22 december 2015

Opera 18 december 2015

Vrijdag 18 december 2015, Concertgebouw Amsterdam
Opera concertant

Wagner: Lohengrin

Lohengrin - Klaus Florian Vogt
Elsa - Camilla Nylund
Heinrich der Vogler- Falck Struckmann
Friedrich von Telramund - Evgeny Nikitin
Ortrud - Katarina Dalayman
Heerrufer - Samuel Youn
Koor van de Nationale Opera
Groot Omroepkoor
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Sir Mark Elder

Een paar jaar geleden stond bij het KCO o.l.v. Andris Nelsons Wagners Fliegende Holländer op de lessenaars en die uitvoering (ik heb die gemist) bleek zo'n succes dat men besloot nu de Lohengrin uit te voeren. Nelsons kreeg twee weken geleden een blessure aan zijn schouder, dus nog voor de repetities begonnen werd good old Mark Elder ingehuurd. Die hoorde ik bij het KCO onder andere al eens een prima Vierde van Sjostakovitsj dirigeren (zie hier) en eerder dit jaar twee keer onvergetelijk in Berlioz' Benvenuto Cellini bij De Nationale Opera (zie hier). Hij kon dus al lezen en schrijven met het operakoor, dat deze avond met het Groot Omroepkoor was samengevoegd. Maar goed, of Andris Nelsons verschil had gemaakt durf ik te betwijfelen. Want: kon deze uitvoering überhaupt beter? Er stond een welhaast ideale cast op het podium; geen enkele rol was slechts goed of minder dan dat. Vaak heb je bij een operauitvoering dat je vooral naar die ene of twee zangers uitkijkt die eruitspringen; deze avond hoefde dat niet. Er werd voortdurend op het hoogste niveau gezongen. Vooruit: de Grahlserzählung van Klaus-Florian Vogt hoorde ik nog nooit zo mooi, ook niet op mijn cd-uitvoeringen. Wat een unieke stem heeft Vogt, ideaal voor Lohengrin en Parsifal (zie hier). Camilla Nylund straalde van begin tot eind, Struckmann was beter bij stem dan tijdens de concertante Tristan in september (zie hier) en blijft immer imposant, en Nikitin en Dalayman zongen een duivels paar. Youn maakte van de Heerrufer een halve heldentenorrol. Tja, en dan het KCO - lampjes op de lessenaars, dus alsof de orkestleden op een verhoogde orkestbak zaten. En die klank... Het was onaards mooi, onvergetelijk. De foto hierboven komt van de facebookpagina van het KCO - op Nikitin na staan alle hoofdrolzangers op het podium.

20 december 2015

Opera 13 december 2015

Zondag 13 december 2015, Royal Opera House Covent Garden London
The Royal Opera

Mascagni: Cavalleria Rusticana
Leoncavallo: Pagliacci

Cavalleria Rusticana
Turridu - Yonghoon Lee
Mamma Lucia - Elena Zilio
Santuzza - Eva-Maria Westbroek
Alfio - Dimitri Platanias
Lola - Martina Belli

Pagliacci
Tonio - Dimitri Platanias
Canio - Aleksandrs Antonenko
Nedda - Carmen Giannattasio
Silvio - Dionysios Sourbis

Royal Opera Chorus
Orchestra of the Royal Opera o.l.v. Antonio Pappano

Afgelopen mei was ik hier ook al en in mijn weblog schreef ik dat zulke snoepreisjes niet voor iedere maand zijn (zie hier). Maar deze productie was niet te weerstaan, en door de matineevoorstelling op één dag op en neer te doen. 's Ochtends om kwart voor zes op de fiets, en 's avonds om elf uur weer thuis. Wederom een plaats achterin de 'orchestra stalls' maar door de relatief steil aflopende zaal zit je voor je gevoel als enige pal voor dat podium. En hoe geweldig klinkt die zaal; iedere oneffenheid in het orkest klinkt zonder pardon - maar ook het vele fraais. Westbroek als Santuzza in de Cavalleria Rusticana gaf natuurlijk de doorslag om te gaan, en ofschoon haar présence onweerstaanbaar is, moest ik in het begin wel even wennen aan haar donkere timbre. Maar wie anders had deze rol zo scherp en hartverscheurend kunnen neerzetten? Yonghoon Lee zong eveneens grandioos en kleerkast Platanias deed uitzien naar zijn opening in Pagliacci. Tja, die was zoals je het wil hebben. Gewoon twee heerlijke uitvoeringen; het Engelse publiek ging terecht uit zijn dak. Normaliter vind ik een draaischijf met twee of drie toneelbeelden een wat te gemakkelijke oplossing, maar nu bleek dat een gouden vondst. Regisseur Damiano Michieletto voegde in feite beide opera's scenisch ineen - tja, waarom ook niet. Ook qua personenregie: al in de Cavalleria Rusticana werd een uitvoering van Pagliacci aangekondigd, en liepen de hoofdpersonen daarvan rond, en in Pagliacci zat Westbroek luid snikkend op een bankje. In het Muziektheater hoor je net zulke goede uitvoeringen, maar zo'n decadent reisje naar Londen...

Concert 3 december 2015

Donderdag 3 december 2015, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Alexandre Bloch
Jean-Yves Thibaudet, piano

Messiaen: Les offrandres oubliées
MacMillan: Pianoconcert nr. 3 'The Mysteries of Light'
Ravel: Alborado del gracioso
Dukas: L'apprenti sorcier
Ravel: Rapsodie espagnole

In 2012 viel de jonge Alexandre Bloch kennelijk voldoende goed voor de ziekgeworden Mariss Jansons in (zie hier), dat hij nu mocht terugkeren. Debutanten mogen vaak alleen stukken buiten het kernrepertoire dirigeren, en dat leverde deze avond een bonte verzameling muziek op. Voor de pauze het moeilijke werk met Messiaen en MacMillan, en na de pauze drie bekende korte stukken van Ravel en Dukas. MacMillan droeg zijn Derde pianoconcert op aan Thibaudet, en die gaf een bevlogen lezing van dit wat bonkige stuk. Ook fijn om eens tijdens een concert De tovenaarsleerling van Dukas te horen, onsterfelijk geworden door de Fantasia-verfilming van Walt Disney. Bloch speelde zijn hoogste troeven echter uit in de Rapsodie espagnole; een lekkere uitsmijter. Ik heb aantrekkelijker concerten meegemaakt, maar vooruit: het was desondanks de moeite waard.

30 november 2015

Concert 21 november 2015

Zaterdag 21 november 2015, Concertgebouw Amsterdam
London Philharmonic Orchestra o.l.v. Christoph Eschenbach
Christian Tetzlaff, viool

Rihm: Verwandlung 3

Beethoven: Vioolconcert
Brahms: Symfonie nr. 1

Een ijzeren programma in de zaterdagmatinee. Het korte stuk van Rihm werd in het programmaboekje aangeprijsd als een mix van ingrediënten aangeleverd door Richard Strauss, Schreker en Korngold, maar die schreven toch echt boeiender muziek. De Eerste van Brahms kon mijn aandacht ook niet goed vasthouden. Eschenbach leidde een loodzware uitvoering, hard en massief. Er hadden zeker 30 procent minder strijkers op het podium mogen zitten. Tja, na de lichtere en vloeiender Brahms-uitvoeringen van Haitink, Fischer en Harding van de afgelopen tijd was dit wel weer even wennen. Het concert werd echter memorabel door de weergaloze uitvoering van het Vioolconcert van Beethoven door violist Christian Tetzlaff. Hij speelde eigenzinnig, technisch niet eens helemaal vlekkeloos, maar met een enorme concentratie en zelfverzekerdheid. Een kennis verwoordde het na afloop precies goed: Tetzlaff wist de zaal mee te krijgen in zijn concentratie, waardoor er een enorme spanning werd opgebouwd. Het publiek was muisstil, waardoor Tetzlaff soms tot het uiterste ging in fluisterzacht spelen, en waardoor het publiek nog verder zijn adem inhield. Daarnaast veroorloofde hij zich allerlei vrijheden in versieringen, en klonk de cadens van het eerste deel door de samenspraak met de pauken als een waar kunststukje. Zo vaak hoorde ik dat geweldige en hondsmoeilijke Beethoven-concert niet, maar dit was de meest memorabele tot nu toe.

