26 december 2012

Concert 25 december 2012

Dinsdag 25 december 2012, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Mariss Jansons
Ferrucio Furlanetto, bas

Mozart: Ouverture Le Nozze di Figaro
Mozart: Madamia, il catalogo è questo uit Don Giovanni
Mozart: Non più andrai uit Le Nozze di Figaro
Mozart: Tutto è disposto... Aprite un po' quegl'occhi uit Le Nozze di Figaro
Mozart: Vedr Mentre lo Spospiro uit Le Nozze di Figaro
Bruckner: Symfonie nr. 7

Dit is mijn vierde kerstmatinee op rij; het is de best denkbare besteding van de tijd voorafgaande aan het kerstdiner. Dit keer had ik mijn ouders uitgenodigd; ik had ze getrakteerd op prachtige plaatsen midden in de zaal. En tja, dan eerst Ferrucio Furlanetto! Gottegot, wat een beheersing, vakmanschap en kennis van wat hij zingt! Furlanetto is 63, maar zijn stem is nog puntgaaf. Na zijn geweldige debuut bij het KCO twee jaar geleden (zie hier de weblog) maakte hij voor Jansons een uitzondering op de Italiaanse regel dat je met Kerst thuis bij je moeder bent. Hij zong de vier Mozart-aria's zoals ik ze nog nooit gehoord had: ieder woord kreeg aandacht, ook in gebaren. Een grandioos optreden! Na de pauze (zeer ongebruikelijk bij een kerstmatinee) wederom Bruckners Zevende. Even goed als twee dagen eerder, zie hieronder; jammer dat het publiek minder stil was dan zondagmiddag. Veel gehoest en na ieder deel een aarzelend applaus. Het kerstmatinee-publiek is bepaald geen Bruckner-kenner. Het maakte voor de uitvoering allemaal niet uit. Ook deze middag een sublieme Zevende, en hoe goed nu voor het eerst in de kerstmatinee een Brucknersymfonie op de lessenaars te hebben. Jansons is een groot Bruckner-dirigent!

Concert 23 december 2012

Zondag 23 december 2012, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Mariss Jansons
Lisa Batiashvili, viool

Prokofiev: Vioolconcert nr. 1
Bruckner: Symfonie nr. 7

Twee jaar geleden zou Jansons al Bruckners Zevende bij het KCO dirigeren, maar hij moest die concerten toen afzeggen; Haitink nam deze over (zie hier de weblog). Nu dan toch met Jansons, en ik hoorde zelden zo'n sonoor gespeelde Brucknersymfonie. Vloeiende tempi, grote detaillering en verschillen in dynamiek, en vooral: een sublieme harmonische eenheid tussen strijkers, hout- en koperblazers. De hoorns, wagnertuba's, trombines en trompetten: ze speelden fantastisch. Jansons maakte er een krachtige uitvoering van, beklemtoonde de duistere klanken en liet het orkest dan weer fluisterzacht, dan weer op volle sterkte spelen. De symfonie klonk alsof deze al veel vaker uitgevoerd was, maar dit was toch echt de eerste keer. Voor de pauze het Eerste vioolconcert van Prokofiev; niet echt een lievelingsstuk, maar zo fragiel en mooi klinkend gespeeld als door Lisa Batiashvili slik ik alle reserves tegen Prokofiev in. Een recensent schreef over een uitvoering eerder deze week dat de violiste nauwelijks tegen de technische eisen van met name het middendeel opgewassen was, maar tijdens dit concert speelde ze feilloos.

Opera 21 december 2012

Vrijdag 21 december 2012, Muziektheater Amsterdam
De Nederlandse Opera

Mozart: Die Zauberflöte

Tamino - Maximilian Schmitt
Sarastro - Brindley Sheratt
Sprecher - Maarten Koningsberger
Königin der nacht - Iride Martinez
Pamina - Christina Landshamer
Papageno - Thomas Oliemans
Papagena - Nina Lejderman
Monostatos - Wolfgang Ablinger-Sperrhacke
Koor van De Nederlandse Opera
Nederlands Kamerorkest o.l.v Marc Albrecht

In de NRC en het Parool werd deze nieuwe productie de hemel in geprezen, en inderdaad: dit was een buitengewoon prachtige Zauberflöte. Ik zag er aanvankelijk een beetje tegenop; de eerdere producties bij DNO waren geen succes, en met name het tweede bedrijf kan langdradig zijn door de vele dialogen. Deze enscenering en uitvoering logenstraften echter alle mogelijke bezwaren. De enscenering was grandioos: inventief, grappig, en zo realistisch als mogelijk. De slang geprojecteerd op het scherm, Tamino er verlicht achter: treffend! Het hangende plateau bleek voor de vele scènewisselingen een multifunctionele vondst. De kwaliteit van de uitvoering was onverwacht goed. Maximilian Schmitt acteerde wat kleurloos, maar zong prima. Thomas Oliemans is een gemiddeld goede bariton, maar hij droeg met zijn geweldig acteren bijkans de hele voorstelling. Iride Martinez zong een uitstekende 'Hölle Rache'; zo goed had ik die aria nog niet live horen zingen. Grote verrassing was echter Brindley Sheratt. De rol van Sarastro is geen gemakkelijke; diens aria's vereisen een krachtige sonore stem, en Sheratt zong met autoriteit en vol schoonheid. Marc Albrecht deed voor de prestaties op het podium bepaald niet onder, ook hier tegen de verwachting in. Albrecht bracht met het Nederlands Kamerorkest een felle, Harnoncourt-achtige speelstijl: puntig, fel, vol vaart. Als ik geweten had dat deze Zauberflöte zo goed was, zou ik zeker nog een tweede keer gegaan zijn. Maar alle resterende voorstelingen waren al uitverkocht. Terecht!

24 december 2012

Concert 6 december 2012


Donderdag 6 december 2012, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Sir John Eliot Gardiner
Kristian Bezuidenhout, piano

Mozart: Symfonie nr. 31
Beethoven: Pianoconcert nr. 2
Tsjaikovski: Symfonie nr. 2

De lange Sir John is een energiek man, ook op zijn 69ste. Bovendien een perfectionist. Dat bleek meteen na het eerste deel van de Parijse symfonie van Mozart. Halverwege dat deel hoorde ik een bromtoon en tijdens de rust tussen het eerste en tweede deel gebaarde Gardiner dat die eerst moest verdwijnen voordat er verder gespeeld zou worden. Na vijf minuten stopte de bromtoon en continueerde Gardiner en het KCO de symfonie. Aardig gedaan: ze speelden achter elkaar de beide versies van het Andante. Geen gemakkelijke symfonie overigens: de hoge vaart van het openings- en slotdeel vereist ultieme punctualiteit. En dat bood het orkest! In het Tweede pianoconcert van Beethoven trok Bezuidenhout de aandacht met een geweldige eigen cadens in het openingsdeel. Normaliter hoeft zo'n eigen cadens van mij niet: doe nu maar gewoon die van de componist. Maar deze van Bezuidenhout was expressief en virtuoos; het publiek hield zijn adem in. Het concert klonk fris, gewaagd en precies; een heerlijk stuk. Gardiner en Tsjaikovksi is geen alledaagse combinatie, maar hij dirigeerde deze Kleinrussische vol scherpte en energie, en met een perfect spelend KCO krijg je dan vanzelf een prima uitvoering voorgeschoteld.

