16 december 2019

Opera 16 & 24 november, 4 december 2019

Zaterdag 16 en zondag 24 november, woensdag 4 december 2019, Muziektheater Amsterdam
De Nationale Opera

Wagner: Die Walküre

Siegmund - Michael König
Hunding - Stephen Milling
Sieglinde - Eva-Maria Westbroek
Wotan - Iain Paterson
Brünnhilde - Martina Serafin
Fricka - Okka von der Damerau
Nederlands Philharmonisch Orkest o.l.v. Marc Albrecht

Wie dit leest zal denken dat ik gek ben: drie keer naar dezelfde opera binnen drie weken. Dat ben ik wellicht ook, maar happy me: drie keer Die Walküre in deze onvolprezen enscenering van Pierre Audi was voor mij een soort van primaire levensbehoefte. Ik zag deze enscenering al minstens 12 keer sinds deze ruim 20 jaar geleden voor het eerst werd gepresenteerd. De laatste twee keer in 2013: hier en hier. En nu dan aangekondigd voor het allerlaatst. Een geheel nieuwe cast, en Albrecht in zijn afscheidsjaar op de top van zijn kunnen. Die Walküre is een opera die ontroert, verbaast, opzweept, en steeds nieuwe inzichten biedt. Je wordt als toeschouwer in die eerste akte een uur lang meegesleurd, en na de koffie aan het begin van de tweede akte in enkele minuten tot de orde geroepen: die hele eerste akte bleek slechts een spelletje van Wotan, waarna Fricka dat spelletje subiet van tafel veegt - startsein van de ondergang van het godenrijk. Er werd grandioos gezongen - Westbroek als Sieglinde superb, maar eigenlijk geen enkele zwakke plek (en dat was eerder wel anders). Tijdens de première moest ik flink wennen aan de heel trage tempi van Albrecht - tijdens de twee latere voorstellingen leken die tempi wat opgeschroefd (of ik had me er al op voorbereid). Enfin, een keer of 15 dezelfde enscenering van deze grandioze Wagner-opera: het is mooi geweest en ik voel me geprivilegieerd.

29 november 2019

Concert 31 oktober 2019

Donderdag 31 oktober 2019, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Tugan Sokhiev

Beethoven: Symfonie nr. 4
Sjostakovitsj: Symfonie nr. 10

Sokhiev dirigeerde twee keer eerde bij het KCO: in 2006 vlak voordat ik deze weblog startte en in 2010 (zie hier de weblog). Na 9 jaar dus (pas) weer terug en ook nu viel op dat hij van preciezie houdt. Ik vreesde voor de start van Beethoven 4: het Adagio waarmee de symfonie opent is zo ongelooflijk breekbaar dat een enkele kuch of een nog niet geconcentreerd publiek de sfeer helemaal verziekt. Maar Sokhiev en het KCO dwongen het publiek direct tot opperste concentratie, en zo begon een meer dan uitstekende Vierde Beethoven; tussen die Eroïca en Vijfde op het 'oor' een tussenstuk, maar een grandioze symfonie, en bijzonder moeilijk om de juiste snaar te raken. Dat gebeurde deze avond. Alleen al om deze Vierde Beethoven reden om deze Sokhiev minstens ieder jaar terug te vragen. Na de pauze een even goed gespeelde Tiende Sjostakovitsj - het is eigenlijk na zijn Vierde symfonie zijn meest prachtige. Je wordt als luisteraar alle kanten heen geslingerd, maar het is net een minder hemelbestormend stuk dan die Vierde, maar wel evenwichtig en pakkend. Toevallig beide werken kort na elkaar bij het KCO (zie hier) - pure weelde. Sokhiev verleidde het KCO tot groots orkestspel.

24 november 2019

Concert 17 oktober 2019

Donderdag 17 oktober 2019, Conceertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Thomas Hengelbrock
Nadine Koutcher, sopraan
Jonathan Abernethy, tenor

Purcell: Suite uit King Arthur
Handel: Selectie uit opera's
Haydn: Symfonie nr. 52

Ik lig aardig achter met mijn muziek-weblog. Dus uit de diepte van mijn herinnering dit concert van ruim een maand geleden beschreven. Hengelbrock is bij het KCO de plaatsvervanger van Harnoncourt, maar zijn optredens zijn te wisselend. Ik vind hem te lichtgewicht voor het serieuze klassieke repertoire, ook al was dit concert weer fris en vrolijk. Purcell klonk prima, maar de muziek was niet echt diepgaand. Een rijke pastiche uit meerdere opera's van Handel leverde een uiterst geanimeerd toneeloptreden van twee jonge zangers op, die het podium van het Concertgebouw omtoverden tot een mini-operatoneel. Hengelbrock stelde een onnavolgbare selectie uit meerdere Handel-opera's samen, met recitatieven, aria's en duetten, maar het klonk als een eenheid, ofschoon het dat dus geenszins was. Na de pauze weer gewoon rechtlijnig-klassiek, met Haydn-halverwege: hij componeerde 104 symfonieën - we hoorden nr. 52. Een geweldig stuk in mineur, met in het langzame deel een voortdurend en in vele gedaanten herhaald tremolo. Haydn in mineur: dubbel interessant, want zijn vanzelfsprekende frisheid lijkt er tegenstrijdig aan. Wat een grootheid, die Haydn!

13 oktober 2019

Concert 2 oktober 2019

Woensdag 2 oktober 2019, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Valery Gergiev
Victor Julien-Laferrière, cello

Dutilleux: Tout un monde lointain
Sjostakovitsj: Symfonie nr. 4

Ik ben geen liefhebber van Dutilleux - het KCO speelde toen hij nog leefde regelmatig zijn werken en de oude Fransman werd erna steevast luid toegejuicht als de Debussy van deze tijd. Nu dan zijn celloconcert, dat opvallend goed en geconcentreerd werd gespeeld door de jonge Julien-Laferrière; dirigent, orkest en solist namen elkaar om en om op sleeptouw. Ik luisterde aandachtiger dan vooraf gedacht. Na de pauze het werk waarvoor ik een kaartje had gekocht: de grandioze Vierde van Sjostakovitsj. Het wordt alom weggezet als een mastodontische symfonie, maar dat is het geenszins. Van zijn vijftien symfonieën is deze verreweg zijn baanbrekendste - beluister het vanuit de wetenschap dat hij alleen nog maar de eerste, tweede en derde symfonie had geschreven, en niet al die latere veelgespeelde... Die eerste drie symfonieën duren ieder niet langer dan een half uur, en dan opeens deze grandioze, rijke en spannende symfonie van ruim een uur! Gezien de ontwikkeling van de componist alsook de gruwelijke jaren in de Sovjet-Unie waarin hij deze symfonie durfde te schrijven (1935-1936), bleek het au fond een revolutionair, uiterst gedurfd én levensgevaarlijk werk. Eigenlijk kent de geschiedenis van de klassieke muziek geen ander stuk dat zo gewaagd is als deze Vierde. Gergiev is een dirigent die het KCO boven zichzelf laat uitstijgen. Nu Haitink is gestopt, en Jansons vaker afzegt dan verschijnt, is Gergiev samen met Fischer de grootste dirigent die het KCO regelmatig op de bok krijgt. Sjostakovitsj klinkt niet mooi bij Gergiev, maar vooral rauw en puur. De symfonie begint marciaal (hoe we de latere Sjostakovits kennen), maar gaandeweg wordt het stuk steeds verstilder en subtiel. Het eindigt in een geweldige lange dramatische en uitstervende klank; Gergiev hield na het uitsterven ervan het B-serie-publiek nog ruim 30 seconden muisstil. Grandioze uitvoering.