19 november 2015

Concert 11 & 13 & 15 november 2015

Concert 11 & 13 & 15 november 2015, Concertgebouw Amsterdam
The Chamber Orchestra of Europa o.l.v. Bernard Haitink
Isabelle Faust, viool
Gautier Capucon, cello
Murray Perahia, piano

Schumann: Ouverture, Scherzo en Finale
Schumann: Vioolconcert
Schumann: Symfonie nr. 3

Schumann: Symfonie nr. 1
Schumann: Celloconcert
Schumann: Symfonie nr. 4

Schumann: Ouverture Manfred
Schumann: Pianoconcert
Schumann: Symfonie nr. 2

Drie concerten met Bernard Haitink, 86 inmiddels, en nog zo levendig als wat. Hij loopt wat moeizaam, verzet op de bok geen stap, maar dirigeert met een souplesse en precizie die verbazing wekken. Tijdens eerdere symfonieseries met het Chamber Orchestra of Europe (Beethoven en Brahms, zie o.a. hier en hier) werd duidelijk dat Haitink op zijn oude dag het allemaal even anders wilde doen. Scherper, minder gepolijst, je zou haast zeggen: authentiek. En alle herhalingstekens respecterend! Maar het waren daarnaast ook typische Haitink-uitvoeringen zoals ik al zo vaak hoorde: met autoriteit en inzicht gespeeld, geïnspireerd, krachtig. In het eerste concert bleek de uitvoering van het zelden gespeelde Vioolconcert een openbaring. Ik hoorde het heel lang geleden eens eerder (door Ida Haendel), heb er ook een uitvoering van op cd, maar beluisterde die al tijden niet meer, en herkende het toch. Maar zo fraai als tijdens dit concert hoorde ik het nog nooit. Het middendeel werd onaards mooi gespeeld. Misschien geen ultiem meesterwerk, maar het verdient veel meer aandacht dan het nu krijgt. De Rheinische ken ik door en door, en in het openingsdeel miste ik iets van de tomeloze energie die dit deel kenmerkt. Maar het derde deel - doorgaans een soort van overgangsdeel tussen dat fraaie Scherzo en sublieme Feierlich - kreeg nu juist een geweldige verstilde en natuurzuivere uitvoering. Tja, Haitink wist weer eens te verbazen.
Twee dagen later twee symfonieën rondom het Celloconcert. Dat stuk hoorde ik nog niet eerder, en het is zeker geen meesterwerk. Renaud Capucon speelde vurig en vol warmte, maar het concert vond ik te langdradig. De Frühlingssymfonie kan eigenlijk niet stuk; het klinkt als een doorsnee-symfonie, maar bevat fraaie eigenzinnigheden, zoals het herhalen van de langzame opening halverwege de expositie. De Vierde is echter Schumanns beste symfonie, vol energie, verstilling enzovoort. De overgang van het derde naar het vierde deel blijft één van de meest raadselachtige passages uit de hele orkestliteratuur, en Haitink gaf het een Bruckneriaanse grandeur mee. De hele symfonie kreeg sowieso een geweldige gedreven en puntige uitvoering.
Tijdens het derde concert louter meesterwerken op de lessenaars. De Tweede symfonie is de minst bekende van Schumanns symfonieën, maar ik vind het een geweldig stuk. Het openingsdeel bruist van de energie, en dan komt daar nog een grandioos en krachtig Scherzo overheen; de strijkers moeten daarna zowat aan de beademing. Haitink zweepte het orkest op, geweldig wat hij ermee bereikte. Voor de pauze was daar al het optreden van Perahia, die ik al in 1986 samen met Haitink hoorde in het Vijfde pianoconcert van Beethoven, en later meer met o.a. Mozart en ook het Schumann-concert. Maar deze avond speelden ze het alsof het de eerste keer was. Soms wat missertjes, maar met een surplus aan bravoure en zangerigheid.
De muziek van Schumann is geen allemansvriend, maar ik houd er erg van. De orkeststukken van deze drie concerten (met uitzondering van het Viool- en Celloconcert) beluister ik regelmatig, alsook zijn pianomuziek en dat geweldige Pianokwintet. Het is muziek waar ik niet zonder kan.
De foto van Haitink werd tijdens één van de concerten gemaakt; de foto hieronder is een daguerreotype van de componist uit 1850.

12 november 2015

Concert 7 november 2015

Zaterdag 7 november 2015, Concertgebouw Amsterdam
Les Arts Florissants o.l.v. William Christie

Händel: Theodora

Theodora - Katherine Watson
Irene - Stéphanie d'Oustrac
Didymus - Philippe Jaroussky
Septimus - Kresimir Spicer
Valens - Callum Thorpe

Ik had me niet goed voorbereid op dit concert en was er heilig van overtuigd dat ik naar een concertante uitvoering van een Händel-opera zou gaan; pas in het programmaboekje dat ik vlak voor aanvang kocht las ik dat het een oratorium betrof. De op één na laatste die Händel componeerde - hij schreef in totaal 29 oratoria. En 42 opera's trouwens. Maar als ik vooraf geen programmaboekje had gekocht, had ik na afloop nog steeds geloofd dat Theodora een opera was. De dramatiek van dit stuk is enorm, en in niets lijkt het op die gewijde composities, van Händels Messiah tot de oratoria van Haydn en Mendelssohn. Geen solisten met in hun handen zwarte opengevouwen leesmappen, stijf gepositioneerd links en rechts van de dirigent, maar acterende solisten die uit het hoofd zingen, opkomen en weer afgaan, en zelfs een koor dat voor het orkest komt staan en een jolig drinklied zingt. Ik hoorde eigenlijk alle bekende dirigenten uit de authentieke uitvoeringspraktijk, behalve William Christie. Hij maakte deze middag een onvergetelijke indruk met zijn grootse gebaren, niet gericht op preciezie, maar op dramatiek en een vloeiende beweging. Koor en orkest zongen en speelden overigens feilloos, en met een vrijwel ideaal solistenteam leverde dat een grandioze middag op die alle reservers ten aanzien van Händel deden verbleken. Een memorabele uitvoering.

09 november 2015

Zondag 1 november 2015, Muziektheater Amsterdam
De Nationale Opera

Verdi: Il trovatore

Il Conte di Luna - Simone Piazzola
Leonora - Carmen Giannattasio
Azucena - Violeta Urmana
Manrico - Francesco Meli
Koor van De Nationale Opera
Nederlands Philharmonisch Orkest o.l.v. Maurizio Benini

Aan het slot van mijn bespreking van de premièrevoorstelling van deze Il trovatore sprak ik de verwachting uit dat bij dit bezoek alles stellig geolied zou klinken (zie hier). En inderdaad, bij deze laatste voorstelling uit de reeks klonk alles zowat perfect. Nu niet meer die kleine oneffenheidjes tussen koor en orkest, en de solisten zongen wederom vol kracht en passie. Deze productie is door de recensenten niet met onverdeeld genoegen verwelkomd, en ik snap daar eigenlijk helemaal niks van. Over sommige details in de enscenering kun je je bedenkingen hebben (tijdens het Miserere gooien enkele soldaten een lijk in een graf, wat in het publiek geroezemoes veroorzaakt - en dat precies tijdens dat geweldige achtergrondkoor). Maar de opera krijgt een overwegend stijlvolle uitbeelding, en orkest, zangers en koor spelen en zingen grandioos. Dirigent Benini is een vakman, meer dan dat: hij had duidelijk wat te vertellen. En natuurlijk: Verdi zelf componeerde met Il trovatore een meesterwerk. verhaaltechnisch niet perfect, maar muzikaal des te meer. Hij stapelt de ene grandioze scene bovenop de andere, en meer dan in veel andere opera's zijn er nergens inzinkingen.

07 november 2015

Concert 28 oktober 2015

Woensdag 28 oktober 2015, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Gustavo Gimeno
Yuja Wang, piano

Tsjaikovsky: Pianoconcert nr. 2
Rimsky-Korsakov: Sheherazade

Het KCO is op tournee naar het verre oosten, en speelde vooraf de twee programma's in hun bagage tijdens reguliere abonnementsconcerten in. De tournee staat onder leiding van Gustavo Gimeno die ruim tien jaar solo-slagwerker bij het orkest was en vorig jaar als dirigent met groot succes inviel voor een zieke Mariss Jansons (zie hier); kennelijk was die eerste keer zo goed bevallen dat het orkest hem tijdens dit chefloze jaar voor vele concerten op de bok contracteerde. Getuige dit concert met één van de twee programma's volkomen terecht, want Gimeno is een zwierige dirigent die het orkest warmbloedig en geconcentreerd laat spelen. In het zelden gehoorde Tweede pianoconcert van Tsjaikovsky is de orkestpartij minstens zo moeilijk als de solopartij; in het tweede deel speelt de piano zelfs een bescheiden rol ten opzichte van de solopartijen van de cello en viool. Die pianopartij is in de hoekdelen overigens hondsmoeilijk, maar Yuja Wang speelt alsof ze alles zelf bedacht en opgeschreven heeft. Na de pauze een weelderige uitvoering van één van de meest kleurrijke orkeststukken uit het hele repertoire. De thematiek in Sheherazade is niet al te divers, maar Rimsky-Korsakov spint de luttele thema's grandioos mooi uit. Als ik een college over kleuren en instrumentatiekunst in de muziek zou moeten geven, zou ik dit stuk als leidraad nemen. Die flageoletnoten van de soloviool in het slotdeel; subliem gecomponeerd! Het KCO en concertmeester Liviu Prunaru speelden geweldig. De foto hierboven komt van de facebookpagina van het orkest; de schoen van Yuja Wang tijdens hun concert in Taipeh.

25 oktober 2015

Concert 25 oktober 2015

Zondag 25 oktober 2015, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Daniel Harding
Nederlands Kamerkoor
Judith van Wanroij, sopraan

Bach: Cantate Nach dir, Herr, verlanget mich, BWV150
Bach: Motet Jesu meine Freude, BWV227
Brahms: Symfonie nr. 4

Twee weken na de start van het miniproject Brahms meets Bach het vervolg met een (naar men denkt) vroege Bachcantate, het onweerstaanbaar fraaie motet Jesu meine Freude en Brahms' meest geniale orkestwerk. De cantate werd wat lijzig gespeeld en gezongen, maar dat paste wonderwel bij die altijd speciale zondagmiddagambiance in de Grote Zaal, wanneer het daglicht via de halve koepels binnendringt. Het kamerkoor moest in de cantate even op stoom komen, maar hoe geweldig klonk het motet Jesu meine Freude daarna! Van de Bachmotetten is dit mijn lievelingsstuk, en vooral dan het Gute nacht, hier gezongen door slechts negen zangers. Er zaten links en rechts op het podium zich meer en meer vervelende kinderen, maar tijdens dit gedeelte zaten ook zij opeens als vastgevroren op hun stoelen. Na de pauze dirigeerde Daniel Harding een memorabele Vierde van Brahms, zoals ik dit stuk nog nooit eerder hoorde: vloeiend, licht, transparant en uiterst gedetailleerd. Een klassieke uitvoering, tot in de puntjes verzorgd. Dat zo'n jonge dirigent het KCO tot zo'n sublieme Brahms heeft weten te verleiden, zegt veel over zijn kwaliteiten. Fluittiste Emily Beynon speelde haar solo in het vierde deel ontroerend mooi; de tranen sprongen in mijn ogen. Ik kan er na zovele beluisteringen nog steeds niet over uit hoe geniaal gecomponeerd dat slotdeel is: Brahms is altijd goed, maar dit deel is zijn allerbeste orkestcompositie.

