26 december 2007

Concert 18 december 2007


Dinsdag 18 december 2007, Concertgebouw Amsterdam
Radio-Sinfonieorchester Stuttgart des SWR o.l.v. Sir Roger Norrington
Sabine Meyer, klarinet

Webern: Im sommerwind
Mozart: Klarinetconcert
Bruckner: Symfonie nr. 6

Dit laatste concert van het jaar was geen onverdeeld succes. Ik had een los kaartje gekocht om te horen wat de eigenzinnige Norrington van de eigenzinnige Zesde van Bruckner zou maken, en dat viel helaas niet mee. De thema's hingen als los zand aan elkaar, en door de vele temposchommelingen zat er geen eenheid in de uitvoering. In Bach, Beethoven en Vaughan-Williams heb ik Norrington prachtige uitvoeringen horen geven, maar met Bruckner ging hij deze avond de mist in. Zo niet voor de pauze. Een fraai breekbaar gespeelde Im sommerwind, en een fantastische uitvoering van hét Klarinetconcert door meesterklarinettiste Sabine Meyer. Bevlogen, virtuoos en emotioneel, en met fraai samenspel tussen soliste en orkest.

17 december 2007

Opera 15 december 2007


Zaterdag 15 december 2007, Royal Opera House Covent Garden Londen
The Royal Opera

Wagner: Parsifal

Parsifal - Christopher Ventris
Amfortas - Falk Struckmann
Gurnemanz - John Tomlinson
Kundry - Petra Lang
Titurel - Gwynne Howell
Klingsor - Willard W. White
The Royal Opera Chorus
The Orchestra of the Royal Opera House o.l.v. Bernard Haitink

Het was helemaal zoals ik gehoopt had, misschien wel meer. Het kost een paar centen en dan heb je ook wat, luidt de uitspraak. Maar dat is bij een muziekuitvoering natuurlijk afwachten. Alhoewel, bij deze cast, dit orkest en deze dirigent kan er in dit stuk eigenlijk weinig mis gaan. Ik was ooit twee keer eerder in dit theater, maar zat toen helemaal achteraan bovenin. Nu op de derde rij in de zaal, in het midden: ik kon de nekharen van Haitink tellen zowat. Het was een typische Haitink-uitvoering: prachtig opgebouwd gericht op de lange lijn, het orkestspel perfect in samenspraak met de zangers, en tot in de puntjes verzorgd. De klaagzang van Amfortas in de eerste akte is het indringendste gedeelte van deze opera; wie de fenomenale uitvoering van George London hiervan kent (o.l.v. Knappertsbusch, Bayreuth 1962 op Philips) weet wat ik bedoel. London zal nooit geëvenaard kunnen worden, maar Falk Struckmann kwam aardig in de buurt! Dat echter zelfs niet deze passage of de Karfreitagszauber uit de derde akte, maar juist monologen van Gurnemanz in de eerste akte en Kundry in de tweede tot de hoogtepunten van deze uitvoering werden, zegt veel over de enorm hoge kwaliteit van de uitvoering. Tomlinson heeft alleen al zijn kop mee voor de rol van Gurnemanz, en zijn stem en akteertalent maken hem een perfecte Gurnemanz. Hoe prachtig wanneer hij in de eerste akte met de vier knapen in een groepje bijeen zit en dan vertelt hoe het allemaal zo gekomen is. In de tweede akte probeert Kundry Parsifal te verleiden en haar vertelsel werd door Petra Lang zo ontzettend goed gezongen en door Haitink zo dienstbaar begeleid, dat de zaal zijn adem inhield. Lang en Haitink keken elkaar geen seconde aan, maar je zag aan ze dat ze elkaar volledig begrepen, volgden en de ruimte gaven, en alles ging vanzelf. Fantastisch.


De enscenering van Klaus Michael Grüber dateert van begin jaren 90 en ging toen bij de Nederlandse Opera in première. Ofwel: ik zag de enscenering die ik al kende (ik zag nog nooit een andere Parsifal). In de Engelse pers werd deze regie flink bekritiseerd, maar ik vond 'm bij nader inzien eigenlijk bijzonder fraai en passend. Geen geren en gevlieg op het podium: de stilstand van de handeling en de muziek werd fraai verbeeld. Prima. Van een website heb ik wat scenefoto's kunnen plukken, maar die geven niet helemaal de essentie van deze enscenering weer. Haitink bovenaan, want hij leidde een operavoorstelling die ik nooit zal vergeten. En hoe geweldig om hem eens in de orkestbak te zien, en bij het applaus op het podium. Hij werd luid toegejuicht, bij zijn opkomst bij de derde akte stampten de orkestleden zelf voor hem. Anderhalf jaar geleden durfde ik het niet te dromen, maar nu binnen een half jaar hoorde ik zomaar twee van de drie opera's die ik ooit nog door Haitink gedirigeerd had willen horen. Misschien toch ooit nog eens een Tristan...?

16 december 2007

Concert 14 december 2007


Vrijdag 14 december 2007, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Mariss Jansons
Gidon Kremer, viool

Kancheli: Lonesome, 2 great Slava from 2 GKs
Bartók: Vioolconcert nr. 1
Ketting: De aankomst
Bartók: Suite uit De wonderbaarlijke mandarijn

Onder leiding van Jansons speelt het KCO (bijna) altijd goed. Zo ook vanavond. Voor de pauze twee keer een hoofdrol voor Gidon Kremer, waarbij de zoete muziek van Kancheli vooral verblufte door het fraaie spel van solist en orkest. Het Eerste vioolconcert van Bartók bleek aantrekkelijker dan het Tweede, dat vorig jaar klonk. Kremer is een muzikant waarbij het samen muziekmaken vooropkomt, pas dan de perfectie. En hij weet te boeien, door zijn présence en stijlzuiverheid. Met Jansons als sublieme begeleider een fraai samengaan. De aankomst van Ketting is voor de helft te lang. Eerst denk je een minuut of vijf: mooi stuk. Maar als daarna alles alleen maar herhaald en herkauwd wordt gaat de glans er helemaal af. Jammer. De suite uit De wonderbaarlijke mandarijn is vooral spectaculair, zeker bij zulk subliem orkestspel. Maar een meesterwerk vind ik het niet. Een fraai opgediend gerecht, maar de smaak valt wat tegen.

01 december 2007

Opera 29 november 2007


Donderdag 29 november 2007, Muziektheater Amsterdam
De Nederlandse Opera

R. Strauss: Daphne

Daphne - Juanita Lascarro
Leukippos - Rainer Trost
Apollo - Scot MacAllister
Peneios - Frode Olsen
Gaea - Birgit Remmert
Koor van de Nederlandse Opera
Nederlands Philharmonisch Orkest o.l.v. Ingo Metzmacher

Première van een fantastische nieuwe productie. Ik kende de opera niet, ook al heb ik de Böhm-opname in de kast staan. Het is een prachtig feeëriek werk dat boeit van begin tot eind. Vaak wordt alleen het slot geroemd, maar ook andere delen zijn bijzonder fraai. Die geweldige laag gezongen monoloog van Gaea bijvoorbeeld! Peter Konwitschny tekende voor de regie, en hij plaatste de handeling in een wereld van dronkenschap en verval. Geweldig begin, met de koorleden als schaapjes, en het voortdurende gewankel van de feestgangers was een prachtig gezicht. De transformatie van Daphne in een boom is een scenisch hoogtepunt. Daarna projecteerde Konwitschny een aantal beelden uit de nazi-tijd; daarna de kop van Richard Strauss. Zijn boodschap leverde hem na afloop veel boegeroep op. Je kunt je afvragen of die foto's nodig waren, maar als geheel een prachtige productie, bovendien goed gezongen en gespeeld.

