Zaterdag 25 januari 2020, Concertgebouw Amsterdam
Rotterdams Philharmonisch Orkest o.l.v. Valery Gergiev
Gautier Capuçon, cello
Rossini: Ouverture Guillaume Tell
Sjostakovitsj: Celloconcert nr. 1
Sjostakovitsj: Symfonie nr. 15
Een matinee om niet te laten schieten. De Rotterdammers spelen onder leiding van hun oude chefdirigent op hun best, zo ook tijdens dit concert. De Vijftiende symfonie van Sjostakovitsj bevat citaten uit Wagners Ring en uit Guillaume Tell van Rossini, dus om met die ouverture te beginnen was logisch gedacht. Het stuk is briljant, eigenlijk is die hele lange opera die erop volgt stukken minder geslaagd. Gergiev bracht prachtige diepe dimensies aan. Het Eerste celloconcert van Sjostakovitsj is bepaald geen feestmuziek en kreeg door Gautier Capuçon een technisch feilloze maar wat bestudeerde uitvoering. Het klonk me wat te klinisch, niet aangrijpend. De Vijftiende van Sjostakovitsj is een van zijn beste symfonieën, weer geheel anders dan de symfonieën daarvoor. Het is in zichzelf gekeerde muziek, bedachtzaam, mysterieus en prachtig georkestreerd. In het briljante slot van de symfonie combineert Sjostakovitsj wat hij voor de slotmaten van het tweede en derde deel van zijn Vierde symfonie componeerde.
De foto hierboven is tijdens dit concert gemaakt en komt van de facebookpagina van de cellist.
1 opmerking:
Er is maar een stem van god en die heet Richard Wagner. Sjostakovitsj ploeterde en liet zich ringeloren door Koba. Wagner manipuleerde onder het motto brutalen hebben de halve wereld. Ludwig trapte erin. Bakoenin huilde. Een vleugje Wagner bij Sjostakovitsj. Bernstein verhief hem tot een soort cult. Leonard kon voorbij aan tristan en Isolde. Hij dirigeerde het. Waarom stilstaan bij gepruts terwijl de stem spreekt. Anoniem blijft reageren
Een reactie posten