18 december 2016

Opera 15 december 2016

Donderdag 15 december 2016, Het Muziektheater Amsterdam
De Nationale Opera

Wagner: Parsifal

Gurnemanz - Günther Groissböck
Kundry - Elena Pankratova
Parsifal - Christopher Ventris
Amfortas - Ryan McKinny
Titurel - Bjarni Thor Kristinsson
Klingsor - Bastiaan Everink
Koor van De Nederlandse Opera
Nederlands Philharmonisch Orkest o.l.v. Marc Albrecht

En inderdaad: Petra Lang bleek ziek (zie mijn opmerking bover de premièrevoorstelling hier), en werd vervangen door de Russische Elena Pankratova. Zij zong vanaf een plek aan de zijkant van het toneel, terwijl de regieassistente Astrid van den Akker de rol van Kundry op het podium uitbeeldde.  Tijdens de uitvoering op vrijdag 9 december was de vervanging helemaal een gedoe, lees hier hoe handig het is als tegelijkertijd ook Wagner in het Concertgebouw gespeeld wordt... Niet ideaal, maar met Pankratova had DNO wel een geweldige zangeres weten in te vliegen, die afgelopen zomer de rol ook in Bayreuth vertolkte en meer dan fantastisch zong. Groissböck was wederom de grote ster van de avond: wat een sublieme Gurnemanz! Maar ook de andere rollen kregen prima vertolkingen. Met een geweldig spelend orkest en de fraaie uitbeelding is dit een Parsifal om in te lijsten. Hierboven de foto van Albrecht met de spelende en zingende Kundry.

17 december 2016

Concert 10 december 2016

Zaterdag 10 december 2016, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Valery Gergiev
Michael Volle - Wotan
Christine Goerke - Brünnhilde
Tamara Wilson - Sieglinde

Wagner: Derde bedrijf uit Die Walküre

Grandioos concert van deze grandioze akte uit Die Walküre. De eerste 20 minuten is het 'fasten your seatbelts': de Walkürenrit, het zenuwachtige wachten op Wotan, zijn stormachtige entree en zijn woestheid daarna. Pas nadat hij de Walküren heeft weggestuurd bedaart de boel, en begint het subtiele woordenspel waarmee Brünnhilde haar vader ontdooit. Wotans Abschied is tenslotte een meesterwerk op zich. Gergiev had drie uitstekende zangers gecast; Michael Volle zong een autoritaire Wotan tegeover de emotionele Brünnhilde van Christine Goerke. Gergiev leidde het orkest tot de top; Wagner hoor je eigenlijk nooit zo goed gespeeld als door het KCO. Een concert van slechts ruim een uur, maar het voelde als een volledige operavoorstelling. Dit Essentials-concert werd gewoontegetrouw vrolijk ingeleid door Thomas Vanderveken, inclusief een interviewtje met Tjarko van der Pol, de maker van de geprojecteerde tekeningen. Die projecties hadden wat mij betreft niet gehoeven, maar ik stoorde me er ook niet aan; ik was zo geobsedeerd door de uitvoering en de uitvoerenden dat ik nauwelijks naar die projecties heb gekeken.

11 december 2016

Opera 6 december 2016

Dinsdag 6 december 2016, Het Muziektheater Amsterdam
De Nationale Opera

Wagner: Parsifal

Gurnemanz - Günther Groissböck
Kundry - Petra Lang
Parsifal - Christopher Ventris
Amfortas - Ryan McKinny
Titurel - Bjarni Thor Kristinsson
Klingsor - Bastiaan Everink
Koor van De Nederlandse Opera
Nederlands Philharmonisch Orkest o.l.v. Marc Albrecht

Première van de herhalingscyclus van deze bijzondere productie die in juni 2012 voor het eerst werd gebracht, toen met het KCO o.l.v. Iván Fischer. Ik ging er toen drie keer heen: zie hier, hier en hier. Deze hernieuwde kennismaking beviel me bijzonder goed, ook de uitbeelding van de eerste akte, die me vier jaar geleden nog tegenviel. De tweede scene heeft een hoog Gamma-gehalte, maar de sfeer ervan wordt desondanks goed getroffen. De tweede akte is geweldig, door die gekantelde schaal - klank en beeld vervormen bij iedere stap van de zangers; maar wat een kleuren! De derde akte is muzikaal te mooi om te beschrijven - de tweede scene is niet het beste deel van de opera, maar ja: er moet eenmaal een eind aan gebreid. Ryan McKinny is geen ideale Amfortas, maar zijn monoloog in de eerste akte is heel fraai gezongen. Petra Lang is wel de ideale Kundry; ze zong geweldig, maar tijdens het slotapplaus was ze overduidelijk ontstemd; er kon geen lachje vanaf. Ik hoorde dat ze de eerstvolgende uitvoering drie dagen later heeft moeten afzeggen. Of ze voelde al aankomen dat ze ziek zou worden, of ze was artistiek oneens met Albrecht. Ik ga half december nog een keer - we zullen het zien. Christopher Ventris is volledig vergroeid met de titelrol, en ook Bastiaan Everink imponeerde door zijn klank en verschijning. Maar alle prestaties verbleekten bij die van Günther Groissböck, die zijn Gurnemanz-debuut maakte. Deze rol hoor je nooit meer beter! Wat een stem, en wat een voortreffelijke uitbeelding. Is er een andere opera-rol waar een zanger zo lang op het podium staat en zoveel te zingen heeft? De lichte aanpak van Fischer mocht er zijn, maar de zwaardere klank van Albrecht - en het geweldige orkestspel van het NedPho - deed de uitvoering van 2012 vergeten. Prachtige uitvoering!

04 december 2016

Concert 19 november 2016

Zaterdag 19 november 2016, Concertgebouw Amsterdam
Orchestre Révolutionnaire et Romantique o.l.v. John Eliot Gardiner
Kristian Bezuidenhout, fortepiano

Brahms: Serenade nr. 2
Beethoven: Pianoconcert nr. 4
Schubert: Symfonie nr. 5

Zomaar in de zaterdagmatinee, Gardiner en Bezuidenhout. Vanaf het podium, aan het uiteinde van een rij, zag het er minstens zo gedreven en muzkaal uit als het ook daadwerkelijk klonk. Gardiner dirigeerde het orkest op het scherpst van de snede. De Tweede Serenade van Brahms hoorde ik nog nooit eerder live, zelden op cd, maar toch klonk het stuk heel vertrouwd, en erg mooi bovendien. Daarna Beethovens Vierde pianoconcert, met dat ongelooflijk fantastische tweede deel. Het orkestaandeel werd door Gardiner uiterst hoekig en agressief gebracht - ja, zo kan het ook! Maar ja: dan is zo'n ielige fortepiano geen partij. Bezuidenhout speelt sierlijk, frivool en eigenzinnig muzikaal, maar de klank van zijn fortepiano is te klein voor de grote zaal, en zeker tegenover het scherpe aandeel van Gardiners orkest. Het kan ook aan mijn plek op het podium hebben gelegen, maar de 'authentieke' opvattingen van solist en dirigent klonken mij niet als eenstemmig in de oren. Bezuidenhout had het meeste succes met zijn fraaie Schubert-toegift. Na de pauze een zeer gedreven Vijfde van Schubert, waarbij Gardiner het merendeel van het orkest staand liet spelen. Het droeg zeker bij aan de gedrevenheid. Saai is het bij Gardiner nooit.

27 november 2016

Concert 16 november 2016

Woensdag 16 november 2016, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Semyon Bychkov
Emanuel Ax, piano

Mozart: Pianoconcert nr. 22, KV482
Mahler: Symfonie nr. 5

Dit was het eerste concert in een reeks van acht waarin steeds de Vijfde van Mahler het hoofdgerecht vormt. Voor de pauze mijn favoriete Mozart-pianoconcert dat ik nog nooit eerder live hoorde. Het concert in Es is puntig, met pauken en trompetten, en tegelijkertijd uiterst lieflijk en emotioneel. Het concert is zo divers, zo vol stemmingswisselingen, dat ik er nog steeds geen ideale cd-opname van heb kunnen vinden (ik heb er zeker 10 verschillende). De ene is te zijïg, de ander te hoekig, enzovoort. Deze uitvoering in de zaal was opvallend goed. Bychkov liet het orkest punting en tegelijkertijd vloeiend spelen, terwijl Emanual Ax de muzikaliteit zelve is. Het middendeel - één van Mozarts mooiste stukken - werd geweldig gespeeld; ik moest vechten tegen de waterlanders. Het KCO en Mozart: minstens zo'n geslaagde combinatie als het orkest met Mahler. Ax gooide er nog twee toegiften bovenop (Schubert en Schumann), dus de pauze was pas om half tien afgelopen - en dan die Vijfde Mahler... Het is een grandioze symfonie, maar ook een zware beklimming. Na de twee  heftige openingsdelen is het lange Scherzo een wereld op zich. Bychkov nam het Adagietto sneller dan ik ooit eerder hoorde - vloeiend, intiem, en ja: echt Adagietto. Het slotdeel is een Schlussgesang van een kwartier. Een prima uitvoering, in de Volkskrant beschreven als een welkome evenwichtige uitvoering na de uitdagend-persoonlijke Mahlers van Gatti. Ik ga voor Gatti, maar deze Bychkov-Mahler was gewoon goed! Op de foto hierboven - van de facebookpagina van het KCO - bespreken dirigent en solist hoe ze het gaan aanpakken.