30 november 2007

Concert 28 november 2007


Woensdag 28 november 2007, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Daniele Gatti
Vadim Repin, viool

Schumann: Ouverture Manfred
Mendelssohn: Vioolconcert in e
Tsjaikovsky: Symfonie nr. 5

Een ruim jaar geleden speelden het KCO en Gatti Tsjaikovsky's Zesde, lees hier de log daarvan. Ook van de Vijfde een technisch perfecte en bijzonder energieke uitvoering. Gatti overtuigt door zijn (wils)kracht: hij komt niet zomaar even dirigeren, maar dirigeert alsof het zijn laatste keer is. En het orkest gaat hem daarin mee. Dat levert dan automatisch bevlogen uitvoeringen op. Dat gold ook voor die geweldige Manfred-ouverture van Schumann, en ook het Vioolconcert van Mendelssohn, dat ik - geloof ik - nog nooit eerder live gehoord heb. Wat een geweldig vioolconcert is dat toch. En zoals de Parool-recensent al opmerkte: de overgang in het eerste deel van cadens naar orkest is een hemelse passage. Vadim Repin is een meesterviolist, en hij speelde nagenoeg technisch perfect, met een glanzende toon en de balans met het orkest was ideaal. Als toegift speelde Repin iets van Paganini, waarbij hij de strijkers van het orkest eerst voordeed welk riedeltje zij als begeleiding moesten spelen. Daarna ging hij los; verrukkelijk. In december komt Gidon Kremer nog op bezoek: met achtereenvolgens Shaham, Znaider, Mutter, Repin en Kremer heeft het KCO dit najaar een serie wel zeer grote violisten gecontracteerd!

29 november 2007

Opera 26 november 2007


Maandag 26 november 2007, Muziektheater Amsterdam
De Nederlandse Opera

Donizetti: Lucia di Lammermoor

Lucia - Cinzia Forte
Enrico - Tassis Christoyannis
Edgardo - Ismael Jordi
Arturo - Gioacchino Lauro Li Vigni
Raimondo - Alastair Miles
Alisa - Anna Steiger
Koor van de Nederlandse Opera
Nederlands Kamerorkest o.l.v. Paolo Carignani

Het zou eens geteld moeten worden: het aantal verschillende melodieën in deze opera. Ik denk meer dan honderd! In plaats van doorwerking, modulatie of verdieping componeerde Donizetti liever een nieuwe melodie. Het was mij allemaal wat veel en ik werd er niet door gepakt. Tot de waanzinaria. Die was prachtig (en bekend van de opnames van Callas en Sutherland), maar extra fraai door de glasharmonica-begeleiding. Wat was dat mooi!
De uitvoering had een gemiddeld hoog niveau. Cinzia Forte was geen stralende Lucia, maar ze zong haar partij prima. Bij de mannen viel Ismael Jordi op. Een fraaie tenor, met heel veel snikjes in zijn voordracht. Opvallend was de kwaliteit van de dirigent. Carignani hoorde ik bij de opera al eens eerder in La Bohème, en ook toen liet hij het orkest al zo secuur en vloeiend spelen. Zo ook nu: het orkest speelde prachtig doorzichtig, uiterst precies en zangerig. Een naam om te onthouden, van deze kale Italiaan.

28 november 2007

Concert 25 november 2007


Zondag 25 november 2007, Concertgebouw Amsterdam
London Symphony Orchestra o.l.v. Valery Gergiev

Mahler: Symfonie nr. 6

Het London Symphony Orchestra is een fantastisch orkest; na de Wiener, Berliner en het KCO (in willekeurige volgorde) staat het orkest samen met de Staatskapelle Dresden op een gedeelde vierde (Europese) plaats. En met Gergiev hebben ze een fantastische chef aangenomen; jammer voor Rotterdam natuurlijk, maar we mogen bepaald niet mopperen over zijn trouw aan Nederland. Een concert van Gergiev is altijd bijzonder, zo ook vanavond. Ik hoorde hem al eens eerder in Mahlers Zesde, tijdens een zondagochtendconcert met het Rotterdams Philharmonisch. De uitvoering van vanavond was prachtig. Gergiev interpreteerde de toch al donker gekleurde symfonie nog donkerder. Het openingsdeel was energico molto (i.p.v. ma non troppo) - wat een onverbiddelijkheid! Het slotdeel is een krankzinnig stuk: de opening is Mahlers meest demonische compositie. En het slot laat de luisteraar wezenloos achter. Wie zich door de emotie heeft laten meeslepen kan daarna eigenlijk niet meer applaudisseren. De uitvoeringen van Jansons met het KCO een paar jaar terug waren wellicht indrukwekkender, maar dit was een prachtig concert.

26 november 2007

Concert 14 november 2007


Woensdag 14 november 2007, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. André Previn
Anne-Sophie Mutter, viool

Glinka: Ouverture Roeslan en Ljoedmila
Tsjaikovksy: Vioolconcert
Rachmaninov: Symfonie nr. 2


Een verrukkelijk concert. Previn hoorde ik ooit eerder bij het KCO, in februari 1992 met het Brahms-vioolconcert (Mullova) en de tweede symfonie van Elgar. Nu kwam er opeens een breekbaar oud mannetje van rechts het podium op; zijn benen laten het helemaal afweten. Maar dirigeren met zijn armen gaat nog uitstekend, zo bleek. De snelle ouverture van Glinka werd spits gespeeld. Daarna kwam Previns ex-vrouw Mutter de trap af: vorig jaar gescheiden, maar ze bleken nog steeds erg hartelijk voor elkaar. De uitvoering van het Tsjaikovsky-concert was eigenzinnig, niet helemaal technisch perfect en overeenkomstig de stijl van het stuk, maar ongelooflijk boeiend en muzikaal gespeeld. Ik heb het orkest zelden zo zacht en tegelijkertijd zo warm horen spelen; Mutter speelde zelf de allerfraaiste pianissimi terwijl ze toch boven het orkest uit bleef komen. Geen uitvoering voor de eeuwigheid, maar wel eentje om het publiek in een zaal plat te krijgen. De tweede symfonie van Rachmaninov hoorde ik nog nooit eerder live. Het is eigenlijk twintig minuten te lang: ieder deel had korter en geconcentreerder gekund, maar ik heb zitten genieten van het perfect spelende orkest dat zich helemaal overgaf aan de bedoelingen van Previn. Dan mag een stuk best wat te lang zijn!

21 november 2007

Concert 9 november 2007


Vrijdag 9 november 2007, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. George Benjamin
Leo van Doeselaar, orgel

Debussy: Prélude à l'après-midi d'un faune
Dukas: La plaine, aul loin, du faune (ork. Van Keulen)
Messiaen: 2 delen uit La Nativité du Seigneur voor orgel-solo
Dalbavie: La source d'un regard
Messiaen: Les offrandes oubliées
Messiaen: Chronochromie


Een flinke waslijst van werken, met die van Olivier Messiaen in het middelpunt. Tot de zomer krijgen we nog veel meer Messiaen, ter gelegenheid van zijn honderste geboortedag in 2008. Ik ben geen fan van zijn muziek, maar zal wederom een poging wagen en me ervoor openstellen. Het concert begon fraai met een breekbaar gespeelde Prélude; het orkest was iets te weifelend om deze fragiele interpretatie helemaal te doen slagen. de Dukas-bewerking van Geert van Keulen was evenzeer fraai en het concertgebouworgel eens in volle glorie had ik nog nooit eerder meegemaakt. Maar muzikaal... tja, ik kan er niet zoveel mee. De overige stukken van Dalbavie en Messiaen konden me niet bekoren en dan gaan bij mij op zo'n vrijdagavond na een lange week werken de oogjes bijna toe.

15 november 2007

Concert 2 november 2007


Vrijdag 2 november 2007, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Kurt Masur

Schumann: Symfonie nr. 2
Tsjaikovsky: Symfonie nr. 2

Van beide componisten zijn het niet hun beste symfonieën, maar ik vind het prachtige stukken. Kasper Jansen begreep er niks van en vond in zijn recensie in de NRC dat Masur erdoorheen raasde; de Parool-recensent begreep het beter en was vol lof over dit concert. Zo ook ik. Beide symfonieën bruisen van de energie, moeten het daarvan juist hebben, en Masur leidde een prima spelend KCO. Die geweldige langzame inleiding van het eerste deel van Schumanns Tweede had wat mysterieuzer gekund, maar voor de rest een uitstekende uitvoering. Gewoon een lekker concert.

