er mee te leven en iedere keer als hij er wel is, is een godsgeschenk. Het KCO had een prima vervanger uitgekozen, de Britse dirigent james Judd, die tegelijkertijd debuteerde bij het orkest. De strijkersversie van Schönbergs Verklärte Nacht klonk adembenemend mooi; op een hoestaanval van een hoogbejaarde achterin de zaal na was het publiek muisstil. De strijkers van het KCO speelden ontzetten warm en transparant; wat een geweldige klank. Ik hoorde The Planets van Holst een keer eerder, ergens in de jaren tachtig gedirigeerd door Charles Dutoit. Die uitvoering ging toen de mist in doordat de dames van het koor op de gang een hele toon te hoog of te laag zongen. Nu zongen de dames van Capella Amsterdam loepzuiver. In de zes delen daarvoor klonken de planeten vooral onstuimig en stevig; Judd houdt wel van een krachtige aanpak. Maar hij had de zaak goed onder controle. En tja, die superbe volbloedig Engelse melodie halverwege Jupiter gespeeld door het KCO in topconditie: heerlijk!
Het programmatisch omhoog kijken gaat later deze maand verder met de Alpensymfonie...

Concert 1 december 2011


Donderdag 1 december 2011, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Juraj Valcuha
Sol Gabetta, cello

Von Weber: Ouverture Euryante
Barber: Celloconcert
Rachmaninov: Symfonie nr. 3


De reeks debuterende dirigenten gaat bij het KCO verder met de Slovaak Juraj Valcuha. Vergeleken met de drie weken eerder debuterende Ticciati maakte Valcuha een serieuzere en meer gedegen indruk. De Von Weber-ouverture werd klonk als een klok. Daarna maakte de blonde Argentijnse celliste Sol Gabetta haar debuut bij het KCO. Gabetta schijnt een fenomeen te zijn, en dat maakte ze tijdens dit concert meer dan waar. Het Barber-concert maakte ze tot een groots stuk, waard om vaker te horen. Als toegift stal ze de show met een ijl werk van een mij onbekende componist (de naam stond wel in de NRC-recensie maar die ben ik alweer vergeten), waarbij Gabetta ook een vocale bijdrage leverde. Enfin, de zaal op zijn kop. Na de pauze de broeierige Derde van Rachmaninov; ik heb er weliswaar een cd-opname van, maar ik beluisterde het stuk nooit eerder. Geen meesterwerk, wel warmbloedig en fraai gespeeld. Ik zal het eens op mijn iTunes zetten.

20 november 2011

Concert 15 november 2011


Dinsdag 15 november 2011, Paleis voor Schone Kunsten Brussel
Collegium Vocale Gent & Accademia Chigiana Siena
Orchestre des Champs-Élysées o.l.v. Philippe Herreweghe
Hanna-Elisabeth Müller, sopraan
Gerhild Romberger, alt
Benjamin Hulett, tenor
David-Wilson-Johnson, bas

Beethoven: Missa solemnis

Ik werk dit najaar in Mechelen en verblijf door de week in Brussel. Weinig aanbod aan klassieke muziek aldaar om naast alle werkzaamheden later dan wenselijk te gaan slapen. Maar Herreweghe met zijn eigen ensembles in Beethovens meesterwerk is een must uiteraard. Twee jaar geleden voerde hij met dezelfde koren (en dezelfde tenor) het zelfde werk tijdens een zaterdag-matinee ook uit in het Concertgebouw (zie hier de weblog) en zo overrompelend als die uitvoering was deze volledig 'authentieke' helaas niet. Het lag vooral aan de zaal, vrees ik. Hoe verwend ben ik toch met dat Concertgebouw in Amsterdam om de hoek! De Henry Le Boeuffzaal van het Paleis voor Schone Kunsten is te droog en te hoekig. Het plafond had minimaal 10 meter hoger moeten zijn - wanneer diezelfde hoogte in de Grote Zaal van het Concertgebouw was aangehouden, hadden de balkon-bezoekers zich gebukt naar hun plaats moeten begeven. Tja, dat hoor je eraan af. De twee eigen koren van Herreweghe waren ook nu weer onnavolgbaar fantastisch. Wat hun aandeel betreft was dit een geweldige uitvoering. Ook de vier solisten waren, ofschoon niet overrompelend, prima. Het orkest speelde goed, maar zo'n half-ielig/vals gespeelde vioolsolo in het Benedictus doet flink afbreuk aan de totaalervaring, ook al maakt iedere seconde van het Sanctus alle onvolkomenheden in het leven helemaal goed. Na afloop werd Herreweghe in prachtig communautair-ingewikkeld Frans/Nederlands toegesproken vanwege zijn 40/20-jarig jubileum: 40 jaar Collegium Vocale Gent en 20 jaar dirigerend in het Paleis. Daarna signeerde Herreweghe zijn nieuwste Brahms-cd in de shop van het paleis; ik kon zelfs een minuutje met hem praten. Dat lukt je in Amsterdam bepaald niet.
In het voorjaar komt Harnoncourt de Missa solemnis bij het KCO dirigeren - ik tel de dagen af!

Concert 10 november 2011


Donderdag 10 november 2011, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Robin Ticciati
Jonathan Biss, piano

Schumann: Ouverture Genoveva
Mozart: Pianoconcert nr. 17, KV 453
Brahms: Serenade nr. 1


Robin Ticciati, een Engelsman met een Italiaanse achternaam, debuteerde vanavond bij het KCO. Er volgen nog meer debuten dit jaar: het orkest is bezig met een scout voor nieuwe aanwas in de dirigenten-dug-out. Ticciati maakte een goed, maar geen overrompelend debuut. Hij had de zaak prima onder controle, liet echter geen onuitwisbare indruk achter. De Genoveva-ouverture liet hij heel hoekig en transparant spelen, haast Beethoviaans en neigend naar 'authentiek'. In het 17e pianoconcert van Mozart werkte de lichtvoetige aanpak niet zo goed; het was te speels en te frivool en een echte innerlijke band tussen pianist en dirigent/orkest bleef achterwege. Zo adembenemend als het optreden van Bliss twee jaar geleden, zie hier de weblog, was het nu niet. De Eerste serenade van Brahms hoorde ik nooit eerder live, ofschoon ik het op cd vele keren hoorde van de opname van Haitink met het (K)CO. Een mooi stuk dat vooral doet piekeren over de vraag waarom Brahms tot bijna 20 jaar daarna pas met een eerste symfonie durfde komen. Zo ver zat hij er hier toch niet naast? Fraai door Ticciati gerealiseerd: het laatste deel van deze Serenade leek een programmatische en interpretatieve aansluiting met de Schumann-ouverture.

