28 december 2013

Concert 19 december 2013


Donderdag 19 december 2013, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Trevor Pinnock
Menahem Pressler, piano

C.Ph.E. Bach: Symfonie in G, Wq. 182 nr. 1
Mozart: Pianoconcert nr. 27
Mozart: Symfonie nr. 36

Een bijzondere gebeurtenis natuurlijk: Pressler die op zijn 90ste zijn debuut maakt bij het KCO. Het is een groots pianist, of beter: was een groots pianist. Op de vele prachtige opnamen die ik van het Beaux Arts Trio heb is hij steevast de gangmaker en uitblinker. Maar goed, op je negentigste willen niet alle spiertjes en vingerkootjes meer zo soepel als nodig voor Mozart, dus sommige loopjes klonken niet zoals ze hadden moeten klinken. Het zij Pressler vergeven, zeker omdat de Chopin-nocturne die hij als toegift bracht wel geweldig klonk. De directie van Pinnock was grandioos. Bij zijn debuut bij het KCO (zie hier de weblog) werd al duidelijk dat dirigent en orkest een fraaie combinatie bleken, en ook nu haalde Pinnock het beste uit het orkest naar boven. De Linzer hoorde in niet eerder zo goed: fel, lyrisch, strak en puntgaaf. De balans tussen de strijkers, het beperkte hout (geen fluiten en geen klarinetten) en koper (alleen twee trompetten en een hoorn) en de pauken was perfect. Ontzettend moeilijk om te realiseren, maar Pinnock lijkt de gedroomde opvolger van Harnoncourt in Mozart. En zo'n door hem op het clavecimbel meegepingelde Bachzoon-symfonie als ouverture: een heerlijke amuse. De foto komt van de Facebook-pagina van het KCO.

Opera 17 december 2013

Dinsdag 17 december 2013, Muziektheater Amsterdam
De Nederlandse Opera

Prokofiev: De speler

Aleksej - John Daszak
Polina - Sara Jakubiak
generaal - Pavlo Hunka
Baboelenka - renate Behle
Markies - Gordon Gietz
Koor van De Nederlandse Opera
Residentie Orkest o.l.v. Marc Albrecht

Enkele maanden geleden las ik een selectie van de dagboeken van Prokofiev (zie hier de weblog op mijn boekendagboek) en dat boek deed me meer interesseren voor deze componist die niet bepaald als mijn favoriete toondichter geldt. Ik was daarom wel benieuwd naar zijn eerste opera uit 1917 die Prokofiev voor een première al moeilijk weggezet kreeg en sindsdien nauwelijks werd opgevoerd. Het is wel te begrijpen, want de opera is bij eerste beluistering bepaald geen dijenkletser. In de kleine twee uur muziek is eigenlijk geen enkele melodie te horen, en de zangers zingen een soort van Sprechgesang. En toch boeit het stuk juist vanwege de muziek: het heeft een Sturm und Drang-achtige energie die je aandacht vasthoudt. De uitvoering stond als een huis; de door de recensenten wat lauw ontvangen enscenering van regisseur Andrea Berth oogde fraai en accuraat. Het verhaal moest wat op gang komen. De kern ligt in de tweede helft wanneer er daadwerkelijk gegokt wordt: oma die de erfenis erdoorheen jaagt en Aleksej die tonnen wint maar de liefde verliest.

18 december 2013

Concert 9 december 2013


Maandag 9 december 2013, Concertgebouw Amsterdam
Boedapest Festival Orkest o.l.v. Iván Fischer

Mahler: Symfonie nr. 9

Ik schreef het hier al eerder: Mahlers Negende is voor mij zijn meest indringende symfonie, en niet alleen vanwege dat bij de keel grijpende Adagio, maar meer nog door het eerste deel. In dat complexe Andante comodo komt veel van zijn eerdere werk als een soort van synthese bij elkaar. Ik hoorde al vele Negende Mahlers, en eigenlijk waren al die uitvoeringen geweldig. Daar kan deze uitvoering door de gestaag aan een imposante Mahler-cyclus bouwende Fischer en zijn Boedapester orkest aan worden toegevoegd. Het eerste deel werd naar mijn smaak iets te terughoudend gebracht, sommige uitbarstingen hadden iets pregnanter mogen klinken. Maar duidelijk was wel dat Fischer de hele symfonie als een geheel beschouwde en alles ondergeschikt maakte aan de opbouw van de grote lijn. De twee middendelen werden briljant en fel gespeeld, en het Adagio zeldzaam doorzichtig. Enkele dagen na deze uitvoering beluisterde ik de nieuwe cd van deze combinatie met de Vijfde symfonie; het is een geweldige opname; vooral het slotdeel hoorde ik nog nooit zo overtuigend. Enfin, Fischer is een intrigerende dirigent. In januari en februari komt hij naar het KCO voor Beethoven 6 t/m 9. Ik kijk er enorm naar uit.

15 december 2013

Concert 27 november 2013


Woensdag 27 november 2013, Concertgebouw Amsterdam
Chamber Orchestra of Europe o.l.v. Bernard Haitink
Renaud Capucon, viool
Gautier Capucon, cello

Brahms: Dubbelconcert
Brahms: Symfonie nr. 1

Na zijn succesvolle reeks Beethovensymfonieën in 2011 en 2012 met het Chamber Orchestra of Europe gaat Haitink met dit orkest een stapje verder met Brahms. Het is toch even wennen: tegenover het (vermeende?) gebrek aan een wollen deken van klank staat een surplus aan transparantie. Maar zo kamermuzikaal en lyrisch als het Andante van het Dubbelconcert werd ingezet, dan geef je je meteen gewonnen. Ik denk dat ik dit stuk nog nooit eerder live hoorde; ik vind het een prachtig duister concert, Brahms in het kwadraat. De gebroeders Capucon gaven een prachtige uitvoering, gesteund door die oude rot op de bok die Brahms bijna 'authentiek' benaderde. Geweldig. Tijdens zijn Carte Blanche-serie eind jaren negentig hoorde ik Haitink eens een Eerste Brahms in de overdrive uitvoeren met de Staatskapelle Dresden. Dat was een verpletterende ervaring, en ook nu weer bleek Haitink deze overbekende symfonie die extra lading mee te kunnen geven die je aan je stoel kluisterde. En alleen hij speelt de herhaling van het koraal aan het einde van het slotdeel zonder vertraging. Hoe natuurlijk! Het tweede concert met het vioolconcert en Janine Jansen bleek helaas uitverkocht, maar via de uitstekende livestream-service van het Concertgebouw zat je als kijker zowat tussen Haitink en Jansen in; een belevenis. Op internet las ik dat Haitink de week erna wederom Abbado verving bij het Orchestra Mozart en in Bologna de show stal met een grootse Pastorale en samen met Pollini met een Mozart-concert. 84 en dan zo op dreef!