20 oktober 2007

Concert 18 oktober 2007


Donderdag 18 oktober 2007, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Mariss Jansons

R. Strauss: Don Juan
Mahler: Symfonie nr. 5

Een prachtprogramma, en een groots vervolg van Jansons' Mahler-cyclus. Ik hoorde de Vijfde Mahler pas drie keer eerder live; een keer o.l.v. wijlen Klaus Tennstedt en twee keer met Chailly. De uitvoeringen van Chailly waren evenzeer hoogtepunten uit zijn dirigentschap bij het KCO; bij hem klonk vooral het Scherzo meer dan perfect. Bij Jansons waren daarentegen de eerste twee delen en het slotdeel fenomenaal. Voor het eerst geen Peter Masseurs als trompettist, maar zijn collega Frits Damrow. Groots! De larmoyant-weense sfeer van de treurmuziek in het eerste deel zette de toon voor de hele uitvoering. Deze uitvoering van de Vijfde Mahler typeerde Jansons' dirigentschap bij het KCO: tot op de details ingestudeerd en afgestemd en van daaruit vrijuit muziek maken, zodat de uitvoering bovenal natuurlijk klinkt. Hoe uitzonderlijk! Dit alles lukte niet helemaal bij Don Juan; daar was hoorbaar minder op gerepeteerd. De slagwerker die de bekkens bediende ging twee keer flink in de fout, en ook de rest van het orkest leek wat angstig. Bij volgende uitvoeringen zal het vast beter gaan.
Fraaie foto van de componist; als je erop klikt komt-i wat groter op je scherm.

19 oktober 2007

Concert 12 oktober 2007


Vrijdag 12 oktober 2007, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Vladimir Jurowksi
Nikolai Znaider, viool

Eötvös: zeroPoints
Nielsen: Vioolconcert
Rachmaninov: Symfonische dansen

Een jaar na zijn succesvolle debuut (zie hier) wederom een geslaagd optreden van Jurowski. Wat me vooraf reeds, en na afloop van dit concert helemaal bevreemdde: het was slechts een eenmalig optreden met dit programma. Zowel het programma als de kwaliteit van de uitvoeringen verdienden herhalingen. Znaider werd de ster van de avond. Ik hoorde hem al eens eerder (in Rotterdam met Gergiev in het Tsjaikovsky-concert). Een ook nu bleek wat voor sterviolist hij is. Het concert van Nielsen is een uitbundig, haast rapsodisch stuk in twee delen; het eerste deel is zowat een concert op zich. Het publiek barstte na dit deel in een uitbundig applaus los. Dat kwam vooral ook door Znaider, die verrukkelijk vrijuit speelde in nauwe harmonie met dirigent en orkest. En zijn 'Kreisler' Guarneri del Gesù uit 1741 klonk zo prachtig...! De Symfonische dansen van Rachmaninov vormen heerlijk muziek, vooral als ze zo fraai uitbundig en scherp werden gespeeld door dit orkest. Jurowski verdient meer optredens bij het KCO!

11 oktober 2007

Op reis!


Half december ga ik een weekendje op en neer naar Londen. Wat ik in juni j.l. hier schreef wordt verder bewaarheid. Gisteren opende de losse-kaartverkoop en zonder moeite gelukt: ik zit op de derde rij in de zaal, vlak achter Haitink die dan in Covent Garden de Parsifal van Wagner dirigeert! John Tomlinson als Gurnemanz, Petra Lang als Kundry... Maar vooral: voor het eerst Haitink live in de orkestbak van een operatheater... Geen mist op de vliegvelden, geen verkoudheidje bij de dirigent svp, of andere lullige blokkades! Wow!

08 oktober 2007

Concert 5 oktober 2007


Vrijdag 5 oktober 2007, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Daniel Harding
Lars Vogt, piano

Mozart: Pianoconcert nr. 27 KV 595
Bartók: Divertimento voor strijkorkest
Dvorák: Het gouden spinnewiel

Hoe raar kan het zijn: de uitvoering van Mozarts 27ste Pianoconcert door Vogt en Harding werd door Kaspar Jansen in de NRC bijzonder negatief beoordeeld. En ik vond die uitvoering nu juist uitzonderlijk goed. Ik schreef al eens eerder dat de wijze waarop het orkestaandeel wordt gespeeld het merendeel van het welslagen van een Mozart-pianoconcert bepaalt. Dat was deze avond eveneens het geval, ook al was hier de samenwerking tussen pianist en dirigent opvallend harmonieus. Harding ontpopte zich tot een groot Mozart-dirigent. Hij bracht allerlei fraaie fraseringen aan die in de verte iets weghadden van de stijl van Harnoncourt, maar die evenzeer opvallend natuurlijk klonken. En de pianopartij paste hier helemaal in; Vogt en Harding hadden hoorbaar gelijke opvattingen over dit stuk. Mozart schreef met zijn 27ste een meesterwerk, en dat werd hier meesterlijk uitgevoerd. Meer Mozartconcerten van deze combinatie, en Harding ook eens met een Mozartsymfonie!
Na de pauze twee aparte werken van Bartók en Dvorák. Het Divertimento voor strijkorkest is geen vrolijk stuk, wel erg indringend. Het symfonische gedicht van Dvorák hoorde ik een paar jaar geleden al eens door Harnoncourt, en ook nu bleek het geen sterk werk. Met het gouden spinnnwiel wilde Dvorák een te lang en complex verhaal vertellen, met een te wisselvallig en ongestructureerd klinkend resultaat. Door Mozart toch een memorabel concert.

05 oktober 2007

Bijzondere concerten 3


18 december 1985, Concertgebouw Amsterdam
Concertgebouworkest o.l.v. Bernard Haitink
Viktor Liberman, viool

Sjostakovitsj: Vioolconcert nr. 1
Bruckner: Symfonie nr. 3

En nog maar eentje. Het volgende CO-concert en nu mijn eerste keer Haitink. Het spannendst was wat mij voor het concert overkwam. Ik was al de hele dag zenuwachtig (nu eindelijk dan toch Haitink, en Bruckner!). Ik nam uit Leiden een vroege trein, ik geloof al rond zes uur. Enfin, de trein hield tussen Haarlem en Amsterdam een paar keer lang halt, anderhalfuur vertraging! Om vijf voor acht dan toch eindelijk op CS. Ik had nauwelijk geld op zak, maar sprong in een taxi en riep tegen de chauffeur dat hij mij voor dat tientje wat ik ongeveer had zo dicht mogelijk naar het Concertgebouw moest rijden, en vooral: snel! Enfin, ik mocht aldus meemaken waarom de weg tussen het Rijksmuseum en het Concertgebouw de bijnaam 'de kortste snelweg van Nederland' had. Ik rende om 20.14 het gebouw in. Sindsdien houd ik altijd ruime marges aan wanneer ik naar een concert ga. Waar ik ook vandaan kom, ik neem altijd minstens één trein of tram eerder dan nodig en eet liever niet dan dat ik het op vijf minuten moet laten aankomen.
Het concert zelf: ik herinner me de houding van Haitink tijdens die lange cadens in het Vioolconcert van Sjostakovitsj: linkerarm in de zij en meelezend in zijn partituur. De uitvoering van de Brucknersymfonie viel me eerlijk gezegd wat tegen. Niet dat de uitvoering slecht was, maar omdat ik die vooraf anders had voorgesteld. Minder gelijk aan de plaatopname die ik ervan had. Ik moest toen nog leren dat er groot verschil bestaat tussen wat je thuis uit je luidsprekers krijgt en wat je in de zaal hoort. Overigens kende ik beide werken wel al redelijk goed. Ik had ze op plaat. Van de Derde Bruckner de oude CO-opname van Haitink en toen ook al de DG-doos van Jochum. Van het Eerste vioolconcert van Sjostakovitsj bezat ik de legendarische uitvoering van Oistrach en Mrawinski. Die heb ik nu op cd, en is samen met de moderne opname van Vengerov/Rostropovitsj nog steeds de beste keus voor dit geweldige stuk. Tijdens het concert soleerde wijlen Viktor Liberman, de kort daarvoor aangestelde concertmeester van het Concertgebouworkest. Van deze in 1999 overleden violist een fotootje boven deze log.
Tenslotte: zowel het CO-concert van Harnoncourt als dit concert kostte mij (waarschijnlijk met CJP-korting) 27,50. Guldens, dus. Omgerekend zijn de kaartjes ongeveer acht keer duurder geworden. Nu ik meer dan acht keer zoveel verdien dan toen ben ik eigenlijk goedkoper uit...