17 november 2016

Opera 28 oktober 2016

Vrijdag 28 oktober 2016, Muziektheater Amsterdam
De Nationale Opera

Puccini: Manon Lescaut

Manon - Eva-Maria Westbroek
Des Grieux - Stefano La Colla
Lescaut - Thomas Oliemans
Geronte di Ravoir - Alain Coulombe
Edmondo - Alessandro Scotto di Luzio
Koor van De Nationale Opera
Nederlands Philharmonisch Orkest o.l.v. Alexander Joel

Dit was niet de laatste voorstelling van de reeks zoals ik hier schreef, maar de op één na laatste. Enfin, ik verliet deze avond t.a.v. de uitvoering veel positiever gestemd de zaal dan na de premièrevoorstelling. Ik zat nu achterin de zaal en daar klonk het orkest minder hard, of beter: veel homogener met de zangers. Westbroek zong wederom vol présence, en La Colla bleek opnieuw een welhaast ideale Des Grieux. De enscenering zal niet als onvergetelijk de boeken ingaan, maar echt storend was deze uitbeelding ook niet. Goed dat deze prachtige opera te horen was bij DNO!

03 november 2016

Concert 20 oktober 2016

Donderdag 20 oktober 2016, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Daniele Gatti

Wagner: Uit Götterdämmerung: Tagesgrauen, Siegfrieds Rheinfahrt, Siegfrieds Tod, Trauermarsch
Mahler: Adagio uit Symfonie nr. 10
Berg: Drei Orchesterstücke

Een prachtig programma met vooruitstrevende muziek. Gatti dirigeerde alleen het Adagio uit Mahlers Tiende nog niet eerder bij het orkest; Wagner en Berg wel al. De orkestrale delen uit Götterdämmering maakten deel uit van zijn debuutprogramma, in april 2006. Ik was bij het concert op 22 april, en schreef in mijn muziekschrift dat het een overtuigend concert was van een veelbelovende dirigent. Enfin... De drie orkeststukken van Berg stonden bij zijn terugkeer in oktober 2005 op de lessenaars; ik heb die concerten toen niet bijgewoond. De uitvoeringen werden wel op het eigen cd-label uitgebracht. Zoals eerder opgemerkt: Gatti is een avontuurlijke dirigent. Hij schuwt de eigenzinnigheid niet en dat levert spannende uitvoeringen op. Soms hapert het hier en daar, maar de energie en gedrevenheid vergoeden alles. Wagner klonk weelderig, Mahler schrijnend en dramatisch en Berg vurig en hektisch. Het orkest speelde groots. En net als bij de twee uitvoeringen van Mahler 2 vorige maand, klonk tijdens het Mahler 10-Adagio een telefoon. Het Concertgebouw weet het euvel nog steeds niet goed te bestrijden.

30 oktober 2016

Opera 10 oktober 2016

Maandag 10 oktober 2016, Muziektheater Amsterdam
De Nationale Opera

Puccini: Manon Lescaut

Manon - Eva-Maria Westbroek
Des Grieux - Stefano La Colla
Lescaut - Thomas Oliemans
Geronte di Ravoir - Alain Coulombe
Edmondo - Alessandro Scotto di Luzio
Koor van De Nationale Opera
Nederlands Philharmonisch Orkest o.l.v. Alexander Joel

Deze vroege maar bijzonder meeslepende Puccini-opera klonk nog niet eerder in het Muziektheater. Het werd tijd, ook al is het begrijpelijk dat deze opera zelden wordt uitgevoerd: er zijn een grootse dramatische sopraan en lyrische tenor voor nodig die beiden perfect bij bij stem zijn en niet hoeven te forceren in hun rol, en zulke zangers zijn niet breed voorhanden. En ja: die had DNO weten te contracteren. Eva-Maria Westbroek is natuurlijk de publiekslieveling, en ze is inderdaad nog steeds formidabel. Maar het moet ook gezegd dat ze niet (meer) de ideale Puccini-zangeres is. Haar stem is donker en krachtig, maar ook weinig subtiel. Haar présence is daarentegen grandioos, dus eigenlijk valt er niks te klagen. De tenorpartij is zo mogelijk nog veeleisender en DNO haalde een sublieme Italiaan in huis. Thomas Oliemans zong een prima Lescaut - tja: daar was opeens een scene waar twee Nederlanders samen alleen op het podium heerlijk Puccini stonden te zingen. Dat gebeurt niet vaak! De enscenering viel helaas flink tegen: Andrea Breth schijnt een grote naam in de theaterwereld te zijn, maar ze beeldde dit meeslepende verhaal koel en afstandelijk uit. Bij haar opkomst bij het slotapplaus klonk er een boe-geroep zoals ik al lang niet meer had gehoord. Bij deze première klonk het orkest te hard en te ongenuanceerd. Joel dirigeerde weliswaar zwierig en vol vaart, maar het tuitte in mijn oren bij de pauze en na afloop. Het verrukkelijke Intermezzo tussen het derde en vierde bedrijf (op mijn cd-opname thuis o.l.v. James Levine wordt dit aan het begin van de derde akte gespeeld....) had zoveel dramatischer gespeeld kunnen worden! Ik schrijf deze weblog nadat ik ruim 2 weken later de laatste voorstelling van deze reeks bezocht, en de indruk daarvan was veel beter dan tijdens deze prèmiere, maar het is niet anders dan dat ik deze avond niet bepaald voldaan en overtuigd de zaal verliet.

22 oktober 2016

Concert 30 september 2016

Vrijdag 30 september 2016, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Mariss Jansons

Mahler: Symfonie nr. 7

Jansons vertrok anderhalf jaar geleden als chefdirigent, maar dirigeerde afgelopen juni met zijn oude orkest de opera Pique dame in het Muziektheater (zie hier en hier), en een kleine drie maanden later alweer terug in de Grote Zaal met Mahler 7. De liefde tussen dirigent en orkest is er nog steeds; dat bleek zowel tijdens als ook na de uitvoering bij het applaus. Jansons dirigeerde de Zevende al eens eerder bij het KCO, in december 2000. Ik was indertijd bij de uitvoering op 6 december en vond die toen teleurstellend. Ik schreef in mijn muziekschriftje dat ik de energie miste die bij Jansons zo gebruikelijk was. Welnu, deze uitvoering 16 jaar later doet de herinnering verbleken; want dit was een meer dan geweldige uitvoering! Langzame tempi in het openingsdeel, maar perfect orkestspel en een transparante en gedetailleerde vertolking. Tegelijkertijd kreeg dit overspannen eerste deel alle dramatiek en kracht die het nodig heeft. Het slotdeel is problematisch, maar bij Jansons klonk het Rondo sprankelend, bruisend en spannend. De drie delen ertussen hoorde ik nog nooit zo verfijnd, speels en dreigend. Wat een fraaie delen zijn dat dan opeens! Het applaus was terecht stormachtig. Er zijn nog een Mahler 9 en enkele Bruckners die Jansons hier nog niet gedirigeerd heeft. En tja, een Boris Godoenov...