Opera 21 november 2013


Donderdag 21 november 2013, Het Muziektheater Amsterdam
De Nederlandse Opera

Wagner: Götterdämmerung

Siegfried - Stephen Gould
Brünnhilde - Catherine Foster
Hagen - Kurt Rydl
Alberich - Werner Van Mechelen
Gunther - Alejandro Marco-Burmeister
Gutrune - Astrid Weber
Waltraute - Michaela Schuster
Koor van de Nederlandse Opera
Nederlands Philharmonisch Orkest o.l.v. Harmut Haenchen

Deze afsluitende aflevering van de Ring is de meest duistere. Het verhaal krijgt een wat vreemde wending door de toverdrank die van Siegfried een onwerkelijke figuur maakt. Verder houdt iedereen elkaar flink voor de gek, met uitzondering van Brünnhilde, die consequent bij haar principes blijft. Muzikaal is Götterdämmerung een onnavolgbaar meesterwerk, vol duistere compactheid, en een tweede akte die een klein uur duurt maar in zijn stormachtigheid in tien minuten voorbij lijkt. Aan het begin van de derde akte zijn we weer terug bij de Rijndochters en dat voelt dan even vertrouwd en in balans. Maar het echte drama moet dan nog komen. De uitvoering was evenals Siegfried in september j.l. van grote kwaliteit. Stephen Gould en Catherine Foster waren perfect bij stem, en ofschoon Kurt Rydl niet meer de vocale kracht had die hij tijdens de eerste uitvoeringenreeks tentoonspreidde, imponeerde hij nog steeds volop. Een bijzonder fraaie uitvoering van een grootse opera.

03 november 2013

Concert 3 november 2013

Zondag 3 november 2013, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Mariss Jansons

L. Andriessen: Mysteriën
R. Strauss: Ein Heldenleben

Het was vandaag precies 125 jaar geleden dat het net gevormde huisorkest van Het Concertgebouw o.l.v. Willem Kes zijn eerste concert gaf. Een echte verjaardag dus, met een wereldpremière en een gouwe ouwe. Toespraken vooraf door directeur Jan Raes en minister-president Rutte, en daarna een gewoon goed concert. Het zesdelige Mysteriën van Louis Andriessen bleek een stemmig stuk, relatief behoudend van klankkleur maar vooral erg subtiel en mystiek. Geen uitersten maar een verzameling fraaie delen die de aandacht vasthielden. Geslaagd en zeker voor een herhaalde uitvoering vatbaar! Doe dat nu eens gewoon: in opdracht gecomponeerde werken herhalen... Het komt nooit voor; raar eigenlijk. Na de pauze een grandioze Heldenleben. De interpretatie van 18 september (zie hier de weblog) werd nu flink verdiept. Het begin was grootser, de tempi trager en de melodielijnen flink meer uitgesponnen. Liviu Prunaru speelde de vioolsolo met groot inlevingsvermogen en technische perfectie. Het is een geweldig stuk, die Heldenleben; het KCO speelt het deze maand nog een keer of acht in Rusland, China, Japan en Australië. Zullen ze het daar ooit mooier te horen krijgen?

Concert 31 oktober 2013

Donderdag 31 oktober 2013 - Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Mariss Jansons
Veronika Dzhioeva, sopraan
Anna Larsson, alt
Groot Omroepkoor
Nederlands Kamerkoor

Mahler: Symfonie nr. 2

Een heuse hattrick van pauzeloze concerten. Na het Requiem van Verdi, Bruckner 5 nu een evenzeer imposante Mahler 2. Het KCO gaat in november een maand op tournee en in Sint Petersburg en Moskou kunnen ze zich verheugen op een grootse Auferstehung. Nadat Jansons vorig jaar Mahlers Eerste symfonie na enkele jaren weer herhaalde, is het nu de beurt aan de Tweede, die hij in 2009 tijdens de Mahlerserie voor het eerst met het orkest speelde, met groot succes. Zie hier de weblog van die eerste keer, en eigenlijk kan ik daaraan nu weinig toevoegen. Anna Larsson zong het Urlicht onaards mooi en verder speelde er een orkest in topvorm dat het publiek ruim anderhalf uur in opperste concentratie gevangen hield. Het staat hier keer op keer weer, mijn huldeblijken aan het KCO, maar het nivelleert geenszins. Ieder concert is voor mij een belevenis. En zo hoort het te blijven!

29 oktober 2013

Concert 25 oktober 2013

Vrijdag 25 oktober 2013, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Nikolaus Harnoncourt

Bruckner: Symfonie nr. 5

In april 2012 dacht ik dat de uitvoeringen van Beethovens Missa solemnis met Harnoncourt zijn laatste hier in Amsterdam zouden zijn; dat had hij toen in een interview in de krant verklaard. Zie hier en hier de weblogs van de twee concerten die ik toen bijwoonde. Groot mijn vreugde toen dit concert opeens in de abonnementenbrochure stond en het openingsconcert van mijn eigen D-serie vormde. De Vijfde van Bruckner is een apart stuk en Harnoncourt heeft daarvan stellig de mooiste cd-opname gemaakt, die ik ooit eens in een weblog besprak (zie hier). Deze uitvoering leek daar totaal niet op; het was een bijzondere, interessante en compleet verrassende interpretatie die volledig verschilde van alle andere uitvoeringen die ik ooit hoorde. Twee citaten uit de recensies uit de NRC en het Parool karakteriseren de uitvoering goed. Eerst Bas van Bommel in de NRC: Het is dan ook de vraag wat van Harnoncourtts Bruckner bij zal blijven. Haar lichtheid en transparantie? Of haar afstandelijkheid en gebrek aan emotioneel engagement? Dan Roeland Hazendonk in het Parool: Harnoncourt maakt van Bruckner niet de grote romanticus die aan Mahler voorafging, noch de ziekelijke, naar Wagner opkijkende Oostenrijkse provinciaal voor wie hij vaak wordt versleten. Ook de katholieke kathedralenbouwer bleef fijn achterwege. Met het Concertgebouworkest in topvorm werd Bruckner een componist met een moderne vormopvatting, die prachtige, grote lijnen trok, maar nooit traag of breedsprakig werd, en die verre bleef van het katholieke sentiment en de burgerlijke biedermeiertrekken die hij bij leven wel degelijk had. Tja, de NRC besteedt tegenwoordig meer aandacht aan het bespreken van flessen wijn dan aan goede culturele inzichten. Ach, hoe dan ook: het was een onvergetelijk concert, met een doodstille zaal die na afloop ontplofte en Harnoncourt grandioos toejuichte.

Concert 27 september 2013

Vrijdag 27 september 2013, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Mariss Jansons
Aga Mikolaj, sopraan
Olesya Petrova, mezzosopraan
Dimitri Pittas, tenor
Yuri Vorobiev, bas
Groot Omroepkoor
Vlaams Radio Koor

Verdi: Messa da Requiem

Het Requiem van Verdi is een meesterwerk, en alle kanttekeningen over dat het een halve opera zou zijn vind ik flauwekul. Alsof er een muzikale wet is dat voorschrijft dat een bepaald genre niet op een ander genre mag lijken! Iedereen heeft het recht een werk niet mooi of aantrekkelijk, of ronduit lelijk te vinden, maar dat is moeilijk bij dit Requiem: het is gewoon van begin tot einde mooi, mooier, mooist! De eerste en laatste keer dat ik dit werk live hoorde was in in mei 2001 o.l.v. Chailly, en ik kan me die uitvoering nog goed herinneren, juist vanwege de indruk die dit Requiem maakt. Zo ook deze avond. De koren zongen prachtig, de solisten (met name de dames) waren perfect bij stem en Jansons en het KCO pakten lekker uit. En dan die overgang van het Dies Irae naar het Tuba mirum: het koper is hier angstaanjagend - wie blijft hierbij nu onbewogen?