Bijzondere concerten 2


9 november 1985, Concertgebouw Amsterdam
Concertgebouworkest o.l.v. Nikolaus Harnoncourt
George Pieterson, klarinet

Haydn: Symfonie nr. 100
Mozart: Klarinetconcert
Schubert: Symfonie nr. 8 'Onvoltooide'

Meteen maar even verder met de serie met mijn eerste concert van het (toen nog niet koninklijke) Concertgebouworkest; bovendien mijn eerste bezoek aan het Concertgebouw. Meteen ook een afzegging: volgens het oorspronkelijke programma zou Dietrich Fischer-Dieskau Mozart-aria's zingen. Hij bleek ziek, zodat George Pieterson die in een volgend programma met Harnoncourt het klarinetconcert van Mozart zou spelen een weekje eerder kwam opdraven. Ook hier vooral beelden in mijn herinnering: de bouwkeet aan de zijkant van het Gebouw als hoofdingang en garderobe, de zijstoel van waaruit ik de zaal bekeek. Ik verbaasde me toen dat ik de zaal zo klein vond; ik kende de ruimte natuurlijk alleen van foto's en dat is lastig inschatten. In de jaren hierna zou ik nog vele malen naar concerten van Harnoncourt gaan, die tot mijn favoriete dirigenten behoort. Van de uitvoeringen van juist dit eerste concert kan ik me te weinig herinneren om er iets zinnigs over te zeggen.

Bijzondere concerten 1


11 december 1981, Stadsschouwburg Heerlen
Limburgs Symfonie Orkest o.l.v. Wolfgang Trommer
Moura Lympany, piano

Bach: Brandenburgs Concert nr. 3
Mozart: Symfonie nr. 41
Brahms: Pianoconcert nr. 2


Dit wordt het begin van een nieuwe 'serie' op mijn muziekweblog. Ik ga putten uit de oude doos. Toevalligerwijs meldde ik in de vorige log dat ik sinds 1989 in een schrift bijhoud welke concerten en operavoorstellingen ik heb bezocht. Daarvoor ging ik natuurlijk ook al naar concerten, en al die tijd heb ik veel moois meegemaakt. Daarop hier af en toe een terugblik. Die oude doos is trouwens niet louter overdrachtelijk. Ik heb in mijn kelderbox wel degelijk archiefdozen met daarin programmatoelichtingen, vele jaargangen preludium (van het KCO) enzovoort. Zoals uit dat schrift en deze weblog al blijkt: ik ben ook in het archiveren van programmatoelichtingen enigszins neurotisch...
Ik kan deze serie niet anders dan beginnen met wat in mijn geheugen en mijn oude doos is opgeslagen als mijn eerste officiële concert. Ik was toen 16, woonde nog in Zuid-Limburg en bezocht met mijn moeder een concert van het Limburgs Symfonieorkest in de Stadsschouwburg van Heerlen. Ik kan me er niet veel meer van herinneren, alleen wat beelden. Van de uitvoeringen helemaal niks. Moura Lympany heeft nooit een sterrenstatus bereikt, maar ze staat op wikipedia; ze blijkt twee jaar geleden overleden te zijn. Aardig detail: op het programmablad van dit concert (een simpel A4-tje) staan de namen van de orkestleden van het LSO afgedrukt. En wie was plaatsvervangend aanvoerder van de tweede violen: André Rieu jr. Zijn vader was kort daarvoor na 31 jaar gestopt (of overleden?) als chefdirigent van dit orkest. Ik weet niet of André Rieu die avond meespeelde. Gezien de noodzakelijke bezetting van het tweede pianoconcert van Brahms waarschijnlijk wel. Mijn eerste (en tot nu toe ook laatste) concert met André Rieu!

Opera 1 oktober 2007


Maandag 1 oktober 2007 Muziektheater Amsterdam
De Nederlandse Opera

Monteverdi: Il ritorno d'Ulisse in patria

Ulisse - Paul Nilion
Penelope - Patricia Bardon
Minerva - Wilke te Brummelstroete
Telemaco - Ed Lyon
Iro - Nigel Robson
Melanto - Tania Kross
Eumete - Paul Agnew

Deze weblog is een voortzetting van een schriftje waarin ik vanaf september 1989 alle bezochte concerten en operavoorstellingen opteken. Ik kan dus nagaan wanneer ik bij de eerdere voorstellingenreeksen deze productie bezocht. Aldus: 10 november 1990, 15 november 1990, 12 juni 1991, 1 maart 1993, 13 oktober 1998. Dit was dus de zesde keer!
Van de herhaling van de drie Monteverdi-producties van Pierre Audi bezocht ik alleen deze Il ritorno. In de jaren negentig heb ik ook Orfeo en Poppea gezien, maar deze Il rotorno was mijn favoriet van de drie. De regie is subliem, het verhaal sterk en boeiend, de zangers uitstekend. En helaas: de voorstelling maakte niet de indruk die ik in mijn herinnering al die eerdere keren wel had. De reden: de hoofdrolzangers Paul Nilion en Patricia Bardon gaven niet de spanning die Anthony Rolfe Johnson en Graciela Araya (in al die vroegere voorstellingen de vaste zangers) wel boden. Ze zongen hooguit verdienstelijk. Maar de dramatiek van Penelopes verzuchtingen aan het begin van de opera en het slotduet waren niet de hoogtepunten die ze wel moesten zijn. En dan moet je het dus verder hebben van de aardige rol van Iro (dit keer wel beter bezet met good old Nigel Robson) en het moment waarop Ulisse zijn boog spant en in anderhalve minuut scenisch meer gebeurt dan in de rest van de drie uur opera bij elkaar. En dat is te mager. Goed zongen ook Wilke te Brummeltroete en vooral Tania Kross. De regie is op zich prachtig. Veel elementen die we ook in Audi's Ring-producties tegenkwamen: de loopbrug dwars over het toneel, de schuin staande staaf, de stalen plaat boven het toneel, het halfronde houten paneel. Ik ben blij deze productie nog eens gezien te hebben, maar bij een herhaling met dezelfde hoofdrolzangers zal ik niet nog eens gaan.

04 oktober 2007

Concert 29 september 2007


Zaterdag 29 september 2007, Concertgebouw Amsterdam
Ensemble Modern orchestra o.l.v. Pierre Boulez

Andre: "...auf..." II
Varèse: Amériques
Poppe: Obst
Pintscher: towards Osiris
Boulez: Notations I, VII, IV, III, II

Ik had een los kaartje voor dit concert in de ZaterdagMatinee gekocht vanwege Boulez én vooral Amériques van Varèse. Dat laatste stuk is weergaloos; ik hoorde het al twee keer eerder bij het KCO en dat was meer dan indrukwekkend. Nu de Varèse-pionier Boulez zelf dit stuk kwam dirigeren, wilde ik er per se bij zijn. Het was groots. Een enorm, erg goed orkest van vooral jongere musici, en daarvoor een 82-jarige Boulez die in zijn bewegingen geen enkel spoortje van ouderdom vertoonde. Amériques is al vrij snel vanaf het begin een heftig stuk, maar wordt gaandeweg steeds krachtiger en drammeriger. De laatste tien minuten is een kakofonie van ritmisch gedreun, sirenes en felle accenten over en weer. De Sacre du printemps is er een barokke sinfonia bij – hoe fanastisch moeten die twee stukken op één avond combineren! Toen ik het stuk voor het eerst hoorde, o.l.v. Chailly in de A-serie, ging het publiek na afloop uit zijn dak. Ook nu weer, en terecht! Hetzelfde effect hadden de vijf Notations van Boulez zelf, die aan het einde van het concert geprogrammeerd stonden. De afsluitende Notation II werd gebisseerd; Boulez meldde de zaal dat het eigenlijk ook te kort geduurd had… Daarvoor drie stukken van jonge Duitse componisten waarmee Boulez een hechte band heeft. Geen muziek voor op de iPod, maar de moeite van het beluisteren waard. En zeker ook bij zulke uitvoeringen. Het orkest klonk transparant en speelde haarscherp gelijk. Boulez kan prachtig minimalistisch dirigeren.