31 oktober 2011

Concert 28 oktober 2011


Vrijdag 28 oktober 2011, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Herbert Blomstedt

Mozart: Symfonie nr. 39
Schubert: Symfonie nr. 9


De Grote symfonie in C van Schubert behoort tot mijn meest favoriete symfonieën, maar geslaagde uitvoeringen zijn zeldzaam. Eigenlijk bewaar ik alleen goede herinneringen aan de uitvoeringen onder leiding van Harnoncourt, in het begin van de jaren negentig. De vastlegging op cd door Teldec houdt de herinnering levendig, ofschoon de opnamekwaliteit niet honderd procent is. Met name daardoor, alsook door de nog grotere orkestrale transparantie, blijft de 'authentieke' uitvoering door The orchestra of the age of enlightenment o.l.v. Charles Mackerras mijn ultieme opname van dit grootse stuk. Er gebeurt zoveel in deze symfonie, zoveel stemmen, tegenstemmen, detailwerking, dramatiek: het is nagenoeg onmogelijk alle elementen allemaal helder over het voetlicht te brengen. Mackerras en Harnoncourt kregen dat voor elkaar, maar de dirigenten die ik dit stuk ook live hoorde dirigeren (Tennstedt, Brüggen, Sawallisch, Metha, Rattle) lukten dat niet. Tot nu opeens Herbert Blomstedt met een werkelijk fantastische Schubert 9 kwam aanzetten! Ik hoorde hier een uiterst transparante, gedreven, scherpe en welhaast ideale uitvoering. Er zat een flink strijkerscorps, maar de houtblazers kwamen er uitstekend doorheen en waren ideaal in balans. De tempi en de spanningsopbouw waren gewoonweg perfect. En als vervolgens ook nog alle herhalingen worden gerespecteerd: een topuitvoering.
In Mozarts 39ste respecteerde Blomstedt eveneens herhalingstekens die normaliter worden genegeerd (zoals die van de doorwerking in het slotdeel). Met een klein orkest kwam hij evenzeer tot een prachtig doorzichtige uitvoering. Gewoon een grootmeester, deze inmiddels 84-jarige, maar uiterst levenslustige Blomstedt!

23 oktober 2011

Concert 20 oktober 2011


Donderdag 20 oktober 2011, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Mariss Jansons
Emanuel Ax, piano

Goebaidoelina: Het gastmaal tijdens de pest
Haydn: Pianoconcert in D, Hob. XVIII:11
Varèse: Amériques


Ik werk dezer maanden in België, woon door de week in Brussel, maar reis voor de weekenden op en neer naar Amsterdam. Voor dit concert was ik apart op en neer gereisd, want Jansons in Varèse wilde ik niet missen. Het was inderdaad enerverend, ofschoon de credits natuurlijk gaan naar Varèse. Riccardio Chailly introduceerde deze componist met succes bij het KCO en dat Jansons dit nu voortzet is bijzonder lovenswaardig. Want wat een brok energie, deze Amériques! De sirenes klonken minder snerpend dan bij Chailly, maar het stuk klonk groots. Dat het opeens afgelopen was behoort tot een van de eigenaardigheden van deze muziek, en dat het reguliere abonnementspubliek hiermee niet overweg kon onderstreepte alleen maar de bijzonderheid van dit stuk. Voor de pauze was er qua intensiteit al een heel concert voorafgegaan. De oorsponkelijk aangekondigde wereldpremière van het Concert voor orkest van Goebaidoelina was nog niet voltooid, en werd vervangen door Het gastmaal tijdens de pest, een intens werk vol opgebouwde spanning. Aardig om de componiste aanwezig te zien. Meteen erna een geheel ander hoogtepunt: het door Emanuel Ax en Jansons uiterst subtiel en glanzend gespeelde Pianocondert in D van Haydn. Ik ken het werk van een cd-opname in authentieke bezetting met clavecimbel (met Trevor Pinnock), maar ook met het KCO en op een verkleinde Steinway blijkt het een verrukkelijk stuk. Ax is een innemende pianist, een vakman pur sang; de impromptu van Schubert als toegift was eveneens van grote schoonheid. Een heuglijk, groots concert.

Opera 16 oktober 2011


Zondag 16 oktober 2011, Het Muziektheater Amsterdam
De Nederlandse Opera

R. Strauss: Elektra

Elektra - Evelyn Herlitzius
Klytämnestra - Michaela Schuster
Chrysothemis - Camilla Nylund
Orest - Gerd Grochowski
Aegisth - Hubert Delamboye
Toonkunstkoor Amsterdam
Nederlands Philharmonisch Orkest o.l.v. Marc Albrecht

Een prachtige uitvoering van dit absolute meesterwerk! De uitvoering werd gedragen door de ranke Herlitzius, die echter een enorm krachtige en zuivere stem heeft. Ik hoorde haar ruim anderhalf jaar geleden ook al in deze rol, in Brussel (zie hier de weblog daarvan). En haar invulling was dit keer misschien nog beter. Live hoorde ik deze rol nooit eerder zo goed gezongen als door Herlitzius. Schuster was een grootse Klytämnestra, ofschoon de aristocratische Soffel in Brussel ongeëvenaard was. Nylund zong een krachtige Chrosothemis; later dit seizoen zingt ze bij DNO Elisabetta in Don Carlo; daar kunnen we ons verheugen. Grochowski vond ik wat vlak, Delamboye daarentegen een opmerkelijk zuivere en fraaie Aegisth. Het NedPho en Albrecht lijken een uitstekend huwelijk aangegaan te zijn; het orkest klinkt vol, gedreven en harmonieus. En wat een grootse opera is de Elektra toch; ik hoorde het werk al zeker een keer of ach live, het blijft een verbazingwekkend krachtig en overrompelende opera.

Concert 30 september 2011


Vrijdag 30 september 2011, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Daniel Harding
Lang Lang, piano

Grieg: Pianoconcert
Beethoven: Symfonie nr. 3 'Eroica'


Lang Lang is een fenomeen; ik hoorde hem een paar jaar geleden met een prima uitvoering van Beethovens Vierde pianoconcert (zie hier de weblog ervan). En nu dan in het Grieg-concert. Het werd een grandioze uitvoering, stormachtig maar nergens over de top, helder en meeslepend en genuanceerd waar het moest. Als toegift een bewerking (van Liszt waarschijnlijk) van de Hongaarse mars uit La Damnation de Faust van Berlioz; je moet het maar durven spelen. Na de pauze een degelijke doorsnee-Eroica. Goede tempi, relatief groot orkest maar alles op zijn plek. Geen uitvoering voor de eeuwigheid, maar voldoende goed om een klein uurtje geconcenteerd naar te luisteren.