09 oktober 2019

Opera 5 & 21 september 2019

Donderdag 5 en zaterdag 21 september 2019, Muziektheater Amsterdam
De Nationale Opera

Leoncavallo: Pagliacci
Mascagni: Cavalleria Rusticana

Pagliacci
Prologo/Tonio: Roman Burdenko
Nedda: Ailyn Pérez
Canio: Brandon Jovanovich
Peppe: Marco Ciaponi
Silvio: Mattia Olivieri

Cavalleria Rusticana
Santuzza: Anita Rachvelishvili
Lola: Rihab Chaieb
Turridu: Brian Jagde
Alfio: Roman Burdenko

Koor van De Nationale Opera
Nederlands Philharmonisch Orkest o.l.v. Lorenzo Viotti

Ooit eerder in het Muziektheater (ik kan me er nauwelijks iets van herinneren), en een kleine vier jaar geleden op één dag op en neer naar Londen om deze double bill in Covent Garden te horen (zie hier de weblog). En nu een weergaloze productie bij DNO, in omgekeerde volgorde van de gebruikelijke, en met de debuterende nieuwe chef Lorenzo Viotti, ooit eerder gehoord als invaller bij het KCO (hier). Chailly voerde ooit tijdens de Kerstmatinee Pagliacci uit - ik bezocht toen de 'generale' een dag of twee ervoor - de opname is nog steeds geweldig. Pas sinds Covent Garden ben ik de Cavalleria vaker gaan beluisteren en eigenlijk vind ik die opera een veel groter meesterwerk dan de Pagliacci. Het is vooral die grandioze, zo enorm Italiaanse eerste 25 minuten waarin Mascagni eindeloos herhaalt maar subtiel varieert en opbouwt, culminerend in het kerkelijke Regina Coeli - Verdi deed het beter in de Forza, maar hij moet jaloers op de melodie zijn geweest. Het is een mij dierbaar stuk - en met de ongelooflijk zingende Rachvelishvili en het koor van DNO een onvergetelijk muzikaal hoogtepunt. Beide opera's werden zo grandioos gebracht - teveel om zelfs de hoogtepunten hier te beschrijven. Maar wel dit: als twee heftige korte stukken gecomponeerd, volledig los van elkaar, maar als gelegenheidskoppel perfect passend en de luisteraar/toeschouwer twee keer vijf kwartier in zijn stoel drukkend. Ik schrijf deze weblog een drietal weken na de laatste uitvoering, en ik heb er al heimwee naar - wanneer ooit weer deze sublieme stukken? Als ze in de Scala gaan, ga ik erheen!

15 september 2019

Opera concertant 31 augustus 2019

Zaterdag 31 augustus 2019, Concertgebouw Amsterdam
Opera concertant

Wagner: 2e Akte uit: Tristan und Isolde

Christine Goerke - Isolde
Stuart Skelton - Tristan
Claudia Mahnke - Brangäne
Matthias Goerne - Marke
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Daniel Harding

Als je de recensies leest over dit concert, lopen de meningen flink uiteen. Over één aspect is het journaille het eens: dit was geen perfecte Wagner-uitvoering. En ik ben het met dit laatste absoluut eens, maar niet over veel andere meningen. Enfin, alleszins ideaal, deze uitvoering. Volgens mij hoofdzakelijk te wijten aan het feit dat de zangers achter het orkest stonden. Tja, daar valt in de vele climaxen niet tegenop te zingen. In Bayreuth (nooit geweest overigens) zit het orkest grotendeels onder het podium en dat maakt dat de zangers goed kunnen mengen met het orkest. In de Grote Zaal van het Concertgebouw is het orkest bij voorbaat de bovenliggende partij; eigenlijk stemmenmoord om de zangers daaroverheen te laten zingen. Zowel Christine Goerke als Stuart Skelton deden hun opperste best, maar pakkend vond ik hun aandeel niet. Claudia Mahnke zong haar onheilstijdingen tijdens het liefdesduet bovenaan de trap, en dat mengde dus wel heel goed. Prachtige stem, en wat een revolutionaire, zinderende muziek! Ik hoopte op een grandioos optreden van Matthias Goerne, één van de indringendste zangers van dit moment. Maar hij is geen bij de keel grijpende Marke. Diens monoloog zet dat hele liefdesduet meteen in een ander daglicht, maar Goerne zong de monoloog te lyrisch, in plaats van als een aanklacht. Helaas. Over Harding lopen de meningen uiteen - ik vond het orkest geweldig klinken, en Harding probeerde de balans zoveel als mogelijk te bewaren. Allerminst een slecht concert; onmogelijk met deze uitvoerenden en: Wagner! Maar de DNO-uitvoeringen o.l.v. Marc Albrecht begin vorig jaar (hier) waren alleszins bevredigender.

08 september 2019

Concert 28 augustus 2019

Woensdag 28 augustus 2019, Concertgebouw Amsterdam
Rotterdams Philharmonisch Orkest o.l.v. Lahav Shani (+ pianist)

Mozart: Pianoconcert nr. 27 in Bes, KV 595
Bruckner: Symfonie nr. 5 In Bes

De nieuwe chef van het Rotterdams Philharmonisch schijnt bijzonder te zijn; ik hoorde hem nog niet eerder en met dit programma een uitgelezen kans hem te horen. Ik geef het je te doen: eerst zelf Mozarts laatste pianoconcert spelen en dirigeren, en dan nog die grandioze Vijfde van Bruckner. Enfin, Shani is jong, bevlogen, uiterst begaafd en heeft energie. Ik hoorde Mozarts laatste pianoconcert nog nooit eerder live, maar ken het maat voor maat - het is een weemoedig en toch ook sprankelend stuk. Shani speelde het gedegen, maar ook fijnzinnig. Het middendeel klonk uiterst muzikaal en fraai. Na de pauze een uitstekende Vijfde van Bruckner - wat een meesterwerk is het toch. Het ontroert door zijn perfecte structuur gecombineerd met een enorme rijkdom aan thema's en variaties daarop. Ik had de symfonie al vele jaren niet meer gehoord, maar ken ook van dit stuk maat voor maat: het voelde tijdens dit concert als een terugkeer naar de essentie. Shani dirigeerde een prachtige uitvoering. Hij lijkt me een gedegener en beter dirigent van Nézet-Séguin, die ik altijd wat slordig en overdreven vond. Een mooi concert in Bes!