24 september 2016

Concert 14 en 16 september 2016

Woensdag 14 en vrijdag 16 september 2016, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Daniele Gatti
Annette Dasch, sopraan
Karen Cargill, mezzo-sopraan
Groot Omroepkoor

Mahler: Symfonie nr. 2

In twee dagen tijd twee keer naar Mahler 2. Gatti's eerste reguliere abonnementsconcerten als chefdirigent. We gaan een zeer boeiende periode tegemoet. Chailly was overgecontroleerd, en Jansons gewoon bijna standaard perfect. Gatti zal zijn diepe dalen kennen, maar ook concerten van onvergelijkbare hoogten. Hij is de man van het moment, soms wat onberekenbaar, maar daardoor juist extra spannend. Het bleek wel tijdens deze twee concerten. Op de woensdagavond klonk de Tweede Mahler ongepolijst, maar krachtig en vol energie. Twee dagen later liet Gatti het orkest meer de vrije loop, leek de symfonie zeker tien minuten langer te duren, liet hij meer stiltes vallen. In beide uitvoeringen was de spanning te snijden, speelde het orkest met een uiterste aan concentratie, en: klonk er tijdens beide concerten op de meest ongelukkige momenten een telefoon vanuit het publiek. De Tweede Mahler is een geweldige symfonie, en na de evenwichtige en grandioze uitvoeringen onder Jansons (zie hier en hier) geeft Gatti nu met eigenzinnigheid en straatvechtersmentaliteit een unieke en boeiend vervolg. Het zal niet altijd zo perfect zijn als met Jansons, maar zeker minstens zo boeiend. Ik hoop zeer dat Gatti de tijd neemt (en krijgt) om die Mahlers en Bruckners meerdere keren uit te voeren, in herhaling te nemen. Na het vrijdagavondconcert ging met ik met mijn concertgenoot nog wat eten bij souper-restaurant Bark in de Van Baerle. Gatti kwam na een halfuurtje met gevolg aan de tafel naast ons zitten. Hij lust wel een Heineken bij de pasta, zo bleek. En 'grazie' toen ik hem complimenteerde met het concert. Allora! De foto hierboven is waard om aan te klikken :-)

17 september 2016

Concert 29 augustus 2016

Maandag 29 augustus 2016, Concertgebouw Amsterdam
European Union Youth Orchestra o.l.v. Bernard Haitink
Lorenza Borrani, viool
Paul Watkins, cello
Kai Frömbgen, hobo
Stefan Schweigert, fagot

Haydn: Sinfonia concertante
Bruckner: Symfonie nr. 7

Haitink is onvermoeibaar en lijkt zich dit jaar te richten op Bruckner. Eerder dit jaar de Negende (zie hier), nu de Zevende en uit de pers vernam ik lovende berichten over concerten tijdens het Luzern Festival met de Achtste die direct na deze serie met het EU Jeugdorkest plaatsvonden. En begin 2017 keert Haitink na enkele jaren afwezigheid weer terug bij het KCO met wederom de Zevende. De Zesde lijkt hij te mijden, want die heb ik nog nooit door hem gedirigeerd gehoord helaas. Enfin, deze Zevende vond ik niet zijn beste, maar dat lag eerder aan het te grote en wat zenuwachtig klinkende orkest; het leek wel alsof de uitbreiding van het EU ook orkestrale consequenties heeft. De spanning tijdens de Negende miste ik deze avond, ook al blijft het natuurlijk een genot Haitink te zien dirigeren en controleren. Voor de pauze een aardige opvuller met het speelse en energieke Sinfonia concertante van Haydn; dat hoorde ik nog nooit eerder. Een rare solistische bezetting: Haydn had stellig wat goed te maken of te regelen met enkele muzikanten. De foto hierboven haalde ik van een twitteraccount. Het geheel eens vanuit een ander perspectief, gemaakt tijdens het slotapplaus.

27 augustus 2016

Concert 25 augustus 2016

Donderdag 25 augustus 2016, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Daniele Gatti
Sol Gabetta, cello

Von Weber: Ouverture Oberon
Schumann: Celloconcert
Bruckner: Symfonie nr. 4

Sinds drie maanden weer eens naar het Concertgebouw, en meteen een lekker begin van het nieuwe concertseizoen. Gatti wordt overigens pas over twee weken officieel ingehuldigd als chefdirigent - wat een onzinnig evenement: je bent chef vanaf het begin van het seizoen en niet nadat je eerst de nodige toespraken met applaus hebt moeten verdragen; kunstenaars moet je zulke dure black tie-feestjes niet aandoen. Voor de pauze een krachtige maar verfijnde uitvoering van Von Webers Oberon-ouverture. Gatti liet het orkest in de langzame inleiding zachter dan zacht spelen. Het celloconcert van Schumann is geen meesterwerk, en het wordt zelden of nooit gespeeld, maar voor mij wel de tweede keer binnen een jaar. Haitink zette het afgelopen november ook op de lessenaars, toen met Renaud Capucon (zie hier), maar deze uitvoering met Sol Gabetta vond ik fraaier. Gabetta heeft een prachtig klinkende cello  en ze speelde de zangerige thema's vol warmte. Het middendeel is eigenlijk een heel erg mooi deel. Na de pauze de hoofdschotel, en de eerste keer dat Gatti zich bij het KCO aan Bruckner waagde. Ik vond het een geweldige uitvoering van de Vierde. Vol, breed, donker en met grote dynamische contrasten. Geen slanke lyrische Bruckner, maar een volvette verklanking in bedachtzame tempi. Tien contrabassen, en de koperblazers breed voor het orgel; de trombonisten zaten prinsheerlijk te blazen. Erik Voermans vond er blijkens zijn recensie in Het Parool niets aan, maar hij was waarschijnlijk de enige: de zaal juichte orkest en dirigent na afloop uitbundig toe. En terecht. Laat de Bruckners van Gatti maar komen!

Opera 3 juli 2016

Zondag 3 juli 2016, Muziektheater Amsterdam
De Nationale Opera

Tsjaikovski: Pique Dame

Hermann - Misha Didyk
Tomski/Zlatogor - Alexey Markov
Jeletski - Vladimir Stoyanov
Liza - Svetlana Aksenova
Gravin - Larissa Diadkova
Koor van De Nationale Opera
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Mariss Jansons

Voor de tweede keer naar deze fraaie productie; dit was de laatste uitvoering van de serie. Jansons dirigeerde - zoals altijd - alsof het de allerbeste keer moest worden. Bij hem nooit een verslapte aandacht. Misha Didyk kwam beter uit de verf dan bij de première, en met alle andere rollen uitstekend bezet leverde dat een geweldige operamiddag op. Hopelijk komt Jansons nog eens terug naar het Muziektheater. Een Boris Godoenov, dat zou nog eens geweldig zijn...

21 augustus 2016

Opera 29 juni 2016

Woensdag 29 juni 2016, Muziektheater Amsterdam
De Nationale Opera

Wagner: Ouverture Rienzi
Berlioz: Uit Les Troyens Va, ma soeur...Adieu, fière cité
R. Strauss: Uit Salome Tanz der sieben Schleier
R. Strauss: Uit Salome Salomes Schlussgesang

Eva-Maria Westbroek, sopraan
Rotterdams Philharmonisch Orkest o.l.v Marc Albrecht

De Nationale bestaat 50 jaar en daar hoort een jubileumconcert bij. Albrecht verving de oorspronkelijk gecontracteerde Jaap van Zweden, maar het draaide allemaal om de Nederlandse stersopraan van dit moment. Een kort maar krachtig concert in het Muziektheater. Het begon om 8 uur, en een half uurtje later slurpte het publiek alweer aan de koffie. Een uur daarna stond iedereen buiten; ik was voor tienen thuis. Maar goed: twee keer een half uurtje opera op zijn sterkst. Zowel voor als na de pauze twee goede orkestrale opwarmers en daarna Westbroek op haar best: eerst als getormenteerde Didon, en daarna als hitsige Salome. Ze heeft voor beide rollen de stem en de présence en weerstaat met gemak het orkestgeweld. Geen jubileumsfeer, maar wel een topconcert.

31 juli 2016

Opera 9 juni 2016

Donderdag 9 juni 2016, Muziektheater Amsterdam
De Nationale Opera

Tsjaikovski: Pique Dame

Hermann - Misha Didyk
Tomski/Zlatogor - Alexey Markov
Jeletski - Vladimir Stoyanov
Liza - Svetlana Aksenova
Gravin - Larissa Diadkova
Koor van De Nationale Opera
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Mariss Jansons

En daar was hij alweer: Mariss Jansons voor het KCO! Een unicum in de geschiedenis van het orkest: niet eerder kwam een chefdirigent na de beëindiging van zijn chefdirigentschap zo snel terug bij 'zijn oude' orkest. Hoewel: alleen van de allereerste chef Willem Kes weet ik dat niet zeker. Maar van de volgende vier weet ik het zeker. Mengelberg dirigeerde het orkest voor het laast in 1941 en werd na de oorlog uit zijn ambt gezet en kwam nooit meer terug, Van Beinum stierf op het podium tijdens een repetitie, Haitink en Chailly lieten beiden minstens vijf jaar op zich wachten vooraleer ze terugkeerden. Maar Jansons stond deze avond ruim een jaar na zijn laatste concert als chef weer op de bok. Het applaus bij zijn opkomst was krachtig en warm. En toen begon het echt. Ik hoorde deze laatste opera van Tsjaikovski alleen een keer op cd, maar ik luisterde nu geboeid van begin tot eind. Misha Didyk moest even warmlopen - het is net als Jevgeny Onegin bepaald geen dankbare hoofdrol. De volledig slavisch/russische cast klonk echter zeer hecht, en er waren geen zwakke plekken. Larissa Diadkova stal de show; hoe diep-russisch kan een mezzo klinken! Regisseurs hebben kennelijk ook een handtekening. Stefan Herheim regisseerde in 2011 Jevgeny Onegin - eveneens met het KCO en Jansons - en deze uitbeelding leek daar sterk op. Een enscenering met een tweede laag: voortdurend was er een Tsjaikovski-look-a-like (of soms een heel koor van look-a-likes), waarbij zijn geaardheid en de gifbeker extra dramatiek in het geheel legden. Ofwel: het levensverhaal van Tsjaikovski is minstens zo dramatisch als de inhoud van deze opera. Het operaboek gaf er al een voorproefje van. En wat klonk het KCO deze avond weer fantastisch!