18 oktober 2015

Concert 9 oktober 2015

Vrijdag 9 oktober 2015, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Iván Fischer
Hanno Müller-Brachmann, bas

Bach: Orkestsuite nr. 2
Bach: Cantate Ich habe Genug, BWV82
Brahms: Symfonie nr. 2

Het KCO doet dit jaar een miniproject rondom de vier symfonieën van Brahms, gekoppeld aan vocale werken van Bach. Die symfonieën hoor je vaak genoeg, maar een Bachcantate hoorde ik nog nooit bij het KCO. Vreemd eigenlijk, want met hun jaarlijkse Bach-passie is er voldoende muzikale affiniteit voor ook die cantates. Moge dit miniproject daarom succesvol zijn en tot uitbreiding leiden! Deze eerste aflevering was een muzikaal feest. De toon werd gezet door de Tweede orkestsuite, met eerste-fluittiste Emily Beynon in de hoofdrol. Bij elkaar acht spelers (Fischer zelf achter een orgeltje, een klavecinist, en - staand - zes aanvoerders van de verschillende orkestgroepen uit het orkest). De suite knalde energiek de zaal in; overdonderend applaus na afloop. Daarna een groter orkestbezetting en bassist Hanno Müller-Brachmann voor de solocantate Ich habe genug. Ik moest even wennen aan zijn stem, maar hij zong krachtig en lyrisch. Na de pauze een vloeiende en stuwende uitvoering van Brahms' tweede. Fischer heeft er kijk op en het orkest speelde bevlogen. Zelfs de zelfkritische Brahms had geen kritische kanttekening bij deze uitvoering kunnen plaatsen. De foto hierboven komt van de facebookpagina van het KCO en werd tijdens de repetities voor dit concert genomen.

17 oktober 2015

Opera 8 oktober 2015

Donderdag 8 oktober 2015, Muziektheater Amsterdam
De Nationale Opera

Verdi: Il trovatore

Il Conte di Luna - Simone Piazzola
Leonora - Carmen Giannattasio
Azucena - Violeta Urmana
Manrico - Francesco Meli
Koor van De Nationale Opera
Nederlands Philharmonisch Orkest o.l.v. Maurizio Benini

Dit is pas de eerste productie van Il trovatore sinds de opening van Het Muziektheater in 1987. Er zijn wel wat meer hiaten in het DNO-aanbod, maar goed: beter laat dan nooit. Il trovatore is wat muziek betreft een prachtige opera; Verdi op zijn gloedvolst. Helaas is het verhaal te complex om na te vertellen, en is de verhaallijn niet bepaald evenwichtig. Gelukkig koos regisseur Ales Ollé er niet voor om iedere scene een eigen toneelbeeld te geven (zoals vorig seizoen met Macbeth, zie hier), maar helemaal ideaal was deze uitbeelding ook niet. Het geheel werd ten tijde van de Eerste Wereldoorlog geplaatst, en de bedoeling daarvan ontging me volledig. Gelukkig overheerste die setting niet; de grote blokken die steeds in een andere positie werden gehesen en zo de scenewisselingen vormgaven, vond ik geen slechte vondst. De aandacht kon helemaal naar de uitvoering gaan, en die vond ik meer dan goed. De hoofdrolzangers zijn allen van heel hoog niveau, tenor Francesco Meli voorop. Ook Violeta Urmana zong vol kracht. Simone Piazolla heeft maar één aria (wel een prachtige), en ondanks zijn wat kleine stem werd die wel erg fraai gezongen. Carmen Giannattasio is geen tragisch-innemende Leonora, maar ze zong wel sonoor en virtuoos. In de orkestbak weer zo'n onbekende oude Italiaanse rot voor het orkest die weet hoe je Verdi moet dirigeren. Hier en daar wat oneffenheidjes, maar verder heerlijk orkestspel. Ik ga nog een tweede keer, aan het einde van de voorstellingenreeks; dan zal alles vast goed geolied klinken.

20 september 2015

Concert 16 september 2015

Woensdag 16 september 2015, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Andris Nelsons
Janine Jansen, viool

Bartók: Vioolconcert nr. 1
Sjostakovitsj: Symfonie nr. 7

Dit concert kon er na de drie stevige concerten in de vier dagen hiervoor ook nog wel bij. Een groot liefhebber van Bartók zal ik nooit worden; echt geraakt word ik door zijn muziek niet. De muzikaliteit van Janine Jansen en de innige samenwerking met het KCO vergoeden veel - Jansen is een echt fenomeen; ik heb haar nog nooit slecht of ongeïnspireerd horen spelen. Na de pauze die enorme Leningrad-symfonie waarover Sjostakovitsj in zijn door Volkov opgetekende memoires een andere uitleg geeft aan de betekenis van het stuk dan wat je normaal in de programmatoelichtingen leest, en zeker van die enorme mars in het openingsdeel. Voor velen maakt deze mars de hele symfonie tot een banale miskleun, maar kennelijk is teveel herhaling voor hen te gemakkelijk. En dat terwijl die mars gevarieerder en pakkender is dan de Boléro van Ravel. De symfonie houdt je vijf kwartier in zijn greep, en zo grandioos gespeeld als deze avond door het KCO valt er helemaal niets te klagen. Ik denk dat Sjostakovitsj - voor zover al niet het geval - meer en meer sophisticated wordt. En terecht. Het 'oude' publiek van de B-serie was stiller dan ik ervan gewend ben.

19 september 2015

Concert 14 september 2015

Maandag 14 september 2015, Concertgebouw Amsterdam
Nederlands Philharmonisch Orkest o.l.v. Marc Albrecht
Koor van de Nationale Opera
Csilla Boross, sopraan
Sonia Ganassi, mezzosopraan
Saimir Pirgu, tenor
Roberto Tagliavini, bas

Verdi: Requiem

Het derde concert op drie achtereenvolgende dagen; en niet met de kalmste programma's. Maar een Verdi-requiem vanuit operaperspectief gespeeld en gezongen laat je niet zomaar voorbijgaan. Het was een geweldige uitvoering, vooral door de stuwende leiding van Albrecht, het bevlogen spel van het orkest en de zwierige zang van het operakoor. De energie die Albrecht tentoonspreidt is eigenlijk onvoorstelbaar, en het effect daarvan op koor en orkest grandioos. Die krachtige loopjes door de trompetsectie hoorde ik niet eerder zo fel en rauw, precies zoals Verdi ze ook voorschrijft in Otello. De uitvoeringen met het KCO van Chailly en Jansons waren uitstekend, maar Albrecht deed niet voor hen onder. Het solistenkwartet zong wat vlak, maar er waren geen zwakke schakels. Tja, wie kan dit geweldige requiem weerstaan?

17 september 2015

Concert 13 september 2015

Zondag 13 september 2015, Concertgebouw Amsterdam
San Francisco Symphony Orchestra o.l.v. Michael Tilson Thomas
Yuja Wang, piano

Beethoven: Pianoconcert nr. 4
Mahler: Symfonie nr. 1

Dit wordt de eerste weblog van een concert met MTT, terwijl ik hem al vaker op de bok van het Concertgebouw zag staan, maar alle keren voor 2006 toen ik deze weblog startte. Met het San Francisco al eens een Mahler 9, en ook een paar keer bij het KCO. Waarom nu niet meer...? Ook op zijn 71ste blijft hij een leuke dirigent om naar te kijken, en zeker niet de lelijkste trouwens. Hij dirigeert wat larmoyant, soms haast suf, maar wanneer het moet zwaait hij driftig heen en weer. Het orkest is na zijn inmiddels twintig jaar chefdirigentschap volledig op hem ingespeeld en dan hoef je ook niet meer te gebaren wat je wilt. Vooruit: het KCO is stukken beter, en een Amerikaans orkest op Europese tour speelt helemaal op zijn gepolijst. Zo'n Mahler 1 (sinds een jaar de derde keer dat ik het stuk hoor) wordt dan wat gewoontjes, maar goed: het klonk allemaal als een te perfect gegoten klok. Yuja Wang speelde het Vierde concert van Beethoven iets te gemaniëreerd - maar het ongelooflijk subliem gecomponeerde middendeel werd wel perfect gespeeld. En dan is alles goed in het leven.