31 augustus 2019

Concert 13 augustus 2019

Dinsdag 13 augustus 2019, Concertgebouw Amsterdam
National Youth Orchestra of the United States of America o.l.v. Antonio Pappano
Joyce DiDonato, sopraan

Beckman: Occidentalis
Berlioz: Les nuits d'été
Prokofiev: Symfonie nr. 5

Op het allerlaatst een kaartje gekocht voor dit concert, en bepaald geen spijt. Ik zat helemaal achterin in de hoek van het balkon op de bovenste rij, maar het klonk er geweldig. Zeker wanneer zo'n Amerikaans jeugdorkest (in rode broek en op sneakers, zie foto) even wil laten horen wat het kan. Het obligate home made orkestwerk van Benjamin Beckman was vooral hard en veel - het duurde een minuut of vier, dus vooruit. Ook in Prokofievs Vijfde ging het orkest voluit, maar Pappano hield de boel strak in het gareel, en het stuk kan het hebben. Hoogtepunt van het concert waren de onwaarschijnlijk fraai gezongen zes liederen Les nuits d'été van Berlioz. Sowieso één van mijn favoriete muziekstukken, en DiDonato zong ze hemels. Ik hoorde ze eens gezongen door o.a. Anne Sofie Von Otter en door Cecila Bartoli, maar DiDonato maakte enorme indruk door haar muzikaliteit en intimiteit. De liederen klinken zo eenvoudig, maar zijn zo moeilijk te spelen en te zingen. Pappano en DiDonato bleken perfect op elkaar ingespeeld.

Concert 28 juli 2019

Zaterdag 28 juli 2019, Concertgebouw Amsterdam
Leo van Doeselaar, Maarschalkerweerdorgel

J.S. Bach: Passacaglia in c, BWV582
Poglietti: Canzon und Capriccio über das Henner und Hannergeschreÿ
Vierne: uit Orgelsymfonie nr. 1: Prélude en Allegro vivace
Franck: Koraal nr. 2 in b
Debussy (arr. Robin): Prélude à l'apres midi d'un faune
Brahms (arr. Smits): uit Symfonie nr. 4: Allegro energico e passionato

Voor het derde jaar op rij (en daarvoor in 2015) een ruim uurtje orgel in de Grote Zaal. Ik ga de genoegens ervan niet opnieuw beschrijven, zie de eerdere weblogs (de laatste vorig jaar hier). Tijdens dit recital stond de passacaglia centraal, te beginnen met die onverwoestbare van Bach (er is ook eentje met het BWV-nummer 564 maar ik heb nog geen verschil met BWV582 kunnen ontdekken). Heerlijk om dan ook het slotdeel uit Brahms' Vierde te horen - het orkest-origineel wint het uiteraard van de orgelbewerking, maar desondanks... Dat gold ook voor de bewerking van de Prélude à l'apres midi d'un faune van Debussy; de orkestversie is zoveel rijker in klank en stemming. Grote openbaring van dit concert was de werkelijk fantastische Prélude uit de Eerste orgelsymfonie van Louis Vierne. Een donker wrang klinkend stuk waarin de chromatiek uit Wagners Tristan en Parsifal in doorklonk. Na het concert naar huis en met concertgenoot naar de boot om door de grachten te varen. Het leven kan slechter.

07 juli 2019

Concert 15 juni 2019

Zaterdag 15 juni 2019, Concertgebouw Amsterdam
Radio Philharmonisch Orkest o.l.v Bernard Haitink
Camilla Tilling, sopraan

R. Strauss: Das Rosenband
R. Strauss: Ich wollt ein Sträusslein binden
R. Strauss: Säusle, liebe Myrthe
R. Strauss: Die heiligen drei Könige aus Morgenland
R. Strauss: Morgen
Bruckner: Symfonie nr. 7

Na vele Haitink-concerten (een ruime 40 sinds ik in 2006 deze weblog startte, en wellicht evenzoveel in de jaren ervoor sinds mijn eerste Haitink-concert in december 1985 - hier de weblog ervan), is dit zijn aangekondigde allerlaatste. Nog enkele concerten met het Chamber Orchestra of Europe en de Wiener Philharmoniker in augustus en september, en dan houdt hij ermee op. Het is een begrijpelijke beslissing, ofschoon moeilijk te verdragen: er lag altijd wel een Haitink-concert in het verschiet, en nu opeens niet meer. Ik houd me tegen beter weten in vast aan de vele keren dat Haitink eerder zijn afscheid aankondigde er er toch weer op terugkwam. In het voorjaar van 1986 was hij zo getroubleerd met de directie van het Concertgebouworkest dat hij de programma's van zijn laatste concerten van het seizoen omgooide (ik had een kaartje voor die allerlaatste: het werd Beethovens Vijfde pianoconcert met Perahia en Bruckners Derde), maar hij verzoende zich alsnog, en bleef tot het eeuwfeest in 1988 - ik was bij zijn laatste Kerstmatinee met Mahler 9 en de laatste eeuwfeest-uitvoering met Mahler 8, inclusief zijn tot-ziens-toespraak. Na vijf jaar keerde hij terug bij het KCO en toen werd ieder concert erna een belevenis. Na een volgende brouille maakte hij wederom een comeback. Dus tja, er blijft hoop. Mocht het echt de laatste keer zijn geweest: het was een prachtig concert met subliem orkestspel in de begeleiding van de vijf Strauss-liederen, en een Zevende Bruckner die dicht aansloot bij zijn pure, vloeiende opname met het Concertgebouworkest eind jaren 70. Geen weemoedigheid hier, slecht een herinnering aan een prachtig concert o.l.v. een grootse levende dirigent.

24 juni 2019

Opera 12 juni 2019

Woensdag 12 juni 2019, Muziektheater Amsterdam
De Nationale Opera

Debussy: Pelléas et Mélisande

Pelléas - Paul Appleby
Mélisande - Elena Tsallagova
Golaud - Brian Mulligan
Arkel - Peter Rose
Geneviève - Katia Ledoux
Koor van De Nationale Opera
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Stéphane Denève