16 oktober 2011

Concert 16 september 2011


Vrijdag 16 september 2011, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Mariss Jansons
Genia Kühmeier, sopraan
Bernarda Fink, alt
Mark Padmore, tenor
Gerard Finley, Bas
Groot Omroepkoor

Strawinsky: Psalmensymfonie
Mozart: Requiem


Ik hoorde Mozarts Requiem pas een keer eerder live, een jaar of vijf geleden in het Palau de la Música Catalana in Barcelona door een gelegenheidsensemble. Nu dan door het KCO en zijn chefdirigent, aangevuld door een prachtig zingend Omroepkoor en vier topsolisten. Het had een logge boel kunnen worden, zo'n traditionele bezetting, maar het werd een doorzichtige, gedetailleerde en dramatische uitvoering. Niet neo-authentiek, maar gewoon bijzonder stijlvol en dienstbaar aan de muziek. Ik leerde het stuk kennen via de cd-uitvoering van Christopher Hogwood, die een andere dan de reguliere Süssmayr-versie opnam, en in plaats van gewone sopranen jongenssopranen inzette. Die klank raak ik nooit meer kwijt, alsook dat ik de Süssmayr-versie minder geslaagd vind. Maar goed, dat ligt aan hoe ik het werk heb leren kennen. Maar daarbuiten: dit was een geweldige uitvoering, en de vele microfoons boven het orkest deden vermoeden dat er te zijner tijd een cd van uitgebracht wordt; ik kijk er naar uit.
Voor de pauze de Psalmensymfonie van Strawinsky, een fraai, maar ook wat ongemakkelijk en niet volledig boeiend stuk. Wel goed gezongen!

Opera 10 september 2010


Zaterdag 10 september 2011, Muziektheater Amsterdam
De Nederlandse Opera

Gluck: Iphigénie en Aulide
Gluck: Iphigénie en Tauride


Iphigénie en Aulide
Iphigénie - Véronique Gens
Agamemnon - Nicolas Testé
Clytemnestre - Anne Sofie von Otter
Achille - Frédéric Antoun
Diane - Salomé Haller
Arcas - Laurent Alvaro

Iphigénie en Tauride
Iphigénie - Mireille Delunsch
Oreste - Jean-Francois Lapointe
Pylade - Yann Beuron
Diane - Salomé Haller
Thoas - Laurent Alvaro
Koor van De Nederlandse Opera, Les Musiciens du Louvre o.l.v. Marc Minkowski

Deze Gluck-dubbel bood ruim 4 uur overwegend gelijkvormige muziek. De recensent van NRC Handelsblad schreef dat de luisteraar nogal op de proef werd gesteld hierdoor, maar bij mij vlogen die 4 uren om. Niet vanwege Gluck, maar door de onvoorstelbaar superbe cast die voor deze megaproductie was gecontracteerd. Gens en Delunsch gelden als meesteressen in de Franse zangkunst en ofschoon werd aangekondigd dat Delunsch veel pijn in haar rug had zong ook zij fantastisch. Ook de mannenrollen waren perfect gecast. Testé als Agamemnon en Lapointe en Beuron als de onafscheidelijke vrienden Oreste en Pylade zongen de sterren van de hemel met hun prachtige stemmen. De grote ster was echter Anne Sofie von Otter, die in subtiliteit en klankschoonheid alle andere zangers overtrof. Haar treuraria was het hoogtepunt van de avond. De enscenering van Pierre Audi vond ik wat rommelig. Trap op, trap af - het bood weinig extra's. Minkowski zorgde voor een uitstekende orkestrale begeleiding en soms voor vuurwerk. Zelden zo'n perfecte zangersgroep bij elkaar gehoord.

11 september 2011

Concert 31 augustus 2011


Woensdag 31 augustus 2011, Concertgebouw Amsterdam
Nederlands Philharmonisch Orkest o.l.v. Marc Albrecht
Robert Gambill - Siegmund
Melanie Diener - Sieglinde
Dimitry Ivashchenko - Hunding

Wagner: Voorspel en venusbergmuziek uit Tannhäuser
Wagner: Eerste akte uit Die Walküre


De nieuwe chef van het NedPho is een theaterman. In deze twee wagnerstukken viel me op dat hij het verhaal probeert te verklanken en daarbij het orkest op sleeptouw neemt om ieder moment zo expressief mogelijk te laten zijn. Ik houd er wel van. Het orkest is Albrecht hoorbaar dienstbaar, er is duidelijk een klik. Het Voorspel en de venusbergmuziek uit Tannhäuser vond ik juist vanwege dat theatrale bijzonder goed geslaagd. Ook het orkestrale aandeel in de eerste akte Walküre was groots. De zangers waren echter niet ideaal. De intonatie vormde geen probleem, en twee keer tien seconden 'Wälse' vind ik ook altijd een plus, maar er ontbrak vervoering bij de twee hoofdrolzangers. Met name Robert Gambill zong teveel alsof hij een oratorium aan het zingen was. Maar goed, net als twee dagen eerder met het KCO is zo'n zomerconcert na ruim twee maanden afwezigheid vooral bedoeld om warm te draaien. En dat lukte dankzij Albrecht zeker.

31 augustus 2011

Concert 29 augustus 2011


Maandag 29 augustus 2011, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Andris Nelsons

Wagner: Ouverture Rienzi
R. Strauss: Dans van de 7 sluiers uit Salome
Sjostakovitsj: Symfonie nr. 8


Nelsons maakte al eerder zijn debuut bij het KCO en hij mag nu met twee programma's de tour langs de festivals doen. Het eerste programma bleek reeds uitverkocht, deze tweede met groot orkestraal werk mocht er ook zijn. De ouverture Rienzi hoorde ik nog nooit eerder live, ik vind het een heerlijk stuk. Het kreeg een prima uitvoering. De dans van de zeven sluiers viel tegen. Het moet orgastisch klinken, en het bleef allemaal te braaf. Natuurlijk, het KCO speelt deze muziek prachtig transparant en warmbloedig, maar Nelsons had meer moeten durven. De Achtste van Sjostakovitsj behoort tot zijn beste symfonieën en Nelsons wist duidelijk raad met dit werk. Het is zo'n symfonie waaraan geen einde lijkt te komen cq waarin de tijd stilstaat en waarin de emoties permanent op hoogspanning staan. Het orkest speelde prachtig; er was een nieuwe althoboïst en zijn solo was ofschoon niet helemaal perfect wel het hoogtepunt van de uitvoering. Een lekker begin van het nieuwe seizoen.

11 juli 2011

Opera 10 juli 2011


Zondag 10 juli 2011 - Het Muziektheater Amsterdam
De Nederlandse Opera

Tsjaikovsky: Jevgeni Onegin

Onegin - Bo Skovhus
Tatjana - Krassimira Stoyanova
Ljenski - Andrej Dunaev
Olga - Elena Maximova
Gremin - Mikhail Petrenko
Koor van de Nederlandse Opera
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Mariss Jansons

De tweede keer, en dit was tevens de laatste van deze productie. Het was allemaal helemaal volledig af, perfect en geweldig; een opera-ervaring zoals je maar zelden meemaakt. Ook in de orkestbak van het Muziektheater zijn Jansons en het KCO een combinatie waarbij alle superlatieve tekort schieten. Wat een weelde, pure weelde! Totdat deze weelde wordt tenietgedaan door de huidge koele rechtse wind geniet ik er nog met volle teugen van, zolang als het nog duurt. Hopelijk volgt er ooit nog eens een serie uitvoeringen van de Boris Godoenov door deze combinatie, wat zou dat geweldig zijn! Iedere keer dat Jansons het KCO dirigeert is een godsgeschenk, niks meer en niks minder.
En die enscenering en de zangers: gewoon prachtig!