Opera 12 september 2015

Zaterdag 12 september 2015, Concertgebouw Amsterdam
Opera concertant

Wagner: Tristan und Isolde

Tristan - Ian Storey
Isolde - Jennifer Wilson
König Marke - Falk Struckmann
Kurwenal - Jochen Schmeckenbecher
Brangäne - Marina Prudenskaja
Melot - Paul McNamara
Groot Omroepkoor
Radio Philharmonisch Orkest o.l.v. Jaap van Zweden

De 'Tristan' hoorde ik al eens eerder concertant, in de Rotterdamse Doelen o.l.v. Gergiev en verder meerdere keren in het Muziektheater en een keer in de opera van Zürich. Zie de lijst van opera's in de rechterkolom. Echter, nog nooit eerder in het Concertgebouw, en vanaf rij 18 in het midden is dat natuurlijk pure weelde. Het Radio Philharmonisch en Van Zweden beleefden hun 'finest moments', en op de kwaliteit van de zangers was niet bezuinigd. Jennifer Wilson straalde van begin tot het bittere einde, en Marina Prudenskaja was een droom-Brangäne. Ze zong haar 'Habet acht' bovenaan de trap, en klonk prachtig dreigend. De oorspronkelijk aangekondigde Clifton Forbis moest een dag voor de uitvoering op doktersadvies afzeggen, en nog die vrijdagmiddag werd Ian Storey uit Engeland overgevlogen; hij zong de Tristan-partij zonder een minuut repetitie met het orkest. Een zanger duidelijk aan het einde van zijn carrière, maar hij zong met autoriteit én vooral: sonoor! Falk Struckmann imponeerde eerder als Amfortas en Gurnemanz, en ofschoon eveneens bijna uitgezongen vulde hij de rol van Marke onnavolgbaar getergd in. De ideale Tristan bestaat alleen op cd, maar wie kan een goede live-uitvoering van dit onnavolgbare meesterwerk weerstaan?

08 september 2015

Opera 5 september 2015

Zaterdag 5 september 2015, Muziektheater Amsterdam
De Nationale Opera

R. Strauss: Der Rosenkavalier

Die Feldmarschallin - Camilla Nylund
Baron Ochs - Peter Rose
Octavian - Paula Murrihy
Sophie - Hanna-Elisabeth Müller
Faninal - Martin Gantner
Ein Sänger - Yosep Kann
Koor van de Nationale Opera
Nederlands Philharmonisch orkest o.l.v. Marc Albrecht

Na de twee zomerconcerten van het KCO is met deze première van Der Rosenkavalier het nieuwe muziekseizoen echt van start gegaan. Ik denk dat dit pas mijn tweede Rosenkavalier was; de productie in 2011 (zie hier) met Rattle lijkt al heel lang geleden en pas nu kon ik het stuk van begin tot eind waarderen en bewonderen. Allereerst: de muziek van Strauss is geniaal, perfect passend bij de handeling. Alleen het terzet aan het slot van het derde bedrijf ontroert; de rest is gewoon verbazingwekkend briljant, echter niet emotioneel-dieprakend zoals Wagner en Verdi kunnen zijn. De subtiliteiten vliegen je daarentegen om de oren. De componist kon de Alpen verklanken, de afslachting van Agamemnon, en in Der Rosenkavalier een orgasme, valse Weense suikerschmerz, en een lomperik. Tja, en met een Nederlands Philharmonisch en Albrecht die zich in geen ander repertoire zo thuis voelen, en een cast zonder zwakke plekken: je komt oren tekort voor zoveel schoonheid. Camilla Nylund zingt een zelfbewuste en stijlvolle Feldmarschallin en Peter Rose is de vleesgeworden Ochs. Paula Murrihy is iets te vrouwelijk om volledig geloofwaardig te zijn als Octavian, maar ze zingt geweldig en acteert vol overgave. De enscenering van Jan Philipp Gloger stoort niet, maar is niet overtuigend. Vooral de derde akte - gesitueerd in een gang van een peeskamerhotel - valt tegen. Een stijlvolle kamer met zes deuren had evenzeer gekund, dus de moderne vertaling biedt geen extra diepgang, integendeel. En de eerste akte is weliswaar in een fraaie grootse huiskamer gesitueerd, maar dat daar die heftige nacht plaatsvond waarmee de introductie van de opera het einde aankondigt: waarom niet gewoon dat hele grote bed? Maar goed, genoeg visuele schoonheden. De oren worden met deze productie vooral in de watten gelegd. Later deze maand nog een keer.

31 augustus 2015

Concert 27 augustus 2015

Donderdag 27 augustus 2015 - Concertgebouw Amsterdam
Gustav Mahler Jugend Orchester o.l.v. Herbert Blomstedt

Mozart: Symfonie nr. 39
Dvorák: Symfonie nr. 9 ' Uit de nieuwe wereld'

Vier jaar geleden dirigeerde Blomstedt ook al Mozarts 39ste, toen bij het KCO, en na de pauze Schuberts Negende. Een memorabel concert, zie hier de weblog. En nu een andere Negende na de pauze, 'Uit de nieuwe wereld' van Dvorák. Blomstedt is inmiddels 88, banjert nog gewoon de lange trap af en op en dirigeert met een ongelooglijke energie en autoriteit. Het talentvolle jonge grut van het Gustav Mahler Orchester liet zich overweldigen door de gerijpte maar nog steeds frisse interpretaties van Blomstedt. Mozart klonk net als vier jaar geleden scherp en fris - de symfonie is met de Praagse mijn meest favoriete Mozart-symfonie. De Nieuwe wereld-symfonie hoorde ik al heel lang niet meer; het blijft een lekker stuk muziek. Iedereen had er zin in, en zo klonk de uitvoering ook. Blomstedt kreeg de meeste bravo's - terecht! Ik zat op de hoek van het podium en nam zelf bovenstaande vage foto bij het slotapplaus.

25 augustus 2015

Concert 21 augustus 2015

Vrijdag 21 augustus 2015, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Daniel Harding
Kristian Bezuidenhout, piano

Dvorák: Ouverture Othello
Mozart: Pianoconcert nr. 18, KV456
Dvorák: Symfonie nr. 8

Het KCO is begonnen aan zijn chefloze seizoen. Mariss Jansons zien we pas in juni weer terug in het Muziektheater met Pique Dame van Tsjaikovski, en de aanstaande chef Daniele Gatti leidt dit seizoen alleen een onbetaalbaar galaconcert in september en een gewoon abonnementsconcert in het voorjaar (met o.a. Berlioz' Symphonie fantastique). Gustavo Gimeno, Ivan Fischer, Andris Nelsons en Daniel Harding keren meerdere keren terug om de bordjes hoog te houden; het wordt een apart en toch aantrekkelijk seizoen. Afgelopen week speelden het KCO en Daniel Harding vier concerten, met drie programma's. Twee keer de Sacre tijdens Sail en Lowlands, een Bruckner 5 die ik moest missen, en dit gewone programma met een ouverture, concert en symfonie. De ouverture en symfonie van Dvorák klonken fraai maar ook wat regulier. Lekker musiceren, maar geen opzienbarende uitvoeringen. In het 18e pianoconcert van Mozart gebeurde echter heel veel fraais. Kristian Bezuidenhout is een allesbehalve saaie pianist; er gebeurt altijd iets boeiends wanneer hij speelt. In het voorjaar speelde hij bij het KCO het 9e concert van Mozart, toen op een fortepiano (zie hier de weblog). En nu het 18e op een gewone Steinway. Zowel pianist als dirigent/orkest blonken uit in speelsheid en gedrevenheid. De balans tussen piano en orkest was prima en het concert klonk alsof het Mozarts enige meesterwerk was. Twee dertigers die iets moois wilden laten horen en een orkest die daarin graag meeging: dan heb je een mooie uitvoering. De foto hierboven werd tijdens de repetities gemaakt.

15 juli 2015

Concert 12 juli 2015

Zondag 12 juli 2015, Concertgebouw Amsterdam
Philharmonie Zuid-Nederland o.l.v. Ed Spanjaard
Federico Colli, piano
Leo van Doeselaar, Maarschalkerweerdorgel

Rachmaninov: Pianoconcert nr. 3
Saint-Saëns: Symfonie nr. 3

Juli en augustus zijn doorgaans slappe maanden voor deze weblog, en ook dit jaar weinig concerten waar ik me tot aangetrokken voel. Na het bijzondere orgelconcert van vorige week zaterdag nu een lekker volbloedig programma waarmee je ook medio juli de Grote Zaal vol mee krijgt. Het Limburgs Symfonieorkest was het eerste orkest dat ik live hoorde (zie hier), en het is al een poos geleden met het toenmalige Brabants Orkest opgegaan in de Philharmonie Zuid-Nederland. Voormalig chefdirigent Ed Spanjaard heeft hoorbaar veel autoriteit: Rachmaninov en Saint-Saëns klonken uitermate precies en energiek. Het openingsdeel van het Derde pianoconcert kreeg een langzamer tempo dan normaal, en hoe fraai klonk daardoor dat mooie openingsthema. Federico Colli speelde uitstekend; misschien iets teveel op safe maar goed, je moet het maar durven, dit concert. Spanjaard zorgde voor een prachtige balans tussen orkest en piano; vanaf de tweede rij op het podium op de meest buitenste stoel was de klankbalans in ieder geval prima. Na de pauze een gedreven uitvoering van de orgelsymfonie van Saint-Saëns, een struk waar het vakmanschap van de maker vanaf spat. En hoe lekker voelt dat toch: die lage orgelklank aan het begin van het tweede deel. Al je ingewanden trillen mee. Spanjaard, het orkest en Leo van Doeselaar hadden er hoorbaar zin in.