23 december 2012

Opera 30 november 2012



Donderdag 30 november 2012, Muziektheater Amsterdam
De Nederlandse Opera

Wagner: Das Rheingold

Wotan - Thomas Johannes Mayer
Fricka - Doris Soffel
Loge - Stefan Margita
Alberich - Werner van Mechelen
Mime - Wolfgang Ablinger-Sperrhacke
Erda - Marina Prudenskaja
Fasolt - Stephen Milling/Günther Groissbüock
Fafner - Jan-Hendrik Rootering
Froh - Marcel Reijans
Donner - Vladimir Baykov
Woglinde - Lisette Bolle
Wellgunde - Barbara Senator
Flosshilde - Bettina Ranch
Nederlands Philharmonisch Orkest o.l.v. Hartmut Haenchen

Wat bij de première nog niet helemaal goed ging, lukte bij deze laatste voorstelling uit de reeks wel. Ik zat op een fraaie plaats (op het eerste balkon rechts): daarmee zag het er allemaal weer net wat anders uit. Ik heb deze Rheingold zowat vanuit alle hoeken van de zaal gezien, bij de eerste voorstellingenreeks ook een keer vanuit de 'adventure seats'; dat ik ook deze elfde of twaalfde keer geboeid heb zitten kijken en luisteren, mag toch wel de kracht van deze enscenering onderstrepen. De uitvoering was helemaal goed; een Rheingold om in je geheugen te koesteren.

02 december 2012

Opera 15 november 2012


Donderdag 15 november 2012, Muziektheater Amsterdam
De Nederlandse Opera

Wagner: Das Rheingold

Wotan - Thomas Johannes Mayer
Fricka - Doris Soffel
Loge - Stefan Margita
Alberich - Werner van Mechelen
Mime - Wolfgang Ablinger-Sperrhacke
Erda - Marina Prudenskaja
Fasolt - Stephen Milling/Günther Groissbüock
Fafner - Jan-Hendrik Rootering
Froh - Marcel Reijans
Donner - Vladimir Baykov
Woglinde - Lisette Bolle
Wellgunde - Barbara Senator
Flosshilde - Bettina Ranch
Nederlands Philharmonisch Orkest o.l.v. Hartmut Haenchen

Deze weblog bestaat nu ruim zes jaar, maar de Amsterdamse Ring des Nibelungen werd hier nog niet besproken. En dat terwijl ik alle vier de opera's van de Ring in deze enscenering alles bij elkaar zo'n tien keer gezien heb; ik zal met mijn oude muziekschriftje binennkort de optelsom maken. Na de laatste voorstellingenreeks in 2005 wilde men het decor aan de vuilnisman meegeven; voor de opslag ervan is een flinke loods nodig, en dat kost geld. Uiteindelijk besloot DNO rondom het Wagnerjaar 2013 deze Ring nog één keer te programmeren, maar na de laatste voorstellingen van de hele cyclus in februari 2014 gaat alles toch echt de verbrander in. Misschien jammer, maar muziek is nu eenmaal een vluchtige kunstvorm. En de herinnering zal blijven. Waarom nu reeds zo'n nostalgisch verhaaltje? Ach, alleen al deze Rheingold is in zijn uitbeelding ijzersterk. Audi en Tzipin knopen de drie werelden van Das Rheingold (de bodem van de Rijn, de Godenwereld en het onderaardse Nibelheim) geloofwaardig aan elkaar. Wanneer Wotan en Loge naar Nibelheim vertrekken, lopen ze rechts het podium af, zie je ze achterin naar links lopen en opeens helemaal linksbovenin de ijzeren trap naar het podium afdalen. De openingsscene, op de bodem van de Rijn, is geweldig gedaan; de Rijndochters glijden over het schuine plexiglazen vlak als vissen in het water, en ook hier klopt het toneelbeeld met de uitspraken 'oben' en 'unten'.
De uitvoering was bij deze première nog niet helemaal perfect. Het orkest maakte enkele vervelende missertjes, en het klonk allemaal nog wat onwennig. De cast was gemiddeld goed, ofschoon niet uitzonderlijk. Stephen Milling kon door ziekte niet zingen, maar acteerde wel; Günther Groissböck zong vanaf de zijkant zeer fraai de rol van Fasolt. De licht en wenbaar zingende Stefan Margita maakte van Loge een fraai personage, subtieler dan Chris Meritt bij vorige uitvoeringsreeksen.


Recital 11 november 2012


Zondag 11 november 2012, Concertgebouw Amsterdam
Paul Lewis, piano

Schubert: Sonate in c, D958
Schubert: Sonate in A, D959
Schubert: Sonate in Bes, D960

De drie laatste pianosonates van Schubert achter elkaar op één avond: dat is intens genieten. Ik ken deze stukken al sinds mijn studententijd, en houd er meer van dan van de meeste Beethovensonates en veel andere pianomuziek. Iedere keer wanneer ik naar deze sonates luister, beklemt me de gedachte dat wanneer het Schubert gegeven zou zijn nog tien jaar langer te leven we nog zoveel meer van dit onaards mooie overgeleverd zouden hebben. Maar goed, Paul Lewis speelde technisch perfect, misschien iets te 'straight forward', maar hij deelde met een doodstille zaal tot ruim na half elf de overtuiging dat Schubert in zijn laatste levensjaar wonderen verrichte.

17 november 2012

Concert 7 november 2012


Woensdag 7 november 2012, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Lorin Maazel

Van Anrooy: Piet Hein Rapsodie
Prokofiev: delen uit Romeo en Julia
Tsjaikovski: Symfonie nr. 4

Maazel mag dan een exuberante icoon zijn, zoals ik hem bij zijn vorige gastoptreden beschreef (zie hier de weblog daarvan), maar zijn optredens bij het KCO zijn steevast goed. Nu wederom een geweldig concert. Het KCO is een toporkest, maar moet tot topprestaties uitgedaagd worden door dirigenten die geen loopje met zich laten nemen. Sommige dirigenten doen dat door hun innemendheid, enthousiasme of excentriciteit, en sommigen door hun ervaring en autoriteit. Jansons heeft het allemaal, en Maazel vooral veel autoriteit. En dat valt goed bij dit orkest. Al bij de Piet Hein Rapsodie was dat hoorbaar. Ik kende het stuk eigenlijk alleen van wat losse flarden van de radio, en dan in wat flauwe, kinderconcertachtige settings. Maar zet een internationale topdirigent voor een toporkest: het stuk werd perfect gespeeld, krachtig en swingend. Hetzelfde gold voor de vijf delen uit Romeo en Julia: groots orkestspel! De Vierde van Tsjaikovski heb ik bij het KCO al met vele dirigenten gehoord: Chailly, Blomstedt, Jansons, Gilbert, Fischer. Deze uitvoering van Maazel was misschien niet de meest Russische, maar zo strak gespeeld als tijdens dit concert hoorde ik dit heerlijke stuk niet eerder. Het tempo in het eerste deel was misschien wat te traag, maar de opbouw was grandioos. Hoogtepunt was het Scherzo. Maazel bracht allerlei spannende accenten aan in de pizzicati: duizelingwekkend. Ach, alles bij elkaar gewoon een groots concert. Snel weer terug, deze 82-jarige icoon.