09 juli 2011

Opera 20 juni 2011


Maandag 20 juni 2011 - Het Muziektheater Amsterdam
De Nederlandse Opera

Tsjaikovsky: Jevgeni Onegin

Onegin - Bo Skovhus
Tatjana - Krassimira Stoyanova
Ljenski - Andrej Dunaev
Olga - Elena Maximova
Gremin - Mikhail Petrenko
Koor van de Nederlandse Opera
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Mariss Jansons

Onbetwist de productie van het seizoen! Het KCO in de bak van het Muziektheater is immer van een weelde en rijkdom die de operaliefhebber intens gelukkig maken, en nu met Jansons in zijn tweede opera in Amsterdam van een dubbele rijkdom. De begeleiding van de briefscene bijvoorbeeld: wat een subtiliteit en sfeer! Zo mooi gespeeld als deze avond hoorde ik deze opera nooit eerder. De cast was uitstekend bezet met een prima zingende Stoyanova als Tatjana, en Petrenko maakte van die ene heerlijke aria van Gremin een verrukkelijk Russisch geheel. De rol van Onegin blijft een ondankbare: hij kan nergens echt vocaal schitteren, en hij moet het hebben van de dramatische zeggingskracht. Mensen naast mij in de zaal hoorde ik zeggen dat Skovhus niet goed bij stem was, maar ik heb dat niet opgemerkt. De enscenering van Stefan Herheim vond ik prachtig. Het is een bonte mengeling van verleden, heden en toekomst dat je te zien krijgt, maar bovendien erg fraai gestalte gegeven. In mijn andere abonnement zit deze voorstelling ook, dus ik mag nog een keer!

Concert 27 mei 2011


Vrijdag 27 mei 2011, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Mariss Jansons
Daniel Barenboim, piano

Von Weber: Ouverture Oberon
Liszt: Pianoconcert nr. 2
Rossini: Ouverture Wilhelm Tell
Liszt: Pianoconcert nr. 1


Ik kocht een jaar geleden nietsvermoedend een los kaartje voor dit extra concert, omdat ik Barenboim wel eens een pianoconcert wilde horen spelen. Als dirigent viel hij me een paar jaar geleden enorm tegen in Mahlers Zevende (zie hier de weblog daarvan) en van een eerder solorecital kan ik me weinig meer herinneren. Dit extra concert bleek een verjaardagscadeautje voor prinsex Máxima te zijn en alle podium en balkonplaatsen waren gereserveerd voor genodigden van de koninklijke familie, die voltalling op de eerste rij van het frontbalkon zat. Van premier Rutte tot vader Zorregieta, en van de ceo's of inmiddels commissarissen van alle banken en andere multinationals tot Erica Terpstra, ze zaten er allemaal. Over de koninklijke familie geen kwaad woord, maar voor de rest zat er wat mij betreft vooral veel schorriemorrie in galakostuum. In de zaal het gewone publiek, dat zich beveiligingspoortjes en fouillering moest laten welgevallen om te doen waarvoor het gekomen was: luisteren naar een toporkest onder leiding van een topdirigent die twee welbekende ouvertures meer dan subliem uitvoerde. En tja, Barenboim speelde soms wankel en slordig, maar soms ook geweldig krachtig en idiomatisch. Hij is bovenal een grote persoonlijkheid die dat in zijn spel probeert over te brengen, en dat soms wel en soms niet voor elkaar krijgt. Na de uitvoeringen betrad Máxima het podium en ook zij stal de show met haar innemend frisse optreden. Barenboim gooide er nog wat Argentijnse tango's uit, waarna het publiek voldaan naar huis keerde en het schorriemorrie in apenpak uit de staatsruif ging drinken.

Concert 25 mei 2011


Woensdag 25 mei 2011, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Iván Fischer
Oszkar Ökrös, cimbalon

W.Fr. Bach: Andagio und Fuge
Mozart: Symfonie nr. 38
Brahms: Haydn-variaties
Dvorák: Legendes nr. 6 & 10
Liszt: Hongaarse rapsodie nr. 1/14


In april j.l. zorgde Fischer voor een hilarisch concert door de Hongaarse violist Jószef Lindvaï mee te nemen voor Paganini's eerste vioolconcert. Nu zorgde hij voor zomogelijk nog meer verrassing door de kolossale Oszkar Ökrös uit te nodigen voor de cimablon-partij in Liszt eerste Hongaarse rapsodie. Ökrös is bijna even breed als lang, en kwam in een spierwit pak het podium op; de hele zaal ging meteen plat. En dan die lekker uitbundige muziek waar deze meneer af en toe helemaal los ging met die lepeltjes op de snaren. Een onvergetelijk gezicht en gehoor. Daarvoor al had Fischer wederom aangetoond van alle markten thuis te zijn. Hoogtepunt en de reden waarom ik een los kaartje voor dit concert kocht was de Praagse van Mozart. Het is een ultiem meesterwerk; die langzame inleiding van het eerste deel is eindeloos boeiend en grandioos gecomponeerd en bevat bijkans het drama van een hele opera. En ja, Fischer en het KCO gaven een prachtige uitvoering van deze Adagio-inleiding, als ook van de resterende delen. En graag gememoreerd: Fischer respecteerde de herhalingen van de exposities! Scherp gespeeld, briljant in klank en finesse. Een prachtige uitvoering, waarschijnlijk sinds Josef Krips niet meer zo mooi gespeeld. Daarvoor al een fraaie Sinfonia van Wilhelm Friedemann Bach, en na de pauze en warmbloedige uitvoering van de onvolprezen Haydn-variaties van Brahms. de twee legendes van Dvorák waren een intermezzo, totdat Ökrös het podium betrad... Klik voor het idee even op de foto hierboven en beluister/bekijk daarna dit filmpje dat ik op YouTube vond: daar spelen Ökrös en Fischer hetzelfde stuk met de Berliner Philharmoniker; je hoort de laatste 3 minuten ervan.

26 juni 2011

Opera 23 mei 2011


Maandag 23 mei, Muziektheater Amsterdam
De Nederlandse Opera

R. Strauss: Der Rosenkavalier

Feldmarschallin - Anne Schwanewilms
Baron Ochs - Kurt Rydl/Runi Brattaberg
Octavian - Michelle Breedt
Sophie - Sally Matthews
Faninal - Michael Kraus
Koor van De Nederlandse Opera
Rotterdams Philharmonisch Orkest o.l.v. Sir Simon Rattle

Al een hele poos niet meer naar de opera geweest. Ondanks alle juichende berichten over deze topproductie werd ik er niet door meegesleept. Er was vooraf al de teleurstelling over het niet zingen van de aanvankelijk geprogrammeerde Kozena als Octavian. En vlak voordat het doek zou opengaan werd bekendgemaakt dat Rydl die dag zijn stem kwijt was. Hij speelde wel zijn rol, maar zijn partij werd vanaf de zijkant van het toneel gezongen door Runi Brattaberg, die gecast was voor de rol van commissaris van politie maar in kleine theaters ook Ochs gezongen heeft. Dat deed hij allemaal naar behoren, maar hoe graag had ik die geweldige rol door Rydl gezongen willen horen. De grote ster van de avond was Anne Schwanewilms, die zo geweldig zong: smachtend, kreunend, kirrend, lyrisch, en alles loepzuiver. Een ideale Feldmarchallin! Natuurlijk, niks te klagen over Simon Rattle die in de orkestbak die het Rotterdams Philharmonisch wist te verleiden tot meer dan uitstekend orkestspel. Maar erg opzienbarend vond ik het allemaal niet. Gewoon een goede, maar door het Ochs-gedoe een rommelige voorstelling. Er had meer ingezeten.