13 juli 2015

Concert 4 juli 2015

Zaterdag 4 juli 2015 - Concertgebouw Amsterdam
Leo van Doeselaar - Maarschalkerweerdorgel

Bach: Concert in a, BWV 1065 (bew. Bovet)
Bach: Weinen, Klagen, Sorgen, Zagen (bew. Liszt)
Chopin: Prélude in e, op. 28 nr. 4 (bew. Lizst)
Chopin: Nocturne in Es, op. 9 nr. 2 (bew. Lemare)
Bovet: 2 Tango's
Moessorgski: Delen uit Schilderijen van een tentoonstelling (bew. Blarr)

Ik kom al bijna 30 jaar in de Grote Zaal van het Concertgebouw en keek tijdens concerten al ontelbare malen tegen het imposante Maarschalkerweerdorgel aan. Het aantal keren dat ik het instrument daadwerkelijk hoorde is echter op de vingers van twee handen te tellen. En dan ook steeds in combinatie met een symfonieorkest: in de orgelsymfonie van Saint-Saëns, de Alpensymfonie en Also sprach Zarathustra van Strauss, en de Achtste van Mahler. Maar nu dan eindelijk een fraaie gelegenheid om het als solo-instrument te beluisteren, zomaar op een zaterdag in juli tussen half twee en half drie ’s middags. Buiten een hittegolf, binnen een voor eenderde gevulde zaal en Leo van Doeselaar die een bont programma had samengesteld. Geen oorspronkelijk orgelwerk, maar bewerkingen voor orgel, en soms ook bewerkingen voor orgel van bewerkingen. Van Doeselaar, titulair organist van het Concertgebouw, koos speciaal deze stukken om alle registers en mogelijkheden van het orgel te kunnen laten horen. Naast de speeltafel stond een camera, en daarnaast een groot scherm waarop het publiek de verrichtingen van Van Doeselaar kon volgen. Goed gedaan! Bach bewerkte het concert voor vier violen van Vivaldi tot een concert voor vier clavecimbels; beide stukken zijn onweerstaanbaar. En ook voor orgel mag het gehoord worden. In het Largo vormt de passage waar de vier violen cq vier clavecimbels solo spelen het hoogtepunt van het concert, en ook op het orgel stond de tijd eventjes stil. De bewerkingen van Lizst van Bach en Chopin en de twee tango’s van Bovet vormden een boeiende opmaat naar de kraker op het programma: een ruime selectie uit de Schilderijententoonstelling van Moessorgski, voor orgel bewerkt door O.G. Blarr. Helaas ontbrak Bydlo, maar o.a. Gnomus, Il vecchio castello, het ballet van de kuikens etc. klonken grandioos. Bij de Grote Poort van Kiev gingen alle registers open. Heerlijk!
De foto hierboven nam ik niet tijdens dit concert, maar een week later (zie de volgende weblog - volgt). Maar gewoon een mooie foto van de organist achter zijn speeltafel - even op de foto klikken.)

21 juni 2015

Concert 15 juni 2015

Maandag 15 juni 2015 - Concertgebouw Amsterdam
Nederlands Philharmonisch Orkest o.l.v. Marc Albrecht
Simone Lamsma, viool

Schönberg: Begleitmusik zu einer Lichtspielscene
Korngold: Vioolconcert
Mahler: Symfonie nr. 1

Van een lieve collega kreeg ik een vrijkaartje voor dit seizoens-slotconcert van het NedPho. Het programma met Korngold en Mahler is onweerstaanbaar, zeker ook omdat Albrecht vier jaar terug met een energieke Tweede van Mahler indruk maakte (zie hier). In het slotdeel van deze eveneens onstuimige Eerste Mahler verrichte Albrecht pure lichamelijke topsport; het resultaat was er ook naar. Albrecht bracht flinke tempowisselingen aan; soms stond de muziek bijkans helemaal stil, om vlak erna weer in volle vaart vooruit te gaan. Dat maakte de uitvoering misschien wat onevenwichtg, maar zeker zo spannend. Ik hoorde onder Jansons en Haitink evenwichtiger Eerste Mahlers, en ooit onder Bernstein de meest sublieme, maar Albrecht deed niet heel veel voor hen onder. Voor de pauze een minstens zo prachtige vertolking van het Vioolconcerg van Korngold; een fraai concert waarin viool en orkest niet voor elkaar onder doen. Het concert tekent de stijl van Korngold: lyrisch, briljant geïnstrumenteerd, zowel bont als intiem, maar thematisch net iets te eendimensionaal. Het wordt desondanks te weinig gespeeld. Lamsma en het NedPho/Albrecht gaven het concert alle eerbetoon! Als opening een kort schimmig stuk van Schönberg. Een fraaie afsluiting van het concertseizoen!

16 juni 2015

Opera 1 juni 2015

Maandag 1 juni 2015, Muziektheater Amsterdam
De Nationale Opera

Berg: Lulu

Lulu - Mojca Erdmann
Gräfin Geschwitz - Jennifer Larmore
Der Maler/Ein Neger - William Burden
Dr. Schön/Jack the Ripper - Johan Reuter
Alwa - Daniel Brenna
Schigolch - Frans Grundheber
Ein Tierbändiger/Ein Athlet - Werner Van Mechelen
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Lothar Zagrosek

Deze derde opera in vijf dagen bleek bepaald geen uitsmijter van het muzikale seizoen. Een allerwegen breed aangekondigde productie met het KCO, de door Friedrich Cerha voltooide versie in drie bedrijven van Bergs onvoltooide opera en een regie van William Kentridge: het kon volgens eenieder die er vooraf over schreef niet misgaan. En tja: het orkest speelde prachtig, ook onder Zagrosek die Fabio Luisi verving. De zangers bleken welhaast perfect gecast, acteerden groots en ook de enscenering was fraai. Maar ja, ik blijf ook op klassieke-muziekgebied een boerenpummel die graag een melodie hoort (liefst op de klassieke manier, in 8 maten), en anders wel iets dramatisch doorgecomponeerd of zo. Maar dit fijnzinnig-expressionistische werk van Alban Berg: ik heb er helemaal niks mee. Sinds lange tijd ben ik tijdens een operavoorstelling weer eens een paar minuten ingedommeld, en keek ik vele malen op mijn horloge of de aangekondigde pauze- of eindtijd al nabij was. Het zegt meer over mij dan over deze opera, maar dat geldt misschien ook wel bij al mijn laaiende recensies. Wie wil weten hoe het echt was, gaat zelf maar luisteren en kijken.

10 juni 2015

Opera 30 mei 2015


Zaterdag 30 mei 2015, Royal Opera House, Covent Garden London
The Royal Opera London

Puccini: La bohème

Mimì - Anna Netrebko
Musetta - Jennifer Rowley
Rodolfo - Joseph Calleja
Marcello - Lucas Meachem
Schaunard - Simone del Savio
Colline - Marco Vinco
Koor van De Nationale Opera
Royal Opera Choruis
Orchestra of the Royal Opera House o.l.v. Dan Ettinger

Dit was de vierde keer dat ik in dit operatheater was. Ik zag er in de vroege jaren negentig eens een balletvoorstelling, en vanaf de laatste rij op het hoogste balkon een eindeloze vroege Mozart-opera (Mitridate) en in 2007 vanaf de derde rij in de zaal een weergaloze Parsifal o.l.v. Bernard Haitink (zie hier de weblog ervan). Nu zat ik op de laatste rij van de zaal (de 'orchestra stalls') - even duur als voorin trouwens. Het was een impulsieve aankoop; mijn account van 7 jaar geleden deed het nog en de stoel was binnen 10 seconden aangeklikt en de creditcardgegevens in 20 seconden ingevoerd... Leve het internet. De enscenering van John Copley wordt in Londen beschouwd als een klassieker. De eerste serie voorstellingen dateert van 1974, o.a. met Placido Domingo. Sindsdien ging deze enscenering vele keren, en na deze serie gaat de boel in de vuilcontainer. In juli mag Placido Domingo daarom de allerlaatste voorstelling dirigeren; tja, in Londen hebben ze wel gevoel voor historie. Het is een zo waarheidsgetrouw mogelijke enscenering; in Amsterdam zou deze als saai en te voor de hand liggend uitgefloten worden. Maar goed, het ging me om de zangers en Netrebko en Callega zongen de sterren van de hemel. Calleja zong twee jaar geleden tijdens het fameuze Prinsengrachtconcert met het KCO (zie hier), maar ook nu zong hij groots. Hij heeft een klein bibbertje in zijn stem, maar verder klinkt die als een klok. En tja, in de recensies in Engelse kranten werd Anna Netrebko soms wat te hard bevonden, maar op de 22 rij van de zaal mengde ze zich prachtig met het orkest, en sneed haar stem door hart en ziel. Zelden een sopraan zo zuiver en moeiteloos horen zingen! Op die laatste rij van de zaal klonken zangers en orkest in een weergaloze balans. En ook de fijnste tokkels op de harp klonken alsof je ernaast zat. Enfin, niet voor iedere maand, maar zo heel af en toe een snoepreisje naar een groot theater doet een mens veel goed.

05 juni 2015

Opera 28 mei 2015

Donderdag 28 mei 2015, Muziektheater Amsterdam
De Nationale Opera

Berlioz: Benvenuto Cellini

Benvenuto Cellini - John Osborn
Giacomo Balducci - Maurizio Muraro
Fieramosca - Laurent Naouri
Teresa - Mariangela Sicilia
Asciano - Michèle Losier
Le Pape Clement VII - Orlin Anastassov
Koor van de Nationale Opera
Rotterdams Philharmonisch orkest o.l.v. Sir Mark Elder

Tweede bezoek aan deze geweldige productie. Het was wederom een groot feest. Ik heb weinig toe te voegen aan mijn vorige beschrijvingen, van de première. Alleen dan dat ondanks de prachtige enscenering - volledig in stijl van wat Berlioz aan muziek componeerde: namelijk doldwaas - en ondanks de geweldige zangers (de hoofdpersonen waren zo ontzettend geloofwaardig en dan nog zo ideaal zingen...), en ondanks het geweldig spelende orkest...: het is vooral Berlioz die alle credits verdient. Wat een originaliteit, wat een eigenzinnigheid, wat een subtiliteiten, wat een onconventionaliteit en wat een humor! Hij stapelt gekte op gekte, je weet niet wat je hoort. Het is overigens niet alleen maar doldwaasheid. Met de dramatische opening van het tweede bedrijf, waar hij in andere toonsoorten de hoofdthema's uit het eerste bedrijf bewerkt - hoe kort en welhaast onopvallend ook - baant hij de paden voor Wagner. Die moet Berlioz' partituur stellig gedetailleerd bestudeerd hebben! Met Il viaggio a Reims was dit dé productie van de Nationale Opera dit seizoen!