Deze productie is het resultaat van een alles-is-anders-show. Oorspronkelijk zou het KCO o.l.v. chefdirigent Daniele Gatti de opera Otello van Verdi doen. Nagenoeg alle zangers gecontracteerd, behalve de titelrol (bepaald veeleisend). Er bleek geen voldoende goede Otello te vinden, maar wel een tenor die Verdi's Un ballo in maschera aankon, en dan kun je met de verdere gecontracteerden (bariton en sopraan) ook vooruit. Maar ja, de bariton die dus eerst Jago zou zingen, voelde zich gedegradeerd, dus hij cancelde zijn toezegging om naar Amsterdam te komen. Een streep door alles, en ruim een jaar geleden (de seizoensbrochure kon op het laatste moment nog gewijzigd worden) besloten om een geheel andere opera te doen, met een volledig nieuwe en jonge cast die wél wilde. En toen werd in augustus j.l. de chef va het KCO eruit gemieterd, en Denève bereid gevonden de leiding over te nemen... Het werd een prachtige uitvoerig, door de prima zangers, het onvolprezen KCO en de fraaie suggestieve enscenering van Olivier Py. Om met die enscenering te beginnen: een draaischijf en trapstellages die in wisselende constructie prima de vele scènes verbeeldden: ingenieus en de sprookjesachtige sfeer behoudend. De cast was groots, met een feeërieke Mélisande en barse Golaud aan top. Het KCO is natuurlijk potentieel het beste Debussy-orkest, maar ik vond de directie van Denève iets te eendimensionaal. Tja, ooit die uitvoering o.l.v. Haitink (zie hier), wat een verschil! Pelléas et Mélisande bevat enkele fragmenten die voor mij tot de allermooiste uit de operaliteratuur behoren, maar het is ook geen ultiem perfecte opera. Ofschoon wel een uniek eigen-aardig werk! Een fraaie productie, maar een Otello of Un ballo in maschera o.l.v. Gatti sloten beter aan op mijn stemming dezer weken.

16 juni 2019

Recital 2 juni 2019

Zondag 2 juni 2019, Concertgebouw Amsterdam
Krystian Zimerman, piano

Brahms: Pianosonate nr. 3
Chopin: Scherzi 1-4

De Derde pianosonate van Brahms is een geweldig stuk; ik hoorde het eens door Grigory Sokolov, en ben er sindsdien helemaal aan verknocht. Onmogelijk dus om niet naar dit recital te gaan - Zimerman is een grandioos pianist en ja: die Derde sonate van Brahms speelde hij prachtig. De zaal was muisstil, en dan is dat tweede deel Andante een hoogtepunt om nooit te vergeten; het had immers net zo goed kapotgehoest kunnen zijn. Aan het slot van het recital dankte Zimerman het publiek duidelijk voor de concentratie. Wat een durf trouwens: na die grootse Brahms-sonate die vier hondsmoeilijke Scherzi van Chopin. Nagenoeg foutloos gespeeld, en vol bravoure. Als toegiften de eerste twee Ballades op. 10 van Brahms. Fantastisch recital.

01 juni 2019

Concert 4 mei 2019

Zaterdag 4 mei 2019, Concertgebouw Amsterdam
Freiburger Barockorchester o.l.v. René Jacobs
RIAS Kammerchor
Polina Pastirchak, sopraan
Sophie Harmsen, mezzosopraan
Steve Davislim, tenor
Johannes Weisser, bariton

Beethoven: Missa solemnis

Tja, en dan net bekomen van dat Berlioz-requiem meteen naar de Missa solemnnis, niet eens zoveel eerder gecomponeerd, maar zo anders. En toch ook: van uit eenzelfde eigenaardige drang geschreven. Ik hoorde nog nooit een concert o.l.v. Jacobs, en dit was een goede gelegenheid. Hij dirigeert ogenschijnlijk losjes, maar aan alles valt te horen dat hij iedere maat minitieus heeft ingestudeerd. Het klonk daardoor inderdaad soms iets te bestudeerd, maar tegelijkertijd harmonieus, gedreven, uiterst transparant en dienend aan die onvoorstelbare partituur van Beethoven. Het Kyrie is relatief toegankelijk, maar daarna barst Beethoven los in het Gloria en Credo, waarna het koor op apengapen ligt. Hierna volgde een pauze - dat lieten Herreweghe (zie hier), Harnoncourt (zie hier en hier) en Gardiner (hier) niet toe. Daarna het Sanctus, waarvan de eerste twee minuten de meest onnavolgbare muziek bevatten die Beethoven componeerde. Je wordt harmonisch welhaast iedere seconde op het verkeerde been gezet, maar hoe aangrijpend is deze muziek tegelijkertijd. En wat Beethoven in het Agnus dei doet is al helemaal niet te bevatten. Die pauze had niet gehoeven, maar voor de rest een geweldige uitvoering om dit meesterwerrk van Beethoven weer eens tot me te nemen.

30 mei 2019

Concert 3 mei 2019

Vrijdag 3 mei 2019, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Antonio Pappano
Javier Camarena, tenor
Groot Omroepkoor
Koor van de Accademia Nazionale di Santa Cecilia

Berlioz: Grande messe des morts / Requiem

Van de grote werken van Berlioz is zijn Requiem mijn grote blinde vlek. Dat komt volledig door de vreselijke opname o.l.v. Colin Davis (op Philips) die ik al tijden heb. De Berlioz-opnames van Colin Davis zijn alle grandioos, behalve die van het Requiem. Die is ronduit belabberd: het koor zing vals en ongeïnspireerd en de tenor kan zijn partij niet aan. Tja, dan valt er weinig meer te winnen door het orkest. Ik kwam bij beluisteringen met moeite door het eerste deel, en het tweede deel met het overrompelende Dies irae komt niet goed uit de luidsprekers. Daarna borg ik de cd's steeds maar weer op. Nu dan voor het eerst live - het was een belevenis, bovenal een verrukkelijke ervaring dit grandioze werk in een prima uitvoering te horen. Die 10 pauken en de vier extra blaasorkesten links en rechts: het KCO klonk weergaloos. Maar wat een prachtige muziek schreef Berlioz! Het Lacrymosa bijvoorbeeld: wat een meesterlijke muziek. Er hing een woud aan microfoons boven het orkest; moge er een cd-opname van verschijnen. Pappano had de boel goed in de hand, de koren zongen prachtig sonoor en Camanera stal in het Sanctus de show met zijn kleine maar hondsmoeilijke aandeel. Weer zo'n onvergetelijk concert.

15 mei 2019

Opera 21 april 2019

Zondag 21 april 2019, Wiener Staatsoper, Wenen
Wiener Staatsoper

Wagner: Parsifal

Amfortas - Thomas Johannes Mayer
Gurnemanz - René Pape
Titurel - Ryan Speedo Green
Parsifal - Simon O'Neill
Klingsor - Boaz Daniel
Kundry - Elena Zhidkova
Chor und Orchester der Wiener Staatsoper o.l.v. Valery Gergiev