22 oktober 2013

Norma



Het is al vele jaren geleden dat ik hier een cd besprak. En ofschoon ik nog nauwelijks cd's koop, vind ik de laatste aanschaf toch echt het vermelden waard. Er zijn al veel tegengestelde meningen op internet over te vinden: de opname van Norma van Bellini, met Cecilia Bartoli in de titelrol. Als een opname überhaupt zoveel tongen losmaakt dan is-i sowieso al koopwaardig. Ik gooide er een kleine 30 euro tegenaan en kocht het fraai vormgegeven cd-boekje met in de kaften de twee cd's. Ik hoorde La Bartoli ooit eens twee keer live (de laatste keer hier), en zij doet de eeuwige Norma's van Callas en Sutherland niet vergeten. De wendbaarheid van haar stem is ongeëvenaard, maar een lang aangehouden toon lukt haar niet of nauwelijks. Dat gebibber en het somtijds overarticuleren doen je terugverlangen naar Sutherland. Maar goed, toch imponeert La Bartoli, en Casta Diva is absoluut interessant. De duetten met Sumi Jo zijn grandioos. Maar dan: in haar gang naar de brandstapel verslaat ze Callas en Sutherland in intensiteit en verschroeiende ellende. Ze huilt hier zingend!
Deze opname is echter werkelijk onmisbaar door het fantastische aandeel van het Orchestra la Scintilla o.l.v. Giovanni Antonini. Nu snap ik waarom deze dirigent al twee keer bij het KCO te gast was! Hij brengt een detaillering aan die je oren gespitst houden. De aanloop naar Casta Diva, het begin van de tweede akte, het geweldig gezongen en begeleide Guerrieri Galli en dat brandstapel-slot: mooier werd dit niet eerder gespeeld. Hoe in dit slot de fluit mengt met de stemmen: het behoort al tot de mooiste samenklanken die ik ooit hoorde en bij de eerste beluistering sprongen de tranen me spontaan in de ogen. Door Bartoli en Jo een interessante uitgave, door Antonini een must-have!

13 oktober 2013

Concert 25 september 2013


Woensdsag 25 september 2013, Concertgebouw Amsterdam
Orchestra Mozart o.l.v. Bernard Haitink
Maria Joao Pires, piano

Beethoven; Ouverture Leonore nr. 2
Beethoven: Pianoconcert nr. 2
Beethoven: Symfonie nr. 4
Beethoven: Ouverture Egmont

Het was het concert van de wijzigingen en afzeggingen. Volgens de seizoensfolder en Preludium zou het Orchestra Mozart gedirigeerd worden door zijn oprichter Claudio Abbado die achtereenvolgens Haydns Londense symfonie nr. 104, Mozarts pianoconcert nr. 9 en Beethovens 4e symfonie zou dirigeren, met Martha Argerich als soliste. Een evenement natuurlijk, want Abbado had sinds eind jaren negentig niet meer in het Concertgebouw gedirigeerd en ook de optredens van Argerich worden schaarser en schaarser. Een maand voor het concert kreeg ik een brief thuis waarin een programmawijziging werd aangekondigd. Haydn en Mozart vervielen; het zou nu een volledig Beethoven-programma worden met voor de pauze de Leonore-ouverture nr. 2 en het Eerste pianoconcert. De Vierde bleef staan. Enkele dagen voor het concert weer een brief: Abbado moest wegens ziekte verstek laten gaan, en Argerich besloot daarom ook maar niet te komen. Haitink en Pires zouden het concert overnemen; de ouverture en de symfonie bleven op het programma, het Eerste pianoconcert werd vervangen door het Tweede. En zo geschiedde. Het werd een geweldig Beethoven-programma waarin Haitink zijn krachtige en dwingende kijk op Beethoven voortzette zoals die ook tijdens zijn cyclus met het Chamber Orchestra of Europe in 2011 en 2012 zo verraste, en waarbij de samenwerking met de soepel spelende Pires ideaal was. Hoogtepunt van de avond was de Vierde; het slotdeel klonk wervelender dan ooit. En Haitink had er zin in; als toegift klonk de briljant gespeelde Egmont-ouverure. Abbado en Argerich waren volledig vergeten.

25 september 2013

Concert 18 september 2013


Woensdag 18 september 2013, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Mariss Jansons
Emanuel Ax, piano

Beethoven: Pianoconcert nr. 3
R. Strauss: Ein Heldenleben

Mijn muziekseizoen komt een beetje langzaam op gang, maar tot nu toe wel met louter grootse concerten. En dit eerste abonnementsconcert van het KCO waar ik een los kaartje voor had gekocht, bleek wederom een topper. Beethovens Derde pianoconcert en Strauss' Heldenleben worden niet tot hun allersterkste stukken in hun genre gerekend, maar voor mij zijn het favorieten. Heerlijk, zo'n concert waarvan je (zowat) iedere noot kent en dan toch volledig wordt verrast door de kwaliteit en frisheid van de uitvoeringen. Het Derde pianoconcert werd spannend, subtiel en prachtig homogeen gespeeld. Ax, Jansons en het orkest maakten er een onnavolgbaar lesje samenspelen van. De zaal luisterde ademloos, en terecht! Met Ein Heldenleben gaf Jansons in 2004 als debuterende chef-dirigent zijn visitekaartje af; de opname op RCO-live belandt regelmatig in mijn cd-speler en deze herhaling deed aan kwaliteit daar niet voor onder. Vol, krachtig, groots. Hier en daar nog wat kleine oneffenheidjes, maar bij de verjaardagsuitvoering in november zal alles volledig perfect zijn. Ik kijk er nu al naar uit! De foto komt van de Facebookpagina van het KCO, genomen enkele dagen na deze uitvoering tijdens de mini-tournee naar Boekarest.

15 september 2013

Opera 12 september 2013


Donderdag 12 september 2013, Het muziektheater Amsterdam
De Nederlandse Opera

Wagner: Siegfried

Siegfried - Stephen Gould
Mime - Wolfgang Ablinger-Sperrhacke
Wanderer - Thomas Johannes Mayer
Alberich - Werner van Mechelen
Fafner - Hendrik Rootering
Erda - Marina Prudenskaja
Brünnhilde - Catherine Naglestad

De vorige voorstellingenreeks van deze Siegfried-productie is dan wel vele jaren geleden, het toneelbeeld zat nog goed in mijn geheugen. Ik had deze productie sinds het begin van de Ring-voorstellingen in Amsterdam dan ook al minimaal een keer of tien gezien. Het is een geniale uitbeelding, helder, in lijn met het verhaal, en ondanks de grote ruimte toch heel intiem. Vroeger zag ik altijd wat tegen deze opera op, maar het is een minstens zo goed en aantrekkelijk werk als Die Walküre. Dat slotduet van een half uur van Siegfried en Brünnhilde is een beetje een moetje, maar verder rijgt Wagner hoogtepunt aan hoogtepunt in dit stuk. Deze uitvoering was de beste die ik live ooit hoorde. Stephen Gould bleek een fenomenale titelheld, die het met zijn krachtige en welluidende stem tot het slot uitstekend volhield. Ook de andere rollen bleken uitstekend bezet; dit was gewoonweg een prachtige Siegfried. Er resteren nog twee voorstellingen deze week, maar dan ben ik helaas verhinderd. Wellicht dat ik van de cyclus-uitvoeringen begin 2014 nog een extra Siegfried meepak...