26 mei 2015

Concert 15 mei 2015

Vrijdag 15 mei 2015, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Jan Willem de Vriend
Kristian Bezuidenhout, fortepiano

Mozart: Balletmuziek uit Idomeneo
Mozart: Pianoconcert nr. 9 KV 271
Schubert: Symfonie nr. 1

Ik vrees dat dit mijn laatste concert was in het Concertgebouw van dit seizoen; pas eind augustus staat het volgende in mijn agenda. Een pittige afsluiter! De balletmuziek uit Idomeneo is power-Mozart: het stuk barst uit zijn voegen van energie. Ik ken het van de opname van de hele opera van Gardiner - ik was ook bij de concertante uitvoering daarvan ergens in 1990/1991. De Vriend en het KCO gingen voluit; heerlijk! Bezuidenhout is een eigenzinnige pianist; standaard zijn zijn optredens nooit. De kracht van de uitvoering van het Jeunehomme-concert lag vooral in de opvallend goede balans tussen orkest en fortepiano. Een gewone Steinway valt in de Grote Zaal soms al weg in het orkestgeluid; het relatief ielige geluid van een fortepiano heeft het bij wijze van spreken al zwaar tegenover een soloviool. Maar het klonk allemaal heel evenwichtig, en met zulke geïnspireerde musici als Bezuidenhout, De Vriend en het KCO klinkt zo'n Mozart-concert dan prachtig. Na de pauze de Eerste van Schubert; die hoorde ik ooit eens eerder door Harnoncourt. Schubert was pas 16 toen hij dit stuk componeerde (zestien!), en wat een sturm und drang, en wat een eigen handtekening in klankkleuren reeds. De kracht van Schubert en de uitvoerenden hielden het publiek ruim een half uur gevangen.

11 mei 2015

Opera 9 mei 2015

Zaterdag 9 mei 2015 - Muziektheater Amsterdam
De Nationale Opera

Berlioz: Benvenuto Cellini

Benvenuto Cellini - John Osborn
Giacomo Balducci - Maurizio Muraro
Fieramosca - Laurent Naouri
Teresa - Mariangela Sicilia
Asciano - Michèle Losier
Le Pape Clement VII - Orlin Anastassov
Koor van de Nationale Opera
Rotterdams Philharmonisch orkest o.l.v. Sir Mark Elder

Er zijn maar weinig componisten die zo origineel zijn als Hector Berlioz. En geen enkele andere componist was zo tegendraads en zo onconventioneel. Deze opera stamt uit 1838; tien jaar daarvoor overleed Schubert, een jaar voor hem Beethoven. Maar zij beiden zouden hun wenkbrauwen fronsend en tegelijkertijd bewonderend naar de eigenzinnigheden en vondsten van de nog jonge Hector hebben geluisterd. Enfin, de opera flopte, ook later na aanpassing. Het negentiende-eeuwse publiek was nog lang niet zover. Ergens begin jaren negentig bracht DNO ook al een serie voorstellingen, maar die productie was niet goed. Nu een nieuwe, geregisseerd door Terry Gilliam, bekend van Monthy Python's Flying Circus. Het is een sublieme productie, een feest van begin tot einde. Al tijdens de ouverture is het raak, en dat houdt drie uur niet op. Meerdere keren moest ik aan de Rossini-ensceneringen van Dario Fo denken: een in- en uit elkaar schuivend huis, grote poppen, permanente beweging enzovoort. Het einde van het eerste bedrijf maakt je intens gelukkig: er gebeurt zoveel dat je ogen en oren tekort komt, en een heel operakoor dat op de pulserende muziek van Berlioz meedeint, is onweerstaanbaar melig. En ondertussen hangt er 5 meter boven het koor een acrobate zonder veiligheidskoord de meest halsbrekende capriolen aan een ring uit te voeren. Gekmakend prachtig.
Tja, en dan heb ik het nog niet gehad over de uitvoering. Mark Elder leidt met vaste hand het Rotterdams Philharmonisch - bij zijn opkomst na de pauze stampvoette het orkest al voor hem; het zegt veel over zijn autoriteit. En dan de zangers: een idealere bezetting lijkt bij dit hondsmoeilijke stuk nauwelijks mogelijk. Ik heb van deze opera de opname van Colin Davis met Nicolai Gedda en Christiane Eda-Pierre, en waar Gedda soms te geknepen klinkt, is Osborn vloeiend en natuurlijk. Sicilia is een prachtige Teresa. Aparte vermelding voor Laurent Nouri die superb acteert (hij springt zingend van hoge trappen, zwaait vervaarlijk met degens etc), maar zingt tegelijkertijd grandioos, in de stijl van de oude rot Jules Bastin. En dan het koor... kan het beter? Enfin, dit is een Berlioz-uitvoering op zijn allerbest. (Uiteraard voor een tweede keer een kaartje geregeld.)

23 april 2015

Opera 6 april 2015

Maandag 6 april 2015, Muziektheater Amsterdam
De Nationale Opera

Verdi: Macbeth

MacBeth - Scott Hendricks
Banco - Vitalij Kowaljow
Lady MacBeth - Amarilli Nizza
MacDuff - Wookyung Kim
Koor van de Nationale Opera
Nederlands Philharmonisch orkest o.l.v. Marc Albrecht

Dit was de tweede voorstelling in een reeks van negen, en vanwege het paasweekeinde had ik de recensies nog niet gelezen. Maar al in de pauze formuleerden we wat we daags erna in de kranten lazen: dit is geen goede productie van Verdi's vroege meesterwerk. De regie en enscenering van Andrea Breth komen over als een zwaktebod, als een haastklus. Er zijn minstens acht scenewisselingen waarbij het scherm naar beneden gaat en orkest en publiek een paar minuten zit te niksen. Wat een verschil met eerdere operaproducties dit seizoen waarbij de regisseur wel in een vloek en een zucht een nieuwe scene wist te creëren (Die Zauberflöte vorige maand bijvoorbeeld - zie hier). Dan komt deze MacBeth erg teleurstellend en klungelig over. En tja, met een weinig opzienbarende Scott Hendricks in de titelrol, en een zwabberend zingende Amarilli Nizza (die de zieke Nadja Michael verving, die op haar beurt de geplande Tatjana Serjan verving die ruzie kreeg met de regisseuze) - dan zit je ook niet lekker te luisteren. Dat laatste is altijd een teken aan de wand: regisseurs die zangers wegpesten... Enfin, alleen Wookyung Kim zong prachtig, maar zijn aandeel is met slechts een aria te klein om de voorstelling naar een hoger plan te tillen. Marc Albrecht dirigeerde met groot enthousiasme en pit, en hij ontpopt zich productie na productie als een groot operadirigent. Maar tegen zo'n matige enscenering en cast was zelfs hij niet opgewassen.

06 april 2015

Concert 2 april 2015

Donderdag 2 april 2015, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Valery Gergiev
Leonidas Kavakos, viool

Sjostakovitsj: Vioolconcert nr. 1
Wagner: Uit Parsifal: Prelude & Karfreitagszauber
Wagner: Uit Götterdämmerung: Tagesgrauen & Siegfrieds Rheinfahrt
Wagner: Ouverture Die Meistersinger von Nürnberg

Een programma en met uitvoerenden om van te smullen. Het Eerste vioolconcert van Sjostakovitsj leerde ik al kennen toen ik een jaar of 16-17 was; ik hoorde het op de radio (denk ik) en kocht er een plaat van (Oistrach en Mrawinsky - waarschijnlijk vlak na de première eind jaren vijftig opgenomen). Het was mijn eerste kennismaking met het werk van Sjostakovitsj, en die plaat draaide ik grijs - later ook de cd-versie ervan. Een paar jaar geleden speelde Janine Jansen het stuk bij het KCO (zie hier), maar deze uitvoering door Kavakos en Gergiev zal ik zeker nooit meer vergeten. Kavakos speelde feilloos, maar meer dan dat: de samenwerking tussen solist, dirigent en orkest was grandioos, er ontstond een chemie waarbij de spanning tot in je maag voelbaar was. Tja, dan hakt dit stuk er in - het is een onbetwist meesterwerk, vind ik. Na de pauze een mooie collectie Wagner-stukken. De Parsifal-delen klonken prachtig, de Götterdämmerung-delen gewoon lekker en de ouverture Meistersinger grandioos. Gergiev is een analytisch dirigent, en hij belichtte alle lijnen in deze meesterlijke ouverture; ik hoorde het zelden zo goed. Heerlijk concert.

05 april 2015

Concert 27 maart 2015

Vrijdag 27 maart 2015, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Richard Egarr
Michael Schade, tenor (Evangelist)
Andrew Foster-Williams, bas (Christus)
Carolyn Sampson, sopraan
Ann Hallenberg, alt
Benjamin Hulett, tenor
Christopher Purves, bas

Bach: Johannes-Passion

Vergeleken met de Matthäus is de Johannes-Passion minder enerverend, ofschoon Bach ook met de Johannes een meesterwerk componeerde. Het is alweer een lange tijd geleden dat ik de Johannes hoorde. Richard Egarr gaf orkest, koor en solisten flink de sporen; het eerste deel duurde net een half uur. Ook na de pauze ging het snel. Het had wel wat; de hoge tempi gaven de koorpartijen grote dramatische kracht. In de aria's hadden de solisten soms wat moeite om de balans met het orkest te vinden, maar er werd verder erg goed gezongen. Ondanks dat Benjamin Hulett verkouden heette te zijn, zong hij zijn aria's opvallend helder; ook Carolyn Sampson zong haar aria 'Zerfliesse, mein Herze' hemels mooi. Geen Johannes voor de eeuwigheid, want de meer peinzende benadering van Herreweghe doet me meer. Maar het was zeker een geslaagde uitvoering.

