02 december 2012

Opera 15 november 2012


Donderdag 15 november 2012, Muziektheater Amsterdam
De Nederlandse Opera

Wagner: Das Rheingold

Wotan - Thomas Johannes Mayer
Fricka - Doris Soffel
Loge - Stefan Margita
Alberich - Werner van Mechelen
Mime - Wolfgang Ablinger-Sperrhacke
Erda - Marina Prudenskaja
Fasolt - Stephen Milling/Günther Groissbüock
Fafner - Jan-Hendrik Rootering
Froh - Marcel Reijans
Donner - Vladimir Baykov
Woglinde - Lisette Bolle
Wellgunde - Barbara Senator
Flosshilde - Bettina Ranch
Nederlands Philharmonisch Orkest o.l.v. Hartmut Haenchen

Deze weblog bestaat nu ruim zes jaar, maar de Amsterdamse Ring des Nibelungen werd hier nog niet besproken. En dat terwijl ik alle vier de opera's van de Ring in deze enscenering alles bij elkaar zo'n tien keer gezien heb; ik zal met mijn oude muziekschriftje binennkort de optelsom maken. Na de laatste voorstellingenreeks in 2005 wilde men het decor aan de vuilnisman meegeven; voor de opslag ervan is een flinke loods nodig, en dat kost geld. Uiteindelijk besloot DNO rondom het Wagnerjaar 2013 deze Ring nog één keer te programmeren, maar na de laatste voorstellingen van de hele cyclus in februari 2014 gaat alles toch echt de verbrander in. Misschien jammer, maar muziek is nu eenmaal een vluchtige kunstvorm. En de herinnering zal blijven. Waarom nu reeds zo'n nostalgisch verhaaltje? Ach, alleen al deze Rheingold is in zijn uitbeelding ijzersterk. Audi en Tzipin knopen de drie werelden van Das Rheingold (de bodem van de Rijn, de Godenwereld en het onderaardse Nibelheim) geloofwaardig aan elkaar. Wanneer Wotan en Loge naar Nibelheim vertrekken, lopen ze rechts het podium af, zie je ze achterin naar links lopen en opeens helemaal linksbovenin de ijzeren trap naar het podium afdalen. De openingsscene, op de bodem van de Rijn, is geweldig gedaan; de Rijndochters glijden over het schuine plexiglazen vlak als vissen in het water, en ook hier klopt het toneelbeeld met de uitspraken 'oben' en 'unten'.
De uitvoering was bij deze première nog niet helemaal perfect. Het orkest maakte enkele vervelende missertjes, en het klonk allemaal nog wat onwennig. De cast was gemiddeld goed, ofschoon niet uitzonderlijk. Stephen Milling kon door ziekte niet zingen, maar acteerde wel; Günther Groissböck zong vanaf de zijkant zeer fraai de rol van Fasolt. De licht en wenbaar zingende Stefan Margita maakte van Loge een fraai personage, subtieler dan Chris Meritt bij vorige uitvoeringsreeksen.