Concert 18 mei 2011


Woensdag 18 mei 2011, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.lv. Fabio Luisi
Anna Larsson, alt
Robert Dean Smith, tenor

Mahler: Totenfeier
Mahler: Das Lied von der Erde


Mahler overled deze dag precies 100 jaar geleden, en dit concert bood vergeleken met de onstuimige Tweede van de dag ervoor een ingehouden stemming. De Totenfeier is de oorspronkelijke versie van het openingsdeel van diezelfde Tweede, en alleen een in dit stuk ingewijde luisteraar herkent de verschillen. Ik denk dat de oorspronkelijke en definitieve versies van dat openingsdeel slechts 10% van elkaar afwijken. De opbouw, thematiek en instrumentatie zijn nagenoeg volledig identiek. Das Lied von der Erde was het hoofdwerk van dit concert, met dezelfde solisten als tijdens het jubileumconcert van Haitink in november 2006 (zie hier de weblog daarvan). Ik vond de solisten nu wat beter op dreef, ook al blijft de tenorpartij eigenlijk iets onmogelijks. Anna Larsson maakte in Der Abschied indruk door een expressieve en bewogen uitvoering, zonder al te dramatisch te zingen. Dat paste prima bij de schijnbaar onbewogen maar zuivere en dienende orkestrale begeleiding. Luisi is geen dirigent met uiterlijk vertoon, lijkt een saaie klerk op de bok, maar dirigeert uiterst efficiënt en doeltreffend. Alles bij elkaar een stemmig concert.

Concert 17 mei 2011


Dinsdag 17 mei 2011, Concertgebouw Amsterdam
Nederlands Philharmonisch Orkest o.l.v. Marc Albrecht
Elisabeth Watts, sopraan
Birgit Remmert, alt
Nederlands Concertkoor

Mahler: Symfonie nr. 2

Ik lig zo'n zes of zeven concerten achter; het kwam er even niet van de afgelopen maand. Teveel bezig met concerten bezoeken... Ik kocht op de dag zelf nog een kaartje voor dit concert, en werd niet teleurgesteld. Albrecht is een wat onstuimige dirigent, en dat heeft zijn uitwerking op de uitvoering. Ongepolijst, een beetje ruw, maar wel vol energie en dramatiek. Volgens mij eet Albrecht iedere dag borden vol pasta en biefstukken om zijn gewicht op peil te houden. Die Tweede van Mahler bevat zoveel emoties dat je aandacht bij zo'n energieke uitvoering geen moment verslapt. Het Nederlands Philharmonisch blijft een opmerkelijk goed orkest en met de uitstekende zingende solisten en het Concertkoor was dit gewoon een prima concert. Vooraf bliezen de koperblazers van Giovanni Gabrieli het Jubilate Deo ter nagedachtenis van Yakov Kreizberg.

14 mei 2011

Concert 13 mei 2011


Vrijdag 13 mei 2011, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Bernard Haitink

Mahler: Symfonie nr. 9

Tijdens het concert wist ik niet waarom, maar daags erna denk ik van wel te weten waarom ik al na drie maten van het eerste deel als nooit tevoren volschoot, als ook bij het begin van het slotdeel (ik heb nog nooit eerder zo zitten waterlanden als tijdens dit concert): Mahlers Negende ervaar ik als zijn meest essentiële schepping. Alleen al die eerste maten van het openingsdeel zitten zo boordevol zeggingskracht dat je wanneer je zijn hele oeuvre goed kent als vanzelf doorhebt dat hij hier in ingekookte vorm de essentie van al het voorgaande werk gaat verkondigen. En dat is inderdaad wat in dat openeningsdeel gebeurt. Natuurlijk, het slotdeel is ongeëvenaard in zijn aangrijpendheid, maar voor mij stijgt het openeningsdeel daar nog bovenuit. Misschien werd het 'jank-effect' nog versterkt door de combinatie Haitink-KCO. Want ja, mijn eerste Kerstmatinee was die in 1987 waar Haitink bij deze Negende zijn stokje liet vallen. Ik was toen 22 en een broekie in Mahler, en heb dat concert toen zeker niet zo intens beleefd als dit concert nu. Maar ik herinner het me wel. En om dan ruim 23 jaar later dezelfde dirigent met hetzelfde orkest dezelfde symfonie nog eens te horen... alleen al de numerieke vergelijking grijpt je bij de lurven. Er hingen allemaal microfoons boven en er stonden allemaal camera's rondom het orkest, dus het zal wel op tv worden uitgezonden, op dvd verschijnen en hopelijk ook op cd. De vraag is of de uitvoering dan als historsch de boeken in gaat. Voor mij zeker, maar het kan zomaar gebeuren dat bij nader inzien de uitvoering als gemiddeld beoordeeld gaat worden. Haitink opteerde namelijk voor gemiddelde tempi, voor weinig emotionele uitspattingen en voor het vermijden van extases. De muziek sprak volledig voor zichzelf, en dat bleek voor mij voldoende om volledig voor de bijl te gaan. En hoe subliem speelde het orkest; en hoe beheerst en met autoriteit dirigeerde Haitink. Het publiek van de Mahler-serie is het beste publiek dat er is: het weet stil te zijn wanneer het moet. Pas toen Haitink na het uitsterven van de slotmaat berustend op zijn krukje ging zitten stak het applaus op. En de allerluidste bijval kreeg uiteindelijk Mahler zelf, toen Haitink de partituur in de hoogte hield. Een zeer heuglijk concert.

29 april 2011

Concert 27 april 2011


Woensdag 27 april 2011, Concertgebouw Amsterdam
Boedapest Festival Orkest o.l.v. Iván Fischer
József Lendvaï, viool

