Dinsdag 12 juni 2012, Het Muziektheater Amsterdam
De Nederlandse Opera
Wagner: Parsifal
Gurnemanz - Falk Struckmann
Kundry - Petra Lang
Parsifal - Christopher Ventris
Amfortas - Alejandro Marco-Buhrmeister
Titurel - Mikhail Petrenko
Klingsor - Mikhail Petrenko
Koor van De Nederlandse Opera
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v Iván Fischer
Met een eigenzinnige productie van Parsifal sluit DNO een bijzonder boeiend seizoen af dat vooral in de tweede helft louter hoogtepunten kende; de laatste vier producties bezocht ik steeds twee of drie keer. Parsifal vind ik een meesterwerk, vooral vanwege de schijnbaar oneindige muzikale lijnen. Al na een minuut muziek weet je: dit gaat lang duren. Maar het wordt nergens saai of langdradig, in mijn beleving althans. De grootste verrassing komt uit de orkestbak. Het KCO speelde al vele opera’s in het Muziektheater, maar nog nooit een Wagner-opera. Wat in juni 1987 de openingsproductie van Het Muziektheater had moeten worden (Die Meistersinger von Nürnberg, met het – toen nog niet koninklijke - Concertgebouworkest gedirigeerd door Edo de Waart), vond plaats in Carré omdat het nieuwe operahuis nog net niet gereed was. Dat was toen mijn eerste live opera-ervaring. Nu dan het KCO op topniveau spelend met Parsifal in het Muziektheater, opvallend vloeiend en relatief licht gedirigeerd door Iván Fischer. Maar wat een weelderige klanken! De cast is uitermate coherent: alle hoofdrollen zijn goed tot uitstekend bezet. Petra Lang blijkt nog steeds een ideale Kundry - haar poging in de tweede akte om Parsifal te verleiden is adembenemend -, en Christopher Ventris een sonore titelheld. Falck Struckmann zingt normaliter Amfortas (deze drie hoorde ik ook in de Parsifal onder Haitink in Londen (zie hier de weblog daarvan), maar als Gurnemanz is hij minstens zo overtuigend. De Amfortas van Alejandro Marco-Buhrmeister voldoet prima, maar ik miste in zijn voordracht wel de getergdheid en het ultieme lijden die deze rol in principe tot de meest interessante van de hele oppera maakt. Ik ken de opname van Knappertsbusch uit 1962 erg goed, en daarop zingt George London zo ongelooflijk geweldig die Amfortas-rol. Mikhail Petrenko, vorige maand nog een krachtige Filips II in Don Carlo, imponeert nu als Klingsor, hoe klein die rol in feite ook is; als Titurel verschijnt hij niet eens op toneel. Muzikaal een prachtproductie! Hierna nog twee keer… Bij een volgende bespreking over de regie van Piere Audi.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten