18 december 2020

Concert 11 oktober 2020

Zondag 11 oktober 2020, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Gustavo Gimeno
Krystian Zimerman, piano

Beethoven: Pianoconcert nr. 1, 2, 3, 4, 5

Eigenlijk 3 concerten, of één concert met twee lange pauzes. Het laatste concert voordat de boel weer op slot moest. Maar goed, wat een dag. Het concert met het Tweede en Eerste pianoconcert (in die volgorde) begon om half elf, het concert met het Derde concert om kwart over een, en het concert met het Vierde en Vijfde pianoconcert om half vier. Tja, wat te zeggen: doe het maar om al die concerten binnen een uur of zes te spelen. En dan zo spannend, moeiteloos, en gewoon erg mooi. Gimeno liet het orkest lekker spits spelen, en Zimerman voelde zich hoorbaar in zijn nopjes.
Ik besloot al voor corona dat ik stad en land zou verlaten voor een ander voort-bestaan. Dat gaat in januari gebeuren. Ooit kom ik terug in het Concertgebouw, natuurlijk. Maar dit was voor heel voorlopig de laatste keer. Tot horens!

Concert 24 en 25 september 2020

Donderdag 24 en vrijdag 25 september 2020, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Klaus Mäkelä

Jimmy López: The travails of Persiles and Sigismunda
Sibelius: Symfonie nr. 1

Twee keer naar dit concert. De eerste keer lang van tevoren besteld, de dag erna een half uur voor aanvang om even de gedachten te verzetten na huis-verkoop-gedoe. Ik kan van het López-stuk niets meer herinneren. Des te meer van Sibelius 1. Mäkelä is half in de twintig, maar dirigeerde met autoriteit en met schwung. Hij is geeneens een belofte. Als je zijn concertprogramma bekijkt mag het KCO blij zijn dat hij tijd voor ze heeft. Dat heeft hij opeens extra: vandaag werd bekend dat hij de Kerstmatinee van Fabio Luisi overneemt (die heeft Covid). En terecht: Mäkelä haalde het beste uit het KCO, ik zat ademloos te genieten van een geweldige Sibelius 1.

Concert 17 september 2020

Donderdag 17 september 2020, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Semyon Bychkov
Kirill Gerstein (piano), Miroslav Petkov (trompet)

Sjostakovitsj: Concert voor piano, trompet en orkest (pianoconcert nr. 1)
Dvorák: Symfonie nr. 8

Ideaal concert om mijn ouders van in de tachtig uit te nodigen. Ze houden allebei van Dvorák, en mijn vader is enorm fan van Sjostakovitsj. En als risico-doelgroep ook eens goed voor hen om uit huis te zijn. Het orkest speelde in topvorm en Gerstein en Petkov hadden er zin in. Mijn ouders genoten, en ik ook.

Concert 4 september 2020

Vrijdag 4 september 2020, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Philippe Herreweghe

Haydn: Symfonie nr. 96
Schubert: Symfonie nr. 6

De laatste keer dat het KCO Schubert 6 speelde was o.l.v. Harnoncourt. Jaren 90. Haydns 'Miracle' hoorde ik nog nooit eerder live. Ik ken het stuk van noot tot noot, door de Harnoncourt-opname, eveneens met het KCO. Het laaste deel ervan is Haydn op zijn allerbest. Herreweghe liet minder extreem spelen dan voorheen Harnoncourt, maar wel heel verzorgd en gewoon erg mooi!

13 september 2020

Concert 29 augustus 2020

Zaterdag 29 augustus 2020, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Andris Nelsons

Rachmaninov: Symfonie nr 2

Nelsons was voor dit concertseizoen niet gecontracteerd, maar door corona is alles anders en Nelsons (allerwegen als grote kanshebber voor het chefdirigentschap betiteld - terecht) zat hoogstwaarschijnlijk toch thuis op de bank te niksen. Na de Eroica van Beethoven vorige week (zie hier) wederom een volbloed symfonie geprogrammeerd. Ik vind de Tweede Rachmaninov een grandioos stuk. De langzame inleiding is  even prachtig als dramatisch, en het simpele hoofdthema van dat eerste deel doet altijd even mijn adem stokken. De symfonie duurt een vol uur, en ik was na de puntige ritmiek van Beethoven erg toe aan een warm romantisch stuk. Met deze Tweede Rachmaninov kon ik het niet beter treffen. Nelsons koos opvallend langzame tempi en benadrukte vooral de duistere kanten. Het orkest bediende Nelsons op zijn wenken; heerlijke uitvoering. Moge de klik tussen orkest en Nelsons tot een vaste relatie leiden...