Dvorák: Praagse walsen
Paganini: Vioolconcert nr. 1
Schumann: Symfonie nr. 3


Wederom een grandioos concert door het Boedapest Festival Orkest o.l.v. chefdirigent Fischer. Het is eigenlijk ongelooflijk onder welk streng regime dit orkest opereert. Ze spelen soms avond aan avond, nagenoeg iedere maand ook in het buitenland, en dit laatste zonder veel reistijdverlies: vliegen, installeren, spelen en meteen verder vliegen. Ik heb dit orkest al meerdere keren gehoord, en steeds viel het enthousiasme en de natuurlijkheid van hun muzikaliteit op; nergens een spoortje van routine of slapte in de aandacht. Zo ook tijdens dit concert; het was allemaal weer uiterst verzorgd en muzikaal. Ster van de avond was de Hongaarse violist Jozsef Lendvaï, uiterlijk een kruising van Michiel Romeyn als Oboema en André Rieu. Lendvaï speelde het hondsmoeilijke eerste concert van Paganini; nog nooit hoorde ik een van zijn vioolconcerten live. Je moet het maar durven spelen, en Lendvaï speelde het prachtig: technisch zo goed als maar mogelijk is, en tegelijkertijd muzikaal en subtiel. Ik moest aanvankelijk erg lachen om de verschijning van Lendvaï: zo'n woeste kop die eventjes Paganini komt doen. 'Hij lijkt er voor uitgezocht', zei mijn concertgenoot nog voordat er een noot geklonken had. Uiteindelijk logenstrafte de uitvoering die opmerking, maar het paste wel allemaal bij elkaar. Een Cappriccio van Paganini als toegift maakte zijn optreden compleet. Na de pauze serieus werk met de Rheinische van Schumann, een meesterwerk en meesterlijk gespeeld: warmbloedig, vol kracht en schwung. Misschien had het hier en daar wat doorzichtiger gekund, maar Fischer liet blijken ook met Schumann overweg te kunnen. Later deze maand komt hij weer naar het KCO voor een bont programma met van alles en nog wat; de man is onnavolgbaar divers.

Concert 7 april 2011


Donderdag 7 april 2011, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Ludovic Morlot
Lynn Harrell, cello

Messiaen: Les offrandes oubliées
Dutilleux: Tout un monde lointain...
Franck: Symfonie


Ik hoorde de geweldige symfonie van Franck ooit eens eerder live, door het Residentie Orkest, toen het nog speelde in het Congresgebouw. Het verbaarst me nog steeds waarom het stuk niet tot het kernrepertoire van Bernard Haitink behoort, want als er een werk is waar de Duitse en Franse romantiek samenvloeien is het wel in deze driedelige symfonie. Enfin, de jonge Franse Ludovic Morlot maakte zijn debuut bij het KCO en deed dat vol overtuiging. Hij had de boel stevig onder controle, en dan klinkt zo'n groots werk groots. Het programma voor de pauze kon mij maar matig bekoren. Messiaen en Dutilleux zijn geen lievelingscomponisten; het celloconcert van de laatstgenoemde is ronduit vervelend, hoe betrokken Lynn Harrell ook speelde. Hem hoorde ik ook eens eerder tijdens een concert, in 1988 tijdens een zomerconcert met Chailly. Geen concert voor de eeuwigheid, maar fijn om die symfonie van Franck weer eens live gehoord te hebben.

02 april 2011

Concert 30 maart 2011


Woensdag 30 maart 2011, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Philippe Herreweghe
Miah Persson, sopraan

Mozart: Symfonie nr. 36
Mozart: Aria 'Un moto di gioia mi sento' KV579
Mozart: Aria 'Ruhe sanft, mein holdes Leben' uit Zaide
Mozart: Aria 'Misera, dove son' KV369
Mendelssohn: Symfonie nr. 3


Ik hoorde bij mijn weten de Linzer-symfonie van Mozart nog nooit eerder live. En net als bij de Prager die later dit seizoen door het KCO wordt gespeeld, heeft deze Mozartsymfonie een langzame inleiding die een wereld op zich vormt waarnaar je nimmer uitgeluisterd raakt. In deze Linzer alleen strijkers, trompetten en hoorns, en fagotten en hobo's. En met name die fagotten en hobo's zorgen voor een geweldige kleuring die de tijd even doen stilstaan. Het kwam er onder de handen van Herreweghe allemaal prachtig uit. De snelle delen waren niet overal even precies, maar de lichte transparantie toets maakte de uitvoering prachtig. De drie aria's bleken teveel niemendalletjes om echt te boeien. De aria uit Zaide bleek nog het boeiendst. Miah Persson zong fraai zuiver en glanzend, maar niet heel dramatisch. De Schotse van Mendelssohn werd bij het KCO 2,5 jaar geleden nog gedirigeerd door Herbert Blomstedt, maar ik kan het stuk niet vaak genoeg horen. Het is een meesterwerk. Herreweghe verzorgde een prachtuitvoering: dramatisch, vloeiend en helder. Herreweghe toverde vergezichten tevoorschijn die ik nog niet eerder in dit stuk had gehoord. Hopelijk blijft hij regelmatig terugkeren bij het orkest.

30 maart 2011

Concert 17 maart 2011


Donderdag 17 maart 2011, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. David Zinman

Turnage: Texan Tenebrae
Britten: Sinfonia da Requiem
Mahler: Nicht zu schnell uit Pianokwartet (orkestr. Matthews)
Schumann: Symfonie nr. 4


Normaliter zorgt Zinman voor goede, gedegen uitvoeringen die je de volgende dag alweer vergeten bent. Dat zou bij dit concert ook gebeurd zijn als het bij de eerste drie werken van dit programma was gebleven. Interessant, mooi gespeeld, maar niet echt pakkend. De uitvoering van de Vierde van Schumann was echter eentje om nooit meer te vergeten: zo goed hoorde ik dit stuk nog nooit eerder gespeeld, ook niet op mijn gewaardeerde cd-uitvoering door Sawallisch. Met relatief hoge tempi, uiterst doorzichtig orkestspel en fijnzinnige accentueringen zorgde Zinman voor een uitvoering die deze symfonie nog overtuigender liet klinken dan het werk uit zichzelf toch al is. Het eerste en laatste deel slibben door hun hoge tempo en gevlochten thematiek gemakkelijk dicht, maar Zinman had het orkest perfect in de hand en liet het bijzonder scherp en transparant spelen. Het hoge tempo van het 'Ziemlich langsam' in het openingsdeel was een vondst, en de mysterieuze overgang van deel 3 naar deel 4 werd grandioos gerealiseerd. Een geweldige uitvoering!
O ja, voor wie een bespreking van Mahler 8 o.l.v. Jansons mist: ik was door omstandigheden helaas verhinderd...

28 maart 2011

Concert 6 maart 2011


Zondag 6 maart 2011, Vredenburg Leidse Rijn Utrecht
Budapest Festival Orkest o.l.v. Iván Fischer
Petra Lang, sopraan

Wagner: Siegfried Idyll
Wagner: Ouverture en bachanaal uit Tannhäuser
Wagner: Ouverture Die Meisersinger von Nürnberg
Wagner: Siegfrieds Rheinfahrt & Siegfrieds Trauermarsch & Brünnhildes Schlussgesang uit
Götterdämmerung

Ik lig slechts twee te beschrijven concerten achter; het kwam er even niet van ze te beschrijven. Eerst maar deze eerste: een grandioos Wagner-concert in die rare lelijke fabrieksdoos langs de A2, gegeven door het orkest dat Fischer zelf oprichtte en in 25 jaar tijd tot één van de beste ter wereld maakte (welke andere dirigent kreeg dat zo snel voor elkaar?) en met medeneming van een bijzonder overtuigende sopraan die ik nog niet in zo'n zware rol hoorde. De sfeer in de zaal wat mat, maar op het podium gebeurde de spannendste dingen. Tijdens hun tournee door Europa werd dit programma een keer of tien gebracht, soms wel avond aan avond, maar van enige routine was geen sprake. Volgens jaar komt Fischer bij het KCO de Parsifal dirigeren; dat zou wel eens een bijzonder enerverende gebeurtenis kunnen worden! Ik vond nog een andere weblog over dit concert; twee dagen later gegeven in Eindhoven. Daarvan ook de foto, en bij wijze van copyright hier de link.

