08 april 2014

Concert 26 maart 2014


Woensdag 26 maart 2014, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Mariss Jansons
Truls Mørk, cello

Haydn: Celloconcert nr. 1 in C
Bruckner: Symfonie nr. 4

Mijn twee favoriete cd-opnames van de Vierde van Bruckner zijn volledig aan elkaar tegengesteld. De oude opname van Eugen Jochum met de Berliner Philharmoniker is zo stormachtig en energiek als maar kan zijn. Met name in het openings- en slotdeel is het tempo fascinerend hoog, met verbluffend resultaat tot gevolg. De andere opname is de langzaamste die er is: Sergiu Celibidache met de Münchner Philharmoniker. Die pluist ieder detail volledig uit, zonder daarbij de grote lijn te verliezen. En de hamerende wijze waarop hij de coda van het slotdeel laat spelen, sowieso het meest emotionele deel van de hele symfonie, is onvergetelijk en ongeëvenaard. In beide opnames komt die Vierde als een ultiem meesterwerk uit de luidsprekers; het is een geweldig stuk. Alle delen zijn grandioos van opzet, thematiek, klankkleur en impact. De uitvoering van Jansons hield het hier volledig in het midden en daarmee schaarde hij zich in een rij van veel dirigenten. Zijn live-opname met het KCO uit 2008 (zie hier) is prima, maar die beluister ik eigenlijk zelden. Deze herneming klonk evenzeer evenwichtig, zuiver en in balans. Gewoon een prima uitvoering om de grootsheid van deze Vierde tot je te nemen. En de solohoornisten speelden puntgaaf! Voor de pauze het in 1961 herontdekte celloconcert van Haydn, een beetje braaf en eendimensionaal gespeeld door Mørk en Jansons. Maar de noten waren er allemaal, en dat heb ik in dit hondsmoeilijke stuk wel eens anders gehad.