Tijdens een uurtje surfen op internet was deze voorstelling de aanleiding om eindelijk, voor het eerst in mijn leven, naar Wenen te gaan. Een operavoorstelling op eerste Paasdag is kennelijk niet populair - er waren een maand tevoren nog veel kaarten. Ik koos gewoon de duurste, midden in de zaal; zo vaak kom je er ook weer niet. Het was een onvergetelijke uitvoering, vooral door het orkestspel. Het orkest van de Weense Staatsopera heet tijdens hun concertuitvoeringen Wiener Philharmoniker, en van hun ruime ledental hadden ze hun topbezetting opgeroepen; stellig vanwege Gergiev. Ik hoorde nog nooit zo'n sublieme, krachtige, volle, donkere klank tijdens een opera. Tja, ze staan erom bekend. De parketvloer trilde regelmatig. En die climaxen in dat ongelooflijk prachtige derde bedrijf klonken zo subliem rijk en dramatisch dat ze voor altijd in mijn geheugen gegrift staan. Prima cast, aangevoerd door René Pape als Gurnemanz, een zanger met autoriteit. Ook O'Neill, Zhidkova en Daniel zongen uitstekend. Toen ik het ticket boekte, stond Matthias Goerne als Amfortas aangekondigd, maar al snel daarna vervangen door Mayer, die die dagen toch al aanwezig was om in Salome de rol van Jochanaan te zingen. Bepaald geen slechte zanger, maar niet bevredigend genoeg om de lichte teleurstelling weg te nemen; wat zou Goerne van deze geweldige rol gemaakt hebben? Vooralsnog staat alleen George London eenzaam aan de top als Amfortas-interpreet. En tja, dan de enscenering van Alvis Hermanis - die was onbegrijpelijk stom. Het geheel speelde zich af in een Weens ziekenhuis (Wagner Spital); Gurnemanz liep rond als dokter in witte jas, Klingsor probeerde als chirurg een patiënt met elektroden tot leven te wekken, de bloemenmeisjes als zusters, en Amfortas als bedlegerige zielepoot. En zo meer. Mooie plaatjes tijdens de graalscene en het slot, maar zulke ensceneringen waar oude verhalen naar de moderne tijd worden getransformeerd om daar duiding aan te geven: dat kan toch echt niet meer. Het stoorde me daarentegen niet echt: ik zat eigenlijk vooral hemels-gelukzalig naar dat weergaloze orkest te luisteren. Onvergetelijk.

12 mei 2019

Concert 20 april 2019

Zaterdag 20 april 2019, Musikverein Goldener Saal, Wenen
Wiener Mozart Orchester o.l.v. András Deák
Sera Gösch, sopraan
Sebastian Holeck, bariton
Eszter Haffner, viool

Mozart: Uit Symfonie nr. 35 'Haffner': deel 1 
Mozart: Uit Don Giovani: Deh, vieni alla finestra
Mozart: Uit Don Giovani: Là ci darem la mano
Mozart: Uit Don Giovani: Finch' han dal vino
Mozart: Uit Vioolconcert nr. 1 KV207: deel 1 & 2
Mozart: Uit Idomeneo: D'Oreste, d'asace
Mozart: Uit Eine kleine Nachtmusik: deel 1
Mozart: Rondo. Alla Turca, KV331
Mozart: Uit Le nozze di Figaro: Ouverture
Mozart: Uit Le nozze di Figaro: Non più andrai
Mozart: Uit Die Entführung aus dem Serail: Martern aller Arten
Mozart: Uit Symfonie nr. 40: deel 1
Mozart: Uit Die Zauberflöte: Der Vogelfänger bin ich ja
Mozart: Uit Die Zauberflöte: Pa-pa
Strauss jr.: An der schönen blauen Donau
Strauss sr.: Radetzky-Marsch

Al voor dit concert zag ik op tegen het moment waarop ik dit programma hier moest intypen. Maar ook zo'n toeristenconcert moet volledig genoemd, en het was alleszins de moeite waard. Bezoekers van deze weblog weten dat ik van klassieke muziek houd, en het werd toch echt eens tijd om naar Wenen te gaan; ik was er nog nooit geweest. Tijdens een uurtje surfen op internet langs de Europese operahuizen (wat doen ze zoal) kwam ik op de website van de Weense Staatsopera, en jawel: voor de uitvoering van Parsifal o.l.v. Gergiev op eerste Paasdag waren nog genoeg kaarten. Binnen een tweede uur een ticket en vlucht geboekt - eindelijk naar Wenen. En er was zowaar ook een concert in de Musikverein, de avond ervoor. Nog die ochtend bezocht ik de Zentralfriedhof, en stond helemaal alleen aan het graf van Beethoven, Schubert, Brahms en vader en zoon Strauss. Allen prachtig bij elkaar, en geen Chinees of Japanner te bekennen. In de middag een rondleiding door de Musikverein - de Brahmszaal is bijna net zo mooi als de Gouden. En in de kelder een moderne repetitiezaal waar het podium van die gouden zaal was nagebouwd. Hoe ze daarop überhaupt een 3e Mahler kwijtkunnen! 's Avonds dan naar het concert, ik had een fraaie plek midden in de zaal. Het Concertgebouw is stukken comfortabeler en ruimer; de Musikverein kan stellig een opknapbeurt gebruiken. Maar wat een pracht en praal, en wat een historie! Wie gingen er niet door die zijdeur en wie stonden er niet op dat podium. Tijdens dit concert zat de zaal vol met selfiesticks, waaraan vooral Chinezen vastzaten. Maar goed, het orkest speelde niet slecht, en de twee zangers zongen beter dan gevreesd. Een kwart van de tijd ging op aan geapplaudisseer, maar ik waande me tijdens een regulier abonnementsconcert van de Musikfreunde. En tijdens de pauze stond ik zomaar achteraan dat podium; een tussendeur naar de Brahmszaal bleek niet op slot - rare lui die Oostenrijkers. Na al die Mozarts werd nog even het slot van het Nieuwjaarsconcert nagespeeld, behalve dan dat in de blauwe Donau alle herhalingen werden genegeerd - dan is het stuk heel snel uit. De foto hierboven is van een website van dat Weense Mozart Orkest, en het beeld verschilt nauwelijks van mijn uitzicht tijdens het concert, behalve dan dat er achter het orkest ook nog publiek zat en dat dat publiek vooral Aziatisch was getoonzet. Het kon me allemaal niks schelen - ooit een keer een avond in de Musikverein is memorabel en goud waard!

07 mei 2019

Opera 18 april & 1 mei 2019

Donderdag 18 april & woensdag 1 mei 2018, Het Muziektheater Amsterdam
De Nationale Opera

Wagner: Tannhäuser

Tannhäuser - Daniel Kirch
Landgraf Hermann - Stephen Milling/Karl-Heinz Lehner
Elisabeth - Svetlana Aksenova
Venus - Ekaterina Gubanova
Wolfram von Eschenbach - Björn Bürger
Koor van De Nationale Opera
Nederlands Philharmonisch Orkest o.l.v. Marc Albrecht