07 november 2012

Concert 31 oktober 2012


Woensdag 31 oktober 2012, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Jan Willem de Vriend
Arthur & Lucas Jussen, piano's

Mozart: Concert voor twee piano's
Händel: Water Music

Toen ik op deze woensdag laat in de middag thuiskwam, vond ik een plas water op mijn vloer: het lekte vanuit het plafond. Met emmers kon ik de schade beperken, en toch dit concert bezoeken waar ik een los kaartje voor had gekocht. Het debuut van de gebroeders Jussen bleek een groot succes: ze speelden frivool en in uitdagende wisselwerking dit verrukkelijke concert, dat Mozart - niet veel jaren ouder dan deze tieners achter de piano - voor hemzelf en zijn zus componeerde. Ik was echter primair gekomen voor Händels watermuziek, dat ik gewoonweg een eindeloos heerlijk stuk vind. Ik was benieuwd wat het KCO hiervan zou maken. Het werd een onvergetelijk uurtje. De Vriend dirigeerde vlotte tempi, liet blazers en strijkers links, rechts en achter op de balkons of zelfs achter op de gang het vraag- en antwoordspel met het orkest op het podium spelen, en varieerde naar hartelust binnen afzonderlijke delen in instrumentatie en dynamiek. Werkelijk grandioos. Deze muzikale watermuziek deed mijn wateroverlast thuis een uur lang volledig vergeten.

Ballet 28 oktober 2012



Zondag 28 oktober 2012, Het Muziektheater Amsterdam
Het Nationale Ballet
Holland Symfonia o.l.v. Ermanno Florio

Paquita
Bolero
Carmen

Dit is geloof ik mijn eerste weblog over een balletvoorstelling. In de jaren negentig ging ik regelmatig naar ballet, maar daarna om onopgehelderde redenen niet meer. Dit groepsuitje van de DEC startte met het bijwonen van een groepsles waarin de dansers van het Nationale Ballet een ruim uur lang een aantal basispassen uitvoerden. Ook tijdens deze les is de totale beheersing van het lichaam geweldig om te zien. Je pakt de punt van je voet en dan been en arm loodrecht omhoog... Na een korte lunch in de artiestenfoyer de zaal in voor dit warmbloedige programma. Paquita, een choreografie van Marius Pepita, bleek een wat eenvormige opeenvolging van solo-optredens. De muziek kwam van verschillende vergeten componisten, in een arrangement van John Lanchbery. Ravels Bolero werd het hoogtepunt van de middag. Het stuk leent zich uitstekend voor een choreografie, hier van huischoreograaf Krzysztof Pastor, in een prachtig tweekleurig decor.  Een danspaar gaat de confrontatie aan met 28 tegenspelers: geweldig gedaan! Tot slot een gedanste versie van Carmen, in de choreografie van Ted Brandsen. Ik vond het niet geslaagd: een opera laat zich niet dansen, het blijft teveel schijngevecht-gedoe. De suite door Rodion Shchedrin samengesteld geeft de highlights uit de opera, maar waarom niet gewoon één van de eigen suites van Bizet gebruikt? Holland Symfonia speelde opvallend goed, veel beter dan wat ik me van lange tijd geleden van het Balletorkest herinner. Toch wel een aangenaam weerzien met het Nationale Ballet; het is een uitermate goed gezelschap! 

06 november 2012

Concert 25 oktober 2012


Donderdag 25 oktober 2012, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Daniele Gatti

Mahler: Symfonie nr. 9

Ik had al twee latere weblogs geplaatst toen ik er achterkwam dat ik dit concert vergeten was van een weblog te voorzien. Misschien enigszins tekenend, want helemaal tevreden was ik er niet over. Gatti is een geconcentreerd dirigent, heeft een duidelijke visie en is thuis in de symfonieën van Mahler. Bij het KCO dirigeerde hij in de Mahler-serie de Vijfde (zie hier de weblog), en in augustus j.l. bracht hij met het Mahler Jeugdorkest de Zevende (zie hier de weblog). Mijn kanttekeningen bij beide uitvoeringen gelden ook deze Negende. Hoe geconcentreerd de uitvoering ook was, de vervoering en verbluffing over de intense kracht van deze muziek bleef bij mij uit. Ik schreef het al eerder: Mahlers Negende is zijn ultieme symfonie; het eerste deel biedt een synthese van alle emoties uit zijn eerdere symfonieën, en over de kracht van het slot-adagio hoef ik niets te zeggen die dit stuk kent. Mahler en Gatti: voor mij nog geen ideale combinatie.
De blog-software staat toe om blogs eerder te dateren, dus ik kan dit gewoon chronologisch tussen de andere concerten plaatsen.

05 november 2012

Concert 11 oktober 2012


Donderdag 11 oktober 2012, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Alexandre Bloch
Anja Harteros, sopraan

Wagenaar: Ouverture De getemde feeks
R. Strauss: Orkestliederen (Allerseelen, Die heiligen drei Könige aus Morgenland, Waldseligkeit, Wiegenlied, Morgen!, Zueignung)
Widmann: Teufel Amor
R. Strauss: Tod und Verklärung

Hoe spijtig dat Jansons wederom moest afzeggen! Dit programma toont Jansons' veelzijdigheid: na de fragiele liederen van Strauss een grandioos veelomvattend werk van Widmann, dreigend en massaal. De jonge Alexandre Bloch nam het programma ongewijzigd over, verhuisde Widmann naar vóór de pauze. Dat leverde voor vele concertgangers een koude douche op. Na de grandioos gezongen en gespeelde orkestliederen van Strauss dachten velen dat het al pauze was. Maar nee, het orkest bleef zitten, er kwamen zelfs orkestleden bij, dus men dacht: o ja, er komt nog wat. Dat bleek dus een massief modern werk van een half uur te zijn. Wel goed eigenlijk: kunst mag uitdagen! Hoe fraai Teufel Amor, Tod und Verklärung en de ouverture van Wagenaar ook klonken: onbetwist en onvergetelijk hoogtepunt van dit concert was het optreden van Anja Harteros. Tijdens de laatste Kerstmatinee maakte ze enorme indruk in de Vier letzte Lieder onder Haitink, en nu zo mogelijk nog meer met deze zes orkestliederen. Ik kende ze van de opnames van Elisabeth Schwarzkopf en Jessye Norman, maar Harteros zong ze mooier. Zouden ze met Jansons op de bok voor RCO Live zijn opgenomen?

20 oktober 2012

Concert 1 oktober 2012


Maandag 1 oktober 2012, Concertgebouw Amsterdam
Orchestre Révolutionnaire et Romantique o.l.v. Sir John Eliot Gardiner
Lucy Crowe, sopraan
Jennifer Johnston, mezzosopraan
James Gilchrist, tenor
Matthew Rose, bas
The Monteverdi Choir

Beethoven: Missa solemnis

In een jaar tijd de Missa solemnis uitgevoerd gehoord door drie grote 'authentieke' dirigenten: Herreweghe (hier de weblog), Harnoncourt (hier en hier) en nu Gardiner. Deze uitvoering met het onvolprezen Monteverdi Choir was onbetwist de meest stormachtige. Gardiner ontzag zijn musici niet, wilde en kreeg van zijn solisten, koor en orkest het onderste uit de kan. Het Goria en het Credo: fasten your seatbelts! Af en toe stond het zweet in mijn handen, vrezend dat de boel uit de bocht zou vliegen. Maar men kende deze grandioze partituur op zijn duimpje. Het is verbluffende muziek, hemelbestromend en ontroerend. Uiteindelijk houd ik meer van de wat gedragener stijl van Harnoncourt, maar dit was een uitvoering om nooit te vergeten.

