Vrijdag 24 januari 2020, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Francois-Xavier Roth
En de sopraan?
Lully: Suite uit Alceste
Handel: uit Alceste: Gentle Morheus
Handel: uit Alceste: Come Fancy
Rameau: uit Hippolyte et Aricie: Ouverture en Chaconne
Von Gluck: uit Alceste: Ouverture en aria Ah! Malgré moi
Mozart: uit Idomeneo: Chaconne, aria Quando avran' fine omai en Ouverture
Een hoop gedoe dit concert. De oorspronkelijk gecontracteerde Anna Lucia Richter zegde ruim voor de serie van drie concerten af, en werd vervangen door Anna Prohaska. Maar op de ochtend van dit derde concert moest ook zij wegens ziekte verstek laten gaan en werd een onbekende sopraan uit Duitsland bereid gevonden het merendeel van de geprogrammeerde aria's over te nemen. Haar naam werd vooraf aangekondigd, maar ik heb die niet onthouden. Ook niet echt reden toe, eerlijk gezegd. Ze zong verdienstelijk, maar ze oversteeg nauwelijks het orkest en niet bepaald een provinciaal niveau. Vooruit, het kan haar ook niet kwalijk genomen worden, maar het concert moest het verder vooral hebben van de orkestrale delen. Met Lully werd een naam uit de namengalerij van de grote zaal afgestreept, ook al had Rameau in zijn plaats mogen prijken. Wat een grandioze muziek componeerde hij toch! Roth draaide de volgorde van Ouverture en Chaconne uit Mozarts Idomeneo om - ook bracht hij van de Chaconne ongeveer de helft van wat ik van dit geweldige stuk ken. Het had er nog bij gemogen want het concert was een half uur eerder afgelopen dan het programma aangaf. Clavecinist Menno van Delft speelde van Rameau nog een solowerk - dat was voor mij een unicum in de grote zaal.
In de Opéra Garnier in Parijs staan een rij beelden van grote Franse componisten. Van Lully, en ook Rameau. Het beeld van deze laatste maar eens getoond.
1 opmerking:
Ik mis Meyerbeer en Offenbach. Richard kon ze niet uitstaan. Poeh wat een gedoe
Een reactie posten