Twee keer naar deze nieuwe productie van Tannhäuser. Bepaald niet Wagners sterkste opera, maar het heeft enkele onweerstaanbaar mooie delen. Wagner is duidelijk aan het zoeken en experimenteren. Daardoor enerzijds geen coherent stuk, anderzijds soms wat suf, maar dan opeens weer grandioos geweldig mooi. O du mein holder Abendstern is gewoon te kort en te mooi, maar ook: hoe prachtig duikt de muziek dan opeens de diepte in en verandert de hemelse schoonheid in luttele momenten in een duivels duistere sfeer. En ach ja, het hoofdthema blijft één van Wagners mooiste melodieën. De enscenering van regisseur Christof Loy mocht er zijn: één toneelbeeld voor de gehele akte, die voortdurend voldeed. Iedereen in galakostuum - het paste wonderwel bij dit middeleeuwse ridderverhaal. Ouverture en Bacchanaal kregen een geweldige uitbeelding: de kalme soirée mondde uit in een orgie zoals nog nooit op het podium van het Muziektheater te zien was. Prima zangers, ofschoon Daniel Kirch in de titelrol er teveel moeite mee leek te hebben. Aksenova en Gubanova zongen daarentegen geweldig, en ook Bürger zong (en acteerde) groots. Stephen Milling was bij de laatste voorstelling ziek - hij acteerde wel maar liet het zingen over aan Lehner. Het stoorde nauwelijks. Albrecht haalde uit het orkest wat erin zat - hij is werkelijk een grandioos dirigent die het NedPho tot grote hoogte wist te brengen. Twee heerlijke Wagner-avonden.

30 april 2019

Opera 13 april 2019

Zaterdag 13 april 2019, Concertgebouw Amsterdam
Opera Concertant

Verdi: Nabucco

Nabucco - Franco Vassallo
Ismaele - Giordano Lucá
Zaccaria - John Relyea
Abigaille- Tatiana Serjan
Fenena - Iris van Wijnen
Groot Omroepkoor
Radio Philharmonisch Orkest o.l.v. Giancarlo Andretta

Het werd tijd: een uitvoering van Nabucco in Amsterdam. Nu concertant, en volgend seizoen eindelijk bij DNO in het Muziektheater. Ik hoorde de opera alleen op cd, maar nooit echt aandachtig goed. Nu dan in een welluidende en goed gecaste concertante uitvoering in het Concertgebouw. De rol van Abigaille is één van de lastigste vrouwelijke hoofrollen die Verdi componeerde, en ook de rollen van Nabucco en Zaccaria vereisen krachtige zangers. Tatiana Serjan zong prachtig en gedreven en ook Franco Vassallo, twee jaar geleden een overtuigende Carlos in La forza del destino bij DNO (zie hier) zong geweldig. Het Groot Omroepkoor had een minstens zo belangrijk aandeel, en tja, dat Slavenkoor blijft onweerstaanbaar. Andretta leidde alles met strakke hand, maar ook wat te uitbundig: het klonk dikwijls flink hard in mijn oren. Maar goed, een heerlijke opera en ik kijk uit naar de geënsceneerde uitvoeringen in het Muziektheater.

29 april 2019

Concert 12 april 2019

Vrijdag 12 april 2019, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. William Christie
Reinoud van Mechelen, tenor (Evangelist)
Alex Rosen, bas (Christus)
Emöke Barath, sopraan
Iestyn Davies, alt
Anthony Gregory, tenor
Renato Dolcini, bas
Nederlands Kamerkoor

Bach: Johannes-Passion

Debuut van de 74-jarige Christie bij het KCO en wat voor een debuut! Hij kwam, zag en overwon, iets in die geest. Hij wist orkest en koor in enkele dagen een volstrekt eigenzinnige, maar vloeiend-natuurlijke Johannes op te leggen zoals ze die nog nooit eerder gespeeld en gezongen hadden. Maar de wijze waarop werd gespeeld en gezongen bewees dat koor en orkest volledig mee gingen in Christies aanpak. Deze Johannes vloog voorbij, en leverde een onnavolgbare hoeveelheid dramatiek en klankleur. Van Mechelen en Rosen zongen geweldig als Evangelist en Christus; de aria-solisten bleken niet uitzonderlijk. Maar ze pasten wel in de visie van Christie: de aria als onderdeel van het geheel in plaats van (zoals gebruikelijk) een element los van de andere elementen. En nog nooit eerder meegemaakt: deze Johannes ontroerde me enorm. Moge het KCO hem terugvragen voor de Matthäus, of voor een Händel-oratorium. Of een Jahreszeiten. Of dit alles!

09 april 2019

Concert 28 maart 2019

Donderdag 28 maart 2019, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. John Eliot Gardiner
Alina Abragimova, viool

Berlioz: Ouverture Le roi Lear
Schumann: Vioolconcert
Brahms: Symfonie nr. 3

Stilte voor de storm: weinig concerten de afgelopen tijd, en ik schrijf deze weblog over dit concert twee weken nadien zonder dat er nog een concert na kwam. Dat gaat veranderen: in de komende twee weken staan twee concerten en drie opera's geboekt. Heerlijk vooruitzicht. Maar hiermee ook een heerlijke terugblik. Een verrukkelijk programma geleid door een energieke dirigent die met het KCO kan lezen en schrijven zonder routineus te zijn. Ik ken Berlioz' ouverture Le roi Lear alleen van cd, heel lang geleden voor het laatst gehoord maar in die tijd zo vaak beluisterd dat het stuk flink in mijn geheugen gegrift staat. Daarna dat rare Vioolconcert van Schumann: te goed om niet regelmatig te programmeren maar toch ook geen meesterwerk. Isabelle Faust en Bernard Haitink braken ruim 3 jaar geleden een lans (zie hier), en het Russisch aanstormend talent Alina Abragimova speelde niet zo harmonieus als Faust, maar wel met hart en ziel. En tja, Brahms 3: het is een onbeschrijflijk goed maar bovenal dierbaar stuk. Gardiner dirigeerde het rauw en ongepolijst, en daardoor zeker niet ideaal, maar wel enerverend en allerminst saai. Brahms 3: onweerstaanbaar.

27 maart 2019

Concert 20 maart 2019

Woensdag 20 maart 2019, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Thomas Hengelbrock
Kersten McCall, fluit

Schubert: Ouverture Alfonso und Estrella
Wennäkoski: Soie
Schubert: Symfonie nr. 9 'Grote'

