26 juni 2008

Concert 23 juni 2008


Maandag 23 juni 2008, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Neeme Järvi

Von Weber: Ouverture Euryanthe
Schumann: Symfonie nr. 1
Moessorgski/Ravel: Schilderijen van een tentoonstelling


Herhaling van het programma van 22 mei j.l. (zie hier de concertlog), alleen dit keer gedirigeerd door Neeme Järvi die de zieke Jansons verving. Het is al heel lang geleden dat ik deze Estse dirigent aan het werk zag; ergens eind jaren tachtig of begin jaren negentig eveneens bij het KCO. De man was als hij geen dirigent was geworden vast en zeker slager geworden, zijn kop is er voor gehouwen. Enfin, het werd alsnog een fraai concert. Lag vorige maand het hoogtepunt na de pauze met de Schilderijententoonstelling, dit keer vond ik de prestaties voor de pauze het best. Jansons kreeg het niet voor elkaar de Frühlingssymfoinie helder uit de verf te laten komen, Järvi lukte dat juist wel. De toon was precies goed: niet te zwaar, niet te licht, spits en gedreven. En dan is die niet-meesterlijke Eerste opeens toch wel een fraai werk. De Schilderijententoonstelling kreeg vooral een keurige uitvoering. Järvi nam tussen de meeste delen steeds enkele seconden pauze, en dat haalde de vaart en spanning uit het stuk. Maar het KCO in dit bonte werk is natuurlijk niet te versmaden.
Hiermee is mijn concertseizoen voorbij. Er moeten nog wat losse kaartjes binnenkomen, maar mijn kostje voor het volgend seizoen is alweer gekocht. Ergens in de zomer daarvan een overzichtje. Mijn eerstvolgende concert is pas eind augustus; tot die tijd wellicht wat cd-besprekingen en inlossing van oudere beloften. In ieder geval: fijne vakantie allemaal!

22 juni 2008

Concert 19 juni 2008


Donderdag 19 juni 2008, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Mariss Jansons
Jean-Yves Thibaudet, piano
Cynthia Millar, ondes martenot

Messiaen: Turangalîla-symfonie

In de NRC van zaterdag 21 juni het bericht dat Jansons daags na dit concert met hartritmestoornissen in het AMC was opgenomen, en dat hij al zijn volgende concerten in deze reeks en de tournee naar Londen en Spanje heeft moeten afzeggen. Ik schrijf dit op zondag, en op de website van het KCO nog niets daarover. De Turangalîla-symfonie hoorde ik al eens eerder (leve het concertenschriftje): op 9 maart 1991 in de vara-matinee door het Rotterdams Philharmonisch met Reinbert de Leeuw, en op 20 maart 1992 door het KCO o.l.v. Chailly, en ook toen met pianist Thibaudet. Hiervan herinner ik me vooral de extra ingelaste pauze na het vijfde deel. Thibaudet had tijdens dat stormachtige deel zo zitten beuken dat er een snaar van zijn piano was gesprongen. Er was even een kort overlegje tussen Thibaudet en Chailly, waarna Chailly zich omdraaide naar de zaal en uitriep: ladies and gentleman, break!
Ik heb er geen cd-opname van, dus ik was vooraf benieuwd hoe ik dit stuk na 16 jaar opnieuw zou ondergaan. Eerlijk: het viel me niet echt mee. Er zitten enkele prachtige delen tussen, met name dat stormachtige vijfde en gevleugelde zesde deel. Sommige andere delen deden me echter helemaal niets, behalve dan dat ik ze te lang vond duren. Messiaen is bepaald geen kernachtige componist. Het kan allemaal wellicht ook een beetje aan Jansons hebben gelegen. Ik vond het orkest niet echt helder en uitgebalanceerd spelen. Maar ach, als je al in zoveel repertoire uitblinkt, hoef je van mij geen Messiaen-specialist te zijn. De zaal was slechts voor tweederde gevuld ongeveer, en de toegevoegde waarde van de belichting van Kees van de Lagemaat is mij ontgaan. Maandagavond neemt Neeme Järvi de herhaling van het Schumann/Moessorgski-programma over; hij neemt ook de tournee naar Londen en Granada voor zijn rekening. Moge Jansons snel weer opknappen en na de zomer weer klaarstaan voor weer een fraai KCO-seizoen!
Bovenaan deze log een foto van de ondes martenot, de zingende zaag. Hieronder Jean-Yves Thibaudet, die naarmate de jaren vorderen steeds meer op Maurice Ravel begint te lijken.