26 februari 2011

Concert 26 februari 2011


Zaterdag 26 februari 2011, Concertgebouw Amsterdam
Berliner Philharmoniker o.l.v. Sir Simon Rattle
Stefan Dohr, hoorn

Haydn: Symfonie nr. 99
Hosokawa: Hoornconcert 'Moment of blossoming'
Schubert: Symfonie nr. 9


In dit overwegend klassieke programma kwamen de Berliner in de zaterdagmatinee beter uit de verf dan tijdens Mahlers Derde de avond ervoor. Haydn en Schubert zaten uitstekend in de vingers. Desondanks geen onvergetelijke uitvoeringen. Er zaten naar mijn smaak nog steeds zo'n dertig procent teveel strijkers op het podium; het had allemaal veel transparanter kunnen klinken. Nu speelde er in Schubert een orkest ter grootte van wat je bij een gemiddelde Bruckner-symfonie gewend bent. Wel liet Rattle soms de helft van de violisten hun partij spelen, omdat de klank anders helemaal zou zijn dichtgelopen. Maar dat geeft al te denken natuurlijk. Verder fraai secuur orkestspel, interessante dynamische effecten, en een onbegrijpelijke hantering van de herhalingstekens (soms wel, soms niet). Zo'n eersteklas orkest in deze twee favioriete symfonieën blijft niet te versmaden natuurlijk, maar ik ben nu eenmaal te zeer vervend met het KCO. Het opdrachtwerk van Hosokawa was een wat eenvormig geheel van ijle klanken, met een solohoorn als centraal middelpunt, en rondom op de balkons, voor zover ik heb kunnen zien, andere koperblazers.

Concert 25 februari 2011


Vrijdag 25 februari 2011, Concertgebouw Amsterdam
Berliner Philharmoniker o.l.v. Sir Simon Rattle
Dames Groot Omroepkoor, Nationaal Kinderkoor
Anke Hermann, sopraan
Nathalie Stutzmann, alt

Wolf: Elfenlied
Brahms: Es tönt ein voller Harfenklang
Mahler: Symfonie nr. 3


De Berliner Philharmoniker, Simon Rattle en Mahler: wat mij betreft geen gelukkige combinatie. Enkele jaren geleden, nog voor ik deze weblog startte, speelden de Berlijners en Rattle een uiterst gemaniëreerde Vierde van Mahler, en hoewel deze Derde minder overtrokken werd gespeeld, vond ik het resultaat weinig bevredigend. De Berliner Philharmoniker is een massief spelend orkest waarin de strijkers, en dan vooral de celli en contrabassen, alle subtiliteit in de kiem smoren en vooral brede golven van overweldigend geluid produceren. Dat klinkt soms fantastisch, zoals in het slotdeel, maar dikwijls eenvormig en niet echt muzikaal. De houtblazers heb ik nauwelijks gehoord. Het klankbeeld dat Von Karajan bij dit orkest realiseerde (ik las in de NRC: hij dacht vanuit de contrabassen) hebben ze ruim 20 jaar na zijn dood nog steeds niet van zich afgeworpen. Rattle had verder een wat vlakke interpretatie van dit grootse werk; eigenlijk vond ik de uitvoering vooral saai. Alleen het slotdeel werd fraai opgebouwd, maar in de delen ervoor miste ik een krachtige visie. Rattle speelde vooral de dynamische verschillen flink tegen eklkaar uit, maar dat is niet genoeg als er verder een coherente interpretatie lijkt te ontbreken. Aan de symfonie gingen twee korte koorwerkjes vooraf, fraai gezongen en gespeeld, maar de samenhang met de symfonie ontging me een beetje.

13 februari 2011

Concert 8 februari 2011


Dinsdag 8 februari 2011, Concertgebouw Amsterdam
Orkest van het Mariinski Theater o.l.v. Valery Gergiev
Denis Matsuev, piano

Sjostakovitsj: Symfonie nr. 15
Stravinsky: Capriccio voor piano en orkest
Tsjaikovsky: Francesca da Rimini


Een wat raar, niet geheel bevredigend concert. Voor de pauze Sjostakovitsj' laatste symfonie. Een klein jaar geleden speelde Haitink deze symfonie met het KCO, en toen schreef ik in mijn weblog (zie hier) dat deze componist bij o.a. Gergiev schrijnender klinkt. Nu vond ik dat bij deze 15e niet het geval. Het Mariinksi orkest speelde prima, maar de details kwamen niet geheel overtuigend uit de verf, en daar moet dit stuk vol Rossini- en Wagner-citaten het wel van hebben. Die rikketik-passages in het slagwerk in het laatste deel bijvoorbeeld klonken bij het KCO veel overtuigender en dramatischer; nu waren het gewoon fraaie riedeltjes. Na de pauze een stormachtig optreden van de jonge Russische pianist Denis Matsuev in het nog veel stormachtiger Capriccio van Strawinski, een thematisch overladen bravourewerk zonder al te veel diepgang. Gewoon in de hoogste versnelling en als de noten er allemaal zijn, krijg je de handen vanzelf wel op elkaar. De symfonische fantasie Francesca da Rimini van Tsjaikovsky kende ik niet, en bevat naast enkele fraaie lyrische passages ook zwakkere delen. Het stuk was helaas niet van die kwaliteit dat het concert alsnog die inhoudelijke kracht kreeg waar je normaliter wel op wordt getrakteerd. De toegift uit de Notenkraker was eigenlijk het hoogtepunt van het concert.

Concert 2 februari 2011


Woensdag 2 februari 2011, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Mariss Jansons
Leif Ove Andsnes, piano

Rossini: Ouverture L'Italiana in Algeri
Mozart: Pianoconcert nr. 24
Beethoven: Symfonie nr. 7


Als je in Google Andsnes intikt dan krijg je allelei gevarieerde foto's van de pianist te zien; deze hierboven is wel de minst conventionele. Zo gevarieerd als zijn afbeeldingen op internet, zo gewoontjes was zijn uitvoering van Mozarts grote pianoconcert in c-klein. Het hoofdthema van het openingsdeel schijnt Mozart afgeleid te hebben van dat van Haydns 78ste symfonie, eveneens in c-klein. Andsnes en Jansons speelden fraai in harmonie, maar er gebeurde eigenlijk helemaal niets. De noten waren er allemaal, en fraai gespeeld, maar zonder bezieling of emotie. Ik heb me eigenlijk een beetje ztten vervelen tijdens deze uitvoering. Dat gebeurde niet tijdens de Rossini-ouverture. Ik hoorde dit verrukkelijke stuk nooit eerder zo fijnzinnig en subliem. Beethovens Zevende ging op herhaling - zie mijn weblog van de kerstmatinee; oorspronkelijk zou Jansons Bruckers Zevende brengen, maar zijn ziekte in september gooide roet in het eten. Toen nam Haitink de concerten over, en Jansons zag er nu vanaf alsnog zijn eigen interpretatie met het orkest in te studeren. Nu wel een herhaling van de expositie in het eerste deel, maar de andere in het derde en vierde deel werden genegeerd.