Ik reserveerde een los kaartje voor dit concert speciaal voor de Grote-symfonie van Schubert. Ik ken het stuk maat na maat, en heb er twee geweldige opnames van op cd. Voorop die van Sir Charles Mackerras, die ergens in de jaren tachtig totaal onverwacht met het authentieke Orchestra of the Age of Enlightenment een baanbrekende, subliem-rake uitvoering opnam. Enkele jaren erna leidde Nikolaus Harnoncourt het KCO in een uitvoering die wat tempi en drive gelijkwaardig is aan die van Mackerras. De twee opnames vullen elkaar aan: het authentieke Enlightenment-orkest en het KCO bieden twee verschillende werelden aan klankkleur en uitvoeringstraditie. Maar beide opnames zijn grandioos. De opname van Harnoncourt is live, ik zat bij één van de concerten zelf in de zaal. Ik hoorde het stuk daarnaast o.a. ook o.l.v. Klaus Tennstedt, o.l.v. Sawallisch met de Wiener Philharmoniker en twee jaar geleden nog o.l.v. Haitink (zie hier de weblog), maar nooit zo goed als onder Harnoncourt en - ook totaal onverwacht - o.l.v. Blomstedt (zie hier de weblog). Thomas Hengelbrock is een Harnoncourt-volgeling, en na zijn geslaagde optreden met Schuberts Onvoltooide en Mozarts Requiem in maart 2017 (zie hier de weblog) verheugde ik me op deze uitvoering van die onvolprezen Grote. Het begon veelbelovend: de hoorns speelden het openingsthema vanaf de gang, maar daarna stapelde zich teleurstelling op teleurstelling. Het te hoge tempo in het openingsdeel, het teveel benadrukken van tegenstemmen waardoor de hoofdlijn verloren ging, het als een flauw tussendoortje gespeelde Trio van het Scherzo, en bovenal: het niet respecteren van nagenoeg alle herhalingstekens: ik zat met moeite de uitvoering uit. Hoe kun je als dirigent die fenomenaal natuurlijk-vloeiende melodieën van dat Trio in het Scherzo niet willen herhalen? Enfin, het was niet de Schubert 9 waar ik op gehoopt had. Voor de pauze een gedreven uitvoering van een mij onbekende Ouverture van Schubert, en een vreemd fluitconcert van de Finse componiste Wennäkoski, waarin het etaleren van de verschillende mogelijkheden om geluid uit een fluit te krijgen prevaleerden boven melodische en muzikale diepgang. Concerten van het KCO zijn meestal geweldig, maar deze avond keerde ik teleurgesteld huiswaarts.

18 maart 2019

Concert 6 maart 2019

Woensdag 6 maart 2019, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Jaap van Zweden

Mahler: Symfonie nr. 7

Van Zweden nam de Mahler 7-uitvoeringen over die oorspronkelijk door Gatti geleid zouden worden.  En meteen alle aandacht in de pers of hij niet de nieuwe chef zou moeten worden. Jaap is sinds zijn aanstelling bij de New Yourk Philharmonic 'hot', en waarom wel in New York en niet hier in Amsterdam? Ik heb er geen mening over - ik hoop vooral dat het KCO nog minstens twee jaar wacht met het benoemen van een nieuwe chef. De Wiener Philharmoniker heeft er ook geen, en dat is ook een best aardig spelend ensemble... Na de fantastische Zevende Mahler door Jansons in september 2016 (zie hier de weblog) nu een vooral precies en zuiver gespeelde uitvoering, waarin de muziek voor zichzelf sprak. Eigenlijk was dat ook al heel vervoerend, ook al werd mij de adem niet ontnomen, wat dit stuk toch ook moet doen. Van Zweden had het orkest duidelijk flink onderhanden genomen; het speelde uiterst nauwkeurig en gedreven. Maar de extase ontbrak nog.

03 maart 2019

Concert 28 februari 2019

Donderdag 28 februari 2019, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Iván Fischer
Emanual Ax, piano

Strawinsky: Concert voor strijkorkest 'Basel concerto' 
Strawinsky: Capriccio voor piano en orkest
Strawinsky: Petroesjka

Fischer dit keer voor het KCO, net als zijn eigen Boedapest Festival Orkest een ensemble waarmee hij kan lezen en schrijven. Dat bleek al tijdens het Concert voor strijkorkest, een uiterst subtiel werk waarin ik bijkans van mijn stoel viel van verbazing en verrukking: zo scherp en verfijnd werd er door de KCO-strijkers gespeeld. De zaal hield zijn adem in, en ik ook. Daarna het duizelingwekkende Capriccio, waarin Emanual Ax zijn vakmanschap oversteeg: technische perfectie en drive deed de tijd stilstaan. Dit Capriccio is geen emotioneel beladen pianoconcert, maar wel een verbazingwekkend en grandioos stuk. En zo werd er ook gespeeld. Ax speelde als toegift een prachtig stukje van Schubert, opgedragen aan de eerder die dag overleden André Previn (zie hier de weblog van diens laatste optreden bij het KCO in 2007). Na de pauze Petroesjka, met de Sacre van twee weken terug en de Vuurvogel afgelopen voorjaar met Chailly (zie hier) het derde grote ballet van Strawinsky. Ik vond altijd dat Petroesjka de minst overtuigende van de drie was, maar Fischer en het KCO deden me opeens twijfelen. Want speelde het KCO ooit scherper, subtieler, dwingender? Vast, maar tijdens deze veertig minuten kon ik me het niet herinneren. Verrukkelijk bonte muziek.

Concert 13 februari 2019

Woensdag 13 februari 2019, Concertgebouw Amsterdam
Boedapest Festival Orkest o.l.v. Iván Fischer
RIAS Kammerchor

Strawinsky: Four Norwegian Moods
Strawinsky: Scherzo à la Russe
Strawinsky: Tango
Strawinsky: Psalmensymfonie
Strawinsky: Le sacre du printemps

Igor Strawinsky behoort niet tot mijn top-10 van favoriete componisten, maar Fischer bracht in twee weken twee onweerstaanbare all-Strawinsky programma's (zie ook hierboven/-na). Allereerst met zijn eigen orkest uit Boedapest, dat al meteen bijzonder begon: het orkest stemde als gewoonlijk, waarna de concertmeester het eerste deel van de vier Norwegian Moods inzette; pas daarna gingen boven de deuren open en kwam Fischer de trap af, halverwege daarvan de maat overnemend. Tijdens de Tango stonden opeens twee orkestleden op en dansten rondom de bok van de dirigent een tango. En als toegift na de Sacre zong het gehele orkest aangevuld door koorleden van het RIAS Kamerkoor nog een Ave Maria van Strawinsky. Apart en uiterst sfeerverhogend. Maar daartussen ook gewoon voortreffelijk orkestspel, en koorzang in de Psalmensymfonie. De Sacre is een meesterwerk natuurlijk, maar Fischer voegde er dimensies aan toe die ik nog niet eerder zo hoorde. Ik hoorde het stuk niet eerder zo lenteachtig! Strawinsky schreef geen diep-emotionele muziek, maar wel uiterst enerverende, zeker als Fischer dirigeert.