27 augustus 2013

Concert 24 augustus 2013


Zaterdag 24 augustus 2013, Prinsengracht Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Antonio Pappano Joseph Calleja, tenor

Verdi: Ouverture La forza del destino
Massenet: Uit Werther 'Pourquoi meréveiller?'
Puccini: Uit Tosca 'E lecevan le stelle'
Puccini: Uit Manon Lescaut Intermezzo 3e akte
Verdi: Uit Rigoletto 'La donna è mobile
Puccini: Uit Turandot 'Nessun dorma'
Lara: Granada
Tsjaikovski: Ouverturen 1812
Aan de Amsterdamse grachten
Ach, wat moet ik over dit concert schrijven? Ik gooide het een tijdje voor dit concert in de vriendengroep: als we nu eens met het bootje van M & N een poging zouden ondernemen om voor het podium terecht te komen. Enfin, op vrijdagochtend vroeg voer N naar de Prinsengracht en lag op een goede uitgangspositie. 's Avonds aten we pizza op de boot, met achter de brug een repeterend KCO. Ik moest op zaterdag naar een conferentie, maar de organisatie had N een goed startnummer uitgereikt en rond het middaguur mocht hij onder de brug naar zijn plek voor het podium varen. 's Avond werden we rond acht uur op een (niet voorspelde) hoosbui getrakteerd, maar toen tegen half tien het KCO aantrad werd het droog. En toen volgde een concert om nooit meer te vergeten. Calleja zong fantastisch en het KCO speelde de sterren van de hemel. Bootgenoten die het orkest nog nooit eerder live hadden gehoord, waren helemaal van slag van de kwaliteit. Maar ik ook: dat breekbare begin van het Intermezzo uit Manon Lescaut: het werd doodstil op de gracht. Zoek het allemaal maar gewoon op via deze link hier. Een grandioze avond.

25 augustus 2013

Concert 22 augustus 2013


Donderdag 22 augustus 2013, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Daniele Gatti
Yefim Bronfman, piano

Lutoslawski: Musique funébre
Bartók: Pianoconcert nr. 3
Prokofiev: Delen uit Romeo en Julia

Warme zonnige zomers zijn altijd fijn, maar als aan het einde van augustus het concertseizoen begint en het KCO weer voltallig op het podium zit, geeft dat toch ook een gelukkig gevoel. Ik heb lang getwijfeld of ik voor dit ogenschijnlijk niet al te soepele programma een kaartje zou kopen, maar de lange onderbreking sinds het vorige concert dwong me naar de Grote Zaal. Ik werd bepaald niet teleurgesteld, integendeel. Dit was gewoonweg een prachtige avond, met boeiende stukken en met een orkest dat als volledig ingespeeld klonk. De treurmuziek van Lutoslawski bleek een krachtig stuk voor een flink ensemble strijkers, dat breekbaar begon, steeds verder uitdijde en uiteindelijk weer wegstierf. Heerlijk hoe de KCO-strijkers zich lieten gaan! Het derde pianoconcert van Bartók is eigenlijk zijn meest toegankelijke en ook wel zijn mooiste. In de eerste twee delen buitelen orkest en pianist subtiel over elkaar heen. Bronfman en het orkest maakten er een fijnzinnig onderling spelletje muzikaal kietelen van. Bronfman heeft een gigantische lichaamsomvang, maar hij beweegt zijn vingers over de toetsen als het lieftalligste meisje. Na de pauze een ruime selectie van ongeveer een uur uit Prokofievs balletmuziek van Romeo en Julia. Ook Prokofiev is in dit stuk op zijn toegankelijkst. Bijzonder fraai en virtuoos gespeeld allemaal, onder leiding van een bezielende Gatti, met groot publieke bijval na afloop. Lekker begin zo!

28 juli 2013

Stilte

Weblogs behoren bijgehouden te worden, maar ik heb even geen nieuwe concerten of operavoorstellingen te melden. De laatste was alweer ruim een maand geleden, en de eerstvolgende staat pas op 12 september gepland. Misschien doe ik hier intussen nog wel een uitstapje naar een cd-bespreking of een greep uit de oude doos, maar verder is het even doorbijten deze zomer :-)

16 juni 2013

Opera 13 juni 2013


Donderdag 13 juni 2013, Het muziektheater Amsterdam
De Nederlandse Opera

Wagner: Die Meistersinger von Nürnberg

Sachs - James Johnson
Pogner - Alastair Miles
Beckmesser - Adrian Eröd
Kothner - Thomas Oliemans
Walther von Stolzing - Roberto Saccà
David - Thomas Blondelle
Eva - Agneta Eichenholz
Magdalene - Sarah Castle
Koor van de Nederlandse Opera
Nederlands Philharmonisch Orkest o.l.v. Marc Albrecht

Binnen een week na mijn eerste bezoek nu de tweede keer naar Die Meistersinger. Het orkest was duidelijk wat meer vergroeid met het stuk; verder liet de uitvoering dezelfde indruk na. Wat een heerlijk stuk is deze opera toch. Hoe alle lijnen aan het slot van de eerste akte bijeenkomen: meesterlijk. De nachtelijke intimiteit aan het begin van de tweede, de wijze waarop aan het einde van dat tweede bedrijf dat stomme liedje van Beckmesser uitgroeit tot een heerlijke inhaker en daarna het chaotische volksoproer, en in de derde akte de prelude, de Wahn-vertelling van Sachs, zijn verwijzing naar Tristan und Isolde en de positie van koning Marke, het kwintet en alles wat erna volgt: het is Wagner op zijn best. Verder situeert hij in het laat-middeleeuwse Neurenberg een verhaal dat veel tijdloze elementen in zich draagt en dus ook nu nog voldoende inhoudelijke kracht bezit. Tja, een geweldige opera!

Opera 7 juni 2013


Vrijdag 7 juni 2013, Het muziektheater Amsterdam
De Nederlandse Opera

Wagner: Die Meistersinger von Nürnberg

Sachs - James Johnson
Pogner - Alastair Miles
Beckmesser - Adrian Eröd
Kothner - Thomas Oliemans
Walther von Stolzing - Roberto Saccà
David - Thomas Blondelle
Eva - Agneta Eichenholz
Magdalene - Sarah Castle
Koor van de Nederlandse Opera
Nederlands Philharmonisch Orkest o.l.v. Marc Albrecht

Sommige recensenten konden de humor in dit werk niet waarderen (of herkenden die blijkbaar niet eens), maar ik vind het een van de grappigste opera's die er zijn. Het is allemaal uiterst subtiel en perfect gedoseerd, want er komt ook een hoop dramatiek en filosofie in voor. De teksten in deze opera doen er veelal toe, ondanks die laatste minuten waarin de Duitse kunst wel erg opvallend opgehemeld wordt. Maar goed, Die Meisersinger is een favoriete opera en deze nieuwe productie is weliswaar niet op alle fronten geslaagd maar interessant genoeg. De regie van David Alden is er niet eentje voor de eeuwigheid, maar brengt wel enkele ijzersterke gezichtspunten. De uitbeelding van Beckmesser als verwaande dandy is meesterlijk, evenals de visuele gelaagdheid in de eerste en tweede akte. Het slot daarvan had wat minder statisch gemogen en ook het feest aan het einde van het derde bedrijf had losser en minder karikaturaal gekund. Maar je kijkt wel je ogen uit; sowieso positief is dat Alden de verhaallijn volgt en uitbeeldt. De zangers presteerden goed maar niet uitzonderlijk. James Johnson imponeert niet echt als Hans Sachs; volgens mij is hij aan het einde van zijn carrière beland. Zijn innemende uitbeelding vergoedt wel veel (maar hoe jammer dat Robert Holl hier nu niet eens stond). Roberto Saccà zingt een prima Stolzing en Eichenholz is een zeer fraaie Eva. In het orkest zat bij deze tweede uitvoering van de reeks nog niet alles perfect in de vingers, maar de balans met de zangers en het koor was goed. Geen ultiem perfecte Meistersinger, maar  ik heb de ruim vier uren muziek geboeid doorgebracht.