02 juli 2016

Opera 29 mei 2016

Zondag 29 mei 2016, Muziektheater Amsterdam
De Nationale Opera

Mozart: Don Giovanni

Don Giovanni - Christopher Maltman
Commendatore - Mika Kares
Donna Anna - Sally Matthews
Don Ottavio - Juan Francisco Gatell
Donna Elvira - Véronique Gens
Leporello - Adrian Sâmpetrean
Masetto - Iurii Samoilov
Zerlina - Sabina Puértolas
Koor van De Nationale Opera
Nederlands Kamerorkest o.l.v. Marc Albrecht

Tweede keer naar deze fraaie productie. Eigenlijk weinig toe te voegen aan wat ik over de premièrevoorstelling op 7 mei schreef (zie hier). Een boeiende en vernuftige enscenering, uitstekende cast en een opvallend felle orkestrale begeleiding. Ingrediënten voor een heerlijke operamiddag.

12 juni 2016

Concert 28 mei 2016

Zaterdag 28 mei 2016, Concertgebouw Amsterdam
La Capella Reial de Catalunya
Hespèrion XXI
Le Concert des Nations o.l.v. Jordi Savall

Oorlog en vrede in barok Europa

Ik bezocht ooit eens eerder een concert van Jordi Savall, ergens in de jaren negentig, met Monserrat Figueras. Maar ik kan me er eigenlijk niets meer van herinneren. Sindsdien kocht ik enkele zeer geslaagde cd's van Savall en dit concert onderstreepte alleen maar wat voor muzikale grootheid hij is. Hij geeft zo'n 140 concerten en maakt zes cd-opnamen per jaar (volgens het programmaboekje) en daartussen al dat onderzoek. Hij geeft les, dirigeert en speelt gamba. En is al 75. Enfin, tijdens dit concert ging hij een bonte verzameling zangers en instrumentalisten voor in een nog bonter programma waarin een aantal ijkpunten van oorlog en vrede in west- en oost-europa uit de 17e en 18e eeuw een muzikale uitbeelding kregen. In totaal 21 stukken passeerden de revue, van een Psalm van Sweelinck uit 1614 tot een deel uit het Utrechts Jubilate van Händel uit 1713. Daartussen vanalles: een joods klaaglied, turkse marsen, een russisch lied voor koor, jubelmuziek van Lully en de drie openingsdelen uit het Te Deum van Carpentier. Een lid uit het koor meldde bij ieder stuk welke oorlogs- of vredesgebeurtenis centraal stond. Of al die muziek inhoudelijk verband hield met die oorlogen en vredes durf ik te betwijfelen, maar het was wel een verrukkelijk arrangement. Er werd meer dan uitstekend en aanstekelijk gezongen en gespeeld. Soms had ik van sommige stukken ook het vervolg willen horen; ofwel: het gevaar van dit format is dat het allemaal wat verbrokkeld overkomt. Maar goed: het was een fantastisch concert. Volgend seizoen komt Savall weer met een ander thema naar de zaterdagmatinee. In september overigens ook in het festival oude muziek in Utrecht.

08 juni 2016

Concert 19 mei 2016

Donderdag 19 mei 2016, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Valery Gergiev
Nikolaj Znaider, viool

Beethoven: Vioolconcert
Prokofiev: Symfonie nr. 6

Radu Lupu was in Beethovens Eerste pianoconcert magisch; twee weken later een niet minder magische uitvoering van het Vioolconcert. Er zal een relatief klein orkest op het podium en Gergiev liet het uiterst fijnzinnig en gedetailleerd spelen. Znaider is een technisch briljant violist en hij voegde zich als van nature in het gespreide bedje dat Gergiev hem bood. Ik heb het vaker opgemerkt: Gergiev lijkt een dirigent waarbij alles op het laatste moment tot stand komt, maar zijn uitvoeringen zijn eigenlijk nooit slordig of ad hoc. Na de pauze een niet minder geweldige uitvoering van de Zesde van Prokofiev. Het is een rauw, duister stuk waarbij de virtuoze Vijfde en speelse Zevende symfonie een beetje gemakkelijk bij afsteken. Dat verklaart ook de relatieve onbekendheid van de Zesde; het stuk stond pas één keer eerder op de lessenaars van het orkest. De afwerking was grandioos; Gergiev dirigeerde met autoriteit en het orkest vertrouwde daar volledig op. Hoe moeilijk het stuk ook in het gehoor ligt: de zaal luisterde ademloos en het applaus was luid. Gergiev blijft een fenomeen.

04 juni 2016

Opera 7 mei 2016

Zaterdag 7 mei 2016, Muziektheater Amsterdam
De Nationale Opera

Mozart: Don Giovanni

Don Giovanni - Christopher Maltman
Commendatore - Mika Kares
Donna Anna - Sally Matthews
Don Ottavio - Juan Francisco Gatell
Donna Elvira - Véronique Gens
Leporello - Adrian Sâmpetrean
Masetto - Iurii Samoilov
Zerlina - Sabina Puértolas
Koor van De Nationale Opera
Nederlands Kamerorkest o.l.v. Marc Albrecht

De vorige productie van Don Giovanni bij DNO was een enorme mislukking (zie hier de weblog), en ik vreesde bij het opengaan van het doek dat deze opvolger niet veel beter zou zijn. Een bos is niet bepaald waarin Mozart en librettist Da Ponte hun meesterwerk hebben gesitueerd. Maar het viel uiteindelijk mee: Don Giovanni en Leporello waren neergezet als een paar klaplopers en door het ronddraaiend toneel werden de scènewisselingen mooi vlot uitgevoerd en ontstond er toch een redelijk geloofwaardige setting. Bij deze première werd de regisseur in elk geval niet op boegeroep onthaald. Ook zat de regie vol details die het geheel kloppend maakte, of in elk geval fijnzinnig, van de schotwond die Don Giovanni bij zijn gevecht met de Commendatore oploopt, tot het dichtslaan van de vier autodeuren. De uitvoering was bijzonder goed, aangevoerd door een fel en hoekig spelend NKO. Marc Albrecht blijkt een ontzettend goede Mozart-dirigent! Na zijn meer dan uitstekende Zauberflöte (zie hier) nu wederom een speelstijl waarbij de geest van Harnoncourt rondwaarde. Die dirigeerde indertijd op dezelfde plaats wel het slotsextet; bij Albrecht stopte de opera na de hellegang van Don Giovanni. Christopher Maltman zong een natuurlijke Don Giovanni en Véronique Gens bleek een prachtige Elvira. Ook de andere rollen waren goed tot uitstekend bezet. Geen zwakke plekken, en dat is bij deze opera eigenlijk essentieel voor een geslaagde uitvoering. De enscenering zal niet als subliem de geschiedenisboeken ingaan, maar met Albrecht heeft De Nationale een excellente Mozart-dirigent!

30 mei 2016

Concert 6 mei 2016

Vrijdag 6 mei, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Gustavo Gimeno
Radu Lupu, piano

Beethoven: Pianoconcert nr. 1
Rijnvos: Union Square Dance
Schumann: Symfonie nr. 1

Radu Lupu hoorde ik in 2009 bij het KCO o.l.v. Iván Fischer in Beethovens Vierde pianoconcert. Dat concert herinner ik me nog goed (zie hier de weblog). In 2012 ook in een solorecital. Maar dit concert met het Eerste Beethovenconcert zal ik nooit meer vergeten. Lupu ging voor in een uitvoering waarin iedereen boven zichzelf uitsteeg, ook het publiek. De orkestinleiding van het eerste deel was al een fijnzinnig geheel, maar toen Lupu begon te spelen werd het magisch zoals ik zelden heb meegemaakt. Het concert klonk zoals ik het nog nooit eerder gehoord had, subtiel, speels en ragfijn. Maar tegelijkertijd ook natuurlijk en zonder fratsen. Na de laatste noot ontplofte de zaal. Na de pauze een wat drammerig stuk van Rijnvos, vooral meer van hetzelfde. Daarna leidde Gimeno een prima uitvoering van Schumanns Frühlingssymfonie. Hoe fraai het werk ook werd gespeeld: voor de pauze was iedereen al in de muzikale hemel geweest.

