06 februari 2010
Concert 5 februari 2010
Vrijdag 5 februari 2010, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Mariss Jansons
Bernarda Fink, mezzosopraan
Groot Omroepkoor
Jongens van het Sacramentskoor Breda
Jongenskoor Rijnmond
Mahler: Symfonie nr. 3
Jansons blijft verbazen. Na zijn krachtige en gespannen uitvoering van de Tweede nu een lichtere, onspannender Derde. Orkestrale transparantie en een vloeiende natuurlijkheid in de muzikale beweging kenmerkten deze uitvoering, gespeeld door een fenomenaal spelend KCO - werkelijk alles lukte. De relatief ingehouden zingende Bernarda Fink paste volledig binnen de interpretatie van Jansons: het hele vierde deel culmineerde in een ragfijne samensmelting van orkest en stem in het 'Doch alle Lust will Ewigkeit!' De posthoorn in het derde deel klonk eerst vanuit de benedenfoyer rechts, daarna uit de gang rechts boven aan de trap, daarna links boven aan de trap. De bedoeling hiervan ontging me, maar het klonk wel erg stemmig. En Frits Damtow speelde foutloos! Of deze uitvoering, die ongetwijfeld op cd zal verschijnen, het wint van Bernstein durf ik niet te voorspellen, maar ik hoorde deze avond een geweldige Derde, gespeeld door een orkest en dirigent die als combinatie niet te verbeteren lijkt. Het applaus na afloop was één van de stormachtigste die ik ooit bij een KCO-concert hoorde.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
2 opmerkingen:
Inderdaad een schitterend concert - wederom (je zou er bijna aan gewend raken....). Heel mooi was ook de vloeiende overgang van het vijfde naar het zesde deel - met z'n linkerhand maande Jansons de kuchers tot stilte en begon hij aan een geweldige ode aan de liefde. In mijn beleving een vrij vlot tempo, doelgericht ook, maar tegelijkertijd zo innig - kippenvel, verscheidene keren. Het bijzondere van Jansons en het KCO is o.a. de gelaagdheid, de veelkleurigheid van de klank: gedacht vanuit de laagte zit er diepte in. Er is zoveel te horen, zonder dat de grote lijn verloren gaat. Dat je na zoveel Mahlers 2 (ik geloof 88 keer) en 3 nog in staat bent ze als nieuw te laten klinken, tekent de klasse van een maestro. Voor mij is Jansons de ideale combinatie van de warmte van Haitink en de analytische geest van Chailly.
... toch deed Marc Albrecht deze symfonie met het Nedpho veel en veel dieper (dieper dan Jansons gedacht)!
Een reactie posten