30 augustus 2020

Concert 23 augustus 2020

Zondag 23 augustus 2020, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. François-Xavier Roth

Ter Velduis: Who, What, Where, When Why
Beethoven: Symfonie nr 3

En het KCO geeft weer concerten! Na bijna een half jaar stilte is er een aangepast concertprogramma tot het einde van dit kalenderjaar met concerten van ongeveer een uur, die soms twee keer per dag gegeven worden. Maximaal 350 bezoekers, en sowieso geen gehoest! Heerlijk om weer in de Grote Zaal naar het orkest te kunnen luisteren; het was voor mij maandenlang het grootste gemis vanwege de lockdown. Naast een aantal besloten concerten was er deze week één concert waar je een kaartje voor kon krijgen. François-Xavier Roth dirigeerde een fijn openingsconcert met het gemakkelijk in het gehoor liggend stuk Who, What, Where, When, Why van Jacob ter Veldhuis, een vraag-en-antwoordspel dat deze zelfverklaard avant-popcomponist deze zomer schreef. Niet al te diepgaand, maar het klonk wel fraai. Daarna de Eroïca van Beethoven waarin Roth zich als een navolger van Harnoncourt presenteerde. Strakke tempi, felle contrasten en in de snelle delen ook wat ongelijkheden. Die konden (deels) ook aan de ruime opstelling van het orkest liggen, alsook aan het beperkt aantal bezoekers; de Grote Zaal klinkt dan toch ruimtelijker, minder warm. De Marcia funebre werd fantastisch gespeeld. 

31 maart 2020

Concert 5 maart 2020

Donderdag 5 maart 2020, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Alain Altinoglu
Jean-Yves Thibaudet, piano

Rihm: Sostenuto
Ravel: Pianoconcert in G
Franck: Symfonie

Debuut bij het KCO van de Frans-Armeense dirigent Altinoglu, momenteel chefdirigent aan de Brusselse Munt. Aan het korte, woeste orkeststuk van Rihm viel niet zoveel eer te behalen, maar des te meer in Ravel en Franck. Thibaudet hoorde ik al minstens een keer of vier met dit geweldige pianoconcert van Ravel, maar hij speelde het als nieuw: geraffineerd, virtuoos en zangerig. Hoe bekend het stuk ook is, zo gespeeld werd het boven zichzelf uitgetild. Na de pauze de onvolprezen Symfonie van Franck; een meesterwerk en door de grote dirigenten te nadrukkelijk genegeerd. Waarschijnlijk omdat het zo moeilijk is de juiste snaar te raken. Onbegrijpelijk dat Haitink het bij mijn weten nooit heeft gedirigeerd, er is in elk geval geen opname - het zou toch een juist voor hem iconische symfonie moeten zijn. Maar goed, Altinoglu dirigeerde een gedreven, haast te vlotte uitvoering, en hield de boel strak in de hand. De opbouw, de melodierijkdom en vooral: de kunst van het doorwerken der thema's: ik kreeg het even te kwaad tijdens deze uitvoering.
Tja, en dan: dit is voorlopig de laatste weblog, tot betere tijden. Dit concert vond plaats anderhalve week nadat ik samen met vriend C. en zo'n anderhalf duizend anderen een kwartier voor aanvang van Il Trovatore in de Milanese Scala te horen kreeg dat uit voorzorg de voorstelling niet door ging. In Amsterdam mocht het nog even door, maar ook hier ligt alles plat. Ik zal proberen deze weblog op andere wijze te voeden. Wellicht wat favoriete cd-opnames van stukken waar ik anders naartoe zou zijn gegaan. Goede gezondheid allen!