14 juni 2013

Concert 30 mei 2013


Donderdag 30 mei 2013, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Iván Fischer

Beethoven: Symfonie nr. 4
Beethoven: Symfonie nr. 3

Drie weken na zijn prachtige eerste concert in zijn Beethoven-cyclus met het KCO een minstens zo geweldig vervolg met de Derde en Vierde. Het is natuurlijk onzinig om hier het meesterlijke van die symfonieën te beschrijven. Woorden schieten per definitie tekort. Hoe geniaal en bekend die Eroïca ook is, de Vierde is me minstens zo dierbaar; ik denk dat ik deze symfonie al veel eerder leerde kennen dan die Derde. De langzame inleiding van het eerste deel is een mysterie, en mag eigenlijk niet de start van een concert vormen. De boel zit koud binnen moet er nog even inkomen, en dan meteen de drie meest diepzinnige muzikale minuten van de hele avond. Het is een van de weinige stukjes muziek waar het thuisbeluisteren het wint van de concertzaal. Maar goed, de rest van die Vierde is evenzeer niet te versmaden, en Fischer en het KCO gaven een geweldige uitvoering, vol detailwerking, finesse en virtuositeit. Ik zat op het puntje van mijn stoel! Na de pauze de Eroïca, tja, wat wil je nog meer? Het is een stuk van bijna een uur en combineert emotie, architectuur en persoonlijkheid. Ook hier bleek Fischer een groot dirigent; alleen Harnoncourt bracht lang geleden eens een hemelbestormender uitvoering. Ik kijk al uit naar de twee concerten met de laatste vier symfonieën, begin 2014. De kaartjes zijn in huis.

Opera 26 mei 2013


Zondag 26 mei 2013, Het Muziektheater
De Nederlandse Opera

Verdi: La traviata

Violetta - Joyce el Khoury
Alfredo - Ismael Jordi
Germont - Dimitris Tiliakos
Koor van de Nederlandse Opera
Radio Kamer Filharmonie o.l.v. Giuliano Carella

Ruim een week na mijn vorige bezoek nog eens naar de Traviata. Het was gewoon precies even goed als de keer ervoor. Prima zangers, een dirigent die het idee logenstrafte dat we deze muziek zo onderhand wel van noot tot noot meenden te kennen, en een enscenering waarvan weinigen het ermee oneens zullen zijn wanneer deze tot gouden standaard wordt verheven. La traviata is een onbetwist meesterwerk. Misschien zit ik er helemaal naast, maar de ijle strijkersklank die Verdi in de ouverture realiseert, en al helemaal in de inleiding tot de derde akte, deed me opeens denken aan die van Lohengrin van Wagner. Beide opera's onstonden kort na elkaar: Lohengrin werd in 1850 voor het eerst uitgevoerd, La traviata in 1854. Het zou me niets verbazen wanneer Verdi door Lohengrin op een muzikaal idee kwam. Inhoudelijk is er geen enkele overeenkomst tussen beide opera's, maar die sfeer in de ouvertures vind ik opmerkelijk overeenstemmen.

20 mei 2013

Opera 17 mei 2013


Vrijdag 17 mei 2013, Het Muziektheater
De Nederlandse Opera

Verdi: La traviata

Violetta - Joyce el Khoury
Alfredo - Ismael Jordi
Germont - Dimitris Tiliakos
Koor van de Nederlandse Opera
Radio Kamer Filharmonie o.l.v. Giuliano Carella

Voor deze avond was sowieso Joyde el Khoury gecast; ze zou twee van de tien voorstellingen de titelrol overnemen van Marina Poplavskaja, die na de première vocaal ingestort schijnt te zijn, en nu alle resterende voorstellingen aan El Khoury overlaat. Hoe geweldig Poplavskaja tijdens de eerste voorstellingenreeks in 2009 ook zong en acteerde (zie hier de weblog), El Khoury kwam aardig bij haar in de buurt. Aanvankelijk vreesde ik dat ze de rol niet helemaal aan zou kunnen, maar dat bleek onterecht. Ze zong bijzonder krachtig en zuiver, en acteerde perfect. Het was wederom een ijzersterke Traviata, deze door Willy Decker geënsceneerde productie. Minimale middelen, maximale zeggingskracht. Ismael Jordi zong beter dan in 2009 en Tiliakos imponeerde als vader Germont. De grootste openbaring vond ik echter de dirigent. De uit de Italiaanse provincie gehaalde Carella had de zaak strak in de hand, maar bracht een fantastische orkestrale detailwerking aan. Ik hoorde details die ik nog nooit eerder hoorde; alleen al de ouverture werd prachtig gespeeld. De timing met de zangers en het koor was perfect, en de Radio Kamer Filharmonie speelde alsof ze nooit anders dan opera deed. Een geweldige Traviata.

Opera 12 mei 2013

Zondag 12 mei 2013, Het Muziektheater Amsterdam
De Nederlandse Opera

Wagner: Die Walküre

Siegmund - Christopher Ventris
Sieglinde - Catherine Naglestad
Hunding - Günther Groissböck
Brünnhilde - Catherine Foster
Wotan - Thomas Johannes Mayer
Fricka - Doris Soffel
Nederlands Philharmonisch Orkest o.l.v. Hartmut Haenchen

De tweede keer van deze laatste voorstellingenreeks. Evenals in januari bij de reeks van Das Rheingold zat deze tweede keer (meteen ook de laatste van de reeks) helemaal goed in de verf. De zangers wilden er duidelijk nog één keer iets goed van maken, en Haenchen en het orkest wilden niet voor hen onderdoen. Doris Soffel was wederom ijzersterk als Fricka, en Ventris en Naglestad een subliem Wälsumgenpaar. Gewoon wederom een grootse operabeleving. Misschien dat ik volgend jaar, wanneer deze Audi-ring twee keer in een week volledig wordt gebracht, deze Walküre eruit pik om nog eens te zien en te horen.

12 mei 2013

Foto


Mijn ouders hebben een boek van Jan Romein: Op het breukvlak van twee eeuwen. Daarin een prachtige foto van de grote zaal van het Concertgebouw, genomen ergens voor of vlak na 1900. Ik kopieerde de foto met mijn iPhone. Tafeltjes en stoeltjes, mannen en vrouwen, daglicht. Geen concert waarschijnlijk, maar zo werden ze toen wel gegeven. Op de balkonrand nog geen namen van de componisten. Mahler moest nog komen, in het echt... Klik erop, daarna nog eens, en de foto verschijnt in het groot. Te mooi om hier niet te delen.

Concert 10 mei 2013

Vrijdag 10 mei 2013, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Iván Fischer

Beethoven: Symfonie nr. 1
Beethoven: Symfonie nr. 2
Beethoven: Symfonie nr. 5

Iván Fischer dirigeert verspreid over twee seizoenen bij het KCO een heuse Beethoven-cyclus met de negen symfonieën; dit was het eerste concert. Enkele jaren geleden dirigeerde hij al de Achtste symfonie (zie hier de weblog daarvan) en blijkbaar smaakte die uitvoering het orkest naar meer. Inderdaad, Fischer heeft een boeiende kijk op deze gigant, die als een 'soort van' synthese tussen de 'traditionele' en 'authentieke' uitvoeringspraktijk gekarakteriseerd kan worden. Spannende uitvoeringen dus, die bovenal de kracht, originaliteit en het meesterlijke van Beethoven onderstrepen. Want daar genoot ik vanaf de eerste rij van het podium het meest van: Beethoven!
Fischer sprak na de uitvoering van de Eerste symfonie de zaal toe, in zijn zangerige Nederlands met een Hongaars accent. Drie symfonieën op één avond, dat was wel erg onsymmetrisch, zei hij. Omdat ieder deel een meesterwerk op zich is, en ook om de avond toch meer symmetrie te geven, plaatste hij de pauze na het tweede deel van de Tweede symfonie. Dus na dat hemelse Larghetto stapte hij van de bok, volgde een flauw applaus en gingen we aan de koffie. En daarna vervolgde het concert met het Scherzo alsof de symfonie niet onderbroken was. Er valt vanalles over te vinden, maar het gaf het concert een extra bijzondere lading. En daarna die dramatische Vijfde, gottegot....
Mijn gade fotografeerde bij het slotapplaus bovenstaande foto; ik sta er applaudisserend op.