18 oktober 2012

Concert 28 september 2012


Vrijdag 28 september 2012, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Ludovic Morlot
Ian Bostridge, tenor
Jasper de Waal, hoorn

Ravel: Ma Mère l'Oye (suite)
Britten: Serenade
Roussel: Tweede suite uit Bacchus et Ariane
Ravel: La valse

Na zijn debuut anderhalf jaar geleden (zie hier de weblog daarvan) mocht de Franse dirigent Morlot op herhaling bij het KCO. Een concert met meer dan drie werken vind ik dikwijls van te weinig gewicht: dat gechangeer door het orkest en trap-op-trap-af van de dirigent blokkeert de lange spanningsbogen waar ik eigenlijk het meest van houd. De werken van dit concert waren stuk voor stuk interessant en de moeite van het beluisteren meer dan waard. Morlot is een toegewijd dirigent, moet nog flink groeien in diepgang, maar weet het orkest te verleiden tot prima subtiel spel. De opening van La valse was bijzonder raak getroffen: dreigend en duister. Maar de apotheose was toch wat te netjes; daar mag het best - ogenschijnlijk - uit de hand lopen. Hoogtepunt van het concert was het optreden van Ian Bostridge in de Serenade van Britten: de man beheerst zijn partij tot in de puntjes, staat er ruim boven en zingt en reciteert vrijuit en intens muzikaal. Geweldig en meesterlijk. Ik ben geen Britten-fan, maar met zo'n voordracht ben ik er helemaal bij.

24 september 2012

Concert 20 september 2012


Donderdag 20 september 2012, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Mariss Jansons
Genia Kühmeier, sopraan
Gerald Finley, bariton
Groot Omroepkoor

Brahms: Ein deutsches Requiem

Smaken verschillen, en zo ook waarderingen van uitvoeringen. Na haar toegegeven misser bij de beoordeling van Parsifal j.l. juni, recenseerde Mischa Spel in NRC Handelsblad dit concert met Brahms' meesterwerk wederom volledig anders dan hoe ik het beleefde. Laat ik het bij mezelf houden: ik vond dit één van de mooiste concerten die ik ooit meemaakte. Dat lag aan een uniek complex van factoren. In willekeurige volgorde: mijn eigen stemming, die van het publiek in de grote zaal, de plaats waar ik zat, de grootsheid van dit Requiem en de weergaloze uitvoering door koor, orkest en solisten. Ik hoorde dit werk ooit eens twee keer eerder live, maar de laatste keer was zeker 15 jaar geleden of langer geleden (Hans Vonk verving toen een zieke Harnoncourt bij het KCO). Jansons dirigeerde een prachtig vloeiende uitvoering, waarin koor en orkest geweldig doorzichtig samensmolten. En toen Genia Kühmeier haar 'Ihr habt nun Traurigkeit' meer dan hemels-subtiel zong, ging ik volledig voor de bijl. Na afloop was ik in een zeldzaam voldane stemming waarin alles even helemaal perfect leek.

07 september 2012

Opera 4 september 2012


Dinsdag 4 september 2012, Het Muziektheater Amsterdam
De Nederlandse Opera

Schreker: Der Schatzgräber

Els - Manuele Uhl
Elis - Raymond Very
Der Narr - Graham Clark
Der König - Tijl Faveyts
Koor van de Nederlandse Opera
Nederlands Philharmonisch Orkest o.l.v. Marc Albrecht

Een aparte en boeiende opening van het nieuwe seizoen bij DNO. Na Die Gezeichneten een paar jaar geleden nu opnieuw een opera van Franz Schreker; zijn werken worden mondjesmaat uitgevoerd, maar een vergeten componist is hij zeker niet (meer). Schreker biedt voluptueus en volumineus orkestgeluid. Zeker in de derde akte, het muzikale hoogtepunt van deze opera. Daarin kolkt en broeit het dat het een aard heeft. Jammer dat daarin de enscenering juist het minst sterk is. De filmprojecties laten zien waar de muziek bepaald geen misverstand laat bestaan waar het hier over gaat. De enscenering vond ik sowieso niet zo geslaagd. Een sprookjesachtige omgeving met wat felle kleuren was voldoende geweest. Desnoods hadden ze de grote schaal van Anish Kapoor uit de enscenering van Parsifal - van juni j.l.  - gebruikt! Nu had het geheel een wat koele, DDR-achtige uitstraling. En die huisjesdans links en rechts is op de keper beschouwd een beetje een zwaktebod. Maar goed, de muziek en de uitvoering maakten dit een fraaie voorstelling. Het orkest o.l.v. Albrecht gaat voluit, en er was een goede cast gecontracteerd. Manuele Uhl draagt de voorstelling, en zij zingt vooral sterk in plaats van subtiel, maar eigenlijk past dat prima bij haar rol. Graham Clark heeft nog niets aan vocale en acteerkracht ingeboet.

Concert 29 augustus 2012


Woensdag 29 augustus 2012, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Mariss Jansons
Leonidas Kavakos, viool

Bartók: Vioolconcert nr. 2
Mahler: Symfonie nr. 1

Na zes jaar heeft Jansons Mahlers Eerste weer op de lessenaars laten plaatsen. Over die eerste keer was ik nog niet helemaal tevreden (zie hier de weblog daarvan), ofschoon ik de cd-opname die van de eerste serie uitvoeringen is gemaakt wel erg fraai vind (zie hier een vergelijkende discografie). Tijdens dit concert vond ik de uitvoering grandioos. Het orkest speelde in topvorm, en Jansons leidde een uiterst coherente, gedreven en enerverende uitvoering, waarin de kwaliteiten van de symfonie volledig voor zichzelf konden spreken. Hoe vanzelfsprekend de uitvoering ook klonk, het is eigenlijk heel bijzonder dat je zoiets zomaar voorgeschoteld krijgt; Jansons en het KCO vormen werkelijk een ideale combinatie. Dat geldt ook tussen Jansons, het KCO en violist Leonidas Kavakos. Zijn band met het orkest is zichtbaar hecht, en hij benadert van alle meesterviolisten die ik heb gehoord dat wat je als 'perfect' zou benoemend het dichtst. Hij speelt ogenschijnlijk moeiteloos, maar uiterst geconcentreerd en evenwichtig. Het Tweede Vioolconcert van Bartók - in 1939 in deze zelfde zaal met hetzelfde orkest voor het eerst uitgevoerd - leek me altijd een wat ondoordringbaar stuk, maar door Kavakos zat ik er van begin tot einde helemaal 'in'.