Gehoord

Question Sir, can you please tell me the way to Carnegie Hall?
Answer Practice, practice, practice!

Concert 20 januari 2011


Donderdag 20 januari 2011, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Pierre Boulez

Webern: Sechs Stücke für Orchester
Mahler: Symfonie nr. 7


Wat mij sinds de aankondiging van de KVO-Mahlerserie bijna twee jaar geleden het hoogtepunt van de hele serie leek, werd een beetje een teleurstelling. Natuurlijk, Boulez heeft een enorm charisma; dat kleine mannetje van 85 leidde dat enorme orkest vol professionals met strakke hand en ze deden precies wat hij wilde, en het orkest speelde de sterren van de hemel. Maar ik miste spanning en sensatie, ik miste de uitputting die je aan het einde van het eerste deel moet bevangen en die je je doet afvragen hoe je de nog resterende vier delen aankunt (maar Mahler helpt je daarbij meteen in het tweede deel). En ik miste bovenal: vervoering. Eigenlijk was het precies een Boulez-uitvoering zoals we die van zijn Mahler-opnames kennen: perfect gespeeld, volledig uitgebalanceerd en transparant, maar zonder pathos. Nu kun je een discussie voeren of dat er bij Mahler wel in moet, maar ik vind van wel. En ja, dan mis je dus wat bij Boulez. Dit was natuurlijk een bijzonder concert, want Boulez zullen we niet vaak of misschien wel nooit meer zien in Amsterdam. Het concert werd geopend met de zes stukken voor orkest opus 6 van Webern, een fraaie collectie miniaturen voor groot orkest: dreigend, ongemakkelijk, boeiend. Een kolfje naar Boulez' hand.
PS Door tijdgebrek even geen vergelijking van opnames van de Zevende. Gaat zeker nog komen.

Concert 15 januari 2011


Zaterdag 15 januari 2011, Concertgebouw Amsterdam
Chamber Orchestra of Europe o.l.v. Bernard Haitink

Beethoven: Symfonie nr. 2
Beethoven: Symfonie nr. 3


In dit vervolgconcert van de cyclus dezelfde aanpak als tijdens het concert van woensdagavond. De hoorns waren niet overal even trefzeker, maar de compacte en tegelijkertijd transparante klank van dit orkest passen perfect bij Beethoven. Met de haast 'authentieke' aanpak van Haitink wederom een prachtig beethovenconcert. En bij hem gewoon alle herhalingen, zoals het hoort.

Concert 12 januari 2011


Woensdag 12 januari 2011, Concertgebouw Amsterdam
Chamber Orchestra of Europe o.l.v. Bernard Haitink

Beethoven: Ouverture Fidelio
beethoven: Symfonie nr. 8
Beethoven: Symfonie nr. 5


Met het Chamber Orchestra of Europe begint Haitink aan een Beethovencyclus die over twee seizoenen is verdeeld. In het interview met de dirigent in jet januarinummer van Preludium was al te lezen dat Haitink een voor hem afwijkende interpretatie voorstond. En inderdaad, dit waren krachtige, robuuste en vooral puntige vertolkingen. Het europese kamerorkest maakte met Harnoncourt aan het begin van de jaren negentig de voor mij meest bevredigende opnames van de symfonieën, en hun specifieke geluid hoorde ik ook tijdens dit concert. Het leek me ook dat Haitink voor die minder conventionele uitvoeringen juist dit orkest wilde hebben. De Achtste en Vijfde klonken verrukkelijk stoer, puntig en transparant. Haitinks linkervuist ging regelmatig de lucht in. De dirigent is bijna 82, loopt moeizamer en moet zich soms vasthouden aan de lessenaar om zijn evenwicht te behouden, maar dirigeert nog met de energie van vroeger; het orkest volgde hem zonder aarzelen.

01 februari 2011

Concert 8 januari 2011


Zaterdag 8 januari 2011, Concertgebouw Amsterdam
Dorothee Mields, sopraan
Johanette Zomer, sopraan
James Laing, countertenor
Charles Daniels, tenor
Peter Harvey, bariton
De Nederlandse Bachvereniging o.l.v. Jos van Veldhoven

Bach: Mis in b 'Hohe Messe'

Ik kende over de kleinschalige aanpak van Jos van Veldhoven alleen goede verhalen; deze matinee bood een mooie gelegenheid om die eens live te horen. Het was een grandioos concert. Tien koorzangers, vijf solisten en een klein orkest: ze verzorgden een uitvoering van Bachs meesterwerk vol transparantie en klankschoonheid. Of het allemaal volledig 'authentiek' is zal me een zorg zijn. Het gaat erom of je erdoor geraakt wordt, en dat gebeurde hier volledig. Alleen al het openingskoor: het eerste deel eruit werd gezongen door de solisten, halverwege viel het koor in. Of Bach het zo in zijn hoofd had is niet na te gaan; wel dat ik het gevoel had dat Bach het zo bedoeld zou kunnen hebben. En mooi was het in ieder geval. Dat gold ook voor het vervolg. Op de laatste cd-opname van Herreweghe klinkt het Crucifixus wel erg suggestief en daar bleef Van Veldhoven wat op de vlakte, maar zo'n loepzuivere en doorzichtige uitvoering doet je slechts terugkeren in jezelf en laat je louter verrukt luisteren naar deze meesterlijke klanken. Dan ben je een uurtje of twee even helemaal gelukkig.

31 januari 2011

Concert 7 januari 2011


Vrijdag 7 januari 2011, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Semyon Bychkov
Joshua Bell, viool

Bruch: Vioolconcert nr. 1
Sjostakovitsj: Symfonie nr. 11


Ik hoorde Sjostakovitsj Elfde een paar jaar geleden voor het eerst, gespeeld door het Nederlands Philharmonisch Orkest gedirigeerd door Yakov Kreizberg, zie hier de weblog daarvan. Nu dan dezelfde symfonie bij het KCO, gedirigeerd door Kreizbergs halfbroer Semyon Bychkov. Hij dirigeerde het orkest ergens eind jaren tachtig voor het eerst en laatst; ik herinner me nog een zeer matige Pathétique. Nu dan zijn rentrée, en goed geslaagd, ofschoon ook niet heel uitzonderlijk. De Elfde is een symfonie die je een uur lang in zijn greep houdt, je nergens een moment van rust gunt en maar doorgaat en doorgaat. Uitermate boeiend natuurlijk. Het orkest speelde prima; de klank is voortdurend oorstrelend. Voor de pauze speelde de eeuwig jeugdig ogende Joshua Bell het overbekende Vioolconcert van Bruch alsof er nog veel aan te ontdekken viel; zo heerlijk vioolspelen moet een verrukking zijn. Gewoon een lekker abonnementsconcert.