23 september 2007

Concert 21 september 2007


Vrijdag 21 september 2007, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Mariss Jansons
Gil Shaham, viool

Bruch: Vioolconcert nr 1
R. Strauss: Eine Alpensinfonie

Het is nog te vroeg om dit concert tot hét hoogtepunt van dit seizoen te bestempelen, maar de toon is gezet! Op papier natuurlijk al een topper: één van de beste violisten in dat heerlijke Bruch-concert (nee, niks daartegen!). En Strauss-specialist Jansons voor zijn eigen Strauss-orkest in mijn favoriete Strauss-orkestwerk... (nee, niks daartegen!). Het was een subliem concert. Voor de pauze zag en hoorde je drie muzikale grootheden in perfecte eenheid: Shaham, Jansons en het KCO musiceerden op hun best. Shaham beloonde het applaus met een gave uitvoering van gave muziek: Bachs Gavotte en Rondeau uit de partita nr. 3. Na de pauze dan toch dat prachtstuk: Eine Alpensinfonie. Boeiende naamgeving trouwens, vanwege dat 'Eine'. Alsof Strauss zegt: er zijn meerdere mogelijkheden om een Alpensinfonie te schrijven, dit is mijn versie. Ik ken de cd-opname van Haitink op mijn duimpje; bij vergelijking valt die van Von Karajan af. Nu hoorde ik veel meer details, door de langzamere tempi van Jansons, alsook door de fraaie solistische bijdragen van zowat alle aanvoerders van alle orkestgroepen. De 'Gewitter und Sturm' klonk uiterst doorzichtig zonder dat er afbreuk werd gedaan aan het overweldigende karakter. Wat een fenomenale orkestratie van dit hele werk trouwens. Er gebeurt in al die 22 deeltjes zoveel, teveel om op te noemen. En toch een vloeiende eenheid: meesterlijk! In oktober volgt het korte Don Juan; tezamen een fraaie Strauss-cd...?

22 september 2007

Concert 14 september 2007


Vrijdag 14 september 2007, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Markus Stenz
Jörgen van Rijen, trombone

Glanert: Theatrum bestiarum
Verbeij: LIED voor trombone en orkest
Weill: Symfonie nr. 2

Een verrukkelijk concert in de A-serie! Het tromboneconcert van Verbeij (vooruit maar) werd fraai gespeeld (ook visueel) door KCO-solotrombonist Jörgen van Rijen en de Tweede symfonie van Kurt Weill (in 1934 door dit orkest o.l.v. Bruno Walter in première gebracht!) bleek een lekker spitsvondig en uitbundig orkestwerk, dat 20 minuten eerder ophield dan het programmaboekje voorspelde, dus ook zodoende verraste. Sowieso een werk om vaker te horen; het bruist van energie en geeft een goed orkest alle gelegenheid om te excelleren. Hoogtepunt van de avond vond ik echter het openingswerk: Theatrum bestiarum uit 2004/2006 van Detlev Glanert. Ondertitel: liederen en dansen voor groot orkest ter nagedachtenis aan Dmitri Sjostakovitsj. In feite een 21ste-eeuwse carnaval der dieren, inclusief breed ingezet orgel. Rijk georkestreerd, gevarieerd, boeiend. Ik werd zelden zo verrast door een onbekend orkestwerk. Graag binnenkort op herhaling. Daarom Glanert boven deze log; Kurt Weill hierna.

21 september 2007

Concert 11 september 2007


Dinsdag 11 september 2007, Concertgebouw Amsterdam
Philharmonia Orchestra o.l.v. Charles Dutoit
Jean-Philippe Collard, piano

Debussy: Jeux
Ravel: Pianoconcert in G
Debussy: Images
Ravel: La valse

Natuurlijk eerst de teleurstelling: Martha Argerich kwam niet en werd vervangen door Collard. Ik had gehoopt dat het spelen met haar ex Dutoit de kans op afzeggen door Argerich zou minimaliseren, maar helaas. Bij Argerich is het steeds fifty-fifty; ik hoorde haar drie keer live en steeds onvergetelijk. Echter: ik kocht het losse kaartje toch ook voor Dutoit en het programma. En ja: het werd een prachtig concert. Dutoit dirigeerde eind jaren tachtig en begin jaren negentig een aantal malen bij het KCO, en ik vond hem toen steeds een intrigerende dirigent. Waarom hij sindsdien niet meer terugkeert...? Na deze avond een nog belangrijker vraag, want naast Haitink is hij de beste Debussy-dirigent, en sowieso de beste Ravel-dirigent. De sfeer in Jeux en de Images: fantastisch intiem en subtiel. De begeleiding van het concert in G van Ravel: spits en virtuoos. De gekte en onstuimigheid van La valse: haarscherp getroffen en krachtig gespeeld. Naast dit alles: Dutoit is een leuke dirigent om naar te kijken. Hij zwaait en accentueert dat het een aard heeft; orkestleden hoeven niet te oefenen, ze kunnen blindvaren op wat Dutoit aangeeft. Zijn grandioze Ravel- en Debussy-cd's zijn tijdloos; in de zaal biedt hij dezelfde kwaliteit. Het Philharmonia is veel beter dan het Israëlische orkest van de vorige avond. Dit ensemble had in tegenstelling tot gisteren meer recht op een plek in de serie Wereldberoemde symfonieorkesten!

14 september 2007

Concert 10 september 2007

Maandag 10 september 2007, Concertgebouw Amsterdam
Israël Philharmonisch Orkest o.l.v. Zubin Mehta
Saleem Abboud-Ashkar, piano

Beethoven: Ouverture Leonore nr. 3
Beethoven: Pianoconcert nr. 3
Schubert: Symfonie nr. 9

Een matig, onbevredigend concert. Zubin Mehta dirigeerde vlak en ouderwets, het Filharmonisch orkest van Israël bleek geen goed orkest en de solist in het Derde pianoconcert van Beethoven speelde niet meer dan verdienstelijk. Mehta hoorde ik eind 2005 voor het eerst met de Achtste Bruckner bij het KCO, en dat concert viel zeer mee. Vanavond maakte hij zijn reputatie als matige dirigent helemaal waar. Met de rechterhand sloeg hij de maat, en met de linker zwaaide hij wat heen en weer, zonder enig puntige beweging. Dat inspireert niet bepaald, en zo klonk het dan ook. Het orkest is op een lange Europese tour, maar het Derde pianoconcert van Beethoven speelden ze tijdens deze reis voor het eerst. Dat was te merken; zowel het orkest als de pianist speelden op safe en zorgden voor een oersaaie, matte uitvoering. Regelmatig dacht ik na een frase: dit had veel spannender en beter gekund. Schubert 9 is een meesterwerk, maar Mehta liet het orkest vooral erg hard spelen. De symfonie kent een ongeëvenaarde wisselwerking tussen de strijkers en houtblazers; Mehta was dat nog niet opgevallen en besteedde al zijn aandacht aan de strijkers. Het sublieme Trio uit het derde deel werd als een karikatuur gebracht. Twee toegiften: de ouverture tot de Nozze di Figaro van Mozart en een Strauss-wals/polka. Alleen dat laaste stuk werd goed gespeeld.