Concert 27 augustus 2012


Maandag 27 augustus 2012, Concertgebouw Amsterdam
Gustav Mahler Jugendorchester o.l.v. Daniele Gatti
Frank Peter Zimmermann, viool

Berg: Vioolconcert
Mahler: Symfonie nr. 7

Een stevig programma. Inclusief toegift door Zimmermann en door de trage tempi in de Zevende symfonie van Mahler ook een lang concert; ik stond pas tegen elf uur buiten. Ik moet erkennen dat ik het Vioolconcert van Alban Berg 'Dem Andenken eines Engels' nog nooit eerder had gehoord; ook niet op cd. Het is best mooi, maar het emotioneerde me bij deze eerste beluistering ook niet. Aan de uitvoering lag dat niet. Frank Peter Zimmermann is een groot violist, speelt technisch perfect en heeft een pracht van een instrument (zijn Stradivarius was ooit van Fritz Kreisler). Zijn Bach-toegift was onaards mooi. Na de pauze Mahlers Zevende; geen onproblematisch stuk, maar ik houd er erg van. Vooral het openingsdeel is een achtbaan van emoties en daardoor al een symfonie op zich. En dan komen er daarna nog vier delen. Gatti opteerde voor relatief langzame tempi en zette de dramatiek nog eens extra aan; ik vond het een gespannen en daardoor ook uitputtende uitvoering. Het orkest bood alles wat Gatti vroeg, speelde uitstekend.

24 augustus 2012

Concert 23 augustus 2012


Donderdag 23 augustus 2012, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Mariss Jansons
Sergei Leiferkus, spreekstem
Groot Omroepkoor

Schönberg: A Survivor from Warsaw
Strawinsky: Psalmensymfonie
Barber: Adagio voor strijkers
Varèse: Amériques

De muzikale zomervakantie is voorbij en aan het einde van de Robeco-serie speelt het KCO zich gewoontegetrouw in voor de korte tournee naar de festivals van Salzburg en Luzern. Dit jaar gelukkig weer met Jansons op de bok, en met twee fraaie programma's waarin voor een deel eerder gespeeld repertoire wordt hernomen.Echter bepaald geen alledaags of licht repertoire! Dit eerste programma kenmerkte zich zowel voor als na de pauze door tegenstellingen. Eerst het ruwe, je bij de lurven grijpende stuk van Schönberg, met niemand minder dan Sergei Leiferkus als spreker. Zijn Russische accent bij deze Engelstalige tekst: het had wel iets authentieks. Ik hoorde het stuk ooit eerder bij het KCO, toen voorafgaand aan Mahlers Vijfde gedirigeerd door Klaus Tennstedt. Hierna de veel meer ingehouden en vrediger Psalmensymfonie, dat vorig jaar september voorafging aan het Requiem van Mozart (zie hier de weblog daarvan). Toen was ik er niet van onder de indruk, waarschijnlijk mede doordat ik mentaal gefocust was op dat Mozart Requiem. Nu vond ik het het een uitermate prachtig stuk, fraai gezongen door het Groot Omroepkoor. Na de pauze het wat zoete, maar onwaarschijnlijk fraai gespeelde Adagio voor strijkers van Barber. Ik heb er geloof ik niet eens een cd-opname van, je herkent het echter uit duizenden. Pure weelde om de strijkers van het KCO dit te horen spelen. En tja, daarna stroomde het podium weer vol voor Amériques van Varèse, dat vorig jaar oktober tijdens een regulier abonnementsconcert op het programma stond (zie hier de weblog). Nu kreeg het wederom een overrompelende uitvoering; het Robeco-publiek was muisstil en luisterde vol be- of verwondering. Het werk heeft soms wat meligs, met die sirenes en dat duffe toetertje, maar wat een energie zit hierin! Geen muziek om rustig de krant bij te lezen, maar van mij mag dit een echt repertoirestuk worden. De zaal was na afloop veel uitbundiger dan het publiek van de D-serie vorig jaar.
Mooie foto van Varèse van Katherine Young/Getty (en om eventueel gedoe over rechten te vermijden).

Recital 1 juli 2012


Zondag 1 juli 2012, Huis aan de Prinsengracht Amsterdam
Arno Stoffelsma, klarinet
Cathelijne Noorland, piano

Rabaud: Solo de Concours voor klarinet en piano
Berg: Vier Stücke voor klarinet en piano
Brahms: Klarinetsonate nr. 1
Poulenc: Klarinetsonate

Via via was ik uitgenodigd voor dit zondagochtend-huisconcert, door Arno Stoffelsma, klarinettist bij het Gelders Orkest, en pianiste Cathelijne Noorland. Bepaald geen hap-slik-weg-programma: de vier korte stukken van Alban Berg en de late sonate van Brahms zijn serieuze muziekstukken. Het bravourestuk van Rabaud en de relatief lichte sonate van Poulenc liggen gemakkelijker in het gehoor. Brahms is uiteraard de meester van dit viertal. Stoffelsma en Noorland zijn professionales die uitstekend (samen)speelden. Een fraai gespeeld programma van ruim een uur, zo maar bij iemand in de huiskamer aan de gracht. Weer eens wat anders, maar erg fijn!

27 juli 2012

Opera 28 juni 2012



Donderdag 28 juni 2012, Het Muziektheater Amsterdam
De Nederlandse Opera

Wagner: Parsifal

Gurnemanz - Falk Struckmann
Kundry - Petra Lang
Parsifal - Christopher Ventris
Amfortas - Alejandro Marco-Buhrmeister
Titurel - Mikhail Petrenko
Klingsor - Mikhail Petrenko
Koor van De Nederlandse Opera
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v Iván Fischer

Derde en laatste keer, even indrukwekkend als de twee eerdere keren. Geen nieuwe gezichtspunten, gewoon nog een keer al dit fraais. Het KCO in de orkestbak van het Muziektheater blijft een extra gelukzaligmakende gebeurtenis.

25 juni 2012

Opera 15 juni 2012



Vrijdag 15 juni 2012, Het Muziektheater Amsterdam
De Nederlandse Opera

Wagner: Parsifal

Gurnemanz - Falk Struckmann
Kundry - Petra Lang
Parsifal - Christopher Ventris
Amfortas - Alejandro Marco-Buhrmeister
Titurel - Mikhail Petrenko
Klingsor - Mikhail Petrenko
Koor van De Nederlandse Opera
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v Iván Fischer

En meteen de volgende voorstelling weer; muzikaal even imponerend. Dan over de enscenering. Die vind ik wisselend. Niet slecht, bepaald niet, maar niet overal even overtuigend. De tweede akte is onaards prachtig en perfect, en ook de derde akte is prima uitgebeeld. Ik had alleen moeite met de tweede helft van de eerste akte, toch het meest theatrale deel van de opera. De graalridders staan daar op wankele houten stellages die ogenschijnlijk vlak daarvoor provisorisch in elkaar getimmerd zijn. Bepaald geen plek waar de engelen van God het heiligste van het heiligste in bewaring zouden geven, dunkt mij. De onthulling van de Graal is wel weer boeiend gerealiseerd, maar die hele bijeenkomst heeft een armoedige uitstraling. Maar goed, daarna volgt een weergaloos fraaie tweede akte; die grote schaal is een regelrechte vondst. Vanwege de eveneens krachtige uitvoering door Petrenko, Lang en Ventris is dit middenbedrijf opeens het hoogtepunt van de voorstelling, wat mij betreft. De derde akte heeft niet dezelfde magie, maar voldoet prima - tot aan de Verwandlungsmuziek mag het wel een beetje leeg en ruimtelijk zijn. En later deze maand nog maar eens...