14 juni 2008

Concert 13 juni 2008


Vrijdag 13 juni 2008, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Ingo Metzmacher

Zuidam: Adam-Interludes
Messiaen: Éclairs sur l'Au-dela...


Ja, kunst is lijden. Naar het Concertgebouw met twee niet bepaald favoriete componisten op het programma, terwijl het Nederlands elftal de sterren van de hemel tegen Frankrijk speelt. Goede wedstrijden komen er nog wel meer waarschijnlijk, en wanneer er 'Schijnsels op het hiernamaals' op het programma staat is er eigenlijk geen excuus. Geen topconcert desondanks, maar dat kwam door de muziek. De redelijk gevulde zaal was muisstil, en het uitgebreide KCO speelde prachtig. Maar de orkestdelen uit de opera Adam in ballingschap die Zuidam momenteel componeert (première 2009) bieden relatief lichte kost. Echt mooi is het allemaal niet, wel verteerbaar. Het 70 minuten durende Éclairs sur l'Au-dela... biedt een gevarieerde rondgang door de orkestgroepen. Het openingsdeel is voor koperblazers, en zo volgen delen waar de strijkers centraal staan, en ook een deel waarin de houtblazers een overbevolkte en opgewonden vogelkooi nabootst. Na afloop vond ik het woord waar ik de muziek van Messiaen mee wil vergelijken: een waterbed. Het is allemaal overwegend rustig wiegend en rustig, en geen moment is het hetzelfde. Zodra er iets gebeurt verandert de cadans een beetje, niet veel, maar het blijft wel allemaal een beetje in dezelfde stijl. Edoch, stevig verankerd ligt het allemaal niet, niet mijn kopje thee. Dat openingsdeel bijvoorbeeld leek me een herhaling van een van de delen uit L'Ascension (zie blog over het concert van 6 juni j.l.), terwijl dat toch ruim 50 jaar eerder werd gecomponeerd. Enfin, ik vind het geenszins slechte of vervelende muziek, maar vooral een beetje saai en eendimensionaal. Ik kijk wel uit naar de Turangalîla-symfonie volgende week. Dat stuk hoorde ik al eens een paar keer eerder, dus misschien heb ik een aha-erlebnis?

Concert 10 juni 2008


Dinsdag 10 juni 2008, Concertgebouw Amsterdam
Kammerorchester Basel o.l.v. Julia Schröder
Cecilia Bartoli, mezzo-sopraan

García: Uit ' La figlia dell'aria':
- Ouverture
- E non lo vedo... Son regina

Persiani: Uit 'Ines di Castro':
- Cari giorni

Mendelssohn: Scherzo uit Octet

Mendelssohn: 'Infelice'

Rossini: Temporale uit: 'Il barbiere di Siviglia'

Rossini: Uit 'La cenerentola'
- Nacqui all'affano, non più mesta

Rossini: Ouverture uit 'Tancredi'

Rossini: Uit: 'Semiramide':
- Bel raggio lusinghier... Dolce pensiero

Rossini: Ouverture uit 'Il signor Bruschino'

Rossini: Uit 'Otello':
- Assisa al piè d'un salice'

De Bériot: Andante uit 7e Vioolconcert

Balfe: Uit 'The maid of Artois':
- Yon Moon o'ver the Mountains'