26 mei 2016

Concert 23 april 2016

Zaterdag 23 april 2016, Concertgebouw Amsterdam
Rotterdams Philharmonisch Orkest o.l.v. Yannick Nézet-Séguin
Cécile van de Sant, mezzo-sopraan

Willem Jeths: Deel 4 uit Symfonie nr. 1
Mahler: Symfonie nr. 10

Mahlers Tiende symfonie is behoorlijk onvoltooid gebleven, maar de uitvoeringsversie van Deryck Cooke heeft inmiddels een stevige plaats in het repertoire opgebouwd. Chailly was tijdens zijn chefdirigentschap bij het KCO een excellent pleitbezorger van deze symfonie; heel jammer dat hiervan geen cd-opname is gemaakt. Yannick Nézet-Séguin zette het nu op de lessenaars van het Rotterdams Philharmonisch, en gaf er een uitvoering van die ik typisch voor deze dirigent kan noemen: uiterst gedreven, vol passie en energie, maar ook wat rafelig en ongepolijst. Bij Nézet-Séguin voldoende vuur, maar het klinkt ook alsof er te weinig repetitietijd was. Voldoende goed om dit heftige stuk goed tot je te nemen, maar ik verliet wel wat onvoldaan de zaal. Het concert opende met een deel uit de Eerste symfonie van Willem Jeths, voor mezzo-sopraan en orkest. Dat deel heeft inhoudelijke verwantschap met de late Mahler, vandaar deze koppeling. Een wat obligate programmering; die Tiende Mahler is voor-, hoofd- en nagerecht inéén. De foto hierboven is de laatste die van Mahler werd gemaakt, op de boot terug uit de Verenigde Staten naar Europa, een paar weken voor zijn dood in 1911.

23 mei 2016

Concert 22 april 2016

Vrijdag 22 april 2016, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Franz Welser-Möst
Laurens Woudenberg, hoorn

Mozart: Hoornconcert nr. 2, KV417
Bruckner: Symfonie nr. 7

Welser-Möst zou al in februari j.l. zijn debuut bij het KCO maken, maar door een schouderblessure moest hij toen afzeggen. Nu dan toch, en meteen met een symfonie die normaliter alleen voor gelauwerde gastdirigenten en de chef is gereserveerd. Van Welser-Möst heb ik een best geslaagde cd-opname met Bruckner 7, minstens 25 jaar geleden opgenomen toen hij nog een twintiger was. Tegenwoordig geldt hij als een wat saaie dirigent, maar saai was deze uitvoering geenszins. Niet hemelbestormend of contrastrijk, maar vloeiend en sonoor, bovenal: harmonieus. Het orkest speelde gewoon erg mooi, en dan is zo'n Bruckner 7 bepaald geen straf. Het stuk stond in de D-serie een paar jaar geleden ook al op de lessenaars, toen met Mariss Jansons (zie hier de weblog). En volgend jaar wederom, bij de zoveelste come-back van Bernard Haitink. Vaste D-serie abonnementhouders van het KCO zijn Bruckner 7-kenners aan het worden! Voor de pauze mocht eerste hoornist Laurens Woudenberg schitteren in het Tweede hoornconcert van Mozart; als toegift nog een langzaam deel uit één van de andere drie. Muziek die plezierig en vlot klinkt.

28 april 2016

Concert 12 april 2016

Dinsdag 12 april 2016, Concertgebouw Amsterdam
Wiener Philharmoniker o.l.v. Gustavo Dudamel

Rachmanoniv: Het dodeneiland
Reger: Vier Tondichtungen nach Arnold Böcklin
Mussorgski: Schilderijententoonstelling (ork. Ravel)

De Wiener Philharmoniker is een mystiek orkest met een grandioos verleden, en dan zitten ze om de paar jaar zomaar voor je neus hier in het Concertgebouw om de hoek. Ik hoorde ze al meerdere keren, nu in een schilderachtig programma en met een dirigent op de bok die muziek ademt: dat moest wel een goed concert opleveren. Het dodeneiland is Rachmaninovs beste compositie, fijnmazig, duister en spannend. De opname van het Concertgebouworkest o.l.v. Vladimir Ashkenazy is geweldig, en zo transparant als op deze opname speelde Weners dit stuk niet. Maar gedreven was het wel! Dat gold ook voor de uitvoering van de vier Tondichtungen van Reger, eveneens geïnspireerd op schilderijen van Böcklin (waaronder ook het dodeneiland). Ik kende deze stukken niet; het slot van het vierde stuk (Bacchanal) werd onnavolgzaam precies en krachtig gespeeld. De Weners op hun best. Na de pauze de Schilderijententoonstelling; een kolfje naar de hand van dit orkest - hun opname van dit stuk o.l.v. Valery Gergiev is meer dan geweldig. Toch vond ik deze uitvoering iets te bedaagd; Dudamel koos vooral voor veilig in plaats van voor ultieme vervoering. Het klonk allemaal prachtig natuurlijk, maar ik miste de extase. Als toegift toch nog een wals, voor de verandering uit een Tsjaikovski-ballet.

23 april 2016

Concert 6 & 9 april 2016

Woensdag 6 en zaterdag 9 april 2016, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Iván Fischer
Anna Lucia Richter, sorpaan
Rosanne van Sandwijk, sopraan
Iestyn Davies, countertenor
Benjamin Hulet, tenor
Peter Harvey, bas
Nederlands Kamerkoor

Bach: Magnificat
Brahms: Symfonie nr. 1

Brahms: Symfonie nr. 1

Het vierde en laatste concert van de miniserie Bach meets Brahms, nu weer met Fischer op de bok. Tijdens het reguliere abonnementsconcert op de woensdagavond voor de pauze het onvolprezen Magnificat van Bach, inclusief twee antifonen behorend bij de feestdag van de Annunciatie. Fischer dirigeerde een paar jaar gelden al een Matthäus bij het KCO (zie hier) en ook in het Magnificat was het een en al schoonheid. Korte aria's, prachtige koren en dat hemelse terzet voor twee sopranen en alt. Eigenlijk is het een kwartet want de hobo heeft een gelijkwaardig aandeel in dit korte stukje waarbij de rillingen over je lijf lopen. Na de pauze een bruisende en vloeiende Eerste van Brahms; wel jammer dat Fischer de herhaling van de expositie in het openingsdeel niet respecteerde.
Op zaterdagavond stond de symfonie centraal tijdens het essentialsconcert, waarbij deze keer geen soloconcert met een aanstormend talent. Thomas Vanderveke die normaliter de nieuwsgierigheid naar het essentialswerk met een gloedvol praatje opwekt, gaf nu alle ruimte aan Fischer, die vooraf en tussen de delen zijn eigen toelichting gaf in zijn heerlijke Nederlands met Hongaars tintje. Hij liet de zaal strofe voor strofe het koraal uit het slotdeel zingen en besteeg daarna weer de trap naar boven om samen met een orkestlid een duet voor alpenhoorn te bespelen; Brahms had zich door die klanken laten inspireren aldus Fischer. De foto hierboven werd tijdens een repetitie gemaakt. Hilariteit alom en gewoon een verrukkelijke start van een concert.

17 april 2016

Concert 31 maart 2016

Donderdag 31 maart 2016, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Daniele Gatti

Wagner: Ouverture Tannhäuser
Liszt: Orpheus
Berlioz: Symphonie fantastique

Vanaf komend seizoen is Gatti de nieuwe chefdirigent van het KCO, en tijdens dit seizoen was dit het enige programma dat met Gatti was geregeld. De Tannhäuser-ouverture en het bijzonder fraaie symfonische gedicht Orpheus van Liszt klonken glanzend en gedreven. Het zat allemaal strak in de verf. Na de pauze een aparte uitvoering van Berlioz' eigenzinnige symfonie. Gatti nam het hoofdthema in het eerste deel opvallend langzaam; mooi maar wel even wennen. Hij dirigeerde vol vuur, en in dit stuk kwamen alle eigenaardigheden die Berlioz erin stopte dan ook duidelijk naar voren. De slotpassage van het langzame deel (de vier paukenisten) had wat dreigender gekund. Het deel ervoor (Un bal) werd daarentegen subliem gespeeld; zo zwierig hoorde ik dit deel nog niet eerder. De twee slotdelen kregen het volle pond; de nieuwe klokken - een paar jaar geleden door een echtpaar cadeau gedaan aan het orkest - zijn een lust voor het oor. Er stonden camera's in de zaal en er hing een woud aan microfoons boven het orkest, dus deze uitvoering zal te zijner tijd waarschijnlijk via dvd of anderszins teruggekeken en -geluisterd kunnen worden.