31 maart 2015

Concert 19 maart 2015

Donderdag 19 maart 2015, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Mariss Jansons
Thomas Hampson, bariton

Mahler: Wer hat dies Liedel erdacht
Mahler: Das irdische Leben
Mahler: Trost im Unglück
Padding: Ick seg adieu
Copland: The Dodger
Copland: The Little Horses
Copland: The Boatman's Dance
Bartók: Concert voor orkest

Het concert op de avond na deze donderdag werd plotseling het afscheidsconcert van Mariss Jansons als chefdirigent van het KCO: Jansons maakte ruim een jaar geleden bekend ermee te stoppen, en toen was het programma en de seizoensinvulling al definitief. Dus geen apart programma, maar een regulier A-serieconcert (in de donderdagvariant zonder pauze). Deze avond meer applaus dan gewoonlijk, en Hampson die na Bartók de maestro de bloemen kwam brengen, maar een afscheidssfeer hing er niet echt. Thomas Hampson zingt niet meer zo goed als twintig jaar geleden. Ik hoorde hem ooit eerder een keer live; in Brahms' Deutsches Requiem. Maar verder heb ik wel enkele prachtige cd-opnames van hem. Hij stal deze avond wel de show met een krachtige performance, en dat vergoedde veel van de ouderdomsslijtage van zijn stem. Het hoofdwerk van dit concert, Bartóks Concert voor orkest kreeg een spannende en bevlogen vertolking. Typisch voor Jansons. Ik herinner mij zijn eerste concert als chef in september 2004 nog als de dag van gisteren (Honneger en R. Strauss); die kleine 11 jaar zijn omgevlogen.
Tenslotte: ik had al een poosje het voornemen om hier op te merken dat Jansons nog geen eigen portretschilderij kreeg toebedeeld; tijdens zijn afscheidsconcert op de 20ste werd het alsnog gepresenteerd. Hierboven schilder en geschilderde.

17 maart 2015

Recital 15 maart 2015

Zondag 15 maart 2015, Concertgebouw Amsterdam
Richard Goode, piano

Beethoven: Sonate nr. 30, op. 109
Beethoven: Sonate nr. 31, op. 110
Beethoven: Uit 11 Bagatellen op. 119: nrs 6 - 11
Beethoven: Sonate nr. 32, op. 111

Vorig jaar juni speelde Krytian Zimerman in de Riaskoff-serie eveneens de drie laatste Beethoven-sonates (zie hier), en eigenlijk alleen Maurizio Pollini en Richard Goode zijn in dit repertoire even groots, getuige hun opnames althans. Van Goode heb ik de cd-box met alle Beethoven-sonates in de kast staan, en de natuurlijkheid en onopgesmuktheid van Goodes interpretatie maken zijn opnames tot een referentie. En ja, ook tijdens dit recital klonken deze drie laatste sonates in hun naakte essentie. Geen enkele uitvoering kan het predikaat 'ultiem de beste' of iets vergelijkbaars krijgen, maar Goode leidde de zaal wel naar de kern van wat deze sonates te bieden hebben. Waar Zimerman vorig jaar een kleine toespraak hield, speelde Goode een zestal korte Bagatellen. Dus ook nu stond ik tien minuten voor tien weer buiten. Want na die onaardse Arietta uit op. 111 past geen enkele toegift.

Opera 6 maart 2015

Vrijdag 6 maart 2015, Muziektheater Amsterdam
De Nationale Opera

Mozart: Die Zauberflöte

Tamino - Maximilian Schmitt
Sarastro - Brindley Sheratt
Sprecher - Maarten Koningsberger
Königin der Nacht - Iride Martinez
Pamina - Chen Reiss
Papageno - Thomas Oliemans
Papagena - Regula Mühlemann
Monostatos - Wolfgang Ablinger-Sperrhacke
Koor van De Nationale Opera
Nederlands Kamerorkest o.l.v Marc Albrecht

In december 2012 bleek de enscenering van Mozarts Zauberflöte door regisseur Simon McBurney en de pakkende uitvoering o.l.v. Marc Albrecht zo'n enorm succes dat de Nationale reeds nu een reprise brengt, met nagenoeg dezelfde zangers. Het toneelbeeld stond me nog goed voor ogen, dus dan vallen bij herhaling opeens allerlei details op. Evenals bij de Ring-productie van Audi en Haenchen kenmerkt deze Zauberflöte zich door de krachtige verstrengeling tussen uitbeelding, zangers en orkest. Niet voor niets lopen de zangers soms door het orkest, of nemen orkestleden op het podium plaats om deel te nemen aan de handeling. Albrecht wacht bij zijn opkomst niet af tot het applaus verstomd was; hij laat meteen beginnen, en bij de slotmaten gaan de orkestleden staan en worden de schijnwerpers op hen gericht. Enfin, het is een voorstelling vol actie en detailwerking, zonder overdadigheid. Het kan misschien altijd nog oventuigender, maar ik ben daar nog niet van overtuigd...

08 maart 2015

Concert 4 maart 2015

Woensdag 4 maart 2015, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Andris Nelsons
Anne-Sophie Mutter, viool

Sibelius: Vioolconcert
Sjostakovitsj: Symfonie nr. 10

Anne-Sophie Mutter werd in de tweede helft van de jaren zeventig, ze was een jaar of 15, door Herbert van Karajan ontdekt, en met haar nam hij voor DG meteen enkele platen met grote vioolconcerten op. Als tiener kocht ik toen die met twee vioolconcerten van Mozart, en later kocht ik nog de cd met het Brahms-vioolconcert. Dat is nog steeds mijn favoriete opname van dat concert; Von Karajan en Mutter gaan er geweldig vol in. Mutter hoorde ik een paar jaar geleden in het concert van Tsjaikovsky (zie hier de weblog), en deze uitvoering van het Sibelius-concert was van intense grootsheid. Die magische opening van het eerste deel werd fluisterzacht gespeeld, en ook verderop werden de dynamische verschillen flink uitgebuit. Daarnaast speelde Mutter feilloos, krachtig en gedurfd; ook Nelsons en het orkest speelden hun best niet eenvoudige partij vol energie. Geweldig om dit sublieme vioolconcert zo prachtig uitgevoerd te horen! Na de pauze de Tiende van Sjostakovitsj. Evenals in de Vierde en Vijfde symfonie eerder dit seizoen (hier en hier), leidde Nelsons een verzorgde en gedreven uitvoering. Ik heb het vaker gezegd: veel Sjostakovitjs-symfonieën lijken sterk op elkaar. De vierde, vijfde, zesde, zevende, achtste, tiende en elfde symfonie hebben min of meer dezelfde emotionele lading. Op zich niets mis mee: een uitvoering van deze symfonieën is doorgaans een belevenis. Maar om uit te leggen waarrin de Tiende zich sterk onderscheidt van de Elfde of Achtste... Gewoon een goede symfonie dus. De foto hierboven komt van de facebookpagina van het KCO, gemaakt tijdens de repetities.

02 maart 2015

Opera 25 februari 2015

Woensdag 25 februari 2015, Stadsschouwburg Amsterdam
De Nationale Opera

Händel: Alcina

Alcina - Sandrine Piau
Ruggiero - Maite Belmonte
Bradamante - Angélique Noldus
Morgana - Sabina Puértolas
Oberto - Chloé Briot
Oronte - Daniel Behle
Melisso - Giovanni Furlanetto
Astolfo - Eduard Hihuet
Choeur de Chambre de l'Imep
Les Talents Lyriques o.l.v. Christophe Rousset

De Nationale presenteerde tussen Il viaggio en de Zauberflöte twee opera's van Händel in de Stadsschouwburg: Tamerlano en Alcina. Om en om, avond aan avond, drie keer beide opera's. Twee keer drie uur de ene da capo-aria na de andere vond ik iets teveel van het goede, dus ik koos op goed geluk voor Alcina. Joan Sutherland, Arleen Auger en Renée Fleming hebben zich ooit op de titelrol van deze opera gestort, dus dat leek me wel een uitdagende keuze. Het is voor de romantisch georiënteerde operaliefhebber even wennen: weinig actie, tekstuele nietszeggendheid en ogenschijnlijke herhalingen van muzikale gedachten. Maar na een half uurtje krijgt het allemaal opeens toch zeggingskracht, krijg je 'oor' voor de details en blijkt Händel toch eigenzinniger dan je aanvankelijk dacht. En in het tweede bedrijf is daar opeens die lange aria van Alcina waarin Händel lijkt te breken met alle muzikale wetten. Ondertussen ontpopte zich een oogstrelende voorstelling waarin met weinig middelen het maximale werd bereikt, vooral door de passende kostuums en wat houten panelen aan weerszijden van het toneel. Tja, dan zijn die ruim drie uur Händel toch erg de moeite waard. Er werd prachtig gezongen door Piau, Belmonte, Noldus en Puértolas. Les Talents Lyriques en Rousset hoorde ik al eens eerder in een Rameau-opera en de indruk van toen herhaalde zich nu: te ielig, te onvast en te droog. Maar goed, Händel en regisseur Pierre Audi trokken alle aandacht naar wat er zich op het toneel voltrok.