Opera 12 juni 2012


Dinsdag 12 juni 2012, Het Muziektheater Amsterdam
De Nederlandse Opera

Wagner: Parsifal

Gurnemanz - Falk Struckmann
Kundry - Petra Lang
Parsifal - Christopher Ventris
Amfortas - Alejandro Marco-Buhrmeister
Titurel - Mikhail Petrenko
Klingsor - Mikhail Petrenko
Koor van De Nederlandse Opera
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v Iván Fischer

Met een eigenzinnige productie van Parsifal sluit DNO een bijzonder boeiend seizoen af dat vooral in de tweede helft louter hoogtepunten kende; de laatste vier producties bezocht ik steeds twee of drie keer. Parsifal vind ik een meesterwerk, vooral vanwege de schijnbaar oneindige muzikale lijnen. Al na een minuut muziek weet je: dit gaat lang duren. Maar het wordt nergens saai of langdradig, in mijn beleving althans. De grootste verrassing komt uit de orkestbak. Het KCO speelde al vele opera’s in het Muziektheater, maar nog nooit een Wagner-opera. Wat in juni 1987 de openingsproductie van Het Muziektheater had moeten worden (Die Meistersinger von Nürnberg, met het – toen nog niet koninklijke - Concertgebouworkest gedirigeerd door Edo de Waart), vond plaats in Carré omdat het nieuwe operahuis nog net niet gereed was. Dat was toen mijn eerste live opera-ervaring. Nu dan het KCO op topniveau spelend met Parsifal in het Muziektheater, opvallend vloeiend en relatief licht gedirigeerd door Iván Fischer. Maar wat een weelderige klanken! De cast is uitermate coherent: alle hoofdrollen zijn goed tot uitstekend bezet. Petra Lang blijkt nog steeds een ideale Kundry - haar poging in de tweede akte om Parsifal te verleiden is adembenemend -, en Christopher Ventris een sonore titelheld. Falck Struckmann zingt normaliter Amfortas (deze drie hoorde ik ook in de Parsifal onder Haitink in Londen (zie hier de weblog daarvan), maar als Gurnemanz is hij minstens zo overtuigend. De Amfortas van Alejandro Marco-Buhrmeister voldoet prima, maar ik miste in zijn voordracht wel de getergdheid en het ultieme lijden die deze rol in principe tot de meest interessante van de hele oppera maakt. Ik ken de opname van Knappertsbusch uit 1962 erg goed, en daarop zingt George London zo ongelooflijk geweldig die Amfortas-rol. Mikhail Petrenko, vorige maand nog een krachtige Filips II in Don Carlo, imponeert nu als Klingsor, hoe klein die rol in feite ook is; als Titurel verschijnt hij niet eens op toneel. Muzikaal een prachtproductie! Hierna nog twee keer… Bij een volgende bespreking over de regie van Piere Audi.


18 juni 2012

Recital 3 juni 2012


Zondag 3 juni 2012, Concertgebouw Amsterdam
Radu Lupu, piano

Schubert: 4 impromptus op. post. 142, D935
Franck: Prélude, Choral et Fugue
Schubert: Sonate in A, D959
Schubert: uit Sonate D958: Adagio (encore)

Lupu is een grillige grootmeester, maar in dit repertoire kan het nauwelijks misgaan, en dat ging het ook niet. Al bij die eerste Impromptu van de tweede reeks ging ik al bijna voor de bijl, zo verstild en raak speelde hij deze sublieme muziek. Het gehele verdere concert draaide daarom: verstilling en intimiteit. Lupu kwam op, ging zitten en speelde zoals hij dacht dat het goed was; af en toe een misslag, maar steeds precies zoals deze muziek op zijn mooist klinkt. De sonate D959 is een favoriet, vanwege dat onnavolgbaar mooie Andantino. Niks 'wiegend' en lieflijk melancholiek' dat openingsthema, zoals de schrijfster in het programmaboekje schreef, maar bij de keel grijpend intens en tragisch. Schubert componeerde het op zijn 31ste, enkele weken voor zijn dood. Ach, was hem nog maar tien extra jaren gegund...

Opera 30 mei 2012



Woensdag 30 mei 2012, Muziektheater Amsterdam
De Nederlandse Opera

Verdi: Don Carlo

Don Carlo - Massimo Giordano
Rodrigo - Christopher Maltman
Filippo II - Mikhail Petrenko
Elisabetta - Camilla Nylund
Eboli - Ekaterina Gubanova
Il grande inquisitore - Sir John Tomlinson
Koor van De Nederlandse Opera
Rotterdams Philharmonisch Orkest o.l.v. Yannick Nézet-Séguin

Het is net als de laatste fles wijn van een kist: die laatste smaakt altijd het beste en stemt je vol ultieme zaligheid én weemoed.

16 juni 2012

Opera 25 mei 2012



Vrijdag 25 mei 2012, Muziektheater Amsterdam
De Nederlandse Opera

Verdi: Don Carlo

Don Carlo - Massimo Giordano
Rodrigo - Christopher Maltman
Filippo II - Mikhail Petrenko
Elisabetta - Camilla Nylund
Eboli - Ekaterina Gubanova
Il grande inquisitore - Sir John Tomlinson
Koor van De Nederlandse Opera
Rotterdams Philharmonisch Orkest o.l.v. Yannick Nézet-Séguin

De tweede keer naar deze prachtvoorsteling. Tomlinson was wat beter bij stem vond ik, verder zong en speelde iedereen even geweldig als bij de première. En tja, wat een opera is dit toch. Alle scenes in deze opera zijn geweldig; miniatuuroperaatjes op zich. Het slot is wat abrupt: in deze regie pleegt Don Carlo zelfmoord, in het origineel wordt hij door (een schim van) Karel V het klooster ingesleurd en ontkomt hij zo aan de inquisitie. Maar goed: dat kan ook een metafoor zijn voor zelfmoord... 

Concert 16 mei 2012


Woensdag 16 mei 2012, Concertgebouw Amsterdam
Koinklijk Concertgebouworkest o.l.v. Bernard Haitink

Bruckner: Symfonie nr. 5

Bij Haitink dikwijls repertoire dat ik al eerder door hem gedirigeerd hoorde, maar van herhaling is bij hem eigenlijk nooit sprake. Haitink bestudeert partituren alsof hij ze voor het eerst leert kennen, zo zou je haast denken. De Beethoven-symfonieën die hij de afgelopen twee jaar met het Chamber Orchestra of Europe bracht, klonken totaal anders dan wat ik eerder van hem hoorde. Zo ook deze Vijfde Bruckner, die hij een jaartje of tien geleden hier in Amsterdam speelde met de Wiener Philharmoniker. Dat was toen een krachtige, majestueuze uitvoering. Nu klonk dit contrapuntisch meesterwerk licht en vloeiend, en uiterst transparant. Het gaat er uiteindelijk niet meer om welke stijl 'de beste' is. Zulke meesterwerken blijven bij uiteenlopende interpretaties groots en boeiend. Als de interpretatie maar consistent is en overtuigend wordt gespeeld. Haitink en het prachtig spelende KCO deden precies waar zij goed in zijn.