05 mei 2013

Concert 27 april 2013

Zaterdag 27 april 2013, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Riccardo Chailly
Stefano Bollani, piano

Adams: Lollapalooza
Harbison: Remembering Gatsby
Gershwin: Catfish Row
Gershwin: Pianoconcert

Een programma dat alleen door Chailly zo overtuigend gedirigeerd kan worden. Krachtige muziek, swingend, dreunend, aantrekkelijk. Maar ook veeleisend. In Adams en Harbison viel Chailly's sublieme slagtechniek op; ik vroeg me tijdens de uitvoeringen af of het überhaupt ánders gedirigeerd kon worden, zo universeel ging Chailly het orkest voor in deze stukken. Je hoeft als orkestlid de muziek nauwelijk te kennen; Chailly geeft zowat iedere noot aan, en toch zonder te druk over te komen. Na de pauze het fraaie Pianoconcert van Gershwin, waarin jazzpianist Stefano Ballani techisch prachtig speelde, maar wel tekortkwam in volume. Op rij 16 in het midden was hij regelmatig niet te horen, en dat lag bepaald niet aan het orkest. Klassieke pianisten hebben duidelijk geleerd flink op de toetsen te kunnen rammen; Bollani niet, en dat was (niet) te horen. Maar door zijn achtergrond als jazzpianist swingde het stuk de pan uit; in de toegiften onderstreepte hij nog eens zijn grootheid. Een geweldig concert!

Opera 20 april 2013

Zaterdag 20 april 2013, Muziektheater Amsterdam
De Nederlandse Opera

Wagner: Die Walküre
Siegmund - Christopher Ventris
Sieglinde - Catherine Naglestad
Hunding - Günther Groissböck
Brünnhilde - Catherine Foster
Wotan - Thomas Johannes Mayer
Fricka - Doris Soffel
Nederlands Philharmonisch Orkest o.l.v. Hartmut Haenchen

Deze productie door Pierre Audi van Wagners meesterwerk ging in januari 1998 in première en ik zag die in de tussentijd al minstens tien keer. Maar deze elfde of twaalfde keer was even overrompelend als de eerste (en alle keren erna). De uitbeelding is subliem, en eigenlijk toch heel eenvoudig. De wijze waarop Hunding aan het slot van het tweede bedrijf door het 'achtelijke' handgebaar van Wotan gedood wordt: je moet er maar op komen! De cast is tijdens de drie voorstellingenreeksen steeds veranderd; van de vorige bleef alleen Doris Soffel over; haar confrontatie met Wotan in het tweede bedrijf is een hoogtepunt van de uitvoering. Ze is stemtechnisch duidelijk op haar retour, maar wat een autoriteit! (En ze blijft worstelen met haar te lange jurk.) Haenchen laat zijn orkest regelmatig voluit gaan; het geeft de uitvoering de kracht die ik eerder miste. De andere zangers voldeden ruimschoots, het was een prachtige uitvoering. Maar bovenal vind ik dat Wagner in Die Walküre zich van zijn meest menselijke en dramatische kant laat zien. Hoe kan een muziekliefhebber zonder dit meesterwerk? Half mei ga ik nog een keer, ik kan nauwelijks wachten...!

28 april 2013

Concert 17 april 2013


Woensdag 17 april 2013, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Riccardo Chailly
Genia Kuuhmeier, sopraan
Bernarda Fink, alt
Michael Schade, tenor
Groot Omroepkoor

Henze: Elogium Musicum
Mendelssohn: Symfonie nr. 2 'Lobgesang'

Riccardo Chailly is terug bij het KCO! In 2004 hoorde ik hem voor het laatst bij zijn voormalige orkest met een prachtige Mahler 9 (en vlak daarvoor in het Muziektheater met Don Carlo), en pas na negen jaar weer terug bij het orkest dat hij 16 jaar leidde. Ik hoorde hem tijdens zijn chefdirigentschap in vele concerten, maar kon pas een keer eerder hier een concert van hem beschrijven (zie hier). Hopelijk in de toekomst veel vaker, want Chailly is een groot dirigent met een unieke energie. Tijdens deze rentrée overtuigde hij als vanouds. Het oude publiek van de B-serie presenteerde hij eerst op een krachtig stuk voor koor en orkest van Henze, een 'soort van' in memoriam uit 2008 voor zijn overleden partner. Uitdagend voor het koor, sterk gezongen door het Groot Omroepkoor. Na de pauze de 'Symphonie-Kantate nach Worten der Heiligen Schrift' van Mendelssohn die als zijn Tweede symfonie te boek staat. Ik had er een cd van, maar hoorde die tot dit concert nooit. Sindsdien al meerdere keren; het is een fraai stuk. Vooral die inleidende Sinfonia van ruim 20 minuten is oorstrelend en de klankpracht die Chailly het KCO wist te ontlokken was ongeëvenaard; Mendelssohn kan soms wat zoetig zijn, maar wie het tweede en derde deel van deze Sinfonia versmaadt kan beter uien gaan snijden. Hierna volgt een half uur 'Lobe den Herrn'; soms wat al te protestant-potsierlijk, maar sommige solistische stukken zijn te mooi om waar te zijn. En Chailly, die deze symfonie voor het eerst sinds 1898 weer bij dit orkest op de lessenaars liet zetten, dirigeerde vol overtuiging. Ieder jaar terug, vanzelfsprekend!

Concert 12 april 2013


Vrijdag 12 april 2013, Concertgebouw Amsterdam
Koninkljijk Concertgebouworkest o.l.v. Mariss Jansons
Eva-Maria Westbroek, sopraan
Burkhard Fritz, tenor

Wagner: Ouverture Die Meistersinger von Nürnberg
Wagner: Uit Die Meistersinger: Walthers Preislied
Wagner: Uit Tannhäuser: Dich, teure Halle
Wagner: Uit Rienzi: Allmächt'ge Vater, blick herab!
Wagner: Vorspiel Lohengrin
Wagner: Uit Die Walküre: slotscène 1e akte
Wagner: Uit Die Walküre: Der Ritt der Walküren
Wagner: Uit Götterdämmerung: Brünnhildes Schlussgesang

Op papier een concert om van te likkebaarden: Wagners grootste fragmenten in één programma verzameld, met Jansons, het KCO en 'onze' Eva-Maria als stersolist. En eigenlijk werd het voor een groot deel inderdaad dat grandioze concert waar ik al een jaar naar uitkeek. De ouverture Meisersinger werd werkelijk fantastisch gespeeld; zo fraai hoorde ik dit instrumentele meesterwerk in het echt nog niet eerder. De opname die Haitink in de jaren zeventig met het Concertgebouworkest maakte is de allerbeste verklanking van dit stuk die je je kunt voorstellen, maar in de zaal hoorde ik zo'n superieure uitvoering nog niet. Jansons kwam aardig in de buurt, en dat zegt al veel. De bijdragen van tenor Burkhard Fritz vielen wel wat tegen; hij liet vooral horen hoe moeilijk de tenor-partijen van Wagner eigenlijk zijn. Maar ook: wat een verschil Eva-Maria Westbroek maakt. Haar opkomst, haar zingen, haar présence: het is de buitencategorie in muzikale verbeelding. In de slotscène van de eerste akte uit Die Walküre (vanaf de Winterstürme) zet ze Frits op grote achterstand, terwijl hij bepaald geen middelmatige Wagnerzanger is. Ze ís wat ze zingt en stijgt uit boven de partituur. Een strak gespeelde Walkürenritt en een groots Schlussgesang en orkestrale 'Auslaut' van de Götterdämmerung: dan zit je lekker te zwelgen op rij 16 middenin. En dan dat Vorspiel Lohengrin: werd er met de ouverture Meistersinger door Wagner ooit betere instrumentale muziek gecomponeerd...?
Bovenstaande foto komt van de facebookpagina van het KCO, genomen tijdens de repetities voor dit eenmalige concert.