Hummel: Air à la Tyrolienne avev variations

Malibran: Rataplan

Ik hoorde La Bartoli één keer eerder live, in Les nuits d’été met Pierre Boulez. Nu dan eindelijk eens in het repertoire waarmee ze beroemd is geworden. En inderdaad, het was een geweldige avond. Bartoli heeft een innemende présence: ze gedraagt zich weliswaar als de ster, maar ze deelt het succes ook met de andere musici op het podium, ze heeft een houding dat ze er zelf ook een beetje verbaasd over is dat ze zo goed kan zingen, én ze zingt met zichtbaar plezier. Tja, en als zo’n Non più mesta er dan zo grandioos uitkomt, dan gaat de zaal terecht plat. Het programma was prachtig harmonieus; de eerste aria van García was geen opwarmertje, maar meteen vol in de aanval. En tussen de acrobatiek ook enkele prachtige verstilde stukken. En lekker veel Rossini; heerlijke componist is hij toch, en dan nu eindelijk eens op het hoogste niveau gezongen en gespeeld. Het programma was een zogenaamd Malibran-programma. Maria Malibran (1808-1836) gold in haar tijd als de beste mezzo in het toen net opkomende belcanto – je kunt ook vermoeden dat door Malibran componisten als Bellini en Donizetti hun stijl mede lieten ontwikkelen. Een aantal stukken staat ook op haar Malibran-cd; die ga ik absoluut kopen. Enfin, Bartoli liet het doodstille publiek alle mogelijkheden van haar stem horen. geweldig. Ze heeft een kleine, niet ver dragende stem, maar wat uit die strot komt is betoverend.
De avond had een verrassend extra hoog niveau door het verrukkelijke spel van het Kammerorchester Basel. Dat is een ‘authentiek’ orkest dat vanavond werd aangevoerd door Stehgeigerin Julia Schröder. Het Scherzo uit Mendelssohns Octet, de twee Rossini-ouvertures en het onweer uit de Barbier: het waren hoogtepunten van fijnzinnig en enthousiast orkestspel. De juichstemming werd aan het einde verstoord door de uitreiking aan Bartoli van een Edison voor de Malibran-cd. Ik hoef na zoveel moois niet uit de mond van kwakzalver Herman van Veen te horen hoe mooi haar stem is en hoe blij we met haar moeten zijn. Geef dat mens gewoon dat beeldje en laat dat gênante lulverhaal achterwege.

13 juni 2008

Biografie

De eerste druk van Jean Sibelius van Guy Rickards zag ik een aantal jaren geleden eens in New York in een boekwinkel, en besloot die toen niet te kopen. Sinds een jaar wilde ik wel eens wat meer weten van deze intrigerende Finse componist, maar die eerste druk bleek nergens meer te krijgen. Onlangs kwam er echter een herdruk uit; ik las het in een paar dagen en voldeed daarmee meteen weer aan mijn target van minimaal één boek in het Engels per jaar. Het is geen goede biografie. Rickards raast in 200 bladzijden door het leven van Sibelius (1865-1957), en stipt daarin de gebruikelijke aspecten van een gemiddeld leven aan: geboorte, familie, studie, liefde, trouwen, kinderen, relatieproblemen en dood. Daarnaast natuurlijk ook het nodige over de componist, maar de meesterwerken die Sibelius voortbracht 'zijn' er allemaal opeens. Geen achtergronden over het hoe-of-waarom, geen analyse hoe Sibelius aan zijn eigen karakteristieke stijl kwam. Wel af en toe wat informatie over de politieke verwikkelingen - Finland werd tijdens het leven van Sibelius een eigen staat, inclusief een kort burgeroorlogje en strijd tegen de Russen, Duitsers enzovoort. Sibelius was volgens Rickards geen prettig mens. Hij zoop en rookte zich een ongeluk; hij werd eens door de Engelse douane vastgehouden omdat hij voor zijn tournee van een paar weken naar Engeland een enorme hoeveelheid sigaren van zijn eigen merk met zich meedroeg. Zijn vrouw Aino was haar hele leven depressief vanwege het gedrag van de componist, maar ze bleef hem trouw. Uit Rickards verhaal kun je opmaken dat haar mooiste jaren de 12 jaren na zijn dood waren; zij werd 98...
Ik luister de laatste tijd enorm veel naar muziek van Sibelius. Zijn symfonieën (waarvan ik de oneven nummers het mooist vind), maar vooral ook enkele van zijn symfonische gedichten (de Oceaniden, Nachtelijke rit en zonsopkomst, Pohjola's dochter, de Woudnimf), de Lemmikäinen Suite en het Vioolconcert: het zijn allemaal meesterwerken. Onlangs ontdekte ik in een cd-doos de Woudnimf, en dat stuk kan ik dan een week lang minstens een keer per dag horen. Enfin, door het boek van Rickards weet ik nu iets meer over het leven van de Finse meester af, maar een overtuigende biografie is het allerminst.