25 februari 2019

Opera 30 januari 2019

Woensdag 30 januari 2019, Koninklijk Theater Carré Amsterdam
De Nederlandse Reisopera

Korngold: Die tote Stadt

Paul - Daniel Frank
Marietta - Iordanka Derilova
Frank - Marian Pop
Brigitta - Rita Kapfhammer
Fritz, Pierrot - Modestes Sedlevicius
Consensus Vocalis
Noord Nederlands Orkest o.l.v. Antony Hermus

Nog voor ik in 2006 deze weblog startte bracht DNO deze Korngold-opera in het Muziektheater. In april 2005 om precies te zijn, met Thorsten Kerl in de hoofdrol, en met het Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Ingo Metzmacher in de orkestbak. Enkele maanden ervoor kocht ik de eerste en stellig tot in de eeuwigheid meest geweldige opname van deze opera o.l.v. Erich Leinsdorf met René Kollo en Carol Neblett in de hoofdrollen (en Herman Prey in de rol van Fritz/Pierrot als onweerstaanbare bonus). Sinds die twee keer dat ik die DNO-voorstelling zag/hoorde en de vele malen dat ik die cd-opname van Leinsdorf beluisterde, behoort Die tote Stadt tot mijn favoriete opera's. Ongelooflijk: Erich Wolfgang Korngold, door zijn ouders met zijn voornaam meteen bij geboorte deels vernoemd naar wonderkind Mozart, componeerde dit complexe stuk toen hij pas 22/23 was! Ik beluister de opera minstens drie keer per jaar in de auto. En tja, 'Glück, das mir verblieb' (luister hier) en Pierrots Lied 'Mein Sehnen, mein Wähnen' (luister hier): ik ben er nog steeds niet uit welke mooier is (en hoe goed dirigeert Leinsdorf!). Korngold ook niet, want hij hergebruikt beide melodieën meerdere keren, gewoon omdat ze terecht te mooi zijn om slechts één keer te laten horen. Maar goed, wat gedacht van Brigitta's verzuchting 'Was das Leben ist' aan het begin van de opera, de kathedrale orkestinleiding van de tweede akte en het begin van de derde akte met het kinderkoor en de processie... Die tote Stadt is een grandioze opera, en zowaar opeens door de Nederlandse Reisopera in Carré. Ik zag er in juni 1987 voor het eerst überhaupt een opera (Wagners Meisersinger door het Concertgebouworkest), en wist niet wat ik hoorde en zag, en nu opeens weer, en kon mijn emoties bij al die genoemde hoogtepunten niet bedwingen. Het orkest was te klein en klonk in deze zaal te droog, maar er werd o.l.v. Antony Hermus vol vuur gespeeld en door Daniel Frank en Iordanka Derilova geweldig goed gezongen. Ik ontmoette in de pauze onverwacht goede vrienden, die deze opera ook in hun hart dragen en erbij wilden zijn. Zo ook ik. Tja, Glück, das mir verblieb...

19 februari 2019

Concert 24 januari 2019

Donderdag 24 januari 2019, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Bernard Haitink

Mozart: Symfonie nr. 40
Brahms: Symfonie nr. 4

Hoe vanzelfsprekend om hierboven de naam van dit orkest en deze dirigent te typen - eigenlijk decennialang en voor mij sinds altijd een logische combinatie. Maar misschien was dit wel de laatste keer dat ik het KCO en Haitink samen zag musiceren; na dit seizoen neemt Haitink (op zijn 90ste) een sabbatical... tja, dat voorspelt niets goeds. Maar goed, wat een cadeau dat Haitink dit geweldige programma van de weggestuurde Gatti overnam. Die sublieme 'Grote' g-klein symfonie van Mozart klonk puur, doorzichtig en uiterst natuurlijk. Haitink interpreteerde eigenlijk niet, liet het orkest zo fris en transparant mogelijk spelen. Dan hoor je veel details, en tegelijk ook de grote lijn. Eigenlijk hetzelfde als in Brahms' Vierde. Ik begreep lange tijd niks van deze symfonie, totdat Giulini het eens bij het KCO dirigeerde - ik begaf mij toen perplex huiswaarts. En Haitink liet het orkest ditkeer louter spelen wat er in de partituur stond, maar dan wel op zijn allerfraaist. Het vierde deel van Brahms Vierde is zijn allerbeste compositie, en dat terwijl alles van Brahms goed is...
In juni Haitink opnieuw op de bok, nu met het Radio Philharmonisch met Bruckner Vier. D.V.!

27 januari 2019

Concert 19 december 2018

Woensdag 19 december 2018, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Valery Gergiev
Janine Jansen, viool
Koor van De Nationale Opera

Sibelius: Vioolconcert
Ravel: Daphnis et Chloé

Een geweldig programma, aanvankelijk geprogrammeerd met het vioolconcert van Brahms, maar op verzoek van Janine Jansen gewijzigd in het concert van Sibelius. Beide stukken zijn grandioos dus ik was niet teleurgesteld. Zeker niet door de uitvoering; ik hoorde het live nog nooit zo spannend en krachtig. Er was duidelijk chemie tussen Jansen en Gergiev, en beiden zijn op zichzelf al de top in hun métier. De uitvoering oversteeg de technische perfectie - Jansen is een fenomeen, maar met Gergiev het kwadraat ervan. Na de pauze de complete Daphnis et Chloé van Ravel; het is heel lang geleden dat ik het complete stuk voor het laatst live hoorde. Haitink deed het eens, en Chailly. In die tijd beluisterde ik het ook vaak op cd - en dat deed ik eveneens al lang niet meer. Toch kwam het stuk me als vertrouwd voor; ook de wat te langdradige middenpassage - met het Lever du jour komt het opeens weer volledig tot leven. Gergiev liet het orkest weelderig spelen, en het tekstloos zingende koor van DNO paste zich daar naadloos bij aan. Het Lever du jour en de lange fluitsolo in de daaropvolgende Pantomime zijn fragmenten van de allergrootste muzikale schoonheid.

20 januari 2019

Concert 13 december 2018

Donderdag 13 december 2018, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Bernard Haitink
Mutsuko Uchida, piano

Mozart: Pianoconcert nr. 23, KV 488
Bruckner: Symfonie nr. 6

Ik hoorde Haitink vele malen met Bruckner, te beginnen in 1985 met de Derde (zie hier de weblog erover). Verder vele keren de Achtste en Negende, ook een aantal keren de Zevende, en verder een keer de Vijfde en dus die Derde. Maar ik hoorde hem nog nooit met de Zesde en Vierde. Vanavond dus die geweldig rare Zesde, die vreemd genoeg in de schaduw staat van de latere symfonieën maar eigenlijk grotendeels gelijkwaardig is. Het slotdeel is het meest ongemakkelijk - hoe eigenzinnig en frappant ook, het heeft enkele drammerige fragmenten en het slot is (te) abrupt. Maar hoe geweldig fijnzinnig die coda overigens! Het Adagio is onaards mooi - het tweede thema is niet zelden als Bruckners mooiste muziek benoemd. Haitink leidde een grandioze uitvoering: vol, krachtig, gedragen. Ik had een mooie podiumplaats en kon de maestro weer eens van voren aan het werk zien. In juni dirigeert hij met het Radio Philharmonisch de Vierde... Voor de pauze een fraaie uitvoering van Mozarts 23ste, waarin Uchida weliswaar soms wat misgreep, maar waar het dienend musiceren voorop stond. Komende week Haitink terug bij het orkest met Mozart en Brahms. Hij gaat maar door! Toch maar weer een foto van die boerse Bruckner boven deze weblog, die zulke grandioze muziek componeerde.