09 september 2007

Opera 7 september 2007


Vrijdag 7 september 2007, De Doelen Rotterdam
Opera Concertant

Wagner: Tristan und Isolde

Tristan - John Charles Pierce
Isolde - Iréne Theorin
König Marke - Mikhail Petrenko
Kurwenal - Jukka Rasilainen
Brangäne - Ekaterina Gubanova
Melot - Yuri Alexeyev
Hirte/Junger Seemann - Robert Murray
Steuermann - Patrick Pranger
Mannen Nederlands Concertkoor
Rotterdams Philharmonisch Orkest o.l.v. Valery Gergiev

Een indrukwekkende concertante uitvoering van de Tristan und Isolde! Ik hoorde de opera pas vier keer eerder (de eerste keer in de legenadarisch-bekritiseerde enscenering van Jurgen Gösch eind jaren tachtig, en een paar jaar geleden drie keer in een maand tijd van de DNO-productie met ook toen het Rotterdams Philharmonisch o.l.v. Simon Rattle). Nu echter voor het eerst concertant, en Wagners opera's varen daar wel bij. Van de Tristan und Isolde ken ik vooral de tweede akte door en door - het is een zinderend bedrijf met een aaneenschakeling van geniale scenes en geniale muziek. Maar ook het eerste en derde bedrijf bleken nu minstens zo geniaal. De onnavolgbaar dirigerende Gergiev leidde een prachtig spelend orkest, en zorgde voor een prima balans tussen orkest, zangers en koor. Daardoor moest hij het orkest soms flink laten inhouden om de zangers niet te overstemmen (bijvoorbeeld bij de climax in de dialoog tussen Isolde en Brangäne aan het begin van het tweede bedrijf), maar dat tekent zijn vakmanschap. De zangers waren goed tot uitstekend: Iréne Theorin en John Charles Pierce zijn misschien niet de meest elektrificerende Isolde en Tristan, maar ze zongen zuiver, krachtig genoeg en ogenschijnlijk moeiteloos hun hondsmoeilijke rollen. Petrenko, Rasilainen en Gubanova bleken een ideale aanvulling als Marke, Kurwenal en Brangäne. Wat mij aan deze uitvoering vooral beviel: de geniale scenes van deze opera klonken als geniaal gecomponeerd! Hoe fraai het wegstervende hoorngeschal van de jachtscene aan het begin van de tweede akte, overgaand in die lijzige kalmte van een zich te slapen leggend bos, het prachtig kamermuzikaal begeleide O sink hernieder, het volledig transparante orkest bij de eerste waarschuwing van Brangäne (Wagner overstijgt zichzelf hier in genialiteit), de ultieme leegte die de eindeloze solo van de engelse hoorn aan het begin van de derde akte suggereert - wat een muziek! En dat werd deze avond allemaal prachtig verklankt. Het was alles bij elkaar zeker geen ultiem perfecte uitvoering, maar ik was na afloop (en ben het twee dagen later nog steeds) teveel onder de indruk dat ik de minpunten graag onbenoemd laat. Tot die minpunten horen zeker niet de videobeelden van Bill Viola. Ik raakte er niet van in vervoering, maar de beelden en beweging waren alleszins fraai.

22 augustus 2007

Concert 22 augustus 2007


Concert 22 augustus 2007, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Bernard Haitink

Bruckner: Symfonie nr. 8

Dit moet zeker de vijfde of zesde keer zijn geweest dat ik deze magistrale symfonie live met Haitink heb gehoord. Een paar keer met het KCO, en ook eens met het Europees Jeugdorkest eind jaren tachtig, en een paar jaar terug met de Wiener Philharmoniker. Deze uitvoering was wellicht het indringendst en meest fraai gespeeld. Ik had bewust voor podiumplaatsen gekozen; ik wilde de meastro wel weer eens van de andere kant zien. En om dan ruim anderhalf uur Haitink in geconcentreerd contact te zien met het orkest, prachtig! De uitvoering was subliem. Geweldig opgebouwd, geraffineerd en spannend. Het orkest was in topvorm, de zaal muisstil. Haitink dirigeerde voor de verandering de (naar ik meen) derde Nowak-versie van deze Achtste, terwijl hij zich normaliter aan de Haas-editie hield. Een ultiem meesterwerk, deze Bruckner 8!

Concert 17 augustus 2007


Concert 17 augustus 2007, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Bernard Haitink
Nederlands Kamerkoor

Wagner: Parsifal Prelude en Karfreitagszauber
Debussy: Trois nocturnes
Debussy: Six épigrammes antiques (bew. Rudolf Escher)
Wagner: Tristan und Isolde Voorspel en Liebestod

Eindelijk, het concertseizoen is weer begonnen. En hoe! Meteen Haitink voor het KCO met een prachtig samengesteld programma met Wagner en Debussy. Wat ik al wist: Haitink en het KCO vormen de beste combinatie voor Debussy. Beluister hun beroemde opnames op Philips en het is duidelijk dat dat vroeger al zo was, en ook na ruim dertig jaar nog steeds zo is. De drie Nocturnes klinken alleen bij Haitink en het KCO zoals ze moeten klinken: ijl, broos, mysterieus en toch vloeiend. Het vrouwenkoor zong prachtig, enigszins dramatisch zelfs. De Six épigrammes, oorspronkelijk voor piano vierhandig werden door Escher bewerkt voor orkest, en houden het midden tussen orkest- en kamermuziek. Dan de Wagners: in Parsifal was er in de allereerste maat een kleine onwennigheid in het orkest, maar Haitink reageerde alert. Verder klonk de Prelude en de Karfreitagszauber volbloedig en transparant. Hoogtepunt werden toch het Vorspiel en Liebestod uit de Tristan. Fraai en krachtig opgebouwd en ongehoord glanzend in de herhaalde climaxen aan het einde van de Liebestod. Haitink bereidde de climaxen prachtig voor maar gaf die climaxen zelf nauwelijks aan: het orkest klonk alsof de zon doorbrak. Tja, op zo’n manier denk je haast: het KCO is ook het meest ideale Tristan-orkest. Wat een weelde, zo’n eerste concert!

06 augustus 2007

Komend concertseizoen 07-08

Een klein jaar geleden vormde een vergelijkbare post één van de eerste berichten op deze weblog. Nu staat er een nieuw concert- en operaseizoen voor de deur; hiermee een beknopt overzicht van waar ik allemaal naartoe ga. Ogenschijnlijk een saaie opsomming, maar een vat vol beloften!

KCO
Ik heb al jaren een abonnement op de A- en D-serie. In de A-serie veel Messiaen; niet bepaald mijn favoriete componist, maar de Turangalila-symfonie o.l.v. Jansons is om naar uit te kijken. Verder veel voor mij onbekend werk, er zullen ongetwijfeld mooie concerten tussen zitten. De serie heet niet voor niets avontuurlijk te zijn. De D-serie opent met een kraker: Jansons met de Alpensinfonie van Richard Strauss. Jansons is een perfecte Strauss-dirigent, en voor de Alpensinfonie heb ik een zwak. Ook het concert in maart 2008 o.l.v. Iván Fischer met die weergaloze orkestratie door Schönberg van Brahms' Eerste pianokwartet moet een topper worden. Boeiende solisten in de D-serie: de violisten Gil Shaham en Vadim Repin en de pianisten Lars Vogt, Richard Goode en Maria João Pires zijn niet bepaald de slechtsten in hun soort!
Zoals ieder jaar koop ik een boel aanvullende losse kaartjes voor concerten die niet in mijn abonnementen zitten maar die ik niet wil missen. Te beginnen later deze maand: de twee zomerconcerten met Haitink. De Achtste van Bruckner heb ik al minstens vijf keer onder Haitink gehoord, maar hij blijft de beste dirigent voor dit fenomenale stuk. Het concert met Wagner en Debussy wordt hopelijk een feest van subtiele emoties. Verder: Jansons met Mahler 5 en Don Juan van Strauss, Masur met de tweede symfonieën van Tsjaikovsky en Schumann. In februari wellicht het hoogtepunt van het jaar: Haitink met de eerste akte Walküre; Eva-Maria Westbroek zingt Sieglinde...