15 mei 2012

Concert 9 mei 2012


Woensdag 9 mei 2012, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Mariss Jansons

R. Strauss: Also sprach Zarathustra
R. Strauss: Metamorphosen
R. Strauss: Suite uit Der Rosenkavalier

De combinatie Jansons/KCO/Strauss behoeft eigenlijk geen toelichting meer: de liveopnames van Ein Heldenleben, Don Juan en Eine Alpensinfonie spreken boekdelen. Er hingen deze avond vele microfoons boven het orkest, dus de kans is groot dat ook dit concert later op het eigen KCO-cd-label verschijnt. En hoezeer kijk ik daar nu al naar uit. De opening van Also sprach Zarathustra is sinds een wasverzachterreclame uit de jaren zeventig overbekend, maar breng het maar eens overtuigend ineens. Ik hoorde het stuk eerder door Haitink en De Waart, maar niet zo overtuigend als nu. Ook de dirigenten van mijn opnames op cd (o.a. Reiner, Von Karajan en Kempe) hebben moeite met dit stuk. Maar ik voorspel dat de opname van deze uitvoering onder leiding van Jansons straks iedere andere naar het tweede plan doet verhuizen. De Suite uit Der Rosenkavalier moet in elk geval op cd verschijnen; het is de heerlijkste muzikale uitsmijter die je je kunt voorstellen. En Jansons dirigeert alsof het een ultiem meesterstuk is. Met de Metamorphosen heb ik niet zoveel; het is me te 'bedacht'. Prachtig gespeeld, maar ik wil bij Strauss gewoon veel weelderig orkestgeluid. Vanaf het podium klonk dat daarvoor en erna allemaal verrukkelijk. Tja, Jansons in de Salome en Elektra, dan hoeft daarna echt niks meer...
Geweldige foto van Mat Hennek.

14 mei 2012

Opera 7 mei 2012


Maandag 7 mei 2012, Muziektheater Amsterdam
De Nederlandse Opera

Verdi: Don Carlo

Don Carlo - Massimo Giordano
Rodrigo - Christopher Maltman
Filippo II - Mikhail Petrenko
Elisabetta - Camilla Nylund
Eboli - Ekaterina Gubanova
Il grande inquisitore - Sir John Tomlinson
Koor van De Nederlandse Opera
Rotterdams Philharmonisch Orkest o.l.v. Yannick Nézet-Séguin

Geen discussie: Don Carlo is mijn favoriete Verdi-opera. Hoe geweldig al die andere meesterwerken ook zijn, ik ruil ze in voor Don Carlo. Het kost me vele woorden om te beschrijven wat er allemaal zo geweldig, intens, emotioneel en groots aan deze opera is. Maar kortgezegd: de duisterheid van het verhaal, alle hoofdpersonen zijn treurig/triest, je begrijpt ze desondanks allemaal, de grandioze melodieën in de aria's, duetten, ensembles en koren, soms begeleid door slechts één cello, en soms door een volbloed orkest...: Verdi trekt hier alle registers open. Ik kocht ooit de opname van Von Karajan met Freni, Carreras, Cappuccilli en Giaurov en die opname van de geamputeerde versie behoort tot mijn top-tien cd's, en juist deze versie werd ook hier in de geweldige enscenering van Willy Decker in herhaling genomen. In 1988 zag ik bij DNO de over-complete Franse vijf-bedrijvenversie in de historische Visconti-enscenering, en in 2004 twee keer deze Decker-enscenering, onvolprezen gespeeld door Chailly en het KCO. Nu wat meer ongepolijst en harder door het Rotterdams Philharmonisch en Nézet-Séguin. In 2004 weliswaar met Villazon, maar verder met een minder evenwichtige cast dan nu. Massimo Giordano nam op het laatst de titelrol over, maar een betere tenor sinds Villazon indertijd leek me nauwelijks denkbaar. Hij zong op het maniëristische randje, maar hoe heerlijk vloeiend en snikkend-italiaans! Christopher Maltman zong een geweldige Rodrigo, Mikhail Petrenko een getergde Filips-2, Camilla Nylund een uitstekende Elisabetta, Ekaterina Gubanova een aangrijpende Eboli. En tja, John Tomlinson: ik hoorde van hem een grootse Boris en een sublieme Gurnemanz, en als groot-inquisiteur moest hij nu al brullend zijn stemverval verbloemen, maar voor deze ijzingwekkende kerkrechter werp je jezelf wel meteen op de brandstapel! Ik ga nog twee keer naar deze voorstelling, ik móet gewoon!

Opera 29 april 2012



Zondag 29 april 2012, Het Muziektheater Amsterdam
De Nederlandse Opera

Rossini: Il turco in Italia

Selim - Alex Esposito
Fiorilla - Olga Peretyatko
Geronio - Renato Girolami
Narciso - Lawrence Brownlee
I poeta - Vito Priante
Zaida - Silvia de la Muele
Koor van De Nederlandse Opera
Nederlands Philharmonisch Orkest o.l.v. Carlo Rizzi

Ik had een goede vriendin uitgenodigd om mee te gaan naar deze laatste voorstelling van de reeks, en we hebben een verrukkelijke zondagmiddag gehad. Ik kende de verrassingen van deze prachtige enscenering en kon me aldus richten op de details. Daar wemelt het van in deze voorstelling, zoals de confrontatie van het drinken van Italiaanse en Turkse koffie op het balkon... hoe logisch, maar kom er maar eens op. Olga Peretyatko stal opnieuw de show; ze is een geweldige zangeres en actrice. Zoveel overeenkomst in zang- en acteerplezier kom je zelden tegen. Maar goed, zonder die subtiele geweldenaar uit Pesaro had dit allemaal nooit mogelijk geweest. Daarom deze zalige man groots hierboven - de man die als geen ander muziek componeerde waarin het altijd hoogzomer is. Ik kende deze foto nog niet - hoe intens ongeposeerd.

28 april 2012

Concert 25 april 2012


Woensdag 25 april 2012, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Nikolaus Harnoncourt
Marlis Petersen, sopraan
Elisabeth Kulman, alt
Werner Güra, tenor
Gerald Finley, bas
Groot Omroepkoor

Beethoven: Missa solemnis

En dit dus waarschijnlijk mijn laatste concert met Harnoncourt. In november 1985 was mijn eerste bezoek aan het Concertgebouw(orkest) met Harnoncourt (zie hier de weblog daarvan), en sindsdien hoorde ik hem vele malen. De Schubert-symfonieën, de Mozart-Da Ponte-opera's in het Muziekthater (en ook Die Fledermaus), meerdere keren de Matthäus (met Arleen Auger), Dvorák 7, 8 en 9, Bruckner 3 en 4: er waren seizoenen dat Harnoncourt vaker voor het orkest stond dan welke andere dirigent dan ook (althans, zo leek het). Op een superieure Eroïca na geen Beethoven, tot deze week dan. Een opname van die uitvoering van de Eroïca zit in de meest recente Anthology-box van het KCO en is zelfs beter dan zijn opname met het Chamber Orchestra of Europe. Ach ja, hoeveel andere opnames van Harnoncourt zijn voor mij niet de standaard geworden. Zeker niet al zijn opnames, bepaald niet, maar wel vaker dan bij enig andere dirigent. Vorige week hingen er vele microfoons boven het orkest en waren er camera's, nu wederom die microfoons. Ik vermoed en hoop dat van deze reeks concerten een cd in de live-serie van het KCO wordt uitgebracht. Dat zou een prachtig document zijn van waarschijnlijk het laatste optreden van Harnoncourt bij het KCO. Het was een warme verbintenis tussen orkest en dirigent, die begon in 1975. Ik heb daarvan een groot deel meegemaakt, en prijs mezelf er bijzonder gelukkig mee.