Concert 5 april 2013


Vrijdag 5 april 2013, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Bernard Haitink

Bruckner: Symfonie nr. 8

De aprilmaand loopt op zijn einde, en heb vier concerten en een opera te beschrijven. Het was een muzikale supermaand, met een Walküre en de huidige en de twee laatste chefdirigenten van het KCO voor hun (voormalige) orkest. Haitink beet de spits af met een subliem-sonore en emotionele Achtste van Bruckner. Ik heb hem deze symfonie al vele keren horen dirigeren, bij het KCO, met een Europees jeugdorkest en met de Wiener Philharmoniker, maar zijn waarschijnlijk laatste uitvoering bij het KCO van de Nowak-versie was er eentje om in te lijsten. Het orkest hing aan het stokje van de maestro en speelde uiterst geconcentreerd. Zo luisterde ook het publiek; het was muisstil. De ingrediënten van Haitinks uitvoering waren de bekende: geen extremen in fraseringen, maar een vloeiende opbouw die je uiteindelijk volledig bij de keel greep. Die Achtste van Bruckner: het is alles afwegend mijn favoriete Bruckner-symfonie en een ultiem meesterwerk an sich. En dan een geïnspireerde 84-jarige Haitink voor het KCO: dan staat de tijd stil.

25 maart 2013

Concert 22 maart 2013


Vrijdag 22 maart 2013, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Stéphane Denève
Susan Gritton, sopraan
Kate Aldrich, alt
Yann Beuron, tenor
Laurent Naouri, bariton
Vincent le Texier, bas
Groot Omroepkoor

Martin: Golgotha

Dit afwijkende programma ten opzichte van de jaarlijkse passie-uitvoeringen door het KCO confronteerde mij voorafgaande aan dit concert flink met mezelf. De gedachte dat een beetje avontuur en afwijking van het gewone het leven interessant maken, en dus dat in plaats van een van de twee Bach-Passionen een geheel ander werk niet misstaat, vocht een hevige strijd met de hang naar traditie en gewoonte: de lente is in aantocht (nou ja, dat zegt de kalender) en bij het script daarvan hoort een Bach-Passion, liefst de Matthäus. Enfin, ik ging met nieuwsgierige tegenzin naar dit concert. Golgotha van Frank Martin is een boeiend oratorium waarin het lijdensverhaal en de wederopstanding in geuren en kleuren wordt verklankt. Eigenlijk benadert de setting heel dicht die van de Passionen van Bach: solisten die het verhaal zingend becommentariëren, een bas-bariton als Christus, evenals bij Bach een weinig sensitieve betweter, en een koor dat hoofdzakelijk de rol van het volk vertegenwoordigt (bij Bach daarnaast ook de rol van beschouwer). Ik vond het stuk wat te voorspelbaar, of beter: te weinig verrassend. Het ontroerde me in elk geval niet, ofschoon ik het hele concert geconcentreerd heb geluisterd. De zangers en het koor voldeden uitstekend; dirigent Denève haalde er naar mijn indruk echter niet uit wat erin zat. De koorpartijen waren soms ongenuanceerd hard, en echt subtiel orkestspel heb ik niet gehoord. Hier en daar rafelde de uitvoering nog wat, maar dat mag een debuterende dirigent met een voor het orkest onbekend werk vergeven worden. Nu maar weer een aantal jaren de traditie voordat er weer van afgeweken kan worden. Volgend jaar de Matthäus met Herrweghe; ik kijk ernaar uit.

20 maart 2013

Recital 17 maart 2013


Zondag 17 maart 2013, Concertgebouw Amsterdam
Grigory Sokolov, piano

Schubert: 4 Impromptus, D899
Schubert: Drei Klavierstücke, D946
Beethoven: Sonate nr. 29 'Hammerklavier'

Ik hoorde Grigory Sokolov ergens in de jaren negentig tijdens een recital waarin hij een geweldige uitvoering van de Derde pianosonate van Brahms speelde. Dit grootse programma kon ik niet overslaan; het was wederom een fantastisch recital. Sokolov speelt gespierd, maar nergens over de top, technisch volmaakt en hij haalt de meest duistere kanten van de muziek naar boven. Men kan zich Schubert intiemer voorstellen, maar ik heb ademloos naar die sublieme Impromptus en Drie klavierstukken zitten luisteren. Van die drie stukken is het tweede me bijzonder dierbaar; het middengedeelte is van onaardse schoonheid, en Sokolov speelde het prachtig. Het programma voor de pauze duurde bijna vijf kwartier; Sokolov begon pas iets voor tienen aan de Hammerklaviersonate. Hoe weerbarstig is Beethoven vergeleken bij Schubert, maar de Hammerklavier wordt terecht als de beste pianosonate uit de hele pianoliteratuur bestempeld. In het programmaboekje een citaat van Berlioz die het stuk perfect karakteriseerde: de uitvoerder moet al zijn virtuositeit en een verpletterende, naar buiten gerichte pianistiek inzetten om de naar binnen gerichte inhoud te realiseren. Dat lukte Sokolov uitstekend. Het Adagio speelde hij uiterst langzaam maar dwong volledige concentratie bij het publiek af. Zo ook tijdens de onmogelijke Finale. Je zou vermoeden dat Sokolov hierna volledig leeggespeeld zou zijn, maar hij beloonde het uitbundige publiek op zes toegiften. Ik herkende wat Scarlatti, een stukje Rameau en als laatste (dacht ik) een late Brahms. Alles subtiel en prachtig. Bij de laatste toegift was de zaal inmiddels half leeg. Ik stond om iets voor half twaalf buiten.

Concert 6 maart 2013


Woensdag 6 maart 2013, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Charles Dutoit
Janine Jansen, viool

Wagenaar: Ouverture Cyrano de Bergerac
Tsjaikovski: Vioolconcert
Brahms: Symfonie nr. 1

Voor de tournee naar Zuid-Afrika heeft het KCO Charles Dutoit uitgenodigd, die na 18 jaar afwezigheid weer zijn opwachting mocht maken. Ik heb hem eind jaren tachtig en begin jaren negentig enkele malen met het orkest gehoord en die concerten waren over het algemeen prima. Ook vond ik hem altijd een leuke dirigent om naar te kijken: hij beweegt zijn armen in alle windrichtingen en ogenschijnlijk onafhankelijk van elkaar. Zijn cd-opanmes van met name het Franse repertoire zijn genoegzaam bekend; vooral zijn Ravel-opnames zijn prachtig. Nu dan met een klassiek-romatisch programma dat hem prima bleek te liggen. De Eerste van Brahms hoorde ik al heel lang niet meer in de concertzaal, en deze uitvoering zat strak in de verf. Voor de pauze een memorabele uitvoering van het Vioolconcert van Tsjaikovski. Aan het begin van de cadens in het eerste deel ging het mis: bij de eerste de beste pizzicato knapte een snaar van Jansens viool; ze moest stoppen. Even een hulpeloze blik, maar een orkestlid pakte haar Stradivarius en spande in korte tijd een nieuwe snaar. Even stemmen en het concert werd vervolgd met de start van de cadens. Toen bij die bewuste pizzicato de snaar het hield, ging er een zucht van verlichting door de zaal. Maar ondertussen speelde Jansen gewoonweg de sterren van de hemel: technisch perfect, warmbloedig en enorm muzikaal. Ik heb haar nu al meerdere concerten bij het KCO horen spelen (Sjostakovitsj, Britten, Sibelius en Mendelssohn) en iedere keer bijzonder overtuigend. Een grote violoste!