24 maart 2020

Concert 7 februari 2020

Vrijdag 7 februari 2020, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Myung-whun Chung

Mahler: Symfonie nr. 9

Ik schrijf dit terwijl we ons nog niet echt realiseren wat de c-crisis voor impact heeft en gaat hebben, maar het met zijn allen in een concertzaal zitten doet nu - meer dan ooit - als paradijslijk voor. Nu we sinds gisteren weten dat het Mahlerfeest is afgelast, was dit concert als derde in een serie van drie (in het Concertgebouw althans) voorlopig de laatste Mahler door het KCO. In de dagen erna speelde orkest en dirigent nog in het buitenland - de uitvoering in de nieuwe Elbphilharmonie van Hamburg is online te zien en te genieten, zie hier! Chung is een intrigerende dirigent; hij dirigeert alsof het allemaal wat terloops is. Maar niets zonder reden. Uit een column van een orkestlid over dirigenten las ik dat zijn inderdaad wat terloopse dirigeerslag niet altijd even duidelijk is. Dus werd aan hem gevraagd: maestro, kunt u hier en daar wat duidelijker aangeven. Zijn antwoord: als ik meer geef, krijg ik minder van jullie terug. Typerend voor Chung. En toch klonk alles strak en helder. Mahler 9 is een iconisch orkestwerk, het eerste deel te veelomvattend om in woorden te vatten. De herinnering aan dit concert is tijdens deze kluizenaarstijden extra behulpzaam.

23 maart 2020

Opera 1 februari 2020

Zaterdag 1 februari 2020, Concertgebouw Amsterdam
Opera concertant

Rossini: Semiramide

Semiramide - Albina Shagimuratova
Arsace - Varduhi Abrahamyan
Idreno - Michele Angelini
Assur - Mirco Palazzi
Azema - Maria Novella Malfatti
Mitrane - Alessandro Luciano
Groot Omroepkoor
Radio Philharmonisch Orkest o.l.v. Michele Mariotti

Tussen de Nabucco-voorstellingen door ook even een geweldige Rossini-opera. Ik ken het stuk van de cd-opname met Joan Sutherland, maar hoorde het nog nooit live. Nu DNO meer Italiaanse opera's gaat brengen is er wellicht hoop dat deze prachtige opera seria ook eens in het Muziektheater komt. Deze concertante uitvoering mocht er zijn. Michele Mariotti kennen we van zijn optreden in La forza del destino bij DNO (zie hier), en er waren enkele uitstekende zangers gecontracteerd. Aan het begin werd bekendgemaakt dat Albina Shagimuratova eigenlijk niet kon zingen wegens een verkoudheid, maar om de uitvoering te redden deed ze het toch. Ik kon werkelijk niets aan haar zingen opmerken dat ze ziek zou zijn. Haar duet met Varduhi Abrahamyan was het hoogtepunt van de middag - hier legt Rossini de basis waar Bellini op zou verdergaan. Michele Angelini liet de zaal ontploffen na zijn twee hondsmoeilijke aria's. Rossini schudt in deze opera de ene briljante aria na de andere uit zijn mouw, en ondanks de uiteindelijk tragische afloop van het verhaal is de muzikale stemming doorgaans zonovergoten. Een verrukkelijke middag.

12 maart 2020

Opera 27 januari & 5 februari 2020

Maandag 27 januari & woensdag 5 februari 2020, Muziektheater Amsterdam
De Nationale Opera

Verdi: Nabucco

Nabucco - George Petean
Abigaille - Anna Pirozzi
Ismaele - Freddie De Tommaso
Zaccaria - Dmitry Belosselskiy
Fenena - Alisa Kolosova
Koor van De Nationale Opera
Residentie Orkest o.l.v. Maurizio Benini