Andere concerten
Ik heb al een aantal jaren een abonnement op de serie Wereldberoemde Symfonieorkesten. Het kost een vermogen, maar je hoort eens andere orkesten dan alleen het KCO (en ieder jaar de Wiener!). Bovendien heb ik zomaar een geweldige vaste plaats midden in de zaal bemachtigd, omgeven door fout sponsorpubliek. Het KCO blijkt bij vergelijking met de meeste orkesten toch echt een beter orkest. Alleen de Wiener Philharmoniker is een klasse apart. Maar hoe goed het London Symphony, de Staatskapelle Dresden, het Boston Symphony en de Berliner Philharmoniker ook zijn (om de beste orkesten die ik hier gehoord heb te noemen): het Koninklijk Concertgebouworkest heeft een mooiere klank, heeft betere solisten en speelt spannender. Natuurlijk, hier vergelijk ik twee of drie optredens van het ene orkest met honderden van het andere, een huisorkest bovendien. Enfin, om op die serie terug te komen: komend seizoen twee keer Gergiev. Een keer met zijn vanaf dit najaar eigen London Symphony Orchestra (Mahler 6) en een keer met de Wiener Philharmoniker (Berlioz en Tsjaikovsky). Spannend! Ook aardig om Zubin Mehta weer eens te zien, nu met zijn eigen orkest van Israël; hij zal wel een traditionele Schubert 9 voorschotelen, maar wie weet... Andere concerten buiten deze serie: in september de exen Charles Dutoit en Martha Argerich met Ravel en Debussy. Norrington komt met zijn orkest uit Stuttgart (Bruckner 6) en in het authentieke genre kijk ik uit naar Les Musiciens du Louvre o.l.v. Minkowski (Haydn, Gluck en Rameau) en in de zaterdagmatinee het Gabrieli Consort van Paul McCreesh met het heerlijke Hail, bright Cecilia van Purcell. Verder in de zaterdagmatinee Piere Boulez met eigen werk maar vooral ook met Amériques van Varèse, en Vladimir Ashkenazy dirigeert een all-Sibelius-concert. Van dit alles zijn de losse kaartjes binnen. Er ontbreekt er nog eentje - wel al besteld: Sir Colin Davis dirigeert bij het Nederlands Kamerorkest (!) de Matthäus Passion, met Charles Daniels als evangelist. Op papier zeer bijzonder. (Aanvulling 3 dagen later: ook deze kaartjes zijn gearriveerd.)

Opera
Bij De Nederlandse Opera een boeiender seizoen dan het afgelopen jaar. Echter, het operaseizoen begint met een concertante uitvoering van de Tristan door Gergiev met het Rotterdams Philharmonisch. Met filmbeelden; ik ben benieuwd! DNO herhaalt de Monteverdi-cyclus; ik ga alleen naar wat mij eerder het meest boeide: Il ritorno d'Ulysse in Patria. Verder een prachtig gevarieerd seizoen, van Donizetti tot R. Strauss en van Rameau tot Wagner. Uit de operaserie van de zaterdagmatinee heb ik podiumplaatsen bemachtigd voor Lohengrin - vooruit dan maar. Hopelijk heerst er een tegen die tijd een griepgolfje, dan zoek ik een mooi plaatsje in de zaal.

In een reactie op een van mijn weblogs vroeg iemand waarom ik niet veel meer naar concerten buiten Amsterdam (en Nederland) ga. Tja, het klopt dat er daar ook veel te beleven valt. Maar mij ontbreekt vooral de tijd en de wil. Er zijn soms weken dat ik drie keer per week de gang naar de Van Baerlestraat en/of de Amstel maak; dan ben ik blij daarna eens een weekje thuis te kunnen blijven, boeken te lezen of gewoon op de bank te luieren. Je wordt in Amsterdam op je wenken bediend, zowel kwantitatief als kwalitatief. Een vriendin van mij leidt concertreizen naar de grote festivals in Europa; volgens haar doet Amsterdam geenszins onder voor wat Parijs of Londen te bieden heeft. Alleen voor de echt bijzondere concerten of opera's maak ik een omweg. Misschien maar eens meer aandacht besteden aan wat mijn favorieten elders verrichten. In ieder geval: blijf deze weblog bezoeken voor subliem-subjectieve beschrijvingen van hopelijk een fraai muziekjaar!

09 juli 2007

Concert 27 juni 2007


Concert 27 juni 2007, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Mariss Jansons
Mitsuko Uchida, piano

Wagner: Ouverture Tannhäuser
Mozart: Pianoconcert nr. 25, KV 503
Brahms: Symfonie nr. 1

Het laatste concert van dit seizoen; een lekkere uitsmijter. Ik was na afloop weliswaar niet helemaal tevreden, toch lik je bij zo'n programma gespeeld door deze musici je vingers af. De ouvertute Tannhäuser is een weergaloos stuk, maar Jansons opteerde helaas voor een te ronde, evenwichtige klank, waarbij strijkers en (koper)blazers fraai samengaan. Van mij mogen de strijkers en koperblazers juist tegenover elkaar geplaatst worden, en kan de klank wat rauwer zijn. Referentiepunt hierbij is het eerste tutti waarbij het hoofdthema gespeeld wordt: de trombones spelen de hoofdmelodie, en de violen die puntige accenten in dalende lijn. Jansons kneedde een harmonisch geheel; ik hoor die trombones en strijker liever wat hoekiger en feller. Hoe dan ook: wat een meesterlijke melodie! Nu ik het toch over de ouverture Tannhäuser heb: Franz Liszt maakte een transcriptie voor piano - de live-opname van Jorge Bolet uit Carnegie Hall 1974 op RCA is werkelijk zinderend! De linkerafbeelding is de cd-versie uit mijn collectie; die blijkt echter niet of moeilijk verkrijgbaar - de rechter uitgave is wel nog leverbaar. Check wel of het die live-uitvoering in Carnegie Hall betreft! Liszt schijnt zelf halverwege het stuk te hebben moeten pauzeren; Bolet speelt het voor een volle zaal ineen. Je gaat onherroepelijk voor de bijl!










Het 25ste pianoconcert van Mozart kreeg een fraaie uitvoering, waarbij vooral Jansons voor een fraai aandeel van de orkestbegeleiding zorgde. Bij pianoconcerten van Mozart vind ik de uitvoeringen van pianisten zelden onderscheidend; of de uitvoering slaagt hangt naar mijn ervaring af van de samenwerking tussen pianist en dirigent en van het orkestaandeel, niet van de pianist. Die spelen hun partij foutloos en that's it. Alleen Piotr Anderszewski zorgde in januari j.l. voor een opmerkelijke uitvoering. Uchida beloonde het applaus met een eigenzinnig gespeelde Impromptu D899 nr. 3 van Schubert. De Eerste Brahms bleek Jansons een jaar of wat geleden al eens eerder met het KCO uitgevoerd te hebben. Ik had iets meer verwacht. Alles zat goed in elkaar en de finale werd met spanning opgebouwd, maar toch werd ik niet overrompeld. Misschien ken ik het stuk te goed, of had ik onbewust teveel gerekend op weer een memorabele Jansons-uitvoering? In elk geval gaat er bij mij altijd meteen een punt af wanneer de herhaling van de expositie in het openingsdeel niet gespeeld wordt. Hieronder een fraaie foto van de norse Hamburger. Altijd een bemoedigende kop om naar te kijken!
Half augustus begint het nieuwe seizoen alweer met twee zomerconcerten gedirigeerd door Haitink. Ik zal in een aparte log aangeven waar ik me nu alweer op verheug in het nieuwe seizoen. Wellicht neem ik ook eens wat tijd om meer cd's te bespreken. Fijne zomer allemaal en tot binnenkort.