Concert 22 maart 2016

Dinsdag 22 maart 2016, Concertgebouw Amsterdam
English Baroque Soloists o.l.v. Sir John Eliot Gardiner
Mark Padmore, tenor (Evangelist)
Stephan Loges, bariton (Christus)
Hannah Morrison, sopraan
Clare Wilkinson, alt
Eleanor Minney, alt
Reginald Mobley, countertenor
Alex Ashworth, bas
Nicholas Mogg, bas
Ashley Riches, bas
Jonathan Sells, bas
Nationaal Jeugdkoor
The Monteverdi Choir

Bach: Matthäus-Passion

Bij de laatste keer dat ik Gardiner met werken van Bach hoorde, bijna tien jaar geleden, beschreef ik in de weblog wat me minder en minder beviel aan zijn Bach-interpretaties (zie hier). De Matthäus hoorde ik nog nooit live door hem gedirigeerd (ik heb wel zijn opname op DG/Archiv), dus toch maar een kaartje gekocht. Het was een memorabele uitvoering, door de vloeiende tempi, de afwezigheid van die hoekigheid en felle accenten, het onvolprezen koor en de geweldige zangers. Met uitzondering van Padmore en Loges waren de solisten leden van het koor, en zodoende konden voor de verschillende aria's per stemsoort steeds andere zangers gekozen worden. Dat maakte iedere aria iets aparts - het was duidelijk dat Gardiner bij iedere aria de best passende zanger had uitgekozen. Padmore is zowat de ideale evangelist; hij zingt krachtig, bewogen en heeft een groot stembereik. Alle zangers, het koor en ook Loges en Padmore zongen uit het hoofd (eis van Gardiner?), en Padmore verslikte zich eventjes en moest door Gardiner weer op weg geholpen worden. Het deed niks af aan zijn grandioze optreden; hij kreeg na afloop terecht het meeste applaus. Gardier bleek duidelijk milder geworden in zijn Bach-interpretatie, en dat leverde een uitstekende Matthäus op.

10 april 2016

Concert 17 maart 2016

Donderdag 17 maart 2016 - Concertgebouw Amsterdam
Los Angeles Philharmonic Orchestra o.l.v. Gustavo Dudamel
Tamara Mumford, mezzosopraan
Groot Omroepkoor
Nationaal Kinderkoor

Mahler: Symfonie nr. 3

Ik hoorde het Los Angeles Philharmonic nooit eerder live, en na het San Francisco eerder dit seizoen (zie hier) is duidelijk dat het LA een beter orkest is. Tja, Giulini stond er een pooslang voor, en dat  doet wonderen. Dudamel zwaait er alweer enkele jaren de scepter en daar wordt het orkest ook niet slechter van. De hype rondom hem is misschien wat afgezwakt, hij blijkt nog steeds een tomeloze muzikale energie te hebben, en waar het maar even kan swingt alles de pan uit. De Derde van Mahler is een staalkaart van muzikale diversiteit, en Dudamel haalde eruit wat erin zat. Ik zat op de hoek van het zijbalkon, en kon hem van dichtbij gadeslaan; iedere beweging en oogopslag werden meteen door het orkest beantwoord. De belangrijke solopartij van de trombone in het eerste deel werd vreemdgenoeg gespeeld door Jorge van Reijen, solotrombonnist van het KCO - was de eigen trombonnist ziek? Dudamel en het LA Phil brachten een prima gedreven Mahler 3 - misschien iets te technisch en te gepolijst, maar eigenlijk is iedere goedgespeelde Mahler 3 een belevenis, en zeker zo ook deze uitvoering.

06 april 2016

Opera 16 maart 2016

Woensdag 16 maart 2016, Muziektheater Amsterdam
De Nationale Opera

Moessorgski: Chovansjtsjina

Ivan Chovanski - Dmitry Ivashchenko
Andrej Chovanski - Maxim Aksenov
Vasili Golitsyn - Kurt Streit
Sjaklovity - Gábor Bretz
Dosifej - Orlin Anastassov
Marfa - Anita Rachvelishvili
Suzanna - Olga Savova
Emma - Svetlana Aksenova
Klerk - Andrey Popov
Koor van De Nationale Opera
Nederlands Philharmonisch Orkest o.l.v. Ingo Metzmacher

Tweede keer naar deze prachtige productie van Moessorgski’s onvoltooide opera. De kwaliteiten van enscenering, orkest en zangers heb ik in mijn vorige weblog beschreven (zie hier) en kan ik ten aanzien van deze uitvoering alleen maar onderstrepen. In mijn eerdere bespreking vergat ik echter het geweldige aandeel van het koor. Dat acteert en zingt de laatste jaren zo goed dat opera’s met een groot koor-aandeel bijna altijd een geslaagde uitvoering hebben. In Chovansjtsjina wisselt het koor regelmatig van rol: van dom stads volk tot kerkkoor tot leger. Vanaf rij 3 in de zaal is goed te zien hoe complex de choreografie dikwijls is – men rent soms onnavolgbaar door elkaar; en dan ondertussen prachtig zingen. Verdi is de meester van de achtergrondkoren, maar Moessorgski kon er ook wat van. Vooral de gewijde koren in deze opera zijn hemels mooi. Met Chovansjtsjina heeft de Nationale weer een prachtproductie aan zijn speellijst toegevoegd. Hopelijk te zijner tijd in reprise.    

03 april 2016

Concert 9 maart 2016

Woensdag 9 maart 2016, Concertgebouw, Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Daniel Harding
Vesko Eschkenazy, viool

Bach: Vioolconcert in a
Bach: Orkestsuite nr. 4
Brahms: Symfonie nr. 3

De miniserie Bach meets Brahms – de vier symfonieën van Brahms gekoppeld aan orkest- en vocale werken van Bach – blijkt van verrassend goede kwaliteit. Het eerdere concert onder leiding van Daniel Harding bleek geweldig, met name door een prachtige uitvoering van Brahms’ Vierde, zie hier de weblog. Nu dirigeerde hij wederom een prachtig concert met Brahms’ Derde: licht, transparant en vloeiend. Alles klonk zo natuurlijk dat het publiek geen behoefte voelde om uit zijn dak te gaan, maar dit was één van de fraaiste uitvoeringen van deze symfonie die ik ooit hoorde. Voor de pauze soleerde concertmeester Vesko Eschkenazy in Bachs Vioolconcert in a – soleren is eigenlijk niet het juiste woord hier. Hij speelde mee met de orkestpartij en liet de solopartij daarmee organisch samengaan. Een klein orkest, frisse tempi en goed technisch spel van de solist: dan is een ‘traditionele’ Bach goed verteerbaar. Daarna de Vierde orkestsuite, waaraan ‘authentieke’ orkesten zich zelden hun vingers willen branden tijdens live-concerten: Bach schreef een razend moeilijke trompetpartij voor waar die ventielloze trompetten zich voor een onmogelijke taak gesteld zien. De meesterlijke Italiaanse solotrompettist Omar Tomasoni van het KCO schoot permanent raak; en met wederom frisse tempi en speelplezier knalde die Suite de zaal in. Harding staat volgend jaar niet ingeboekt bij het KCO, maar hopelijk laten ze hem regelmatig terugkeren.

12 maart 2016

Opera 27 februari 2016

Zaterdag 27 februari 2016, Muziektheater Amsterdam
De Nationale Opera

Moessorgski: Chovansjtsjina

Ivan Chovanski - Dmitry Ivashchenko
Andrej Chovanski - Maxim Aksenov
Vasili Golitsyn - Kurt Streit
Sjaklovity - Gábor Bretz
Dosifej - Orlin Anastassov
Marfa - Anita Rachvelishvili
Suzanna - Olga Savova
Emma - Svetlana Aksenova
Klerk - Andrey Popov
Koor van De Nationale Opera
Nederlands Philharmonisch Orkest o.l.v. Ingo Metzmacher

Première van deze nieuwe productie; de eerste keer dat deze opera in het Muziektheater werd uitgevoerd. Ik heb er al tijden de Gergiev-opname op cd van, maar de eerste cd daarvan bleek vaak een onneembare hobbel om de rest te beluisteren. In de zaal heb ik echter bijna vier uur ademloos geluisterd naar deze bijzondere muziek. Het deed me denken aan de eerste keer dat ik Boris Godoenov hoorde, eveneens live in het Muziektheater, in 1988. Ik werd toen volledig gegrepen door de bijzondere en diep-melancholische harmonieën en ook in deze onvoltooide opera is het muzikale idioom van Moessorgski bijzonder aangrijpend. Hoe onvoltooid ook, en hoe duister de thematiek van het verhaal: de opera klinkt als een afgerond en gerijpt geheel. Het verhaal is eigenlijk geen verhaal. de vijf bedrijven schetsen veeleer evenveel verschillende gezichtspunten op de belangentegenstellingen vlak voor en vlak na het begin van de heerschappij van tsaar Peter de Grote. Het programmaboekje doet niet eens een poging het verhaal te beschrijven, maar tekent de hoofdpersonen als representanten van de groep waarvoor zij staan: de streletsen (lijfwachten van de tsaar), de hervormingsgezinde adel, de oudgelovigen, de bojaren (de conservatieve adel) en wat losse figuren. De regisseur opteerde voor een relatief eenvoudig decor waarin de sfeer van de vijf bedrijven treffend gevangen werd, met het schilderij van Soerikov (De executie van de streletsen) als bewegend baken. Belangrijkste pijler onder het grote succes van deze première waren de zangers en het orkest. Er werd werkelijk imposant gezongen door alle hoofdrolspelers. De confrontatie van Ivan Chovanski, de hervormingsgezinde Golitsyn en de priester Dosifej in het tweede bedrijf is huiveringwekkend, alsook het aandeel van Rachvelishvili als de waarzegster Marfa. Zij kreeg terecht het meeste applaus, maar zwakke schakels waren er geenszins in deze uitvoering. De bojaar Sjaklovity kreeg in de derde akte opeens een geweldige aria toebedeeld - eigenlijk de enige echte aria van de hele opera. Gábor Bretz zong overrompelend. Alles bij elkaar een geweldige opera-ervaring die het prachtige Haitink-concert eerder op de dag even helemaal deed vergeten. Ik heb meteen een kaartje voor een tweede voorstelling gekocht.