Vorig jaar april hoorde ik Nabucco voor het eerst, concertant in het Concertgebouw (zie hier), en nu dan twee keer geënsceneerd bij DNO. Het is een geweldige opera, en tegelijkertijd onbevredigend. Geweldig omdat het stuk onweerstaanbaar mooie muziek bevat, onbevredigend omdat die mooie stukken geen eenheid vormen - zowel muzikaal als verhaaltechnisch teveel en-toen-en-toen. Helaas wist regisseur Andreas Homokide de zwakke kanten van de opera niet te verbloemen (sommige regisseurs kunnen dat). Gelukkig werd er uitstekend gezongen (de Nabucco en Abigaille waren subliem gecast), en het operakoor bewees wederom zijn unieke kwaliteit. Benini liet het Residentie Orkest spelen zoals ik het nog nooit eerder hoorde. En toch ondanks al die positieve kanten: het was geen volledig geslaagde productie. Ik moet eerst enkele andere gezien hebben (Verona?) om precies het euvel te duiden, maar het was allemaal te bedacht, te statisch. Bepaald niet Verdi's beste opera, maar desondanks een opera om in je hart te sluiten.

08 maart 2020

Concert 25 januari 2020

Zaterdag 25 januari 2020, Concertgebouw Amsterdam
Rotterdams Philharmonisch Orkest o.l.v. Valery Gergiev
Gautier Capuçon, cello

Rossini: Ouverture Guillaume Tell
Sjostakovitsj: Celloconcert nr. 1
Sjostakovitsj: Symfonie nr. 15

Een matinee om niet te laten schieten. De Rotterdammers spelen onder leiding van hun oude chefdirigent op hun best, zo ook tijdens dit concert. De Vijftiende symfonie van Sjostakovitsj bevat citaten uit Wagners Ring en uit Guillaume Tell van Rossini, dus om met die ouverture te beginnen was logisch gedacht. Het stuk is briljant, eigenlijk is die hele lange opera die erop volgt stukken minder geslaagd. Gergiev bracht prachtige diepe dimensies aan. Het Eerste celloconcert van Sjostakovitsj is bepaald geen feestmuziek en kreeg door Gautier Capuçon een technisch feilloze maar wat bestudeerde uitvoering. Het klonk me wat te klinisch, niet aangrijpend. De Vijftiende van Sjostakovitsj is een van zijn beste symfonieën, weer geheel anders dan de symfonieën daarvoor. Het is in zichzelf gekeerde muziek, bedachtzaam, mysterieus en prachtig georkestreerd. In het briljante slot van de symfonie combineert Sjostakovitsj wat hij voor de slotmaten van het tweede en derde deel van zijn Vierde symfonie componeerde.
De foto hierboven is tijdens dit concert gemaakt en komt van de facebookpagina van de cellist.

09 februari 2020

Concert 24 januari 2020

Vrijdag 24 januari 2020, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Francois-Xavier Roth
En de sopraan?

Lully: Suite uit Alceste
Handel: uit Alceste: Gentle Morheus
Handel: uit Alceste: Come Fancy
Rameau: uit Hippolyte et Aricie: Ouverture en Chaconne
Von Gluck: uit Alceste: Ouverture en aria Ah! Malgré moi
Mozart: uit Idomeneo: Chaconne, aria Quando avran' fine omai en Ouverture

Een hoop gedoe dit concert. De oorspronkelijk gecontracteerde Anna Lucia Richter zegde ruim voor de serie van drie concerten af, en werd vervangen door Anna Prohaska. Maar op de ochtend van dit derde concert moest ook zij wegens ziekte verstek laten gaan en werd een onbekende sopraan uit Duitsland bereid gevonden het merendeel van de geprogrammeerde aria's over te nemen. Haar naam werd vooraf aangekondigd, maar ik heb die niet onthouden. Ook niet echt reden toe, eerlijk gezegd. Ze zong verdienstelijk, maar ze oversteeg nauwelijks het orkest en niet bepaald een provinciaal niveau. Vooruit, het kan haar ook niet kwalijk genomen worden, maar het concert moest het verder vooral hebben van de orkestrale delen. Met Lully werd een naam uit de namengalerij van de grote zaal afgestreept, ook al had Rameau in zijn plaats mogen prijken. Wat een grandioze muziek componeerde hij toch! Roth draaide de volgorde van Ouverture en Chaconne uit Mozarts Idomeneo om - ook bracht hij van de Chaconne ongeveer de helft van wat ik van dit geweldige stuk ken. Het had er nog bij gemogen want het concert was een half uur eerder afgelopen dan het programma aangaf. Clavecinist Menno van Delft speelde van Rameau nog een solowerk - dat was voor mij een unicum in de grote zaal.
In de Opéra Garnier in Parijs staan een rij beelden van grote Franse componisten. Van Lully, en ook Rameau. Het beeld van deze laatste maar eens getoond.