08 juni 2008

Concert 6 juni 2008


Vrijdag 6 juni 2008, Concertgebouw Amsterdam
Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Myung-Whun Chung

Messiaen: L'Ascension
Bruckner: Symfonie nr. 6


Een weergaloos mooi concert, vanwege een werkelijk sublieme en evenwichtige uitvoering van Bruckners Zesde. Bovendien een mooi samengesteld programma: zowel Messiaen als Bruckner waren diepgelovige katholieken, en beiden waren grote organisten. In beide werken komen ook typische orgelsamenklanken voor; Messiaen bewerkte zijn L'Ascension uit 1933 later ook voor orgel. Het is een meditatief stuk in vier delen, dat soms als een gebed van muziek klinkt. Niet zijn ontoegankelijkste werk, en voor een vroege twintiger zeker niet slecht geschreven. Hoogtepunt van het concert was de Zesde van Bruckner, dat vorig jaar nog een bijster slechte uitvoering kreeg door het orkest uit Stuttgart o.l.v. Roger Norrington. Maar vanavond liet Chung zich kennen als de leerling van Giulini. Relatief bedaagde tempi, maar alles fraai afgewerkt en vol spanning. Het Adagio hoorde ik nog niet eerder zo intens. De zaal was al het hele concert muisstil, maar tijdens dit deel hing er een ambiance in de zaal alsof iedereen (inclusief de orkestleden die even niet hoefden te spelen) zich realiseerde dat er iets subliems aan de gang was. En dat was namelijk ook zo. Werkelijk grandioos was het derde thema in dit deel. Chung liet het in een uitermate traag en bezonken tempo spelen: fantastisch effect. Na dat Adagio was er even een kleine ontlading in de zaal: dit was wel erg fraai... Ook de andere delen werden groots gespeeld, maar dat Adagio zullen we zelden of nooit meer zo mooi voorgeschoteld krijgen. Wat maakt een goed gespeelde Bruckner-symfonie een mens toch altijd weer even helemaal gelukkig!

07 juni 2008

Opera 1 juni 2008

Zondag 1 juni 2008, Muziektheater Amsterdam
De Nederlandse Opera

Messiaen: Saint François d'Assise

l'Ange - Camilla Tilling
Saint François - Rod Gilfry
Le Lépreux - Hubert Delamboye
Frère Léon - Henk Neven
Frère Massée - Tom Randle
Frère Élie - Donald Kaasch
Frère Bernard - Armand Arapian
Frère Sylvestre - Jan Willem Baljet
Frère Rufin - André Morsch
Koor van De Nederlandse Opera
Residentie Orkest o.l.v. Ingo Metzmacher

Première van deze ruim vier uur durende opera van Messiaen, die dit jaar honderd jaar geleden werd geboren en die deze maand niet alleen bij DNO maar ook bij het KCO centraal staat. Ik ben bepaald geen liefhebber van zijn muziek; althans: ik vind er eigenlijk een beetje weinig aan. Via mijn weblogs van mijn juni-concerten kom je er waarschijnlijk wel achter wat ik daar precies mee bedoel. Wat betreft deze opera: het is een door-en-door religieus stuk zonder al te veel handeling. Maar dat is door de prachtige enscenering en regie van Pierre Audi eigenlijk niet zo het probleem. De traagheid van de muziek en de vertellingen geven het geheel wel iets transcendentaals, maar tijdens het laatste deel na de tweede pauze was ik wel een beetje op. De enscenering maakt dit sowieso een voorstelling om gezien te hebben, terwijl ook de uitvoering van hoog niveau is. Rod Gilfry was nog herstellende van een keelonsteking, dus zijn stem haperde af en toe, maar over het algemeen gaf hij een indrukwekkende vertolking. Tom Randle en Henk Neven zongen de belangrijkste neven-broeders en zongen en acteerden prachtig. Subliem waren Camilla Tilling en Hubert Delamboye als de Engel en de Melaatse. De tableaux waarin zij centraal staan (nr. 3 en 5) behoren tot de hoogtepunten van de opera. Een prachtig spelend orkest en een volbloedig koor, tja, alles aanwezig voor een geweldige opera-ervaring. Maar die muziek is soms niet vooruit te branden en die accoordenstapelingen worden soms wat teveel van het goede. Ik bezit twee halve opera-abonnementen, en deze Saint-François was de enige dubbeling. Ik houd het echter bij deze ene keer; ik zou er als een berg tegen opzien om die vier en een half uur nog eens uit te moeten zitten.
Tot slot: sinds kort plaatst DNO op zijn website geen scenefoto's meer; alleen een trailer. Mijn bron voor fraaie afbeeldingen is hiermee weggevallen. De foto boven deze log komt van NRC Handelsblad en biedt bepaald geen goed beeld van de enscenering. Maar goed, gewoon zelf gaan, lijkt me.