11 maart 2016

Concert 27 februari 2016

Zaterdag 27 februari 2016, Concertgebouw Amsterdam
Radio Philharmonisch Orkest o.l.v. Bernard Haitink
Groot Omroepkoor
Vlaams Radio Koor
Sally Matthews, sopraan
Karen Cargill, mezoosopraan
Mark Padmore, tenor
Gerd Grochowski, bas

Bruckner: Te Deum
Bruckner: Symfonie nr. 9

Een dag vol schoonheid, te beginnen met dit heuglijke concert van het Radio Philharmonisch en Bernard Haitink. Bruckners Te Deum ken ik al sinds mijn studententijd van de DG-opname van Eugen Jochum, maar ik hoorde het nog nooit live. Een belevenis, dit grootse koorwerk van nog geen half uur. Een groot koor, een groot orkest, orgel, en vier solisten: Bruckner schreef er een imposant stuk voor. Haitink nam de tempi bedaagd (of: die van Jochum zijn relatief hoog...) en het klonk allemaal grandioos. Van de solisten heeft de tenor het belangrijkste aandeel, en ondanks een kleine hapering zong Padmore zijn moeilijke rol erg mooi. Na de pauze een uiterst transparante verklanking van Bruckners zwanenzang. Vooral het Adagio hoorde ik niet eerder zo breekbaar en analytisch. Haitink weet nog steeds te verrassen. Ik hoorde hem dit stuk al meerdere keren dirigeren, maar steeds zijn die uitvoeringen verschillend: soms massief, soms ragfijn, soms energiek, soms ingehouden. De vraag naar de beste uitvoering is irrelevant. Die bestaat trouwens niet, gelukkig; want stel je voor dat je die al hebt gehoord... Deze uitvoering was gewoonweg indrukwekkend. De foto hierboven werd tijdens de repetities gemaakt.

05 maart 2016

Concert 25 februari 2016

Donderdag 25 februari 2016, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Lorenzo Viotti
Markus Werba, bariton

Schubert: Symfonie nr. 2
Mahler: Lieder eines fahrenden Gesellen
Joh. Strauss jr.: Leichtes Blut
Joh. Strauss jr.: Kuss-Walzer
Jos. Strauss: Die Libelle
Jos. Strauss: Friedenspsalmen
Joh. Strauss jr.: Czárdás uit 'Ritter Pásmán'

Een concert van afzeggingen. Dirigent Welser-Möst moest afzeggen vanwege een schouderblessure en werd vervangen door de piepjonge Zwitser Lorenzo Viotti, die al assistent was van Haitink en Jansons. Hij nam het bonte programma nagenoeg ongewijzigd over; alleen de aangekondigde Derde van Schubert liet hij veranderen in de Tweede. De uitvoering daarvan overtuigde volledig. Het is een verrukkelijk werk, dat het orkest - zeker wanneer alle herhalingstekens worden gerespecteerd - flink aan het werk zet. Viotti spaarde het orkest hierbij; er stond nog het nodige op het programma. Maar hij dirigeerde een puntige, transparante uitvoering die klonk als een klok. De geboekte mezzo Alice Coote zegde haar optreden ook af, en werd vervangen door de bariton Markus Werba, die vooral als operazanger optreedt. En dat was te horen. Hij zong de Mahler-Liederen misschien iets te theatraal, maar fraai klonken zijn stem en de orkestbegeleiding alleszins. Na de pauze een bonte verzameling Strauss-muziek; ik waande me even tijdens het nieuwjaarsconcert. Geen simpele muziek om te spelen, maar Viotti leidde het KCO met vaste hand. Moge het orkest hem terugvragen met een eigen programma. Een knappere dirigent stond nog nooit eerder voor het KCO.

04 maart 2016

Concert 17 februari 2016

Woensdag 17 februari 2016, Concertgebouw Amsterdam
Koinklijk Concertgebouworkest o.l.v. Andries Nelsons
Jean-Yves Thibaudet, piano

Sjostakovitsj: Symfonie nr. 6
Sjostakovitsj: delen uit Suite voor variétéorkest
Gershwin: Pianoconcert

Het orkest was bijna klaar met stemmen toen werd aangekondigd dat de volgorde van de werken voor de pauze zou worden omgedraaid; eerst de Zesde symfonie en daarna de Suite van Sjostakovitsj, in plaats van andersom zoals afgedrukt in het programmablad. Er zal wel een reden voor zijn geweest, maar ik vond het zeer ongepast. Deze twee stukken verschillen in stemming als dag en nacht, en dat even op het allerlaatste moment omgedraaid is een onderschatting van de luisteraar die zich op een concert voorbereid heeft. In plaats van die Mars uit de Suite voor variétéorkest meteen dus dat lange Largo uit de Zesde. Nelsons is bezig aan een indrukwekkende Sjostakovitsj-cyclus en deze Zesde klonk geweldig. Het Allegro en Presto duren samen even lang als dat eerste deel en dat maakt deze symfonie een vreemde eend in de bijt, en dus extra boeiend. De Suite knalde de zaal in, maar het was als openingswerk beter op zijn plaats geweest. Na de pauze een gedreven uitvoering van het Pianoconcert van Gershwin, een kleine drie jaar geleden ook al op de lessenaars met Chailly (zie hier). Geen meesterwerk, wel een lekker stuk muziek, en Thibaudet leek de ideale vertolker.

01 maart 2016

Concert 12 februari 2016

Vrijdag 12 februari 2016, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Manfred Honeck
Matthias Goerne, bariton

Beethoven: Symfonie nr. 7
Mahler: Des Knaben Wunderhorn

Een apart programma; doorgaans sluit een concert af met de Zevende van Beethoven, en de Wunderhorn-cyclus werd deze eeuw nog niet door het KCO uitgevoerd, en daarvoor (Chailly, Bernstein en Haitink) steeds door twee zangers om en om en niet zoals nu door één. De Zevende Beethoven staat dezer jaren het vaakst van alle beethovensymfonieën op de KCO-lessenaars. Fischer dirigeerde het in 2014 hier in Amsterdam en vorig seizoen op tournee, dit seizoen dus Honeck, en volgend seizoen neemt Blomstedt het stuk ter hand. Deze uitvoering van Honeck mocht er zijn: puntig en energiek. Honeck had een duidelijke visie en het orkest ging er met graagte in mee. Om de krachten voor Mahler te sparen werden de meeste herhalingen achterwege gelaten. Vooruit maar. Na de pauze een ruim uur Mahler-liederen, uit het hoofd gezongen door Matthias Goerne. Zijn stem is op zijn hoogtepunt, zo leek het. Goerne kan ermee wat hij wil; je hoort zelden een zanger zo moeiteloos en vrijuit zingen. Honeck en Goerne concerteren vaker samen, ook met deze liederen, en dat was te horen. Mooi concert. Fijn om voor de foto's boven deze weblogs regelmatig terug te kunnen grijpen op de facebookpagina van het KCO.