01 maart 2013

Opera 15 februari 2013


Vrijdag 15 februari 2013, Muziektheater Amsterdam
De Nederlandse Opera

Rossini: Guillaume Tell

Guillaume Tell - Nicola Alaimo
Arnold Melcthal - John Osborn
Walter Furst - Marco Spotti
Melcthal - Patrick Bolleire
Gesler - Christian Van Horn
Mathilde - Marina Rebeka
Koor van De Nederlandse Opera
Nederlands Philharmonisch Orkest o.l.v. Paolo Carignani

De recensenten van de landelijke dagbladen waren nogal verschillend in hun oordeel over deze nieuwe productie van Rossini's laatste opera geënsceneerd door Pierre Audi. Ik houd het op het midden: het was een fraaie voorstelling, maar ook wat gemiddeld en weinig beklijvend. Ik denk dat het vooral aan Rossini en vooral zijn librettisten ligt: zij wisten de onderdrukking en opstand van de Zwitsers tegen de Oostenrijkers weinig levendig uit te beelden. Eigenlijk komt het hier op neer: alle Zwitsers en hun leiders (Tell en Arnold) zeuren een uurtje of drie in verschillende settings dat hun harten het leed niet meer kunnen verdragen en dat de tijd voor opstand nu toch echt is aangebroken, en dan wordt alles in een minuutje of drie uitgevoerd, waarna een opgelucht slotkoor volgt. Wat ik ruim drie jaar geleden over een concertante uitvoering in het Concertgebouw over deze opera schreef (zie hier de weblog), kan ik alleen maar onderschrijven. Ook over het aandeel van John Osborn schreef ik toen wat ik hier ook kan schrijven: goed, maar niet echt meeslepend. Alaimo heeft als titelheld niet echt een grootse rol, maar zijn kolossale verschijning mocht er wezen. Koor en orkest droegen de voorstelling; de enscenering van Audi voldeed prima, maar zal niet als zijn beste de geschiedenis ingaan.
De reprise van Prokofievs 'Liefde van de drie sinaasappelen' laat ik aan me voorbij gaan; en met het KCO op wereldtournee is het een wat stille boel. Ik zal een weblogje wijden aan de nieuwe seizoensprogramma's die net verschenen zijn.

01 februari 2013

Concert 30 januari 2013


Woensdag 30 januari 2013, Concertgebouw Amsterdam
Koor & orkest Collegium Vocale Gent o.l.v. Philippe Herreweghe
Dorothee Mields, sopraan
Damien Guillon, altus
Thomas Hobbs, tenor
Peter Kooij, bas

Bach: Cantate Herr, wie du willt, so schicks mit mir, BWV 73
Bach: Cantate Ich bin vergnügt mit meinem Glücke, BWV 84
Bach: Cantate Sie werden euch in den Bann tun, BWV 44
Bach: Cantate Ich elender Mensch, wer wird mich erlösen, BWV 48
Bach: Cantate Ich glaube, lieber herr, hilf meinem Unglauben, BWV 109

In 2006 en 2008 gaf Herreweghe met zijn Gentse formatie al eerder een concert waarin enkele Bach-cantates centraal stonden (zie hier en hier de weblogs daarvan). Dat waren twee gelukkig makende concerten; na ruim vier jaar weer zo'n concert dat je gemoed helemaal schoonspoelt. Van deze vijf cantates kende ik er drie - ik draai regelmatig in de auto, trein of sportschool één of meerdere willekeurige cantates en daardoor plaatsen die zich als vanzelf in mijn muzikale memorie. Herrweghe is mijn favoriete Bach-dirigent. Zijn aanpak is nauwkeurig maar vloeiend, iedere frase doet ertoe en hij legt Bachs onnavolgbare verklanking van de teksten prachtig bloot; je zit permanent met gespitste oren. Dat deed ook de rest van de goed gevulde Grote Zaal. Heerlijk ook om de geweldige Peter Kooij nog eens te horen; op menige opname van Bach-cantates door Herreweghe is hij een grootse vertolker van recitatieven en aria's en zo ook deze avond. De vier solisten maakten overigens deel uit van het koor, dat inclusief hen uit 12 zangers bestond. Subtiliteit en zuiverheid alom! Evenals bij de twee eerdere concerten werd een motet gezongen, nu voor vijf stemmen a capella. Ik kon Herreweghe niet verstaan om welk stuk het ging en van wie, maar het was uitermate fraai.

29 januari 2013

Concert 25 januari 2013


Vrijdag 25 januari 2013, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Mariss Jansons
Leonidas Kavakos, viool

Bartók: Vioolconcert nr. 2
Mahler: Symfonie nr. 1

Exacte herhaling van het concert van 29 augustus j.l. (zie hier de weblog daarvan). Het Tweede vioolconcert van Bartók deed me dit keer weinig, hoe prachtig Kavakos ook speelde. Zijn gitaarachtige toegift hoorde ik ook al eerder gespeeld door hem, maar was wederom verrukkelijk. Na de pauze een (wederom) grandioze Eerste Mahler. Ondanks de kleine missertjes bij de koperblazers stond de uitvoering als een huis. Ik zat dit keer prinsheerlijk op de eerste rij op het podium en kon Jansons' verrichtingen goed observeren. Hij is voortdurend bezig de partituur in bewegingen om te zetten. Bijzonder fascinerend om te zien, maar ook zeer integer en artistiek. Het orkest en Jansons zijn een maandje op pad met Bruckner, Mahler en Strauss; het zij de wereld gegund!

Concert 23 januari 2013


Woensdag 23 januari 2013, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Mariss Jansons

Wagenaar: Ouverture De getemde feeks
R. Strauss: Tod und Verklärung
Tsjaikovski: Symfonie nr. 5

Het programma voor de pauze (Wagenaar en Strauss) stond ook in oktober j.l. met Jansons gepland maar toen moest hij de concerten wegens ziekte afzeggen. De toen gespeelde Strauss-orkestliederen met Anja Harteros redden het concert (zie hier de weblog daarvan). Nu dan wel met Jansons, gedreven als altijd. Na de wat plichtmatige ouverture van Wagenaar (ik zou zeggen: goed geschreven, maar speel voortaan gewoon de Meistersinger-ouverture) een werkelijk suberbe Tod und Verklärung. Het is een typisch Strauss-stuk met zijn afwisselende dreiging, wanorde en lyriek. Ik heb een prima cd-opname van het stuk met het Concertgebouworkest en Haitink, maar Jansons is stellig de beste Strauss-dirigent. Zijn live-opnames van Ein Heldenleven, Don Juan en Eine Alpensinfonie bewijzen dat. Deze Tod und Verklärung zal waarschijnlijk aan de vorig jaar gespeelde Also sprach Zarathustra gekoppeld worden. Na de pauze de Vijfde van Tsjaikovski, die ik eind jaren tachtig pas goed leerde kennen door de prachtige opname van Jansons met zijn toenmalige orkest uit Oslo. Het tekent Jansons: nergens enig spoor van routine, iedere maat doet ertoe. Een geweldig subtiele en gedreven uitvoering. De man is eigenlijk onnavolgbaar!