02 februari 2020

Concert 19 januari 2020

Zondag 19 januari 2020, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Andris Nelsons
Hakan Hardenberger, trompet
Pierre-Laurent Aimard, piano
Groot Omroepkoor

Beethoven: delen uit Die Geschöpfe des Prometheus
Dean: Dramatis Personae voor trompet en orkest
Skrjabin: Prometheus - Le poème du feu

Het jaar is alweer een maand oud, en muzikaal begon het pas met dit concert op de 19e januari, maar in de kleine twee weken erna al veel bezocht en gehoord, dus hoog tijd om te schrijven. Dit concert was bijzonder om meerdere redenen. Allereerst: de terugkeer van Andris Nelsons die sinds de aanstelling van Gatti als chefdirigent opeens verstek liet gaan - terwijl hij daarvoor zo vaak te gast was. Voorts het bijzondere programma rondom het Prometheus-thema. Ik kocht in mijn studententijd een cd met de complete balletmuziek Die Geschöpfe des Prometheus van Beethoven en beluisterde die cd heel vaak, dus de enkele delen die Nelsons en het KCO speelden klonken me bekend in de oren; ze werden wel veel beter gespeeld dan ik van die cd herinnerde. Strak, vloeiend en kleurrijk. Het trompetconcert van Dean was een soort potpourri waarin Hardenberger als een playboy-virtuoos de aandacht opeiste, maar echt boeiend was het stuk niet. Tot het einde, toen het opeens transformeerde tot een neo-klassieke pastiche. Maar dat leek me ook wat goedkoop om uiteindelijk de handen op elkaar te krijgen. Na de pauze het symfonisch gedicht Prometheus van Skrjabin, dat sinds 1912 niet eerder door het KCO werd gespeeld (toen o.l.v. Mengelberg met Skrjabin aan de piano). Nu met lichtorgel, zoals Skjabin het bedacht had, althans: een interpretatie ervan. Een lichtgevende klok gemonteerd aan het orgel en stroboscopische effecten in de zaal. Mooi, maar het had voor mij niet gehoeven; die lichteffecten leidden slechts af van de muziek. Hoe dan ook een bijzonder concert. Nelsons moet de nieuwe chef worden, vind ik.

26 januari 2020

Concert 17 december 2019

Dinsdag 17 december 2019, Conceretgebouw Amsterdam
Münchner Philharmoniker o.l.v. Valéry Gergiev
Daniel Lozakovitsj, viool

Beethoven: Vioolconcert
Bruckner: Symfonie nr. 7

Een welluidend en lang laatste concert van het jaar. Voor de pauze speelde de tiener Lozakovitsj het grandioze Beethoven-vioolconcert; het blijft immer ontroeren en verbazen. Het joch is nog geen twintig, maar speelde het volwassen, gerijpt en technisch feilloos. De pauze eindigde rond half tien, en toen nog die Zevende Bruckner. Gergiev liet de Münchner spelen ter nagedachtenis van hun illustere chef Celibidache, die niks liever dirigeerde dan Bruckner, en met juist dit orkest de meest grandioze Bruckners realiseerde. Deze uitvoering was vol, gedragen, zwaar en robuust - pas rond elf uur klonk de slotnoot. Er leiden meerdere wegen naar Rome, alsook dat deze symfonie ook lichtvoetiger en zangeriger gespeeld kan worden. Maar deze lekkere zware zuidduitse verklanking mocht er zijn! En de trillende handjes van Gergiev worden steeds intrigerender.