26 februari 2016

Concert 9 februari 2016

Dinsdag 9 februari 2016, Concertgebouw Amsterdam
Kelemen Kwartet
Menahem Pressler, piano

Haydn: Strijkkwartet op. 76, nr. 4
Bartók: Strijkkwartet nr. 3
Dvorák: Pianokwintet nr. 2

Ik lig flink wat concerten achter - het gaat hard deze maand. Sinds jaren weer eens in de Kleine Zaal, met een mij onbekend kwartet en de inmiddels 92-jarige Menahem Pressler. Voor de pauze twee interessante warmlopers van Haydn en Bartók; het Hongaarse Kelemen-kwartet speelde een thuiswedstrijd met dit repertoire. Na de pauze de bijdrage van Pressler waar iedereen voor was gekomen. Er ging van alles mis. De altiste gebaarde dat zij haar kin-steun kwijt was, waarna eerst de primarius naar achter het gordijn verdween, daarna de tweede violist en de altiste zelf - steeds zonder resultaat. En ondertussen zat Pressler onbewogen achter de piano. De steun werd niet gevonden; de altiste barstte in tranen uit, maar men begon toch maar te spelen. Na het eerste deel kwam de dienstdoende zaalwachter het podium op en bracht de verloren gewaande kin-steun; de altiste barstte wederom in tranen uit. Tja, dan wil zo'n slavisch kwintet van Dvorák wel klinken. Pressler speelde karakteristiek: met drive, stuwend. En natuurlijk met de nodige missers; het derde deel is ook voor pianisten in de bloei van hun leven nauwelijks foutloos te spelen. Ik ken het pianokwintet van Dvorák al heel lang van cd; het is een heerlijk stuk. Fijn om het nu eens live te horen, met meeslepende toestanden. Als toegift nog het lange langzame deel uit het kwintet van Sjostakovitsj.
De foto hierboven komt van de facebookpagina van het Concertgebouw is tijdens het concert gemaakt.

14 februari 2016

Concert 28 januari 2016

Donderdag 28 januari 2016, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Semyon Bychkov
Kirill Gerstein, piano

Rachmaninov: Pianoconcert nr. 2
R. Strauss: Ein Heldenleben

Nog geen jaar geleden dirigeerde Bychkov de Alpensinfonie van Strauss (zie hier de weblog daarvan) en de relatief gewone uitvoering daarvan deed me wat vrezen voor deze Heldenleben. Maar die vrees bleek ongegrond: dit was een uitstekende warmbloedige en gedreven uitvoering van Strauss' meesterlijke heldenepos. Het orkest speelde geweldig en Vesko Eschkenazy bracht de vioolsoli vol intensiteit en intimiteit. Het moet maar afgelopen zijn met het verwijt aan het adres van Strauss dat deze toondichting (en de Alpensinfonie) oppervlakkig is. Het zijn meesterwerken; welke andere componist kan een orkest zo weelderig laten klinken? Voor de pauze helaas geen overrompelende uitvoering van Rachmaninovs tweede concert. Gerstein speelde de noten, maar dat was het eigenlijk ook wel. De climaxen waar je op zit te wachten kwamen niet uit de verf en werden aldus teleurstellingen. Beter op dreef was Gerstein in de toegift: de etude voor de linkerhand van Felix Blumenfeld - voor veel pianisten al lastig te spelen met twee handen, zo leek het.

30 januari 2016

Concert 23 januari 2016

Zaterdag 23 januari 2016, Concertgebouw Amsterdam
Rotterdams Philharmonisch Orkest o.l.v Valery Gergiev

Sibelius: En saga
Rimsky-Korsakov: Suite De gouden haan
Strawinsky: Petroesjka

Het Rotterdams Philharmonisch speelt altijd op topniveau wanneer Gergiev op de bok staat. Alleen voor hem gaan ze door het vuur, en dat leverde deze middag betoverende momenten op. Hoogtepunt van het concert was voor mij En saga, het eigenzinnige symfonische gedicht van Sibelius, opus 9! Een steeds terugkerende melodielijn, maar voortdurend mysterieus. Ik beluister het stuk minstens iedere drie weken, in de auto, thuis of in de fitnesszaal, ken iedere noot, en pas nu voor het eerst life gespeeld. En hoe rijk opeens! Het uitstervend slot biedt één van de fraaiste stukken voor klarinet-solo. Gergiev voerde de spanning hier enorm op; iedereen hield zijn adem in. De suite uit de laatste opera van Rimsky-Korsakov (uit 1907, met de nodige politieke dubbelzinnigheden) bood orkestrale pracht; Rimsky-Korsakov is met Berlioz toch wel de kampioen instrumentatiekunst. Heel diepgaand was het vierdelige werk echter ook niet. Na de pauze een precieze uitvoering van Petroesjka; tja, ik vind het niet zo'n geweldig stuk. Het is klankkleur alom, maar het is me te bedacht en te klinisch. Zelfs de Sacre heeft meer structuur. Maar goed, het orkest speelde geweldig; de vele soli werden feilloos gespeeld. Aan de uitvoering lag het niet.

29 januari 2016

Opera 20 januari 2016

Woensdag 20 januari 2016, Muziektheater Amsterdam
De Nationale Opera

Händel: Ariodante

Ariodante - Sarah Conolly
Ginevra - Anet Fritsch
Polinesso - Sonia Prina
Dalinda - Sandrine Piau
Il re di Scozia - Luca Tittoto
Lurcianio - Andrew Tortise
Koor van De Nationale Opera
Concerto Köln o.l.v. Andrea Marcon

De Nationale gaat maar door met het presenteren van Händel-opera's en keer op keer vallen die producties mee. Ik ken Ariodante redelijk goed van cd, door de geweldige uitvoering van Marc Minkowski en Anne Sofie von Otter in de titelrol. Haar uitvoeringen van de aria's Con l'ali di constanza uit het eerste bedrijf en Scherza infida in het tweede bedrijf zijn absolute hoogtepunten van operazang - Scherza infida is bovendien een grandioze aria van bijna een kwartier dat een beroep doet op het uithoudingsvermogen van zowel zanger als publiek. Maar het effect is enorm. Zo geweldig als Von Otter zong Conolly deze avond niet, maar ze kwam een hele eind in deze hondsmoeilijke aria's. Haar tegenspeelster Anet Fritsch zong echter nog mooier, en Sandrine Piau had geen moeite met de meest duivelse aria's uit de gehele operaliteratuur die een huishoudster te zingen heeft. Ook de andere zangers hadden per bedrijf minstens één aria te zingen, en zeker niet de gemakkelijkste soms. Händel had er duidelijk zin in om zijn zangers het vuur aan de schenen te leggen. Drie bedrijven van ieder minstens een uur vol da-capoaria's kunnen snel wat teveel van het goede zijn, ware het niet dat de enscenering flink meehielp om de aandacht vast te houden. De Schotse setting werd in een modern jaste gestoken, en slechts twee deurklinken op draaibare poten suggereerden drie ruimtes terwijl het podium toch volledig open bleef. Een vondst. Geweldig was het poppentheater aan het slot van ieder bedrijf, bijzonder stijlvol gedaan. Een enscenering die tot in ieder detail was uitgewerkt. Tja, dan gaan die uren van half zeven tot elf snel voorbij. Een fraaie voorstelling!

22 januari 2016

Opera 16 januari 2016

Zaterdag 16 januari 2016, Concertgebouw Amsterdam
Opera concertant

Puccini: Madama Butterfly

Butterfly - Lianna Haroutounian
Suziki - Marie-Nicole Lemieux
Pinkerton - Arnold Rutkowski
Sharpless - Angelo Veccia
Goro - Ho-yoon Chung
Groot Omroepkoor
Radio Philharmonisch Orkest o.l.v. Pietro Rizzo

Veel muziekstukken heb ik via de plaat of de cd leren kennen; pas daarna door meerdere live-uitvoeringen beter kunnen doorgronden. Madama Butterfly was de eerste opera die ik op cd kocht (andere eerder wel al op langspeelplaat) en die uitvoering met Renata Tebaldi was geen goede keuze. De uitvoering bij DNO o.l.v. Edo de Waart ergens begin jaren negentig maakte de mismatch compleet; ik hoorde de opera eigenlijk nooit meer tot deze uitvoering in het Concertgebouw. En toen stokte regelmatig mijn adem. Want naast de even simpele als trefzekere dramatiek is het vooral de harmonische eigenheid van deze opera die verbazing wekt. Maar goed, dan moeten de stemmen wel passen, en dat deed die van de Armeense Lianna Haroutounian volledig. Arnold Rutkowski zong trefzeker, maar zijn stem kwam volume tekort om te imponeren. Haroutounian zong en speelde Butterfly vol overtuiging en dan is er geen quasi-japanse enscenering nodig om je te verplaatsen in wat je hoort en meeleest met de boventiteling. De bijrollen (veel Koreaanse zangers!) waren prima bezet. De jonge Italiaanse dirigent Pietro Rizzo viel op het laatste moment in voor de ziek geworden Karel Mark Chichon; maar aangezien die Italianen met deze muziek zijn opgevoed kon er natuurlijk niks misgaan. Het vorig jaar eindigde en dit jaar startte met overtuigende concertante opera-uitvoeringen; je zou haast denken dat het operatheater overbodig is. Had ik indertijd maar de Karajan-uitvoering met Mirella Freni gekocht; ik heb me heel lang iets moois ontzegd.