Concert 19 april 2012


Donderdag 19 april 2012, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Nikolaus Harnoncourt
Marlis Petersen, sopraan
Elisabeth Kulman, alt
Werner Güra, tenor
Gerald Finley, bas
Groot Omroepkoor

Beethoven: Missa solemnis

Van de vier opnames die ik van Beethovens contrastrijke meesterwerk in de cd-kast heb staan (Harnoncourt, Gardiner, Herreweghe en Von Karajan) is die van Harnoncourt onbetwist de beste. Harnoncourt weet de juiste balans te bewaren tussen religiositeit, vernieuwingsdrang, intimiteit en grandeur. En ook tijdens deze uitvoering was deze balans aanwezig. Ik las vlak voor het concert een interview met de dirigent in NRC Handelsblad, waarin hij zei dat hij het stuk al twintig jaar niet meer gedirigeerd had (die liveopname was misschien wel die vorige keer?). Ook zei hij dat er geen nieuwe afspraak met het KCO gepland stond; gezien zijn leeftijd (82) vond hij dat ook onnodig. Dat gaf dit concert voor mij de lading van een voor-afscheid (ik had voor de laatste uitvoering in de reeks ook een los kaartje gekocht). Ik had een fraaie plaats op het podium, in de hoek tegen de balustrade vrij vooraan, en ofschoon mijn uitzicht werd belemmerd door een cameraman heb ik de verrichtingen van Harnoncourt weer eens goed kunnen volgen. De man dirigeert vooral ook met zijn (adelaars)ogen: wat een concentratie dwingt hij daarmee af. Langzame tempi (zonder pauze duurde dit concert tot iets voor tienen), een uitstekend zingend solistenkwartet en koor, en een klein orkest in topvorm, en dan dat ultieme meesterwerk van Beethoven... Wat kan je je nog meer wensen?

08 april 2012

Opera 6 april 2012


Vrijdag 6 april 2012, Het Muziektheater Amsterdam
De Nederlandse Opera

Rossini: Il turco in Italia

Selim - Alex Esposito
Fiorilla - Olga Peretyatko
Geronio - Renato Girolami
Narciso - Lawrence Brownlee
I poeta - Vito Priante
Zaida - Silvia de la Muele
Koor van De Nederlandse Opera
Nederlands Philharmonisch Orkest o.l.v. Carlo Rizzi

Het was tweeënhalfuur feest op deze avond van Goede Vrijdag. De jonge regisseur David Hermann presenteerde het publiek een uitermate geestige, subtiele en innoverende uitbeelding van deze mij onbekende Rossini-opera. En essentieel: nergens over de top. Er werd gebruikgemaakt van digitale projecties waar je je vingers bij aflikte. Rizzi dirigeerde uit het hoofd, en leidde orkest en zangers met strakke hand. Op het podium stonden zangers waarvan ik nog nooit gehoord had, maar die - van hoofd- tot bijrollen - perfect gecast bleken. Voorop Olga Peretyatko die hard op weg lijkt een grote ster te worden. Maar ook de bas Alex Esposito en de bariton Renato Girolami zongen fantastisch. In alle ensembles was de balans tussen de zangers onderling werkelijk subliem; en men acteerde vol overtuiging. Na Deidamia wederom een onverwacht prachtige productie! Ik zag op de website van DNO dat er voorstellingen zijn waarvan pas de helft van de zaal bezet is. Verschrikkelijk! Deze productie verdient uitverkochte zalen. Ik ga zeker nog een keertje, zo'n goed gebrachte Rossini is zeldzaam. Hier wordt zelfs de grootste zwartkijker een heel blij mens van.

31 maart 2012

Concert 30 maart 2012


Vrijdag 30 maart 2012, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Iván Fischer
Mark Padmore, tenor (Evangelist)
Peter Harvey, bas (Christus)
María Espada, sopraan
Renate Arends, sopraan
Ingeborg Danz, alt
Barbara Kozelj, alt
Henk Neven, bas
Groot Omroepkoor
Nationaal Jongenskoor

Bach: Matthäus-Passion

Mijn laatste Matthäus was in 2008, toen ik voor de uitvoering onder Colin Davis koos in plaats van die onder Fischer (zie hier de weblog daarvan); dat was geen goede uitvoering. Een jaar ervoor wel een goede bij het KCO en Norrington (zie hier). En nu dan toch onder leiding van Iván Fischer (mijn aanname in 2008 bleek correct), die in juni ook nog Parsifal komt dirigeren: Fischer beheert de muzikale Goede Vrijdag bij het KCO dit seizoen. Ik vond deze Matthäus-Passion meer dan prachtig. In de koralen en aria's hing een fraaie gedragen, afgewogen stemming, terwijl de vertelling door evangelist Mark Padmore uitblonk in een aangrijpende dramatiek en vocale schoonheid. Nog nooit eerder draaide een uitvoering van de Matthäus zo om de Evangelist. In de opstelling van koren, orkest en solisten links en rechts, stond hij naast de dirigent centraal op het podium. Padmore zong veelal lyrisch, maar soms legde hij zulke nadruk op woorden dat zijn vertelling door merg en been ging. Fischer koos voor een scherpe deling tussen de solisten, koren en orkesten 1 en 2, dus er waren twee sopranen, twee alten, twee tenoren en twee bassen voor de aria's. María Espada, Ingeborg Danz en Henk Neven verdienen aparte vermelding voor hun mooie uitvoeringen. Ook het Groot Omroepkoor zong groots; het half uit meisjes en jongens bestaande Nationaal Jongenskoor stond bij het openingskoor dicht rondom de dirigent, en zong verder voor en na de pauze alle koralen uit het hoofd mee. De zaal was doodstil; de luchtverversing ging pas vlak voor het einde aan, dus ervoor was er al iemand op het zijbalkon ingestort vanwege de hoge temperatuur - het kost meteen de concentratie van het halve publiek. Maar goed, als je tijd dan toch gekomen is dan is zo'n Matthäus wel een goede gelegenheid.

Opera 27 maart 2012


Dinsdag 27 maart 2012, Muziektheater Amsterdam
De Nederlandse Opera

Händel: Deidamia

Deidamia - Sally Matthews
Nerea - Veronica Cangemi
Achille - Olga Pasichnyk
Ulisse - Silvia Tro Santafé
Fenice - Andrew Foster-Williams
Concerto Köln o.l.v. Ivor Bolton

Wie had dat gedacht: 'voor het lekker' een tweede keer naar een Händel-opera. Maar de kwaliteiten van deze Deidamia-productie zijn inmiddels overal bejubeld. En ik heb wederom een verrukkelijke avond gehad. Het Concerto Köln speelde nog strakker dan bij de première en er werd weer uitstekend gezongen en geacteerd. De enscenering is bont, er is altijd wel beweging. Maar het is nergens over de top. De wijze waarop zo'n lange da capo-aria precies op het moment dat deze langdradig begint te worden een vrolijke acteerscene meekrijgt, bewijst dat de regisseur de partituur uiterst nauwkeurig heeft bestudeerd. Als er dan ook goede zangers en een prima orkest zijn, dan zijn de ingrediënten voor een goede voorstelling aanwezig.