30 juni 2007

Opera 25 juni 2007


Maandag 25 juni 2007, Muziektheater Amsterdam
De Nederlandse Opera

Adams: Doctor Atomic

Robert Oppenheimer - Gerald Finley
Kitty Oppenheimer - Jessica Rivera
General Leslie Groves - Eric Owens
Edward Teller - Richard Paul Fink
Thomas Glenn - Robert Wilson
Koor van De nederlandse Opera
Nederlands Philharmonisch Orkest o.l.v. Lawrence Renes

Dit was helemaal niks, deze opera over de ontwikkeling van de atoombom door Oppenheimer. De muziek van Adams overstijgt nauwelijks het niveau van een gemiddelde musical. Veel neo-Strawinsky met accentjes hier en maatwisselingen daar, zonder enige overtuigingskracht of dramatische diepgang. Verder armoede in het verhaal: een generaal die een solo zingt over het aantal calorieën in zijn eten, een koor dat bij aanvang vertelt in welke periode we zitten... Het geheel was als suikerspin: het lijkt veel, maar zodra je erin hapt blijft er weinig over. In de pauze besloten we te vertrekken en in een naburig restaurant een schaaltje oesters te eten. Het werd alsnog een fijne avond.

24 juni 2007

Opera 24 juni 2007












Zondag 24 juni 2007, Concertgebouw Amsterdam
Opera Concertant

Debussy: Pelléas et Mélisande

Mélisande - Magdalena Kozená
Pelléas - Jean-Francois Lapointe
Golaud - Laurent Naouri
Arkel - Gregory Reinhart
Geneviève - Matie-Nicole Lemieux
Yniold - Amal Brahim Djelloul
Choeur de Radio France
Orchestre National de France o.l.v. Bernard Haitink

Nog twee concerten te gaan dit seizoen (morgenavond en woensdagavond), maar wat op papier het concert van dit concertseizoen 2006-2007 moest worden, werd in alle opzichten ondubbelzinnig hét concert van het seizoen! Haitink is onbetwist de beste Debussy-dirigent; niemand anders dan hij kan Debussy's magische klanken los laten komen van de partituur, en vanmiddag hing er wederom de transcedente Debussy-sfeer in de Grote Zaal van het Concertgebouw die alleen Haitink kan oproepen. Er zijn drie opera's die ik ooit nog eens door Haitink gedirigeerd had willen zien: Wagners Parsifal en Tristan, en Debussy's Pelléas et Mélisande. Van de Wagners dirigeert Haitink in augustus wat orkestrale delen; vooruit maar! Debussy werd vanmiddag dus volledig ingelost! Ik bestelde al ruim een jaar geleden een los kaartje voor deze uitvoering, en wat een gelukzaligheid! Het Franse orkest speelde subliem, de zangers waren perfect, en Haitink dirigeerde met autoriteit en met aandacht voor alle details. Het publiek was zeldzaam stil; ik geloof dat ik tijdens de drie uur durende uitvoering slechts drie kuchjes heb gehoord! De partituur van Pelléas et Mélisande hangt van subtiliteiten en ragfijne symboliek aan elkaar en het leek alsof iedereen in de zaal vanaf de eerste maat volledig gehypnotiseerd was. Kozena zong geweldig zuiver en slank, Lapointe gepassioneerd, Naouri statig en krachtig, Reinhart geweldig groots en Lemieux is een zangeres om te onthouden. Ze had slechts een minieme rol, maar bij de passage waarin ze de tekst van de brief van Golaud zong, kreeg ik het bijna te kwaad. Bij De Nederlandse Opera werd Pelléas et Mélisande volledig verkracht door de enscenering van Peter Sellars; die herinnering is nu eindelijk weggevaagd en vervangen door hoogstwaarschijnlijk de mooiste Pelléas et Mélisande uit mijn leven. Een memorable uitvoering.

20 juni 2007

Concert 15 juni 2007


Concert 15 juni 2007, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Philippe Herreweghe
Groot Omroepkoor
Hanneke de Wit, sopraan
Tania Kross, mezzosopraan
Werner Güra, tenor
David Wilson-Johnson, bariton

Kuhlau: Ouverture William Shakespeare
Berlioz: Tristia
Bruckner: Mis nr. 3

Over Kuhlau verder geen woord, dat was een matig stuk. Maar Berlioz en Bruckner waren geweldig: schitterende muziek, prachtig uitgevoerd. Van Tristia bezit ik al meer dan 20 jaar een cd-opname (Colin Davis) en het is een raadsel waarom dit sublieme stuk van Berlioz nog nooit eerder in zijn geheel door het KCO is uitgevoerd. Het tweede deel, La mort d'Orphélie, werd voor het laatst in 1890 o.l.v. de eerste chefdirigent Willem Kes gespeeld! Op mijn cd-opname komt het geweersalvo dat Berlioz voorschrijft niet bepaald helder uit de verf. In de zaal hingen twee luidsprekers boven het orkest, en dat ging goed. Herreweghe leidde koor en orkest in een prachtig zuivere en serene uitvoering. Wat is Berlioz toch een fabelachtige componist. Na de pauze wederom een hoogtepunt: Buckners Derde mis. Die hoorde ik wel al eerder, geleid door Chailly. Die uitvoering vond ik toen niet geslaagd; de opname daarvan (in de Radio Recordings-box gewijd aan Chailly) bewijst dat. Ook Celibidache maakte een weinig geslaagde opname. Bij beide uitvoeringen is het koor te wollig en te massief en de solisten geen eenheid met koor en orkest. Dit alles bleek onder Herreweghe geen probleem: opeens werd de pracht van deze Mis geopenbaard. Zet Herreweghe voor een koor en er gebeurt iets magisch. Wanneer eens het Te Deum? Op het net trof ik een prachtige foto van Berlioz die ik nog niet kende. Klik op de foto en je krijgt hem vol op je scherm.

19 juni 2007

Concert 8 juni 2007


Vrijdag 8 juni 2007, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Mariss Jansons
Dmitry Sitkovetsky, viool

Wagemans: Moloch
Hindemith: Symfonische metamorfosen
Dutilleux: Vioolconcert L'arbre des songes
Stravinsky: Vuurvogel-Suite

Een prachtig concert met orkest en dirigent op topniveau. Een mooi programma ook; alleen het Dutilleux-concert deed me weinig. Ik vind het een doelloos en te fragmentarisch stuk waar ik geen lijnen in kan ontdekken. Het werk voor groot orkest van Wagemans is groots en aansprekend. De Symfonische metamorfosen van Hindemith een lekker bits stuk dat werkelijk prachtig werd gespeeld. Hoogtepunt was toch wel de Vuurvogel-Suite. De recensent van de NRC gebruikte het juiste woord om de uitvoering te karakteriseren: bloedstollend. Bij zijn spaarzame optredens met het KCO dirigeerde Gergiev lang geleden eens een fenomenale volledige Vuurvogel, maar deze uitvoering van de Suite komt in mijn herinnering minstens daarnaast te staan. Dat smaakt naar een uitvoering van de volledge versie! Bij het slotapplaus lieten het orkest en Jansons duidelijk hun wederzijdse tevredenheid blijken. Wat een geslaagd huwelijk!

18 juni 2007

Opera 6 juni 2007



Woensdag 6 juni 2007, Muziektheater Amsterdam
De Nederlandse Opera

Schreker: Die Gezeichneten

Alviano Salvago - Gabriel Sadé
Herzog Antoniotto Adorno - John Wegner
Tamare - Scott Hendricks
Lodovico Nardi - Wolfgang Schöne
Carlotta Nardi - Kristine Ciesinski
Koor van De Nederlandse Opera
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Ingo Metzmacher

De recensies hadden gewag gemaakt dat dit een bloederig en expliciet spektakel zou worden. Eerlijk gezegd vond ik dat allemaal wel meevallen. Natuurlijk, deze opera is geen onschuldig sprookje, maar Salome vind ik angstaanjagender. Ik ben tijdens het eerste bedrijf heel eventjes in slaap gevallen, zelfs. Kwam misschien door het half jetlagje van de New York-trip; aan de enscenering en uitvoering kan het niet gelegen hebben, want die waren prachtig. De muziek van Schreker is wollig, bont en rijk; bepaald niet minimalistisch. Ik heb onlangs een cd-uitvoering aangeschaft, die ga ik eens nader bestuderen. Er werd goed gezongen, en door het KCO werkelijk fenomenaal gespeeld. Wat een enorm verschil altijd weer wanneer het KCO in de bak van het Muziektheaterzit. Weelde, pure weelde!