22 januari 2020

Concert 11 december 2019

Woensdag 11 december 2019, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Iván Fischer
Isabelle Faust, viool
Tabea Zimmermann, altviool

Rossini: Ouverture L'Italiana in Algeri
Mozart: Sinfonia Concertante KV364
Rossini: Ouverture La gazza ladra
Haydn: Symfonie nr. 102

Ieder stuk van dit concert was al een reden om erheen te gaan. En het werd een feest, door Fischer, door de dames Faust en Zimmermann en door Rossini, Mozart en Haydn. En niet te vergeten door het KCO. De ouverture tot de Italiaanse in Algerije begint zacht en dwingt de luisteraar tot stilzijn. En wanneer de luisteraar stil is trakteert Rossini hem/haar op een uitbrander. Geniaal begin. Dario Fo ensceneerde deze opera eens bij DNO en juist dat begin van die ouverture kan ik me ervan goed herinneren. Na de ouverture een indringende uitvoering van Mozarts Sinfonia Concertante voor viool, altviool en orkest. Ik ken het stuk van haver tot gort, maar hoorde het nog nooit eerder live. Het is een meesterwerk, door de onnavolgbare en tegelijkertijd o zo natuurlijk klinkende wisselwerking tussen de twee solisten. Alleen al hoe Mozart de solisten in het eerste deel introduceert. Hij laat ze loskomen uit de orkestinleiding: zo briljant! En in het middendeel is geen thema gelijk, en alles is tegelijkertijd zo aangrijpend. Faust en Zimmermann speelden als een twee-eenheid, elkaar uitdagend en naar elkaar luisterend. Eindelijk dit dierbare stuk live gehoord, en bijkans ideaal uitgevoerd. Na de pauze Rossini's meest sublieme ouverture. Trommels links en rechts, en je hoort de ekster diefachtig zijn. En de beste uitbeelding van zomer in muziek. Tenslotte Haydns symfonie nr. 102, van de Londense een van de minst bekende, maar een verrukkelijk stuk. Door Fischer iets te larmoyant uitgevoerd, maar alleen al dat tweede deel, met die om de melodie zwevende solo-cello maakt alles goed - bedenk het maar! Ik schreef het al eerder: wat een grootheid, die Haydn. Een gelukmakend concert met louter briljante stukken.
De foto boven deze weblog is gemaakt door Renske Vrolijk tijdens de repetities voor dit concert.

19 januari 2020

Opera 6 december 2019

Vrijdag 6 december 2019, Muziektheater Amsterdam
De Nationale Opera

Rossini: La Cenerentola

Don Ramiro - Lawrence Brownlee
Angelina - Isabel Leonard
Alidoro - Roberto Tagliavini
Don Magnifico - Nicola Alaimo
Dandini - Alessio Arduini
Clorinda - Julietta Aleksanyan
Tisbe - Polly Leech
Koor van de Nationale Opera
Nederlands Kamerorkest o.l.v. Daniele Rustioni

Eerste productie van La Cenerentola in Het Muziektheater sinds het in 1987 zijn deuren opende. Het is een meesterwerk; Rossini tovert de ene muzikale vondst na de andere tevoorschijn - het verhaal is bovendien zoveel serieuzer dan dat van de Barbiere en andere opera's. Met Brownlee, Leonard en Alaimo aan kop stond er een geweldige cast op het podium, en Rustioni leidde het NKO in een gedreven gespeelde begeleiding. Brownlee bleek een nagenoeg ideale Ramiro - zijn bravoure aria in het tweede bedrijf zong hij grandioos. Vlak daarvoor opende Alaimo dat tweede bedrijf al even verrukkelijk - zijn aria (Sia qualunque delle figlie) is de evenknie van die van Bartolo (A un dottor della mia sorte) uit de Barbiere; Rossini had duidelijk iets met de zelfgenoegzame oude mannen in deze opera's. Isabel Leonard zong de titelrol vol lieflijkheid en souplesse - haar oogopslag maakte haar een uiterst beminnelijke Assepoester - en de slotaria Non piu mesta zong ze prachtig. Hoe apart toch: Rossini laat een opera eindigen met een aria! Na de turbulent-chaotische Rossini-ensceneringen van Dario Fo en Lotte de Beer nu een visueel-statische en kleurrijke uitbeelding door Laurent Pelly - het paste prima bij dit meer individualische verhaal. In de laaste seconde staat Angelina opeens weer met emmer en mop in de lege ruimte - alles was kennelijk een droom.