18 februari 2015

Concert 13 februari 2015

Vrijdag 13 februari 2015, Concertgebouw Amsterdam
Orchestre des Champs-Elysées o.l.v. Philippe Herreweghe
Collegium Vocale, Gent
Ilse Ehrens, sopraan
Renata Pokupic, mezzosopraan
Magnus Staveland, tenor
Florian Busch, bas

Dvorák: Stabat mater

Ergens begin jaren negentig recenseerde ik een poosje cd's voor het heropgerichte tijdschrift Disk, en toen kreeg ik een dubbel-cd met het Stabat mater van Dvorák voorgelegd, in een uitvoering van Jirí Belohlávek. Ik was erg onder de indruk van de kwaliteit van het stuk, en ik heb het altijd veel mooier gevonden dan zijn Requiem. Met die Chandos-opname van Belohlávek is eigenlijk niets mis, ofschoon het wel wat voloptueus is allemaal. Vorig jaar was daar opeens een subtiel-slanke uitvoering op cd, gedirigeerd door Philippe Herreweghe, en kort daarna de aankondiging van een uitvoering in Amsterdam. Tja, vandaar. De zaal zat goed vol, ofschoon niet uitverkocht, en ik heb de formaties van Herreweghe niet eerder zo uitgebreid gezien: 50 koorzangers en een flink orkest. Maar nog steeds veel minder dan de troepen die Belohlávek getuige de foto's uit het cd-boekje op het strijdtoneel liet aanrukken. Ook de vier solisten zongen tijdens dit concert minder opera-achtig dan bij Belohlávek. Het was gewoon een heel fraaie en betrokken uitvoering; de zaal luisterde aandachtig naar dit onderschatte, onderbelichte en voor velen wellicht onbekende werk. Het is geen meesterwerk: sommige van de tien delen zijn iets te zoet. Maar het schurkt wel tegen die kwalificatie aan, want andere delen zijn weer onnavolgbaar mooi. Pure weelde om Herreweghe en zijn koor en orkest dit mooie Stabat mater hier 300 meter verderop te mogen beluisteren!

Concert 11 februari 2015

Woensdag 15 februari 2015, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Mariss Jansons
Dorothea Röschmann, sopraan

R. Strauss: Der Bürger als Edelmann
Mahler: Symfonie nr. 4

Net als Rossini vond Strauss het zonde om muziek weg te gooien. Een zes uur durende combinatie van toneel, toneelmuziek en opera die hij samen met Von Hoffmansthal had geschreven bleek nauwelijks uitvoerbaar. Strauss gebruikte de meeste muziek vervolgens voor een nieuwe coherente opera (Ariadne auf Naxos) en van het resterende materiaal stelde hij een toegankelijke suite samen met veel referenties naar eerdere stijlen uit de muziekgeschiedenis. Ik hoorde Der Bürger als Edelmann één keer eerder, door het KCO o.l.v. Lorin Maazel in 2000. Het is een wat mutserig stuk, dat echter uiterst subtiel en zwierig werd gespeeld door het flink uitgedunde orkest. Jansons beloonde het orkest met een noviteit: bij het applaus liet hij alle orkestleden apart opstaan, ook de violisten op de derde rij. Het gebaar zorgde voor extra luim en een aanzwellend applaus. Na de pauze serieuzer werk met de Vierde van Mahler. Het was een heuglijke uitvoering. Ik hoorde al vele grote dirigenten deze symfonie uitvoeren (waaronder Bernstein, Haitink, Chailly, Rattle, Fischer), maar geen van die best grootse uitvoeringen was zo vloeiend, transparant en subtiel als deze avond met Jansons. Relatief hoge tempi, en toch klonk alles heel beheerst en homogeen. In het eerste en tweede deel werkte dat prachtig; wat een verschil met de markante en expressieve vertolking van het tweede deel indertijd door Chailly. Het Ruhevoll vond ik daarentegen iets te vloeiend, hoe sonoor alles ook werd gespeeld; ik miste de dramatiek die toch ook in dit deel zit. Dorothea Röschmann verving de zieke Genia Kühmeier en dat zorgde voor een heel andere invulling van het slotdeel. Kühmeier is een slanke sopraan die engelachtig kan zingen; Röschmann is zowat het tegenovergestelde: haar timbre is donker, tegen het rauwe aan, en zij zong haar tekst uiterst expressief. Op zich best fraai gedaan, maar ik betwijfel of Jansons dit aanvankelijk in gedachten had.

13 februari 2015

Concert 5 & 7 februari 2015

Donderdag 5 en zaterdag 7 februari 2015, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Semyon Bychkov
Katia en Maria Labèque (piano's) (5 febr)
Simon Höfele, trompet (7 febr)

Mozart: Concert voor twee piano's en orkest
Haydn: Trompetconcert
R. Strauss: Eine Alpensinfonie

Tussen de subtiele, sprankelende Rossini-uitvoeringen door twee keer de Alpensinfonie; dat is gevarieerd en welluidend luisteren. Bychkov mag na zijn geslaagde rentrée in 2011 (zie hier) weer regelmatig terugkeren bij het KCO, ofschoon hij geen uitzonderlijk verrassende uitvoeringen presenteert. De Alpensinfonie klonk twee keer prima, vloeiend en goed afgewerkt, maar overrompelend werd het niet. Het orkest speelde prachtig sonoor, en dan valt er een hoop te genieten met dit stuk, maar de extra verfijning ontbrak. Tijdens het abonnementsconcert op donderdag klonk voor de pauze het Dubbelconcert van Mozart door de zusjes Labèque; het is een speels en soepel concert, maar heeft wel wat extra power nodig om volledig te kunnen boeien. Ik heb er een cd-opname van met Nikolaus Harnoncourt, Chick Chorea en Friedrich Gulda, ook met het KCO, en die uitvoering is spannend en uitdagend. Bychkov en de Labéques speelden het concert te gewoontjes en dan blijft het concert te eendimensionaal. Op zaterdag speelde de 20-jarige trompettist Simon Höfele tijdens het Essentials-concert het eveneens wat eendimensionale concert van Haydn. Thomas Vanderveken gaf weer aanstekelijke inleidingen. Het blijkt een succesvolle formule: de zaal zowat uitverkocht, vol jongeren, en de inleidingen van Vanderveken met powerpoints op grote schermen zetten je voorafgaand aan de uitvoeringen op het juiste spoor. Die inleidingen mogen best apart gepubliceerd worden; ze zijn het bekijken meer dan waard.

09 februari 2015

Opera 29 januari, 3 & 8 februari 2015

Donderdag 29 januari, dinsdag 3 februari, zondag 8 februari 2015, Muziektheather Amsterdam
De Nationale Opera

Rossini: Il viaggio a Reims

Corinna - Eleonora Buratto
La Marchesa Melibea - Anna Goryachova
La Contessa di Folleville - Nino Machaidze
Madama Cortese - Carmen Gionnattasio
Il Cavaliere Belfiore - Juan Francisco Gatell
Il Conte di Libenskof - Michael Spyres
Lord Sidney - Roberto Tagliavini
Don Profondo - Nicola Ulivieri
Il Barone di Trombonok - Bruno De Simone
Don Alvaro - Mario Cassi
Don Prudenzo - Biagio Pizzuti
Koor van de Nationale Opera
Nederlands Kamerorkest o.l.v. Stefano Montanari

Ieder mens heeft zo zijn eigenaardigheden, en het geen weerstand kunnen bieden aan grandioze operaproducties is één van de mijne. Enfin, ik schreef in mijn weblog over de premièrevoorstelling van Il viaggio a Reims (zie hieronder) dat ik nog twee keer zou gaan; het werden er drie - ik beschrijf ze hier gemakshalve in één log. Ik deed het vaker: drie keer naar eenzelfde opera uit een serie voorstellingen, maar vier keer kwam nog niet eerder voor. En hoe overdadig het ook overkomt: ik heb alle keren met volle teugen genoten, zag en hoorde al die drie volgende keren alsof ze de eerste en enige keer waren. Op detailpunten was dat overigens ook zo, want Montanari varieerde er in zijn begeleidingen lustig op los. Bij de laatste voorstelling zat ik op de tweede rij, en zag de orkestleden regelmatig glimlachen om weer andere accentueringen - die zij overigens vol overtuiging en accuratesse opvolgden. Orkest, zangers en dirigent hadden er zichtbaar plezier in; ik hoorde van iemand die in deze productie een mimerol speelde, dat iedereen er ook enorm veel lol in had. Logisch eigenlijk: de muziek van Rossini is zomers aanstekelijk, en de enscenering uitermate intelligent, speels en coherent. Enige kritiek die je op het geheel zou kunnen hebben is dat de uitbeelding dikwijls niet strookt met wat er gezongen wordt. Wie de boventiteling meesleest en op die manier de handeling probeert te volgen, raakt al snel in complete verwarring door wat er op het toneel te zien is. Maar ja: eigenlijk is er geen handeling in deze opera, sluiten een aantal taferelen inhoudelijk niet op elkaar aan, of beter: staan volledig los van elkaar, en biedt de enscenering van deze productie meer lijn en ontwikkeling dan het verhaal van de opera zelf. Van de zangers sprongen Eleonora Buratto, Nino Machaidze, Carmen Gionnattasio en Michael Spyres eruit. De aria's van Corinna en het duet van Madama Cortese en Il Conte di Libenskof direct na de pauze vormen de vocale hoogtepunten van de voorstelling, ook al worden eigenlijk alle taferelen prachtig vertolkt. Ik kan nog lang doorgaan, maar het moge duidelijk zijn dat ik vier avonden in de zevende hemel heb vertoefd. Daarom bovenin gewoon maar een van de bekendste foto's van de grote Rossini op latere leeftijd. Ik kan er lang naar kijken. Uit die kop kwam toch al die fabelachtige muziek. (Als je erop klikt komt de foto fraai vergroot en scherp op je scherm.)